Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De gemeente Oostzaan ziet het belang van risicomanagement. Zo beheersen we de risico’s die de bedrijfsvoering kunnen belemmeren. In deze paragraaf leggen we een relatie tussen de risico’s en de financiële weerstand.
Deze paragraaf is een onderdeel van het risicomanagementproces en geeft inzicht in het weerstandsvermogen van de Gemeente. Het weerstandsvermogen geeft inzicht in de financiële draagkracht als zich tegenvallers voordoen.
De paragraaf geeft in het kort weer waar de uitgangspunten van risicomanagement zijn vastgelegd (beleid) en uit welke componenten het weerstandsvermogen bestaat. Verder geven we inzicht in de opbouw van het risicoprofiel (de gesignaleerde risico’s), de opbouw van de weerstandscapaciteit (vrije middelen om de gesignaleerde risico’s in financiële zin op te kunnen vangen), het weerstandsvermogen (koppeling van de risico’s en de weerstandscapaciteit) en de kengetallen.

Wat is weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Wat is weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor we geen maatregelen hebben getroffen, maar die voor de financiële positie van onze gemeente wel van materiële betekenis kunnen zijn.

Het weerstandsvermogen bestaat uit:
• De weerstandscapaciteit: dit zijn de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente Oostzaan beschikt om niet begrote kosten te dekken.
• Alle risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd en die van materiële betekenis kunnen zijn.


Voorwaarden in een continu proces 
Risicomanagement heeft op het niveau van de raad, het college van B&W en het ambtelijk management een structurele plek gekregen binnen de planning- en controlcyclus.
Eén van de voorwaarden voor een adequaat risicomanagement is dat bestuurlijke doelstellingen voor programma’s, strategische projecten en grondexploitaties helder zijn. Verder is het noodzakelijk dat zowel bestuur als management zich bewust zijn dat risicomanagement onderdeel is van het normaal besturen en managen van de gemeente. Dit betekent dat we het inventariseren van risico’s, het inschatten ervan en het treffen van beheersmaatregelen voortdurend in de praktijk toepassen.

Risico inventarisatie

Terug naar navigatie - Risico inventarisatie

We hebben de risico’s vanuit de begroting 2021 systematisch in kaart gebracht en beoordeeld.

Er zijn 17 risico’s in beeld gebracht. Verder is inzichtelijk wat de risicoscore (kans x gevolg) is voor en na het implementeren van beheersmaatregelen. Om een risicoweging mogelijk te kunnen maken zijn alle risico’s gewogen op kans van voorkomen en financieel gevolg. Voor de kans en het gevolg zijn scoreklassen gedefinieerd waardoor de uiteindelijke risicoscore ligt tussen de 0 (minimaal) en 25 (maximaal). De gemiddelde risicoscore voor de gemeente is 5 (groen).

Beheersmaatregelen 
We vergelijken de gemiddelde risicoscore (kans x gevolg) voor en na de maatregelen, wat de invloed van de gedefinieerde beheersmaatregel laat zien. De getroffen maatregelen zijn bedoeld om óf de kans van een risico te verlagen óf de gevolgen te reduceren. Hierdoor neemt de risicoscore af en zal de totale impact van de risico’s op de organisatie afnemen. Beheersmaatregelen zijn te onderscheiden in twee categorieën: financieringsmaatregelen en control-maatregelen.
Een financieringsmaatregel is een maatregel waarbij het risico niet gereduceerd wordt, maar dat er financieel gezien dekking voorhanden is als het risico zich daadwerkelijk voordoet. Om risicomanagement effectief te laten zijn is het daarnaast wenselijk om bij het benoemen van beheersmaatregelen ook te kijken naar ‘control-maatregelen’. Dit zijn maatregelen die de kans van optreden of de directe gevolgen van een risico kunnen reduceren.

Risico kaart

Terug naar navigatie - Risico kaart

Om meer inzicht te krijgen in de spreiding van de risico’s naar kans, optreden en gevolg, gebruiken we de risicokaart (zie hieronder). De nummers geven de aantallen risico’s weer die zich in het desbetreffende vak van de risicokaart bevinden. Dit maakt inzichtelijk hoe de risico’s zijn verdeeld over het groene, oranje en rode gebied.


 


Een risicoscore in het groene gebied, vormt geen direct gevaar voor de continuïteit van de organisatie. Risico’s die in het oranje gebied zitten vragen om aandacht. Ze vormen individueel nog geen reëel gevaar voor de continuïteit van de organisatie, maar naarmate de tijd vordert, kan het risico wel een bedreiging gaan vormen. Het is aan te raden niet te lang te wachten met het uitvoeren van beheersmaatregelen.
Uit de risicokaart blijkt dat er zich relatief veel risico’s in de groen en oranje zone bevinden (onder/midden) in de risicokaart. Bij beheersing van deze risico’s die veel voorkomen kunnen we op korte termijn kostenreductie realiseren. Op langere termijn kunnen we serieuze bedreigingen van de continuïteit van de bedrijfsvoering voorkomen. Een risico dat zich in het rode gebied bevindt, vereist directe aandacht om te voorkomen dat de continuïteit van de organisatie in gevaar komt. Dit betreft het risico aangaande de toenemende en onbeheersbare kosten Jeugdzorg.

Risico top 10

Terug naar navigatie - Risico top 10

In de hiernavolgende tabel geven we de top 10 risico’s vanuit de begroting 2021 van de gemeente Oostzaan weer, gerangschikt naar financiële impact. Het percentage geeft in grote lijnen de weging van het betreffende risico aan t.o.v. het totaal aan risico’s.
De top 10 is ten opzichte van de begroting 2021 gewijzigd. Dit komt doordat wij nu een nieuwe systematiek kennen van kwantificering van bestaande risico’s.

In onderstaande tabel staat in de kolom of ze in de top 10 in de jaarrekening 2021 voorkomen.

 

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

Met het risicoprofiel van Oostzaan kunnen we bepalen hoeveel geld nodig is om alle risico’s te kunnen financieren. De benodigde weerstandscapaciteit berekenen we met een risicosimulatie. Uitgangspunt hierbij is een statistische benadering die er van uit gaat dat nooit alle risico’s zich én tegelijk, én in hun maximale omvang voordoen. Door deze benadering kunnen we op een verantwoorde manier minder vermogen aanhouden.


Inventarisatie van de weerstandscapaciteit
Gelet op het raadsbesluit van 23 maart 2009 wordt voor de bepaling van de weerstandscapaciteit uitