Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De gemeente Oostzaan ziet het belang van risicomanagement. Zo beheersen we de risico’s die de bedrijfsvoering kunnen belemmeren. 

In deze paragraaf leggen we een relatie tussen de risico’s en de financiële weerstand. Deze paragraaf is een onderdeel van het risicomanagementproces en geeft inzicht in het weerstandsvermogen van de Gemeente. Het weerstandsvermogen geeft inzicht in de financiële draagkracht als zich tegenvallers voordoen.

De paragraaf geeft in het kort weer waar de uitgangspunten van risicomanagement zijn vastgelegd (beleid) en uit welke componenten het weerstandsvermogen bestaat. Verder geven we inzicht in de opbouw van het risicoprofiel (de gesignaleerde risico’s), de opbouw van de beschikbare weerstandscapaciteit (vrije middelen om de gesignaleerde risico’s in financiële zin op te kunnen vangen), het ratio weerstandsvermogen en de kengetallen.

Managementbeleid

Terug naar navigatie - Managementbeleid

Het beleid (uitgangspunten en werkwijze) dat wij voeren ten aanzien van risicomanagement staat in het beleidskader risicomanagement en weerstandsvermogen Oostzaan. Deze is goedgekeurd door de raad van Oostzaan d.d. 13 september 2021 (RV-nummer: 21/28).
Risicomanagement heeft op het niveau van de raad, het college van B&W en het ambtelijk management een structurele plek gekregen binnen de planning- en control cyclus. Eén van de voorwaarden voor een adequaat risicomanagement is dat bestuurlijke doelstellingen voor programma’s, strategische projecten en grondexploitaties helder zijn. Verder is het noodzakelijk dat zowel bestuur als management zich bewust zijn dat risicomanagement onderdeel is van het normaal besturen/managen van de gemeente. Dit betekent dat we het inventariseren van risico’s, het inschatten ervan en het treffen van beheersmaatregelen voortdurend in de praktijk toepassen. Het risicoprofiel van de gemeente is namelijk dynamisch. Er doen zich nieuwe risico’s voor en risico’s verdwijnen of verminderen in omvang (gevolg en/of kans van optreden).

Wat is weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Wat is weerstandsvermogen

Risicomanagement en het weerstandsvermogen zijn nauw met elkaar verbonden. Het doel van het hebben van weerstandsvermogen is dat er een buffer aanwezig is om de financiële tegenvallers op te vangen zodra risico’s werkelijkheid worden. Kortom: weerstandsvermogen is het vermogen om risico’s te kunnen dekken. 

Het weerstandsvermogen kan afgebeeld worden als onderstaande weegschaal: 

 

 

 

Risico inventarisatie

Terug naar navigatie - Risico inventarisatie

We hebben de risico’s systematisch in kaart gebracht en beoordeeld. Er zijn 24 (begroting 2022: 17) risico’s in beeld gebracht. Verder is inzichtelijk wat de risicoscore (kans x impact) is voor en na het implementeren van beheersmaatregelen. Om een risicoweging mogelijk te kunnen maken zijn alle risico’s gewogen op kans van voorkomen en financieel gevolg. Voor de kans en het gevolg zijn scoreklassen gedefinieerd waardoor de uiteindelijke risicoscore ligt tussen de 0 (minimaal) en 25 (maximaal). 

Een risicoscore in het groene gebied, vormt geen direct gevaar voor de continuïteit van de organisatie. Risico’s die in het oranje gebied zitten vragen om aandacht. Ze vormen individueel nog geen reëel gevaar voor de continuïteit van de organisatie, maar naarmate de tijd vordert, kan het risico wel een bedreiging gaan vormen.  Een risico dat zich in het rode gebied bevindt, vereist directe aandacht om te voorkomen dat de continuïteit van de organisatie in gevaar komt.

 

Risico kaart

Terug naar navigatie - Risico kaart

Om meer inzicht te krijgen in de spreiding van de risico’s naar kansen impact, gebruiken we de risicokaart (zie hieronder). De nummers geven de aantallen risico’s weer die zich in het desbetreffende vak van de risicokaart bevinden. Dit maakt inzichtelijk hoe de risico’s zijn verdeeld over het groene, oranje en rode gebied.


De gemiddelde risicoscore voor de gemeente is 6,3 (begroting 2022: 4,9). 

De gemiddelde risicoscore is verslechterd door verhoogde impact (inflatie/energiekosten en openeinde regelingen) en verhoogde kans (bepaalde risico’s worden duidelijker/realistischer). 

 

 

Risico Top 10

Terug naar navigatie - Risico Top 10

In de hiernavolgende tabel geven we de top 10 risico’s van de gemeente Oostzaan weer, gerangschikt naar financiële impact. Het percentage geeft in grote lijnen de weging van het betreffende risico aan t.o.v. het totaal aan risico’s.

 

Tabel: Top 10 risico’s begroting 2023.


In totaal zijn er voor de gemeente 24 risico’s geïdentificeerd en gekwantificeerd met een risicobedrag van € 1,483 miljoen. Van de 24 risico’s zijn er nul als niet financieel beoordeeld.

 

 

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

Met het risicoprofiel van Oostzaan kunnen we bepalen hoeveel geld nodig is om alle risico’s te kunnen financieren. De benodigde weerstandscapaciteit berekenen we met een risicosimulatie. 

Berekening van de benodigde weerstandscapaciteit verslagjaar 2023
Het totaalbedrag van eventueel zich voor doende risico’s bedraagt € 1.482.500,- waarvan        € 615.000,-  met een structurele consequentie. De benodigde (berekende) weerstandscapaciteit voor 2023 bedraagt € 2.642.850,-. 

Het bedrag van de benodigde weerstandscapaciteit is als volgt berekend:

 

Berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit verslagjaar 2023
De omvang van de algemene reserve wordt bepaald conform de stand van de Algemene Reserve, zoals verwerkt in de vastgestelde jaarrekening 2021.

Het geprognosticeerde verloop van de Algemene Reserve over de periode 2022 - 2026 is als volgt:

Ultimo    
2021 Stand vanuit de jaarstukken 2021 1.672.250
2021 Bij: RV 22/46 Resultaatbestemming Jaarrekening 2021 506.352
2022

Incidentele bijdrage OVER 2022

-608.000
2022 Bestuurlijke toekomst -100.000
2022 RV 21/xx Begrotingssaldo 2022 274.224
2022 RV 22/xx uitkomsten voorjaarsbericht -283.649
     
  Verwacht saldo per ultimo 2022 1.461.177

 

 

 

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

 

In deze paragraaf leggen we een relatie tussen deze twee componenten om het ratio weerstandsvermogen van Oostzaan te bepalen. De benodigde weerstands-capaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kunnen we afzetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

                                                                                     Beschikbare weerstandscapaciteit

Ratio Weerstandsvermogen =       -------------------------------------------------

                                                                                         Benodigde weerstandscapaciteit

 

Beoordeling ratio weerstandsvermogen
De ratio kan aan de hand van onderstaande tabel (weerstandsnorm) worden beoordeeld

 

 

In het beleidskader is vastgelegd dat de ratio minimaal 1,0 moet bedragen (waarderingscijfer C zijnde voldoende) waarbij we ons richten op 1,5. 

De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt per ultimo 2023, in totaal € 1.461.177,-. 
Als we de beschikbare weerstandscapaciteit afzetten tegen de benodigde (berekende) weerstandscapaciteit € 2.642.850 dan is de ratio voor Oostzaan 0,6 (begroting 2022; 0,7): wat betekent dat de weerstandscapaciteit onvoldoende is.
 

Versterken weerstandsvermogen (beschikbare weerstandscapaciteit)
De hoogte van de Algemene Reserve is gerelateerd aan het weerstandsvermogen van de gemeente. Hiermee wordt bedoeld de relatie tussen de gekwantificeerde risico’s en het eigen vermogen en de mate waarin de gemeente in staat is om de geprognosticeerde risico’s op te vangen. Hoe hoger de omvang van de Algemene reserve, hoe beter de gemeente in staat is om tegenvallers op te vangen. De Algemene reserve kan worden verhoogd door toevoegingen aan deze reserve. Gelet op de aaneensluitende periodes van bezuinigingen op de begroting, is het haast onmogelijk om een positief jaarrekeningresultaat te bereiken. De Algemene reserve moet dus met name worden gevoed met incidentele opbrengsten, zoals meevallers in Algemene Uitkering (Meicirculaire 2022). 
 

 

Financiele Kengetallen

Terug naar navigatie - Financiele Kengetallen

Vanuit de BBV (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten) is er een aantal verplichte financiële kengetallen die meer zicht moeten geven over de financiële positie en de vergelijkbaarheid daarvan met andere gemeenten:

Netto schuldquote

De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.

Netto schuldquote (bedragen x €1.000)

Jaarrekening 2021

Begroting        2022

Begroting        2023

Begroting        2024

Begroting        2025

Begroting        2026

A Vaste schulden

25.392 28.695 35.519 36.800 40.875 46.367

B Netto vlottende schuld

9.082 8.250 2.500 2.500 2.500 2.500

C Overlopende passiva

0 2.219 6.903 7.690 9.095 12.547

D Financiële Activa (excl verstr. leningen

910 910 910 910 910 910

E Uitzettingen < 1 jaar

5.790 2.921 5.250 5.250 5.250 5.250

F Liquide middelen

434 176 401 401 401 401

G Overlopende activa

334 144 300 300 300 300

H Totale baten excl. Mutaties reserves

24.681 22.647 25.725 26.145 27.123 26.080

Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H*100%

109,42%

154,60 %

147,95 % 153,49 %
168,16 % 209,18 %

 

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven. Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast.

Netto schuldquote (bedrag x €1.000)

Jaarrekening

2021

Begroting

2022

Begroting

2023

Begroting

2024

Begroting

2025

Begroting

2026

A Vaste schulden

25.392 28.695 35.519 36.800 40.875 46.367

B Netto vlottende schuld

9.082 8.250 2.500 2.500 2.500 2.500

C Overlopende passiva

0 2.219 6.903 7.690 9.095 12.547

D Financiële Activa (incl. verstr. leningen

1.675 1.675 1.675 1.675 1.675 1.675

E Uitzettingen < 1 jaar

5.790 2.921 5.250 5.250 5.250 5.250

F Liquide middelen

434 176 401 401 401 401

G Overlopende activa

334 144 300 300 300 300

H Totale baten excl. Mutaties reserves

24.681 22.647 25.725 26.145 27.123 26.080

Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H*100%

106,32% 151,23 % 144,98 % 150,56 % 165,34 % 206,24 %

 

Solvabiliteitsratio

Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Deze ratio geeft aan het Eigen Vermogen als percentage van het Totale Vermogen.

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente.

Solvabiliteitsratio (bedrag x €1.000)

Jaarrekening 2021

Begroting        2022

Begroting        2023

Begroting        2024

Begroting        2025

Begroting        2026

A. Eigen vermogen 3.393 3.230 2.627 3.130 3.978 2.592

B. Balanstotaal

41.198 50.403 52.201 55.035 61.626 69.443

Solvabiliteit (A/B) x 100 %

 8,24%

6,41 %

5,03 % 5,69 %
6,46 %
3,73 %

 

Kengetal grondexploitatie

De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant beoordeelt ieder jaar of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.

Grondexploitatie (bedragen x €1.000)

Jaarrekening 2021

Begroting        2022

Begroting        2023

Begroting        2024

Begroting        2025

Begroting        2026

A Niet in expl. genomen bouwgronden

0 0 0 0 0 0

B Bouwgronden in exploitatie

0 0 0 0 0 0

C Totale baten (excl. mutaties reserves)

0 0 0 0 0 0

Grondexploitatie (A+B) / C x 100%

0 %

0 %

0 % 0 %
0 %
0 %

 

Structurele exploitatieruimte

Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

Structurele exploitatieruimte (bedrag x €1.000)

Jaarrekening 2021

Begroting        2022

Begroting        2023

Begroting        2024

Begroting        2025

Begroting        2026

A Totale structurele lasten

24.408 23.377 25.582 25.523 25.677 26.044

B Totale structurele baten

24.681 22.647 25.725 26.145 27.123 26.080

C Structurele toevoegingen aan reserves

0 24 24 24 24 24

D Structurele onttrekkingen aan reserves

0 0 456 0 0 0

E Totale baten excl. mutaties reserves

24.681 22.647 25.725 26.145 27.123 26.080

Structurele Exploitatieruimte ((B-A) + (D - C)) / E x 100 %

1,11 %

-3,33 %

2,24 % 2,29 % 5,24 % 0,05 %

 

Woonlasten meerpersoonshuishouden

De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De woonlasten van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 en uit te drukken in een percentage.

 

Belastingcapaciteit Woonlasten meerpersoonshuishouden (bedrag x €1.000)

Jaarrekening 2021

Begroting        2022

Begroting        2023

A OZB lasten bij gezin met gem. WOZ *

365 416 457

B Rioolheffing bij gezin

298 359 362

C Afvalstoffenheffing voor een gezin

336 325 327

D Eventuele heffingskorting

0 0 0

E Totale woonlasten met een gem. WOZ *

999 1.100 1.146

F Woonlasten landelijk gemiddelde (T-1) /**

771 811 904

Woonlasten t.o.v. landelijk gemiddelde (E/F) x 100 %

129,57 %

135,64 %

126,7 %

 

*) Bij de OZB-lasten is voor de jaren  uitgegaan van de gemiddelde WOZ-waarde (€ 417.000,-).  Genoemde bedragen zijn berekend tegen het eigenaarstarief. Hierin is dus niet meegenomen dat een deel van de gezinnen geen eigen woning heeft. Niet bekend is hoe dit bij de landelijk gemiddelde woonlasten is verwerkt.

**) De woonlasten van het gemiddelde zijn gebaseerd op de woonlasten van het jaar voorafgaand aan onze jaarcijfers. De gemeentelijke lasten 2023 worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde over 2022. De cijfers over 2023 zijn nog niet beschikbaar.

Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

Deze paragraaf gaat over de beheerskosten van gebouwen en de openbare ruimte. Deze kapitaalgoederen beslaan een aanzienlijk deel van de begroting en zijn dus van grote invloed op de financiële positie van de gemeente. Deze paragraaf beschrijft welke werkzaamheden in 2023 worden uitgevoerd en vormt hiermee een dwarsdoorsnede van de begroting.

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Hierbij een overzicht van de gebouwen in bezit van de gemeente en de staat van onderhoud van deze gebouwen.

Gebouw

Staat van onderhoud

Centrumcomplex de Kunstgreep

Uitstekend

Brandweerkazerne Kerkstraat

Uitstekend

Ambtswoning Glazenmakerstraat

Uitstekend

Schoolgebouw de Kweekvijver, incl. noodlokalen

Uitstekend

Schoolgebouw de Korenaar

Uitstekend

Schoolgebouw de Noorderschool

Uitstekend

Gemeentewerf Skoon

Uitstekend

Loods op de begraafplaats

Goed

De Kolk

Goed

Leliestraat, pand Oudheidskamer

Goed

Sporthal de Greep (deel E)

Goed

Pand de Vitaminebron Twiskeweg

Goed

Pand Werkom

Goed

Schoolgebouw de Rietkraag

Goed

Kerktoren

Goed

Diverse Loodsen Zuideinde 204/206

Slecht

Diverse woningen  Zuideinde en de Kerkstraat onder de Hoogspanningsleidingen

Slecht

NB: De loodsen aan het Zuideinde maken deel uit van ruimtelijke herontwikkelingen. Onderhoud aan de panden vindt dan ook niet plaats. Dit geldt ook voor de woningen onder de hoogspanningsleidingen.

 

Ontwikkelingen

In 2022 zijn voor de gemeentelijke panden nieuwe Meerjaren-onderhouds planningen (MJOP) opgesteld. Met ingang van 2023 zal worden gewerkt conform deze onderhoudsplanningen. Met ingang van de begroting 2023 zal ook de reserve gebouwenbeheer conform de beginstanden van de MJOP's worden opgesplitst per locatie/gebouw. Per gebouw is een nul-meting opgesteld, en wordt het benodigde startbedrag van de onderhoudsvoorziening gevormd door overboeking vanuit de reserve gebouwenbeheer. Daarnaast zijn de jaarlijks begrote bedragen voor onderhoud nu opgenomen als toevoeging aan de voorziening onderhoud. Jaarlijks zullen de benodigde bedragen worden onttrokken aan deze voorziening.

Openbare ruimte

Terug naar navigatie - Openbare ruimte

Voor het onderhoud en beheer van de openbare ruimte zijn per categorie de volgende beleidksaders vastgesteld:

Categorie

Beleidskader

Kwaliteits  niveau

Toelichting/nadere informatie

Periode

Vastgesteld

Wegen

Meerjareninvesteringsplan 2022-2030

Voldoende

Het meerjareninvesteringsplan geeft inzicht in de geplande herinrichtingen van diverse wijken in Oostzaan

2022-2030

2022 RV22/47 (kadernota 2023)

Openbare verlichting

Beheerplan Openbare Verlichting

Voldoende

De armaturen worden vervangen door LED lampen. Ook worden de masten vervangen en krijgen deze een nieuwe indeling, afhankelijk van de herinrichtingen van de straat.

2018-2026

2015 (herziening)

Riolering

Gemeentelijk Riolering Plan 2018-2023

Voldoende

Het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) geldt voor de periode 2018-2023. In het plan staan de noodzakelijke acties om het riool in goede staat te brengen en te houden.

2019-2023

2018

Waterbeheer

Beleid in samenwerking met HHNK

Voldoende

Het waterbeheerplan is formeel afgerond. Een nieuw waterbeheerplan dient te worden opgesteld, waarbij de actie bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorder Kwartier (HHNK) ligt. Er wordt nog wel conform het waterbeheerplan gewerkt. In 2021, 2022 en 2023 staan vernieuwingen  gepland, conform het meerjareninvesteringsplan, betreffende nieuwe beschoeiing of baggeren.

2007-2016

 2007

Openbaar Groen

Groenstructuurvisie

Groenbeheerplan

Voldoende

Het onderhoud van het openbaar groen is ondergebracht bij Werkom.  Voor het onderhoud aan de bomen en het maaien van de bermen zijn  andere partijen gecontracteerd.

Er wordt gewerkt conform het in 2020 vastgestelde groenbeheerplan. De groenstructuurvisie is in 2019 vastgesteld.

2020-2024

2019  resp. 2020

Gebouwen (incl. onderwijs)

Onderhoud conform onderhoudsplanning Planon

Goed

Het groot onderhoud van de gebouwen wordt uitgevoerd volgens het meerjaren-onderhoudsprogramma Planon. Dit onderhoudsprogramma is opgesteld in 2007 en wordt jaarlijks geactualiseerd. Jaarlijks worden budgetten per onderdeel geraamd. Daarin zit ook budget voor klein en onvoorzien onderhoud.

2007-2023

In 2022 worden nieuwe  meerjaren-onderhouds-plannningen vastgesteld.

Bruggen en kunstwerken

Beheerplan civieltechnische kunstwerken

Voldoende

In 2023  worden de bruggen op de dr. De Boerstraat  en Otterbospad vervangen .

2023

2021

 

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

 

Wegen

In 2023 wordt gestart met de Herinrichting van de Molenbuurt, zijnde de Slaperstraat, Domerstraat en Wakerstraat. De voorbereidingen hiervoor zijn reeds in 2022 gestart.

Water

De gemeente Oostzaan heeft een intentieovereenkomst " Overname Stedelijk Water" afgesloten met het Hoogheemraadschap Noord Hollands Noorder Kwartier (HHNK), waarin partijen de intentie hebben uitgesproken om het onderhoud van het stedelijk water, inclusief het maaien van waterplanten en baggerwerkzaamheden over te dragen aan het HHNK. Naar verwachting zal hierover in 2023 overeenstemming worden bereikt.

Gebouwen

In 2022 is gestart met het opstellen en actualiseren van Meerjarenonderhoudsplannen (MJOP) per gebouw. Het onderhoud zal conform deze MJOP worden uitgevoerd. Uitgangspunt is een onderhoudsniveau van voldoende tot goed. De bestemmingsreserve Onderhoud gebouwen wordt met ingang van 2023 omgezet naar onderhoudsvoorzieningen.

Woningen onder de hoogspanningsmasten

Voor de percelen die onder de  hoogspanningsmasten staan dient een nieuwe bestemming te komen. Het betreft hier een aantal woningen op het Zuideinde en de Kerkstraat. De procedure om het bestemmingsplan te wijzigen is in 2022 opgestart. In 2021 zijn de laatste woningen aangekocht, waarna in 2022 de herbestemming van de percelen zal starten. In 2023 zal daadwerkelijk worden overgegaan tot de sloop van deze woningen. De sloop van de woningen komt voor rekening van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland).

Bruggen en kunstwerken

In 2023 worden de bruggen aan de Dr. De Boerstraat en het Otterbospad vervangen. Hiervoor zijn de benodigde investeringskredieten opgenomen in de begroting 2023-2026.

 

Financieel beeld kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Financieel beeld kapitaalgoederen

Vanuit de vastgestelde beheerplannen is voor 2023 het volgende opgenomen:

 

  Financiële consequenties conform plannen / investering Ramingen ten laste van exploitatie of voorziening Toelichting plannen en is er sprake van achterstallig onderhoud?
Wegen, Groot onderhoud of herinrichting conform Wegenbeheerplan 2018-2023 en meerjareninvesteringsplannen 2022-2030

€ 2.450.800 HIR Molenbuurt

 

2022/2023 zal de openbare ruimte in de wijk Molenbuurt II integraal worden aangepakt volgens de meer jaren planning.

Wegen, regulier onderhoud   € 146.199 Dit bedrag is bedoeld voor kleine reparaties in de straat, parkeervakken  en voetpaden .
Openbare verlichting, herinrichting en vervanging € 375.000   Dit budget wordt ingezet  voor verduurzaming  van de openbare verlichting, zoals opgenomen in het Meerjaren-investeringsplan.
Openbare verlichting, regulier onderhoud   € 64.077 Dit budget is bestemd voor de onderhoudswerkzaamheden aan de openbare verlichting en het oplossen van storingen. Herinrichtingsbudgetten voor nieuwe openbare verlichting is meegenomen in de budgetten voor herinrichting wegen, conform het wegenbeheerplan.
Waterbeheer, baggeren, walkanten en schoeiing

 

€ 154.102 Het waterbeheerplan is formeel afgelopen. Er wordt nog wel gewerkt conform het waterbeheerplan, en onderhoud gepleegd aan beschoeiing en baggerwerkzaamheden.
Riolering, groot onderhoud 

€ 1.653.300

  Het  groot onderhoud van het riool is gepland in de jaren  2022 - 2030 (MIP2022-2030).  Deze werkzaamheden zijn onderdeel van de diverse herinrichtingen.
Riolering, regulier onderhoud   € 375.017 Het betreft hier regulier onderhoud aan het rioolstelsel en de gemalen.

Openbaar groen

Bomenbeheer

 

€ 325.845

€ 41.400

Voor het onderhoud van het openbaar groen zijn contracten afgesloten met leveranciers. Voor de herinrichting van plantsoenen dient aanvullend budget te worden aangevraagd.
Gebouwenbeheer regulier onderhoud   € 121.500 Dit budget is gebaseerd op de jaarlijkse uitgaven conform het onderhoudsprogramma. Met ingang van 2023 wordt dit bedrag onderverdeeld aan de onderhoudsvoorzieningen van de betreffende gemeentelijke panden, conform de meerjarenonderhoudsplanning vanuit Planon.
Bruggen en kunstwerken   € 84.000 Dit budget is gebaseerd op de jaarlijkse uitgaven conform het onderhoudsprogramma. Bij het opstellen van de jaarrekening wordt het restant van dit budget toegevoegd aan de reserve bruggen, en een overschrijding van dit budget onttrokken aan deze reserve.
Bruggen en kunstwerken € 486.000   In 2023 worden de bruggen aan de Dr. de Boerstraat en het Otterbospad vervangen.

 

Conform artikel 20 van de BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden) wordt een onderscheid gemaakt tussen investeringen met een economisch nut en investeringen met een maatschappelijk nut. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn vastgesteld in de  financiële verordening 2021 en conform artikel 212 BW.

Onderstaande investeringen zijn reeds verwerkt in de voorliggende begroting met bijbehorende meerjarenraming 2023-2026.

 


 

 

 

 

Paragraaf Grondbeleid

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de programma’s Leefomgeving en Ruimtelijke Ordening. Een goed functionerend grondbeleid is essentieel voor het realiseren van doelstellingen op het gebied van ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, verkeer en vervoer en cultuurhistorie.

Visie grondbeleid

Terug naar navigatie - Visie grondbeleid

De visie voor het in deze gemeente te voeren grondbeleid is door de gemeenteraad verwoord in de vastgestelde Nota Grondbeleid Oostzaan. In de nota is uitgesproken, dat het grondbeleid moet worden beschouwd als een instrument om andere gemeentelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. Bevestigd is, dat de gemeente geen actieve grondpolitiek voert en dat voortgegaan wordt met het huidige facilitaire beleid, waarbij gebruikgemaakt wordt van alle ten dienste staande instrumenten en mogelijkheden.

Uitgangspunt blijft, dat de gemeente allereerst tracht te komen tot kostenverhaal door middel van het sluiten van een anterieure exploitatieovereenkomst. Afdwingbaar kostenverhaal zal worden toegepast indien geen of onvoldoende resultaat kan worden bereikt. Het vaststellen van een exploitatieplan op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) is daarvoor het geëigende instrument. Bij de uitgifte van gronden en panden wordt een marktconforme prijs gehanteerd. Uitsluitend indien sprake is van uitgifte van grond ten behoeve van een maatschappelijke, niet commerciële functie kan een lagere prijs worden gehanteerd in bijzondere door het college te bepalen gevallen.

Bouwgrondexploitatie
•    Radio 9 terrein Zuideinde.
De gemeenteraad heeft op 7 juli 2020 het bestemmingsplan Locatie Radio 9 aangenomen. Het bestemmingsplan is onherroepelijk verklaard. In het plan worden circa 14  woningen gerealiseerd. Het streven is om de ontwikkeling van het terrein medio 2023 te starten. De verkoopopbrengst van de locatie is nog niet verwerkt in de begroting, maar zal conform bestaand beleid worden toegevoegd aan de Algemene Reserve.

Prognose nieuwe woningen

Terug naar navigatie - Prognose nieuwe woningen

Voor deze periode (2023-2025) staat de (gefaseerde) oplevering van de woningen van volgende locaties gepland:
-    Noordeinde 65: circa 27 woningen
-    Dr. Snijderstraat: circa 10 woningen
-    Kerkbuurt 83: circa 12 woningen
-    Rietkraag: circa 2 woningen
-    Radio 9 terrein: circa 14 woningen

We zetten als vuistregel voor huurwoningen in op 40% sociale huur, 60% vrije sector huur, waarvan 2/3 middenhuur (tot € 1.000). Voor koopwoningen zetten we als vuistregel in op 40% betaalbare koop (tot € 355.000 prijspeil NHG) en 60% overige koopwoningen. Als betaalbare woningen niet haalbaar zijn, is er ruimte om meer in het duurdere segment (huur of koop) te bouwen.

Paragraaf Verbonden partijen

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

In deze paragraaf geven wij u het totaaloverzicht van onze samenwerkingsverbanden. Deze staan ook uitgesplitst over de programma’s.

De gemeenschappelijke regelingen voeren het beleid en het beheer op de betreffende terreinen uit voor de gemeente. In het algemeen geldt dat voor een gemeenschappelijke regeling wordt gekozen, indien de gemeente dit beleid niet alleen, dan wel niet doeltreffend en doelmatig kan uitvoeren. Via deze 'verbonden partijen' (samenwerkingsverbanden) werken wij met andere partijen samen om onze lokale ambities en doelen te bereiken.

 

Waarom samenwerking?
De gemeente Oostzaan werkt al jaren intensief samen met gemeente Wormerland. Dit samenwerkingsverband draagt bij aan het realiseren van onze lokale doelen en ambities. Samenwerkingsverbanden dienen dus een publiek belang.
De organisaties waarin wij deelnemen, dus onze verbonden partijen, maken voor ons beleid of voeren voor ons beleid uit. In principe zouden wij dat ook zelf kunnen doen. Er zijn vier redenen waarom wij een aantal van onze taken toch door een verbonden partij laten oppakken:

1. via samenwerkingsverbanden kan worden samengewerkt aan beleidsuitdagingen die gemeentegrensoverschrijdend zijn of die voor meerdere gemeenten van groot belang zijn;
2. sommige taken vragen specialistische kennis die onze eigen organisatie niet kan bieden;
3. het beleggen van taken bij een samenwerkingsverband kan efficiënter/goedkoper zijn dan de taken in de eigen organisatie te beleggen, waardoor voor minder geld minstens dezelfde (maar vaak een hogere) kwaliteit geleverd kan worden;
4. voor sommige beleidsterreinen is het wettelijk verplicht om een samenwerkingsverband op te richten.

De ambtelijke organisatie zorgt ervoor dat de afstemming tussen gemeente en regionale samenwerkingsverbanden goed verloopt.

 

Wat is een verbonden partij precies?
Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een financieel én bestuurlijk belang heeft:
• de gemeente financiert (samen met de andere deelnemers) de verbonden partij. Mocht de verbonden partij onverhoopt failliet gaan of zijn financiële verplichtingen niet na kunnen komen, dan is de gemeente aansprakelijk;
• de gemeente heeft zeggenschap door vertegenwoordiging (via bijvoorbeeld de burgemeester, een collegelid of een raadslid), dan wel via hoofde van stemrecht, in het bestuur van de verbonden partij.

Een belangrijk onderscheid is het verschil tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke verbonden partijen. Daarnaast bestaat er nog een mengvorm, de zogenaamde publiek-private samenwerkingsverbanden (PPS-constructies).

Programma 3 verbonden partijen

Terug naar navigatie - Programma 3 verbonden partijen

Overzicht verbonden partijen

Naam verbonden partij

GR Gemeenschappelijke GezondheidsDienst Zaanstreek-Waterland (GGD ZW)

Site

ggdzw.nl

Kerngegevens

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zaanstreek-Waterland, Zaandam

Doel / openbaar belang

Bevorderen en uitvoeren van de collectieve preventie en andere activiteiten in het kader van de gezondheidszorg.

Missie

GGD Zaanstreek-Waterland beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid en de sociale veiligheid van alle mensen in de regio. Daarbij staat een preventieve en collectieve aanpak voorop. Uiteraard met specifieke aandacht voor bevordering van participatie en ondersteuning van de eigen regie van mensen. Als uitvoeringsorganisatie van de gemeenten sluit de GGD aan bij de gemeentelijke verantwoordelijkheden in het sociaal domein. Het sociale domein gaat over alles wat mensen in hun directe bestaan raakt, zoals (gezondheids)zorg en welzijn.

Visie

De GGD werkt vanuit de bedoeling dat mensen in Zaanstreek-Waterland gezond en veilig kunnen leven. Daarbij zetten in op de volgende speerpunten:

  •  Preventie
  • Kennis, kunde en ervaring
  • Verbinding

De GGD gaat voor doorontwikkeling van de eigen kwaliteiten, aansluiten bij en inspelen op nieuwe ontwikkelingen, hantering van een helder afwegingskader voor de uitvoering van contract-taken, investeren in verbinding.

Ontwikkelingen

De begroting 2023 van de GGD is een beleidsarme begroting. Deze is opgesteld aan de hand van de beleidsarme kadernota 2023. Reden voor de beleidsarme begroting betreft GGD 3.0.. GGD 3.0 is een programma voor het herijken van de GGD waarbij in regionaal verband wordt onderzocht welke GR-taken en contracttaken GGD Zaanstreek-Waterland voor de gemeenten uitvoert en welke financieringsstromen er zijn. Aan de hand van dit onderzoek wordt bekeken welke taken er onder de GR gebracht kunnen worden in de toekomst en tegen welke prijs. Onderwerpen van onderzoek zijn o.a. ICT, archivering, huisvesting en de doorbelasting van de kosten voor bedrijfsvoering/ overhead, waarbij de eerste inschatting is dat er sprake is van achterstanden vanuit het verleden. Tot het onderzoek is afgerond kunnen wij nog geen uitspraak doen over de hoogte van het bedrag, maar we verwachten een aanzienlijke stijging van de kosten. Deze stijging van de kosten wordt waarschijnlijk aangevraagd middels een 2e Begrotingswijziging 2022.

Eigen vermogen per 1 januari 2021

€ 959.319-

 

Eigen vermogen per 31 december 2021

€  1.129.650-

Vreemd vermogen per 1 januari 2021

€ 10.785.071,-

Vreemd vermogen per 31 december 2021

€ 13.628.182,-

Bijdrage gemeente aan GR 2023

€ 401.558,-

Rekeningresultaat 2021 van de GR

€ 148.832,-

Risico

Als zich in de regio calamiteiten voordoen die een bedreiging vormen voor de volksgezondheid (bijvoorbeeld uitbraak infectieziekte), of in het kader van de rampenbestrijding inzet vragen van de GGD, zullen hieruit kosten voortvloeien. Met deze kosten is in de begroting geen rekening gehouden.
In dit kader kan de coronacrisis worden aangehaald. Deze crisis heeft echter niet geleid tot financiële risico’s. Vanaf het allereerste begin van de crisis was duidelijk dat de GGD de uit deze crisis voortkomende extra kosten niet zelf zou kunnen dragen. Hiervoor is financiële ondersteuning van het Rijk ontvangen.
Vanuit de strategische risicoinventarisatie worden drie risico’s benoemd door de GGD:
- beleidsveranderingen van de gemeenten;
- veranderde werkwijze politie;
- veranderende werkwijze GGZ.

Daarnaast betekent de hierboven genoemde ontwikkeling rond het project GGD 3.0 een financieel risico voor de deelnemende gemeenten. De uitkomst van dit project zou namelijk kunnen betekenen dat de gemeentelijke bijdrage omhoog gaat.

 

Programma 5 verbonden partijen

Terug naar navigatie - Programma 5 verbonden partijen

Overzicht verbonden partijen

 

 

Naam verbonden partij

Recreatieschap Twiske Waterland

Site

http://www.hettwiske.nl

Kerngegevens

Recreatieschap Twiske Waterland, gevestigd te Oostzaan, Noorderlaaik 1, 1511 BX 

Doel / openbaar belang

Recreatieschap Twiske-Waterland is een samenwerkingsverband van diverse gemeenten en de provincie NH. Het recreatieschap wil recreanten laten genieten van het mooie landschap. Het schap legt recreatieve voorzieningen aan zoals fiets- wandel- en vaarroutes en wil het Waterlandse landschap met zijn karakteristieke bebouwing, openheid en bijzondere planten en dieren zo goed mogelijk in stand houden.

Missie

Recreatie in het gebied Twiske-Waterland versterken. 

Visie

De visie richt zich met name op ruimtelijke ontwikkelingen:
- in het zuidwestelijke deel worden de intensieve voorzieningen en functies geconcentreerd om hier een integrale ontwikkeling tot recreatiecentrum te bewerkstelligen
- in het zuidoostelijk deel vinden ontwikkelingen plaats op en in de directe nabijheid van de boerderij
- voor het overige blijft het huidige extensieve karakter van het gebied behouden

Ontwikkelingen

Ondanks de ingrijpende gevolgen van de coronacrisis, heeft Twiske-Waterland in 2021 veel van het jaarprogramma kunnen realiseren. Het bestuur besloot ondanks het missen van evenementeninkomsten, niet te bezuinigen op onderhoud. Terecht, want de gebieden van het recreatieschap hebben onder deze omstandigheden grote maatschappelijke waarde bewezen. 
Het wegvallen van buitenlandse vakantiebesteding was goed merkbaar. Er waren meer recreanten en de recreatiegebieden en routes zijn intensiever gebruikt. Het aantal bezoeken aan het recreatieschap steeg licht naar 1,66 miljoen ten opzichte van 1,64 miljoen in het jaar daarvoor. Dat past in het landelijk beeld: een bezoek aan natuur- en recreatiegebieden is populair tijdens de coronacrisis. Ter vergelijking: in het pre-coronajaar 2019 trok het Twiske ruim 1,2 miljoen bezoekers. 

De recreatieve waarden van de gebieden worden hiermee onderstreept. Wij verwachten dat de aanwas van het bezoek blijvend is. Een belangrijke reden voor die verwachting is dat het aantal inwoners in Nederland stijgende is. De deelnemende gemeenten Amsterdam (noord), Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Wormerland en Zaanstad groeiden in 2021 gezamenlijk met bijna 2500 inwoners. De gemeenten Oostzaan en Waterland krompen samen met 160 inwoners. Andere indicatoren voor groei van het aantal bezoekers in de toekomst zijn: gestage bouwproductie, grotere bekendheid van de gebieden, de onzekerheid van de coronacrisis, de trend van meer vakantie in eigen land en de overloopfunctie van de kust. 
Opnieuw werden de twee grote evenementen afgelast waardoor begrote opbrengsten maar deels zijn gerealiseerd. Tot het eind van het boekjaar 2021 was nog niet duidelijk of voor het volgende jaar de evenementen zouden doorgaan. In de voorbereiding op de volgende jaren werd daar wel vanuit gegaan. De maatschappelijke weerstand nam wel toe en speelde een belangrijke rol in de totstandkoming van de Omgevingsvisie van de gemeente Oostzaan. Na een eerste versie werd door een deel van de raad een alternatief ontwikkeld waarin twee –voor het recreatieschap- belangrijke elementen worden uitgesloten: evenementen en een minicamping. De discussie daarover wordt na de afsluiting van het boekjaar verder gevoerd. 
De jaarrekening van laat over 2021 een positief resultaat zien van € 120.000 terwijl een negatief resultaat van € 27.000 was begroot. Het verschil is € 147.000 positief. Het positieve resultaat is voornamelijk het gevolg van gestegen parkeerinkomsten (€ 199.000 positief). Deze meevaller nivelleert het verlies door het bijna volledig wegvallen van de evenementeninkomsten (€ 158.000 negatief). Daarnaast zijn de kosten lager uitgevallen vanwege minder inzet van de uitvoeringsorganisatie en het nog op te starten van enkele projecten uit het uitvoeringsprogramma in 2022 (€ 106.000 positief). De lasten van deze projecten schuiven door naar 2022

Eigen vermogen per 1 januari 2021

€ 4.971.199,-

Eigen vermogen per 31 december 2021

€ 5.091.543,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2021

€ 571.889,-

Vreemd vermogen per 31 december 2021

€ 468.982,-

Bijdrage gemeente aan GR 2023 Waterland

 € 1.962,-

Bijdrage gemeente aan GR 2023 Twiske

€ 13.803,-

Rekeningresultaat 2021 van de GR

€ 120.345,-

 Risico's en beheersmaatregelen

Geen

 

 

Naam verbonden partij

GR Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (VRZW)

Site

veiligheidsregiozaanstreekwaterland.nl

Kerngegevens

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, Zaandam

Doel / openbaar belang

Het bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van brandweer/GHOR/CPA-taken in ruime zin met inbegrip van het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen en overigens een goede hulpverlening bij een ongeval of een ramp te bevorderen in het gebied met acht deelnemende gemeenten. De Veiligheidsregio/RWBZ voert regiotaken op het gebied van preventie, preparatie en alarmcentrale. Daarnaast is de gemeentelijke crisisorganisatie inmiddels regionaal georganiseerd als gevolg van de wet op de Veiligheidsregio’s. Deze processen worden steeds verder geprofessionaliseerd.  De nafase van een crisis blijft een taak van de gemeente. De VRZW ondersteunt gemeenten om deze taken te organiseren.

Missie

De partners in de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland gaan ‘arm in arm voor veiligheid’ om het samenwerkingsverband te bestendigen en uit te bouwen. Dit samenwerkingsverband helpt  maatschappelijke verstoringen voorkomen of beperken in het belang van en samen met de burgers.

Visie

• Wij werken adequaat en effectief samen op het gebied van integrale veiligheid
• Wij treden adequaat en snel op bij rampen en crises
• Wij gaan in onze organisatievorming mee in de ontwikkelingen rond bestuurlijke schaalvergroting
• Wij hebben wederzijds werkbare afspraken met de nieuwe politieregio
• Wij werken actief samen met de burger opdat deze bewust en zelfredzaam handelt

Ontwikkelingen

Beleidsplan 2021-2024

In het beleidsplan 2021-2024 geeft de VrZW aan hoe zij zich de komende jaren gaan inzetten om te voldoen aan hun wettelijke taken en zich voor te bereiden op de (effecten van) nieuwe crisistypen, technologische ontwikkelingen en digitalisering. Er is in het beleidsplan aandacht voor 'activiteiten aan de voorkant van de veiligheidsketen' zoals brandveiligheid, integrale evenementenadvisering en het uitbreiden van het netwerk van (flexibele) expertise op 'nieuwe' incidenten en risico's zoals digitalisering. 

Prioriteiten 2023:
•    In kaart brengen van de risico’s van de energietransitie voor de fysieke veiligheid
•    Gevolgen van klimaatverandering door extremere weersomstandigheden
•    Technologische ontwikkelingen (informatieveiligheid en privacybescherming)
•    Veranderende wet en regelgeving zoals de WNRA/Taakdifferentiatie vrijwilligers en de veranderende Omgevingswet
•    Ontwikkeling omgeving Prins Bernardplein. De huurovereenkomst betreffende de locatie Prins Bernhardplein tussen de gemeente Zaanstad en VrZW is verlengd tot 2037 waardoor o.a. de investeringen in het oefengebouw op verantwoorde wijze kunnen plaatsvinden. De lasten die deze investering met zich meebrengt zijn reeds in de gemeentebegroting meegenomen. De ontwikkelingen rond de omgeving Prins Bernardplein en de gevolgen daarvan blijven ook in 2023 in beeld.  

Eigen vermogen per 1 januari 2021

€ 2.187.000,-

Eigen vermogen per 31 december 2021

€ 2.082.000,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2021

€ 16.200.000,-

Vreemd vermogen per 31 december 2021

€ 16.812.000,-

Bijdrage gemeente aan GR 2023

€ 727.359,-

Rekeningresultaat 2021 van de GR

€ 1.288.000,-

 Risico's en beheersmaatregelen

Uit de Jaarstukken 2021 blijkt dat de weerstandscapaciteit van de VrZW als 'voldoende' gekwalificeerd kan worden.

 

 

Naam verbonden partij

Vervoerregio Amsterdam

Site

https://vervoerregio.nl/

Kerngegevens

Jodenbreestraat 25, 1011 NH Amsterdam

Doel / openbaar belang

Samenwerking versterken op het gebied van verkeer en vervoer, bevorderen van bereikbaarheid

Missie

Verkeer en vervoer ondersteunt de ruimtelijk-economische ontwikkelingen en de ontplooiingskansen van mensen. Dat vraagt om intensieve samenwerking afstemming tussen het mobiliteitsbeleid en de andere beleidsvelden.

Ontwikkelingen

De Vervoerregio Amsterdam heeft, meer nog dan het openbaar vervoer in de rest van het land, het heel erg lastig gehad door de Corona-pandemie. Er is nav Corona financiele steun geweest. Dit is onvoldoende geweest om te voorkomen dat er gesneden moet worden in het aanbod. De gevolgen hiervan moeten nog duidelijk worden en de ontwikkeling hiervan wordt gemonitord om te voorkomen dat het aanbod van openbaar vervoer verschraalt. 

Eigen vermogen per 1 januari 2021

€ 1.159.794,-

Eigen vermogen per 31 december 2021

€ 221.863,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2021

€ 255.499.122,-

Vreemd vermogen per 31 december 2021

€ 333.131.004,-

Bijdrage gemeente aan GR 2023

€ 0,-

Rekeningresultaat 2021 van de GR

€ 0,-

Risico's en beheersmaatregelen

Geen

 

 

Naam verbonden partij

Nationaal Landschap Laag Holland

Site

http://www.laagholland.nl/nationaal-landschap

Kerngegevens

Nationaal Landschap Laag-Holland, gevestigd in Haarlem

Doel / openbaar belang

Nationaal Landschap Laag 

is een  samenwerkingsverband tussen diverse partijen (provincie, gemeenten, hoogheemraadschap, Natuur- en landbouworganisaties) die zich inzet voor het behoud van de kernkwaliteiten van Nationaal Landschap Laag Holland.

Missie

  

De organisatie Laag Holland voert de regie over het Nationaal Landschap. Visievorming op de vele thema’s (landschap, landbouw, natuur, water, recreatie, communicatie) vindt in de stuurgroep plaats. 

Visie

Laag, lager, laagst. Mens en natuur hebben in Laag Holland samengewerkt om iets heel moois onder de zeespiegel te maken. Dat vind je terug in de openheid, de prachtige rechte lijnen, en de beschermde stads- en dorpsgezichten. Daarom is Laag-Holland een nationaal landschap. Dat betekent dat het landschap intact moet blijven. Geen grootschalige nieuwbouw dus, maar oude molens, droogmakerijen, weidse uitzichten, en ruimte voor rust en natuur. 

Ontwikkelingen

Geen

Eigen vermogen per 1 januari 2021

Er zijn geen specifieke gegevens bekend over de financiële huishouding van Nationaal Landschap Laag-Holland omdat deze post is opgenomen in de boekhouding van de provincie Noord-Holland.    

Eigen vermogen per 31 december 2021

Vreemd vermogen per 1 januari 2021

 

Vreemd vermogen per 31 december 202

 

Bijdrage gemeente aan GR 2023

 

Rekeningresultaat 2021 van de GR

€ 0,-

 Risico's en beheersmaatregelen

Geen

 

 

Naam verbonden partij

OD IJmond

Site

www.odijmond.nl

Kerngegevens

 

Doel / openbaar belang

De beleidslijnen die door de gemeenten Beemster, Beverwijk, Haarlem, Heemskerk, Purmerend, Uitgeest en Velsen en de Provincie Noord-Holland in hun milieubeleidsplannen en overeenkomsten zijn neergelegd, bepalen in 2020 welke werkzaamheden uitgevoerd worden en worden vastgelegd In het uitvoeringsprogramma 2020 van OD IJmond. De OD IJmond heeft zelf geen milieubeleidsdoelstellingen en is een uitvoerende dienst

Missie

OD IJmond draagt bij aan het bereiken en in stand houden van een veilige en duurzame fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit binnen ons werkgebied. Daarbinnen Inspireert OD IJmond burgers en bedrijven tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Het resultaat is een landelijk vooruitstrevende en toekomstbestendige voorbeeldorganisatie waar partners met vertrouwen mee samenwerken.

Visie

OD IJmond werkt, als onderdeel van het openbaar bestuur, samen met burgers, bedrijven en overheden aan een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving. Naast vergunningverlening, toezicht en handhaving bij bedrijven, adviseert OD IJmond over de verschillende aspecten van de fysieke leefomgeving en duurzaamheid binnen het ruimtelijke domein.

In de uitvoering van onze taken vervult OD IJmond een proactieve, regisserende en vooral verbindende rol. Als procesregisseur met kennis van zowel Inhoud als uitvoering bevordert OD IJmond een integrale aanpak binnen het ruimtelijk domein en koppelt OD IJmond de juiste partijen aan elkaar. Daarbij is kwalitatieve en adequate dienstverlening leidend. Initiatieven van burgers en bedrijven vragen van OD IJmond een open houding, gericht op wederzijds vertrouwen. Als kennisorgaan anticipeert OD IJmond hierop en faciliteert met een helder inzicht in het speelveld, binnen de kaders van de wet- en regelgeving.

 

Ontwikkelingen

Belangrijke ontwikkelingen die op de Omgevingsdienst afkomen zijn:
- De Omgevingswet: Naar verwachting treedt per 1 januari 2023 de Omgevingswet in werking. De Omgevingswet resulteert in een algehele stelselherziening voor de wet- en regelgeving, die gaat over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal ook de werkwijze voor de uitvoering van VTH-taken vanaf dat moment zijn afgestemd op de Omgevingswet. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vindt voor een aantal taken een herverdeling van bevoegdheden plaats. Zo wijzigt het bevoegd gezag van bodemverontreiniging. Deze bevoegdheid en taken gaan over van provincie naar gemeenten waarbij de Omgevingsdienst deze taken voor de gemeenten zal gaan uitvoeren.
- Energie- en warmtetransitie: De energietransitie vormt ook in 2023 een majeur thema binnen het overheidsbeleid op het gebied van milieu en duurzaamheid. Eind 2019 is het landelijke Klimaatakkoord vastgesteld. Hierin zijn maatregelen opgenomen op het gebied van elektriciteit, industrie, mobiliteit, gebouwde omgeving en landbouw en landgebruik. Opgeteld dienen de maatregelen te leiden tot een landelijke CO2-reductie van 49% in het jaar 2030 en 95% in 2050 (t.o.v. 1990). Op rijks, provinciaal en regionaal niveau worden verschillende agenda’s en programma's uitgerold om in 2050 een energie neutrale samenleving te realiseren. Lokale overheden hebben een belangrijke rol bij het behalen van deze doelstelling. Op regionaal niveau worden hiertoe regionale energiestrategieën en op lokaal niveau transitievisies warmte ontwikkeld. De Omgevingsdienst IJmond ondersteunt gemeenten bij het opstellen van het uitvoeren van de energietransitie.

Eigen vermogen per 1 januari 2021

€ 861.191,-

Eigen vermogen per 31 december 2021

€ 648.213,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2021

€ 10.410.251,-

Vreemd vermogen per 31 december 2021

€ 9.285.001,-

Bijdrage gemeente aan GR 2023

Bijdrage Gemeenschappelijke Regeling € 48.873,-

Milieutaken, drank en horeca toezicht, bouw en woningtoezicht, ruimtelijke ordeningstoezicht € 433.375,-

Rekeningresultaat 2020 van de GR

€ 160.362,-

 Risico's en beheersmaatregelen

De door de GR geïdentificeerde risico's betreffen met name de bedrijfsvoering. Daarnaast zullen kosten gemaakt worden in geval van calamiteiten die de normale uitoefening van taken te boven gaan. Risico's zijn uiteindelijk voor rekening van de deelnemende gemeenten.

 

Programma 6 verbonden partijen

Terug naar navigatie - Programma 6 verbonden partijen

Overzicht verbonden partijen

 

Naam verbonden partij

Cocensus

Site

cocensus.nl

Kerngegevens

Openbaar lichaam genaamd 'gemeenschappelijke regeling Cocensus',  gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer.

Doel / openbaar belang

Cocensus is een gemeenschappelijk regeling (GR) van elf gemeenten namelijk Haarlem, Haarlemmermeer, Hillegom, Beverwijk, Oostzaan, Wormerland, Alkmaar, Bergen, Heerhugowaard, Langedijk en Den Helder. In deze GR zijn de uitvoeringswerkzaamheden in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen ondergebracht.

Cocensus verzorgt het bestandsonderhoud, de heffing, de invordering, de behandeling van bezwaar- en beroepschriften en de behandeling van verzoeken om kwijtschelding.

Missie

Cocensus is de partner voor het integraal waarderen, heffen en invorderen van decentrale belastingen en heffingen. 

Visie

Cocensus heeft een bedrijfsmatige grondslag en zal tegen een zo laag mogelijk tarief en zo hoog mogelijke kwaliteit haar diensten integraal aanbieden. De belangrijkste waarden hierbij zijn: 
·   Klantgericht
·   Kwalitatief
·   Innovatief
·   Efficiënt en effectief
·   Resultaatgericht
·   Integriteit

Ontwikkelingen

Voor het begrotingsjaar 2023 is de bijdrage aan Cocensus geïndexeerd met 2,0%.

Het Dagelijks Bestuur van Cocensus heeft ingestemd met het ontwikkelen van een voorstel om voor 2023 voor alle deelnemende gemeenten de front-office en dus het KCC-belastingen uit te voeren.

We zien forse een toename van het aantal bezwaren die zijn ingediend door de zogenaamde No Cure No Pay bureaus (NCNP). Met een verkregen doorlopende machtiging maken de bureaus bezwaar en gaan vervolgens in beroep. Indien de rechter besluit tot een aanpassing van de waarde ontvangt het bureau een proceskostenvergoeding van 600-1.200 euro. Er zijn reeds (bij de VNG) initiatieven aangedragen om het begrip modelwaarde in de Wet te krijgen. Daarnaast is gevraagd om het fenomeen van de doorlopende machtiging te stoppen. De volgende stap zou kunnen zijn dat het verdienmodel wordt teruggebracht. Op moment dat het model tot redelijke proporties wordt teruggebracht is er bij Cocensus in de volle breedte al snel sprake van een besparing van € 500.000 (€ 250.000 proceskostenvergoeding + € 250.000 kosten afhandelen bezwaar/beroep).

Eigen vermogen per 1 januari 2021

€ 853.928,-

Eigen vermogen per 31 december 2021

€ 822.400,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2021

€ 15.895.419,-

Vreemd vermogen per 31 december 2021

€ 15.876.900,-

Bijdrage gemeente aan GR 2023

€ 240.743,-

Resultaat van de GR 2021

€ 553.928,-

 Risico's en beheersmaatregelen

In het verlengde van de ISO-certificering vindt jaarlijks bij Cocensus een uitgebreide risico-inventarisatie plaats.  Deze inventarisatie met de daaraan gekoppelde beheersmaatregelen wordt elk half jaar besproken in het MT van Cocensus en éénmaal per jaar in de vergadering van het Dagelijks  en Algemeen Bestuur van Cocensus. De beheersmaatregelen worden jaarlijks in de externe ISO-audit tegen het licht gehouden. Naar aanleiding daarvan worden weer separaat een inventarisatie en de bijbehorende (al dan niet aangepaste) beheersmaatregelen voorgelegd aan het Bestuur. Hierdoor is het risicomanagement geborgd binnen de organisatie van Cocensus.

Cocensus heeft een zeer beperkt weerstandsvermogen. Dit houdt in dat financiële tegenvallers in rekening worden gebracht bij de deelnemers.

Een risico wat altijd blijft spelen ligt op het gebied van het personeel. De laatste jaren verjongt de populatie van Cocensus, echter er zijn relatief nog veel 55-plusser in het personeelsbestand.

De inflatie stijgt in 2022 sterker dan voorgaande jaren. Met de recente stijging van de olieprijzen zou het zelfs tot een forse toename kunnen leiden. Dit zou gevolgen kunnen hebben voor de exploitatie van Cocensus, de bijdragen van de deelnemende gemeenten en de belastingtarieven.

 

 

Naam verbonden partij

OVER-gemeenten

Site

 www.over-gemeenten.nl

Kerngegevens

 

Doel / openbaar belang

Op 17 juni 2008 heeft de gemeenteraad van Oostzaan besloten in te stemmen met de samenwerking van Wormerland en Oostzaan. Om de uitvoering van beleidsmatige, uitvoerende en organisatorische opgaven te borgen en de dienstverlening verder te verbeteren, is de gemeenschappelijke regeling OVER-gemeenten opgericht. OVER-gemeenten werkt binnen de door de gemeenteraad van Oostzaan voor de samenwerking vastgestelde kaders. Deze kaders zijn:

  • • Elke gemeente behoudt haar bestuurlijke zelfstandigheid;
  • • Elke gemeente stelt haar eigen beleids- en uitvoeringskader vast;
  • • De samenwerking heeft als doel het blijvend borgen van dienstverlening, kwaliteit, continuïteit, bestuurskracht en betaalbaarheid;
  • • De dienstverlening van elke gemeente blijft lokaal (front-offices).
  • • Vanuit het uitgangspunt van “handhaven van de bestuurlijke zelfstandigheid van de twee gemeenten” blijft elke gemeente thans en in de toekomst verantwoordelijk voor haar eigen financiële positie;
  • • De (structurele) kosten van de ambtelijke organisatie mogen tijdens de samenwerking en in verdere uitwerkingen van de samenwerking niet stijgen, uitgezonderd wanneer er verplichte nieuwe taken vanuit het Rijk bijkomen of wanneer er sprake is van nieuwe beleidsvoornemens die gepaard gaan met personeelsuitbreiding.

Missie

  • • Het zo optimaal mogelijk organiseren van het samenspel tussen colleges, bestuur en organisatie als noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren van de serviceorganisatie voor meerdere gemeenten.
  • • Het zo optimaal mogelijk organiseren van de dienstverlening aan inwoners, bedrijven en instellingen.
  • • Het zo optimaal mogelijk organiseren van de bedrijfsmatige ondersteuning als noodzakelijke voorwaarde voor het goed functioneren van de klantgerichte processen.
  • • Het zo optimaal mogelijk inzetten van personeel, zodanig dat een constante kwaliteit geleverd kan worden.

Visie

In de notitie ‘Verbinding te OVER’ is de volgende visie opgenomen:
“Een lenige en slagvaardige organisatie, gericht op de buitenwereld, samen en voor elkaar, daadkrachtig, en met een positief kritische, lerende en betrokken cultuur”

Met daarbij de volgende kernwaarden:
- Verbinding
- De blik naar de buitenwereld
- Duidelijk, lenig en slagvaardig
- Hart voor publieke zaak
- Vertrouwen en verantwoordelijkheid

Ontwikkelingen

Sinds augustus 2021 is door de nieuwe directeur Johannes van Nieukerken en zijn nieuwe managementteam hard gewerkt om inzichtelijk te maken welke investeringen in de organisatie en de organisatiestructuur noodzakelijk zijn om de door beide gemeenten gewenste ambities in te kunnen vullen. Dit heeft geleid tot een nieuwe visie voor OVER-gemeenten die vanuit verbinding beweegt: “Een lenige en slagvaardige organisatie, gericht op de buitenwereld, samen en voor elkaar, daadkrachtig, en met een positief kritische, lerende en betrokken cultuur”.

Het voornemen van de directeur en zijn managementteam om colleges en raden periodiek te informeren en te rapporteren over taken, formatie, organisatie en de financiële gevolgen zijn daarbij essentieel.

In 2023 gaat de doorontwikkeling van de interne organisatie verder. We willen een slagvaardige en lenige organisatie zijn, die vanuit verbinding beweegt. Nadat in 2022 de structuur is aangepast en volop is geïnvesteerd in het versterken van het leiderschap, onder andere door het aantrekken van teamleiders op alle afdelingen, ligt in 2023 de focus op het verder uitwerken van de gewenste integrale managementstijl, de aanscherping van processen en procedures

Eigen vermogen per 1 januari 2021

€ 500.235,-

Eigen vermogen per 31 december 2021

€ 996.034,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2021

€ 1.759.252,-

Vreemd vermogen per 31 december 2021

€ 3.055.658,-

Bijdrage gemeente aan GR 2023

€ 7.274.303 ,-

Resultaat van de GR 2021

€ 495.798,-

 Risico's en beheersmaatregelen

Het risico voor de gemeente zit met name in de financiering van OVER-gemeenten. Zijn de financiële middelen wel voldoende voor de uitvoering van de taken? De twee grootste risico’s zijn de personeelslasten, die bij een hoog verloop of ziekte kunnen zorgen voor hoge inhuur. En de constante overdracht van taken van het rijk naar de gemeenten zonder dat het rijk daarvoor voldoende middelen beschikbaar stelt.

 

Overige Samenwerkingsverbanden

Terug naar navigatie - Overige Samenwerkingsverbanden

 

Privaatrechtelijke verbintenissen
Wij zijn ook privaatrechtelijke samenwerkingsvormen aangaan.

Hieronder is een overzicht met de volgende private partijen weergegeven:
- Overeenkomst tot uitvoering op HRM-gebied met Driessen voor wat betreft de salarisadministratie.
- Overeenkomst tot samenwerking in regio-verband bij milieutaken (omgevingsdienst IJmond).
- Stichting Rijk
- Gemeente Archief Zaanstad

Aandelen
Vanuit onze aandeelhouderschap hebben wij ook een verbintenis met de volgende bedrijven:
- Bank voor Nederlandse Gemeenten
- E.Z.W. N.V.

Bijzondere samenwerkingsverbanden
Naast de bovenstaande verbonden partijen werken wij ook samen met de volgende partijen:

  • Regionaal bestuurlijk Overleg Politie (RBOP)
  • Regionale informatie en expertisecentrum (RIEC)
  • Stichting Grootschalige basiskaart Noord Holland
  • Regionaal platform recreatie en toerisme
  • Stichting Marketing Zaanstreek
  • Provincie (risicokaart)
  • ORS (Omgevingsraad Schiphol)
  • Archeologie Zaanstad-Oostzaan
  • Regionale samenwerking decentralisatie in het Sociaal Domein

Overige samenwerking
De gemeente Oostzaan staat in beginsel positief tegenover het aangaan van samenwerkingsverbanden met derden, teneinde het publieke belang zoveel mogelijk te dienen. In dat kader is dan ook aandacht voor nieuwe kansen of ontwikkelingen, om –indien  noodzakelijk- de bestaande samenwerkingsverbanden verder uit te werken of nieuwe samenwerkingspartners te zoeken. De aard van de beoogde samenwerking en de publieke belangen die daarbij betrokken zijn, zijn leidend voor de vorm van samenwerking en de partij waarmee samenwerking wordt gezocht. Dat kan zowel een bestuursorgaan, een gemeente of een private partij zijn.

Paragraaf Financiering

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

Deze paragraaf geeft transparantie van de treasuryfunctie (financiering) van decentrale overheden. In deze paragraaf worden zo duidelijk mogelijk de plannen, feiten en visie over financiering uiteengezet. De Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) schept een duidelijker kader voor de treasuryfunctie en levert een bijdrage aan de kredietwaardigheid van de openbare lichamen en bevordert de transparantie van de treasuryfunctie. Deze wet introduceert twee instrumenten op het gebied van de treasuryfunctie:
- het treasurystatuut
- de financieringsparagraaf.

De doelstelling van het treasurystatuut is om bestaande verantwoordelijkheden en bevoegdheden te formaliseren en expliciet vast te stellen. De gemeenteraad kan dan beter invulling geven aan zijn verordenende en controlerende bevoegdheid. Het tweede instrument, de financieringsparagraaf, heeft als doel inzicht te geven in de algemene interne en externe ontwikkelingen die van belang zijn voor de treasury en de concrete plannen op het gebied van risicobeheer, financieringspositie en leningen en uitzettingenportefeuille.

Door de raad is op 4 februari 2019 een geactualiseerd treasurystatuut vastgesteld. (raadsvoorstel 19/4). In dit statuut zijn de organisatie rondom het opstellen van het treasurybeleid, de planning & control cyclus, de organisatie rondom de uitvoering van treasury-activiteiten en de interne en externe controle geregeld.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Per 15 september 2021 is de volledige leningenportefeuille van de gemeente Oostzaan geherstructureerd, en opnieuw uitgezet bij de BNG tegen een nieuw rentepercentage van 2,3% (was 3,36%). Op basis hiervan is de interne rekenrente ook gebaseerd op 2,3%. Voor nieuwe ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt laten wij ons primair adviseren door onze 'huisbankier' de Bank Nederlandse Gemeenten.

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

De komende jaren verwachten wij een mutatie in de financieringsbehoefte. Deze wordt bepaald  door de lopende investeringen per balansdatum 31 december 2022, het Meerjareninvesteringsplan 2023-2030, het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2019-2025, de grondexploitatie en het inzetten van reserves en voorzieningen.

Financieringsbehoefte (bedragen x € 1.000,-)

2023

2024

2025

2026

Mutaties reserves

456 456 456 456

Afschrijvingen

1.544 1.744 1.661 1.814

Investeringen 2023-2026

-11.264 -2.510 -5.525 -7.231

Aflossing huidige langlopende leningen

-679 -679 -679

-679

Aflossing nieuwe langlopende leningen (nog af te sluiten, cf MIP)

-450 -550 -771 -1.060

 Totaal

-10.393 -1.539 -4.858 -6.700

Op grond van de wet FIDO mag de gemeente Oostzaan maximaal € 1.7 miljoen financieren met kortlopende kasgeldleningen. Dit bedrag is gekoppeld aan het maximum van 8,5% van het begrotingstotaal. Met de BNG zijn in 2017 nieuwe afspraken gemaakt, en is het maximum kredietlimiet op de rekening courant afgestemd op dit bedrag van € 1.7 miljoen. Zolang de rentestand van kortlopende leningen lager is dan het rentepercentage van langlopende leningen, zullen wij maximaal gebruik maken van dit kredietlimiet. Bedragen groter dan € 1.7 miljoen zullen worden gefinancierd met langlopende leningen.

We volgen de liquiditeiten nauwlettend. De Wet FIDO verplicht gemeenten binnen de kasgeldlimiet en de renterisiconorm te blijven. Investeringen en de daaraan verbonden geldleningen hebben gevolgen voor deze renterisiconorm. Onder ‘Risicobeheer’ verwerken we de genoemde financieringsbehoefte in de berekening van de renterisiconorm, zodat we kunnen beoordelen of ons voorgenomen beleid voor 2023-2026 binnen de kaders van de Wet FIDO valt.

Treasurybeleid

Terug naar navigatie - Treasurybeleid

Het uitgangspunt voor de treasury-activiteiten voor de komende jaren is dat we de bedragen en looptijden van aan te trekken langlopende leningen afstemmen op het renterisico dat de gemeente loopt. De zogenaamde renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal. Nieuwe leningen zullen we voor een looptijd van vijf tot vijfentwintig  jaar aan gaan, waarbij rekening wordt gehouden met de afschrijvingstermijn van het project of activum. Bij duidelijk oplopende rentestanden zullen we dit heroverwegen en eventueel voor kortere termijnen kiezen. De structurele vermogensbehoefte wordt structureel gefinancierd.

Leningportefeuille

Terug naar navigatie - Leningportefeuille

Hieronder wordt de ontwikkeling van de portefeuille van de langlopende leningen weergegeven.

Mutaties leningenportefeuille (bedrag x €1.000)

2022/2023

Stand per 1 januari 2022 (bron: jaarrekening 2021)

25.384

Reguliere aflossing 2022

-679

Verwachte stand per 31-12-2022

24.705

Reguliere aflossing 2023

-679

Aantrekken nieuwe lening 2023, op basis van geplande investeringen en optimaal gebruik van kasgeldleningen

10.393

Verwachte stand per 31 december 2023

34.419

 

 

Rentevisie en rentekosten

Terug naar navigatie - Rentevisie en rentekosten

Rentevisie

We baseren ons op verwachte ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. De grote algemene banken en de banken voor de publieke sector (onder andere onze ‘huisbank’ BNG) houden deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten, met inachtneming van de zogenaamde ‘prudente’ houding die een gemeente ten aanzien van beleggingen en leningen dient te hebben.

 

Rentekosten

De interne rekenrente voor investeringen en producten is voor 2023 berekend aan de hand van de nieuwe leningovereenkomst van 2,3%. Dit percentage is gebaseerd op het rentepercentage van de huidige leningenportefeuille, en zal worden doorberekend naar de kapitaallasten van alle afgeronde en nieuwe investeringen.   

Risicobeheer en berekening Renterisico

Terug naar navigatie - Risicobeheer en berekening Renterisico

De Wet FIDO verplicht de kasgeldlimiet en de renterisiconorm in beeld te brengen. De provincie gebruikt deze bij het uitoefenen van haar toezichthoudende functie. De kasgeldlimiet betreft het renterisico van de vlottende schuld. De renterisiconorm betreft het renterisico van de langlopende schuld.

Prognose kasgeldlimiet voor 2023 (bedragen x €1.000)

2023

Omvang van de begroting over 2023

25.965

- in procenten van de omslag

8,5 %

(1) Toegestane kasgeldlimiet

2.207

(2) Omvang vlottende korte schuld

9.402

(3) Omvang vlottende middelen

5.951

Contante gelden in kas

1

Tegoeden in rekening courant

400

Overige uitstaande gelden < 1 jaar

0

Toets kasgeldlimiet:

 

(4) Totaal netto vlottende schuld (2-3)

3.451

Toegestane kasgeldlimiet (1)

2.207

Overschrijding van het kasgeldlimiet

1.244

 

Renterisico

De gemeente loopt renterisico op het moment dat nieuwe leningen moeten worden aangetrokken (herfinanciering) of als een renteherziening van toepassing is. Om het renterisico te beheersen is in de Wet fido de renterisiconorm geformuleerd. Het doel van deze norm is het voorkomen van een overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één bepaald jaar, ter bescherming van de gemeentelijke financiële positie.

Berekening Rente Risico Norm (bedragen x €1.000)

2023

Renteherzieningen 2023

0

Aflossingen in 2023

679

Totaal

679

Norm bedraagt 20% van het begrotingstotaal € 25.965.000

5.193

Herzieningsruimte onder de norm 2023

4.514

Bij de renterisiconorm wordt rekening gehouden met de renterisico’s die gemeenten lopen over nieuw af te sluiten leningen ter vervanging van afgeloste leningen. De renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt zorgen ervoor dat de gemeente een ogenschijnlijk gering risico loopt. Omdat de huidige leningen recent zijn overgesloten, en op korte termijn niet geherfinancierd hoeven te worden, is er geen sprake van renterisico.

Solvabiliteit

Terug naar navigatie - Solvabiliteit

Met solvabiliteit wordt aangegeven in hoeverre een onderneming de financiële verplichtingen (betalingen) aan verschaffers van vreemd vermogen (leningen) kan nakomen met behulp van alle activa. Aangezien de liquidatiewaarde (verkoopwaarde) van de vaste activa niet bekend is, moet er bij de bepaling van de liquiditeit worden uitgegaan van de boekwaarden van de activa, zoals deze zijn opgenomen in de jaarrekeningen. De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen x 100%. In onderstaand schema is de berekening van de solvabiliteit berekend op basis van de vastgestelde jaarrekeningen.

Jaar

Eigen vermogen

Vreemd vermogen

Totaal vermogen

Solvabiliteit

2004

2.365.684

18.894.527

21.260.211

 11,13 %

2005

2.452.838

24.902.556

27.355.394

 8,97 %

2006

2.535.566

32.809.266

35.344.832

 7,17 %

2007

3.771.550

36.689.980

40.461.530

 9,32 %

2008

3.548.965

38.503.339

42.052.304

 8,44 %

2009

5.038.579

41.371.622

46.770.201

 10,77 %

2010

6.073.045

39.413.643

45.486.688

 13,35 %

2011

6.144.262

38.188.414

44.332.676

13,85 %

2012

8.940.588

34.185.844

43.126.432

20,73 %

2013

9.216.197

33.258.436

42.474.633

21,70 %

2014

5.740.763

36.511.914

42.252.677

13,58 %

2015

5.383.915

35.782.128

41.166.043

13,07 %

2016

5.856.859

33.782.053

39.638.882

14,78 %

2017

5.680.056

35.516.209

41.196.265

13,79 %

2018

5.011.930

37.998.333

38.010.263

13,19 %

2019

5.547.780

33.240.716

38.788.496

14,30 %

2020

3.807.202

35.563.720

39.370.922

9,67 %

2021

3.393.876

37.804.705

41.198.481

12,14%

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente. Afhankelijk van de directe opbrengstwaarde van de activa ligt de minimumnorm voor het bedrijfsleven op een waarde tussen de 25% en 40%.

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Op 15 december 2013 is de Wet Verplicht Schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat de decentrale overheden hun overtollige middelen (gelden op rekening courant, bij de bank, boven een bepaald drempelbedrag) aan moeten houden bij het Ministerie van Financiën (de schatkist). Het doel hiervan is het verlagen van de EMU-schuld van de collectieve sector. Doordat de decentrale overheden hun tijdelijk overtollige gelden aanhouden in de schatkist, wordt de externe financieringsbehoefte van het Rijk verminderd. De gemeenten hebben een rekening-courant bij de schatkist waar de gelden op aangehouden kunnen worden. Het zogenaamde drempelbedrag is afhankelijk van de omvang van de begroting. Voor Oostzaan bedraagt deze € 250.000,-. Het totaal van alle liquide middelen op de diverse bankrekeningen, en in kas, mag gemiddeld per kwartaal niet boven dit bedrag uitkomen.

Ook in 2023 zal dagelijks de hoogte van de bankrekening worden getoetst aan het drempelbedrag.

EMU saldo

Terug naar navigatie - EMU saldo

Het EMU-saldo (ook wel financieringssaldo van de totale Nederlandse overheid) is jaren negatief geweest. Het financieringssaldo van de gemeenten maakt hier onderdeel van uit. Om het financieringssaldo van de totale overheid te kunnen ramen, moeten de gemeenten sinds 2006 een driejaarsraming van hun EMU-saldo in de begroting opnemen. Voor Oostzaan komt deze raming uit op de volgende bedragen:

Raming EMU saldo (bedragen x €1.000)
2023 2024 2025
Exploitatiesaldo vóór mutaties aan reserves -288 646 1.470
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 1.544 1.744 1.661
Dotaties aan voorzieningen 669 264 263
Investeringen materiële vaste activa -11.264 -2.510 -5.525
Ontvangen investeringsbijdragen van Rijk 0 0 0
Baten desinvesteringen materiële vaste activa 0 0 0
Uitgaven aankoop grond, bouwrijp e.d. 0 0 0
Baten bouwgrondexploitaties 0 0 0
Betalingen ten laste van voorzieningen 0 0 0
Boekwinst verkoop van deelnemingen of aandelen 0 0 0
Totaal - 9.339
144 -2.131

Zoals uit bovenstaand overzicht blijkt, wordt voor de jaren 2023 en 2025 een overschrijding van het EMU saldo verwacht. Dit wordt veroorzaakt door de geplande investeringen uit het vastgestelde Meerjaren Investeringenplan 2023-2030 en het Gemeentelijk Rioleringsplan. 

Door de Europese Commissie wordt een overschrijding op macroniveau geaccepteerd van 3% van het BBP voor decentrale overheden. Dit is in totaal een bedrag van 1.4 miljard. Door het beheerst uitvoeren van nieuwe investeringen zal worden getracht het tekort op het EMU saldo te verminderen. 

Paragraaf Lokale heffingen

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

De paragraaf lokale heffingen bevat naast de geraamde inkomsten ook het beleid ten aanzien van de lokale gemeentelijke heffingen, het kwijtscheldingsbeleid en een aanduiding van de lokale lastendruk.

De gemeentelijke heffingen zijn, naast de doeluitkeringen van het Rijk en de algemene uitkering uit het gemeentefonds, een belangrijke bron van inkomsten. Er zijn twee gemeentelijke heffingen: retributies en belastingen. Bij belastingen is er geen directe relatie met een prestatie van de gemeente. Belastingen worden gezien als een algemeen dekkingsmiddel. Bij de retributies is er sprake van een tegenprestatie van de gemeente en mogen de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor de uitoefening van de taak, dit betekent dat de kostendekkendheid niet meer mag zijn dan 100%.


In onderstaande afbeelding worden de percentages weergeven welke deel van de totale inkomsten een bepaalde soort inkomsten uitmaakt.

In de BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden) zijn de eisen verscherpt inzake de onderbouwing van de tarieven, die hoogstens kostendekkend mogen zijn. De gemeente moet een overzicht van baten en lasten opnemen voor de heffingen waarbij sprake is van het verhalen van de kosten. Daarnaast moet in een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen inzichtelijk worden gemaakt hoe bij de berekening van tarieven en heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde kosten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekening, en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling bij de tariefstelling worden gehanteerd.

De gemeente Oostzaan heeft de uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en het opleggen van de aanslagen en de invordering van onroerende zaakbelasting (OZB), roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting, forensenbelasting, grafrechten en leges omgevingsvergunningen ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling, zijnde Cocensus. Ook de afhandeling van de kwijtscheldingsverzoeken en bezwaar- en beroepschriften vindt plaats door Cocensus.

Voor de uitvoering van belastingregelingen in 14 gemeenten met een inwonersaantal van circa 700.000 inwoners brengt Consensus de gemeenten een bijdrage in rekening. Voor de gemeente Oostzaan is de bijdrage over 2023 € 240.743,-.

 

Beleidsvoornemens lokale heffingen

Het totale pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen bestaat uit een 10-tal verschillende belastingen en heffingen, die jaarlijks door de gemeenteraad worden vastgesteld in de tarievennota en bijbehorende belasting-verordeningen. 

Uitgangspunt bij het bepalen van de verschillende tarieven zijn:

- aanpassing van de tarieven met het inflatiepercentage van 2,2%.

Uitzonderingen zijn:

- tarieven gebonden aan een wettelijk maximum (zoals reisdocumenten en rijbewijzen);

- afvalstoffenheffing en rioolrecht mogen maximaal kostendekkend zijn;

- voor de OZB en RZB geldt, dat niet de tarieven, maar de opbrengst stijgt met het inflatiepercentage.

 

Toelichting:

Bij de Onroerende ZaakBelasting (OZB) en Roerende ZaakBelasting (RZB) wordt de jaarlijkse opbrengst in de begroting geindexeerd met 2,2%. Om de OZB opbrengst in de begroting op hetzelfde niveau te handhaven, worden bij een stijgende WOZ-waarde de tarieven voor de OZB verlaagd.

WOZ-waardestijgingen

De WOZ-waardestijging heeft een negatief effect op de Algemene Uitkering. Het Rijk gaat er vanuit dat bij een stijging van de WOZ-waarde de inkomsten van de gemeente stijgen door een hogere opbrengst OZB. Om de opbrengsten 2022 en verder voor de gemeente gelijk te houden is een compensatiestijging van het OZB-tarief noodzakelijk met 3,5%.

Gemeentelijke belastingen

Terug naar navigatie - Gemeentelijke belastingen

Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Uitgangspunt bij het vaststellen van de belastingtarieven is dat deze trendmatig worden verhoogd met de verwachte inflatie. In overeenstemming met de Kadernota 2023 is in de Programmabegroting 2023-2026 voor de belastingen rekening gehouden met een inflatiepercentage van 2,2 %.

Onroerende Zaakbelasting(OZB)
De grondslag voor de OZB wordt gevormd door de waarde van het onroerend goed, die jaarlijks wordt vastgesteld (de zogenaamde herwaardering). Oostzaan heeft tot 2020 het uitgangspunt gehanteerd, dat de gemiddelde waardestijging (of daling), die voortvloeit uit de herwaardering, wordt gecompenseerd door een evenredige tariefsverlaging (of evenredige tariefsverhoging).  Conform het vastgestelde inflatietarief uit de kadernota 2023-2026 worden de inkomsten vanuit de OZB inkomsten verhoogd met 2,2%.  De WOZ-waarden voor het belastingjaar 2023 worden gebaseerd op het prijspeil 1 januari 2022. Deze waarde is eind derde kwartaal 2022 bekend. Met inachtneming van deze uitgangspunten is een opbrengst berekend voor 2023 van € 1.875.419,- voor woningen en € 722.213,- voor niet-woningen.

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting (RWWB)
Eigenaren en gebruikers van onroerend goed betalen gemeentelijke belastingen in de vorm van de onroerende zaakbelasting (OZB). Het is wettelijk mogelijk om ook voor eigenaren en gebruikers van roerende woon- en bedrijfsruimten (zoals woonboten en woonwagens) een gelijke belasting in te voeren, te weten de Roerende Woon- en bedrijfsruimte belasting (RWWB). Om eigenaren en gebruikers van roerend en onroerend goed gelijk te behandelen is het tarief van die belasting gelijk aan het tarief van de OZB. De berekende opbrengst voor 2023 bedraagt € 7.000,-.

Hondenbelasting
Onder de naam “hondenbelasting” heft de gemeente een belasting op het houden van honden binnen de gemeente. Belastingplichtige is de houder van de hond. Het aantal honden is bepalend voor de opbrengst van de belasting. De raming voor 2023 bedraagt € 32.704,- .

Toeristenbelasting

Toeristenbelasting is een algemene belasting die een gemeente kan heffen. Toeristenbelasting wordt opgelegd als u verblijft in een gemeente waar u niet staat ingeschreven, zoals bij verblijf in een hotel, pension, caravan of bungalow. De eigenaar van het verblijfplaats krijgt de belastingaanslag voor toeristenbelasting op basis van het aantal overnachtingen. Deze mag de toeristenbelasting aan u doorberekenen. De hoogte van de toeristenbelasting verschilt per gemeente. Gemeenten mogen zelf bepalen of zij toeristenbelasting heffen en hoe zij het tarief berekenen. Dit kan zijn een vast bedrag per verblijf of een percentage per overnachtingsprijs. In Oostzaan wordt gerekend met een vast tarief per overnachting, zijnde een bedrag van € 4,50 per persoon per nacht. Het totaal aan begrote opbrengsten toeristenbelasting bedraagt € 298.220,-.

 

Gemeentelijke retributies

Terug naar navigatie - Gemeentelijke retributies

Onder de naam retributies heft de gemeente tarieven voor diverse typen van dienstverlening. Bij retributies is sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taakuitoefening. De geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor die taakuitoefening. Belastingplichtige is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de dienst is verleend. Geregeld is er landelijk publiciteit over de gemeentelijke tarieven en de verschillen daartussen. Die verschillen ontstaan in de regel als gevolg van de gemaakte beleidskeuzes.

Rioolrechten

Terug naar navigatie - Rioolrechten

 

Rioolheffing
De kosten die de gemeente maakt als uitvloeisel van de watertaken worden op burgers en bedrijven verhaald via de zogenoemde rioolheffing. De kosten die uit die watertaken voortvloeien (op het gebied van afvalwaterinzameling, afvalwatertransport en afvoer van overtollig regen- en grondwater) zijn berekend in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2019-2023. De investeringen die hieruit voortvloeien zijn aanzienlijk en de lasten daarvan worden doorberekend in de tarieven. In de begroting 2023 is rekening gehouden met een opbrengst van € 1.501.258,-. Ten opzichte van 2022 wordt het tarief voor de rioolheffing verhoogd met het inflatiepercentage van 2,2%.

 

   
Kosten exploitatie riolering 491.543
Doorbelasting kosten van de werf (25%) 80.127
Personeelskosten 146.561
Overhead toerekening ihkv kostendekkendheid  179.046
Overige lasten en BTW berekening compensatiefonds 161.152
Kapitaallasten rioolstelsel (afschrijving en rente) 438.961
Bijdrage verkeer en wegen, straatvegen 53.500
Bijdrage Openbaar groen 10% van budget  32.585
Totaal Lasten 1.583.475

 

 

   
Opbrengst rioolheffing 2022 1.501.258
   

 

   
Percentage kostendekkendheid 94,8 %
   

In de rioolrechten mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-BTW als de investerings-BTW. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun rioolheffing. Daarnaast mag 10% van het budget openbaar groen worden toegerekend.

Afval

Terug naar navigatie - Afval

Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een recht geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente op grond van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval heeft. Bij het bepalen van de hoogte van de afvalstoffenheffing wordt rekening gehouden met het feit dat op begrotingsbasis de baten niet hoger mogen zijn dan de lasten. Er wordt gestreefd naar een kostendekkendheid van 100%. In de begroting 2023 is rekening gehouden met een opbrengst van € 1.424.196,- . Ten opzichte van 2022 wordt het tarief voor de afvalstoffenheffing verhoogd met het inflatiepercentage van 2,2%.

 

   
Kosten verwerken en ophalen afval 780.123
Doorbelasting kosten werf (60%) 192.305
Personeelskosten 200.083
Overhead toerekening ihkv kostendekkendheid

244.431

Overige lasten en BTW berekening compensatiefonds 178.822
Bijdrage Openbare Orde en veiligheid 8.000
Bijdrage Openbaar groen 32.585
Kosten kwijtschelding 31.000
Totaal Lasten 1.667.319

 

   
Opbrengst Afvalstoffenheffing 2023 1.424.196
Opbrengst PMD 2023 50.000
Totaal Opbrengsten 1.474.196

 

   
Percentage kostendekkendheid 88,4%
   

 

 

 

 

In de afvalstoffenheffing mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-BTW als de investerings-BTW. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun afvalstoffenheffing. Daarnaast wordt 20% van het budget Openbare Orde en veiligheid, kosten BOA, 10% van het budget openbaar groen en de uiteindelijke kwijtschelding meegenomen in de berekening voor de kostendekkendheid.

Begrafenisrechten

Terug naar navigatie - Begrafenisrechten

Voor het gebruik van de begraafplaats en voor het verlenen van diensten in verband met de begraafplaats worden rechten geheven.
Algemeen uitgangspunt voor de begrafenisrechten is een aanpassing van de tarieven met alleen de inflatiecorrectie (2,2 % voor 2023).

 

   
Kosten begraafplaats 72.259
Personeelskosten 111.407
Overhead toerekening ihkv kostendekkendheid 136.100
Totaal Lasten 319.766

 

   
Opbrengst verlenen van begrafenisrechten 58.000
Opbrengst begraven 20.000
Afkoop Onderhoud 56.000
Overige heffingen 6.000
Totaal Opbrengsten 140.000

 

   
Percentage kostendekkendheid 43,7%
   

 

Opbrengsten belastingen en retributies

Terug naar navigatie - Opbrengsten belastingen en retributies

In onderstaande tabel wordt aangegeven welke belastingopbrengsten en retributies er zijn en hoeveel de inkomsten daarvan bedragen, zoals deze in de programmabegroting 2023 zijn verwerkt.

 

Gemeentelijke belastingen Rekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
OZB woningen €1.829.334,- € 1.835.048,- € 1.875.419,-
OZB niet-woningen (eigenaren en gebruikers) €712.704,- € 706.667,- € 722.213,-
Roerende woon- en bedrijfsruimten €6.270,- € 7.000,- € 7.000,-
Precariobelasting €560.682,- € 0,- € 0,-
Hondenbelasting €34.485,- € 32.000,- € 32.704,-
Toeristenbelasting €292.000,- € 291.800,- € 298.220,-
       

 

Gemeentelijke retributies Rekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
Afvalstoffenheffing €1.458.965,- € 1.443.538,- € 1.424.196 ,-
Rioolrechten €1.148.973,- € 1.468.942,- € 1.501.258,-
Begrafenisrechten €163.637,- € 125.000,- € 140.000,-
       

 

 

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

De normen voor het kwijtscheldingsbeleid, als onderdeel van het gemeentelijk minimabeleid, voor wat betreft de gemeentelijke lasten zijn gesteld op 100% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

De normen voor de bijzondere bijstand, als onderdeel van het gemeentelijk minimabeleid, zijn in gesteld op 110 %. Dit betekent dat een vrij grote groep belastingplichtingen in aanmerking komt voor kwijtschelding, waardoor hun besteedbare ruimte groter wordt. In de begroting 2023 is een bedrag aan kwijtschelding opgenomen van € 31.000,-.

De gemeente Oostzaan verleent uitsluitend kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing. 

 

  Rekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
Bezwaar WOZ 117 130 150
Bezwaar overige heffingen 62 75 75
Beroep WOZ 1 0 0
Beroep overige heffingen 0 0 0
Lasten regeling kwijtschelding € 34.359,- € 26.000,- € 31.000,-
       

 

Leges

Terug naar navigatie - Leges

Algemeen
De tarieven voor 2023 worden primair aangepast aan de hand van het inflatiepercentage van 2,2 %, tenzij nader beperkt door wettelijke tariefstellingen.

De nieuwe regels voor verslaglegging zijn van invloed op de kostenonderbouwingen van gemeentelijke heffingen. Vanaf 2018 werken we met de modelverordening van de VNG. De leges zijn onderverdeeld in drie titels;

  • Titel 1: algemene dienstverlening,
  • Titel 2: dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
  • Titel 3: dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn.

 

Bij de toerekening van kosten is uitgegaan van de aanwezige jurisprudentie. Hierdoor is een 100% kostendekkende legesverordening risicovol. Wanneer nieuwe jurisprudentie tot een wijziging in de toe te rekenen kosten leidt, kan de kostendekkendheid overschreden worden, Door onder de 100% te blijven wordt dit risico opgevangen.

 

Leges onder titel 1 zijn onder meer: verstrekkingen uit de basisregistratie personen, burgerlijke stand, rijbewijzen, reisdocumenten, bestuur documenten, verkeer en vervoer. Er is hier sprake van een kostendekkendheid van 48%. De tarieven kunnen hier niet verder worden verhoogd. Het tekort wordt veroorzaakt door een negatief resultaat op rijbewijzen en reisdocumenten. De tarieven hiervan zijn al op het maximaal toegestane wettelijk niveau.

Leges onder titel 2 zijn de omgevingsvergunningen. De kostendekkendheid ligt onder de 100%. Voor 2022 worden vanuit diverse grote projecten extra leges ontvangen. Voor 2023 wordt uitgegaan van de reguliere omgevingsvergunningen.

Leges onder titel 3 zijn: horeca, prostitutiebedrijven, evenementenvergoeding en overige vergunningen. Een groot deel hier bestaat uit evenementenvergunningen. Vanwege de maatschappelijke betekenis is dit vaak niet kostendekkend.

Gemeentelijke retributies Rekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
Leges titel 1, Algemene dienstverlening €152.485,- € 154.278,- € 154.278,-
Leges titel 2, Omgevingsvergunningen €100.578,- € 430.295,- € 220.000,-
Leges titel 3, Evenementen en APV €7.796,- € 34.200,- € 34.200,-
       
 
 
 
Overzicht leges Titel 1, Burgerzaken
 
Baten totaal 154.278
Directe kosten 75.234
Personeel 211.095
Overhead 257.882
Berekening kostendekkendheid
28,34 %  (28,46 % in 2022)

 

Overzicht leges Titel 2, Omgevingsvergunningen
 
Baten totaal 220.000
Directe kosten vergunningen 33.200
Directe kosten handhaving 72.700
Personeel 245.923
Overhead 147.282
Berekening kostendekkendheid
44,07 % ( 74,35% in 2022)

 

Overzicht leges Titel 3, Horeca, APV, evenementen
 
Baten totaal 34.200
Directe kosten 20.827
Personeel 44.427
Overhead 54.273
Berekening kostendekkendheid
28.61 % ( 16,66% in 2022)

 

Totaal Overzicht leges Titel     1, 2 en 3
 
Baten totaal 408.478
Directe kosten 201.961
Personeel 501.445
Overhead 459.437
Berekening kostendekkendheid
35,12 % ( 46,66% in 2022)

 

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

De lokale lastendruk wordt bepaald door de tarieven van de OZB, afvalstoffenheffing en de rioolheffing.

In de navolgende tabel is de opbouw van de lokale lastendruk in Oostzaan over de jaren 2021 t/m 2023 inzichtelijk gemaakt. Voor huurders is daarbij alleen de hoogte van de afvalstoffenheffing bepalend, aangezien zij niet worden aangeslagen voor de OZB en de rioolheffing. De eigenaren van woningen worden voor de drie onderscheiden belastingen aangeslagen. Bij de berekening van de OZB, is uitgegaan van de gemiddelde WOZ waarde van een koopwoning in Oostzaan van € 417.000 - (peildatum 2022). Tevens is uitgegaan van een meerpersoonshuishouden. Het betreft hier een rekenvoorbeeld. De feitelijke lastenontwikkeling voor de individuele burger kan afwijken, gelet op de feitelijke waarde –en de waardeontwikkeling- van de woning.

 

Bovenstaande tabel is gebaseerd op de volgende gegevens:


Vergelijking met omliggende gemeenten

In de navolgende tabellen worden de tarieven over het jaar 2022 van Oostzaan  vergeleken met de tarieven van omliggende gemeenten. Bij de tarieven van omliggende gemeenten wordt uitgegaan van het tarief 2022, daar op dit moment geen andere gegevens bekend zijn.

 

 

Tabel vergelijking OZB, Afvalstoffenheffing, Rioolheffing, Toeristenbelasting en Hondenbelasting, tarieven 2022


bron: https://www.coelo.nl/index.php/atlas-lokale-lasten/bijlagen

 

 

Tarievenbeleid

Terug naar navigatie - Tarievenbeleid

Het tarievenbeleid in Oostzaan is gebaseerd op twee uitgangspunten: inflatiecorrectie en kostendekkendheid. De belastingopbrengsten worden in 2023 verhoogd met 2,2 % voor inflatie. Voor wat betreft de retributies wordt gestuurd op kostendekkendheid. De tarieven worden formeel door de gemeenteraad vastgesteld bij de belastingvoorstellen die in oktober voorafgaand aan het begrotingsjaar worden aangeboden. De hieronder genoemde tarieven voor de OZB zijn afhankelijk van de stijging van de WOZ. Naast deze algemene uitgangspunten van het tarievenbeleid is in het collegeprogramma 2018-2022 bepaald dat de OZB niet als sluitpost voor de begroting wordt gebruikt.

 

2021

 2022

 2023

Onroerende Zaak Belasting (OZB) en Roerende Zaak belasting (RZB)

 

 

 

  • Woningen eigenaren
0.11391% 0,1075 % stijging 2,2%
  • Niet woningen eigenaren

0,25137%

0,2293 % stijging 2,2%
  • Niet woningen gebruikers

0,20042%

0,1955 % stijging 2,2%

 

 

 

 

Hondenbelasting

45,00 45,63 46,63

 

 

 

 

Afvalstoffenheffing

 

 

 
  • Eenpersoonshuishouding
289,45 293,50 299.96
  • Meerpersoonshuishouding
354,50 359,46 367,37

Rioolrechten

 

 

 
  • Garages etc

118,15

119,80

122,44
  • Woningen etc

325,00

329,55

336,80

 

 

 

 

Grafrechten

1.786,45

1.811,46

1.851,31

 

 

 

 

Toeristenbelasting (per nacht)

4,50

4,50

4,60

Paragraaf Bedrijfsvoering

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

De activiteiten op het gebied van bedrijfsvoering worden uitgevoerd door OVER-gemeenten. Dit is de gezamenlijke werkorganisatie van de gemeente Wormerland en de gemeente Oostzaan. In deze paragraaf leest u een beknopte samenvatting van de Begroting 2023-2026 van OVER-gemeenten. Voor meer informatie verwijzen wij naar de begroting van OVER-gemeenten 2023-2026.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Verdere implementatie “Verbinding te OVER”
Sinds augustus 2021 is door de nieuwe directeur Johannes van Nieukerken en zijn nieuwe managementteam hard gewerkt om inzichtelijk te maken welke investeringen in de organisatie en de organisatiestructuur noodzakelijk zijn om de door beide gemeenten gewenste ambities in te kunnen vullen. Dit heeft geleid tot een nieuwe visie voor OVER-gemeenten die vanuit verbinding beweegt: “Een lenige en slagvaardige organisatie, gericht op de buitenwereld, samen en voor elkaar, daadkrachtig, en met een positief kritische, lerende en betrokken cultuur”.

In 2023 gaat de doorontwikkeling van de interne organisatie verder. Nadat in 2022 de structuur is aangepast en volop is geïnvesteerd in het versterken van het leiderschap, onder andere door het aantrekken van teamleiders op alle afdelingen, ligt in 2023 de focus op het verder uitwerken van de gewenste integrale managementstijl, de aanscherping van processen en procedures op basis van de dienstverleningsvisie en het internaliseren van de kernwaarden van onze organisatie:

-    De blik naar de buitenwereld 
-    Duidelijk, lenig en slagvaardig 
-    Hart voor publieke zaak 
-    Vertrouwen en verantwoordelijkheid 

Het voornemen van de directeur en zijn managementteam om colleges en raden periodiek te informeren en te rapporteren over taken, formatie, organisatie en de financiële gevolgen zijn daarbij essentieel. Net als de wil bij raden en colleges om samen te zoeken naar verdere optimalisatie door focus, het maken van keuzes, het zoeken naar harmonisatie en het vastleggen van afspraken in een nieuwe Gemeenschappelijke Regeling.

 

Aantrekkelijk werkgeverschap
Er zal blijven worden ingezet op werving van vaste medewerkers. De extra aandacht die hieraan werd besteed de afgelopen jaren werpt zijn vruchten af. Toch hebben we het als kleine vis in een grote vijver structureel lastig om kandidaten aan ons te binden en hen te behouden. Hierdoor staat de kwaliteit van de productie onder druk. We zetten in op aantrekkelijk werkgeverschap met in ons achterhoofd dat dit maatwerk vraagt. We zetten, waar dit kan, in op het binnenhalen van getalenteerde, minder ervaren mensen die we zelf klaarstomen. Hiermee halen we een frisse blik en leergierigheid binnen en de mogelijkheid om zo blijvend te inspireren en innoveren.   

 

Terugdringen werkdruk en ziekteverzuim
De organisatieverandering die in 2022 is gerealiseerd moet bijdragen aan meer stabiliteit in de organisatie. Teamleiders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van medewerkers door het bieden van duidelijke kaders, persoonlijke aandacht en het verbinden van medewerkers en teams met elkaar en met de organisatie. Hierdoor ontstaat stabiliteit in personeelsbezetting, onderlinge verbinding en duidelijkheid over doelen en kaders.

 

Informatievoorziening
Om Informatievoorziening (DIV en ICT) verder te verstevigen werken we aan professionalisering van onze processen, goed beheer van de automatisering en hebben we extra aandacht voor Informatiebeveiliging. De automatisering en het applicatielandschap voldoen technisch gezien. Het informatielandschap is echter kwetsbaar vanwege onderbezetting op ICT en DIV. Er spelen afdeling overstijgende belangen in het landschap (op het gebied van architectuur, security, privacy en beschikbaarheid en beheer van informatie). De ambities en ontwikkelingen richten zich dan ook op versterking van de Informatievoorziening-functie. De speerpunten zijn:
-    Grip op het informatielandschap (ICT-visie, architectuur, behoeftemanagement, beheer)
-    I-expertise aanreiken aan de vakafdelingen 
-    Visie en meerjarig realisatieperspectief zaakgericht werken
-    Versterken van de competenties binnen Informatievoorziening (ICT en DIV)
-    Het ontsluiten van data om bij te dragen aan de verbetering van processen en sturing

Duurzaamheid
Gemeenten hebben een voorbeeldfunctie op het gebied van duurzaamheid. OVER-gemeenten adviseert naar de gemeenten dan ook over hoe panden verduurzaamd kunnen worden. Bij de eigen dienstverlening houdt OVER-gemeenten duurzaamheid als leidraad aan, , bijvoorbeeld op het vlak van facilitaire dienstverlening en duurzaamheid.


Financieel 
De geraamde baten en lasten van OVER-gemeenten worden voor 62% toegerekend aan de gemeente Wormerland en 38% aan de gemeente Oostzaan, uitgezonderd de afgenomen specifieke dienstverlening. De bijdrage aan OVER-gemeenten die de gemeente Oostzaan heeft opgenomen in de Begroting 2023-2026 is gebaseerd op de begroting 2023 -2026 van OVER-gemeenten.

Paragraaf Kengetallen

Programma 1

Terug naar navigatie - Programma 1

 

Omschrijving

Rekening 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

% Functiemenging(Bron: LISA)*

49,5% 49,5%**

49,5%**

Aantal vestigingen van bedrijven per 1.000 inwoner van 15 t/m 64 jaar (Bron: LISA)

154 186,1 186,1

* Functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen banen). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen
** Actuele gegevens niet beschikbaar bij bron Lisa, dit betreft een schatting.

Programma 2

Terug naar navigatie - Programma 2

Omschrijving

Rekening 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Aantal nieuwe woningen per 1.000 woningen (Bron: BAG)

5

0

0

% Demografische druk (Bron: CBS)*

56,8 57,6 76,3

*De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar.
Dit cijfer geeft inzicht in de verhouding van het niet-werkende deel van de bevolking tot het werkende deel van de bevolking.

Programma 3

Terug naar navigatie - Programma 3

Omschrijving

Rekening 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Aantal banen per 1.000 inwoners in de leeftijd 15-64 jaar (Bron:  meerdere WSTG)

n.b. 654 700

% Jongeren met een delict voor rechter in de leeftijd 12-21 jaar (Bron: CBS Jeugd)

n.b. n.b.  

% Kinderen in uitkeringsgezin tot 18 jaar (Bron: CBS Jeugd)

n.b. n.b.  

% netto arbeidsparticipatie van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking (Bron: CBS Jeugd)

n.b. 71%  

% werkeloze jongeren in de leeftijd 16-22 jaar (Bron: CBS Jeugd)

n.b. n.b.  

Aantal personen met een bijstandsuitkering per 10.000 inwoners (Bron: CBS)

274,6 125  

Aantal lopende re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar (Bron: CBS)

n.b. 69  

% jongeren met jeugdhulp van alle jongeren tot 18 jaar (Bron: CBS Jeugd)

8,1% 7,5%  

% jongeren met jeugdbescherming van alle jongeren tot 18 jaar (Bron: CBS Jeugd)

0,8% 0,57%  

% jongeren met jeugdreclassering van alle jongeren in de leeftijd van 12-23 jaar (Bron: CBS Jeugd)

n.b. n.b.  

Aantal cliënten met maatwerkarrangement WMO per 10.000 inwoners (Bron: CBS MSD WMO)

n.b. 26  

 

Programma 4

Terug naar navigatie - Programma 4

Omschrijving

Rekening 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Aantal absoluut verzuim per 1.000 leerlingen (Bron: DUO)

0 0,0 0

Aantal relatief verzuim per 1.000 leerlingen (Bron: DUO)

17 26,0 25

% Vroegtijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) van het VO en MBO (Bron: Ingrado)

0.99 1,0 1,0

% Niet-sporters (Bron: 'Gezondheidsenquête' (CBS/RIVM))

43,2/45,0 49,3 50

Programma 5

Terug naar navigatie - Programma 5

Omschrijving

Rekening 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Aantal verwijzing Halt per 10.000 jongeren (Bron: bureau Halt)* 32 n.b.  
Aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners (Bron: CBS)* 0 n.b.  
Aantal geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners (Bron: CBS)* 1 n.b.  
Aantal diefstallen uit woningen per 1.000 inwoners (Bron: CBS)* 1,7 n.b.  
Aantal vernielingen en beschadigingen in openbare ruimte per 1.000 inwoners (Bron: CBS)* 6,1 n.b.  
Omvang huishoudelijk restafval aantal kg per inwoner (Bron: CBS) 239 215 180
% hernieuwbare elektriciteit (Bron: RWS) n.b. n.b.  

 

Programma 6

Terug naar navigatie - Programma 6

Omschrijving

Rekening 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Gemiddelde WOZ waarde x €1.000 (Bron: CBS)* 389.000 360.000 (2020) 417.000 (2022)
Gemiddelde woonlasten eenpersoonshuishouden (Bron: COELO) 1.059 1.083 1.103
Gemiddelde woonlasten meerpersoonshuishouden (Bron: COELO) 1.050 1.122 1.146
Formatie (aantal fte's per 1.000 inwoners) (Bron: eigen administratie) 0,61 0,61 0,61
Bezetting (aantal fte's per 1.000 inwoners) (Bron: eigen administratie) 0,61 0,61 0,61
Apparaatskosten per inwoner (Bron: eigen begroting) € 678,- € 678,- € 678,-
Externe inhuur (kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen) (Bron: eigen begroting) 14% 5% 6%
Overhead (% van de totale lasten) (Bron: eigen begroting) 8% 11% 12%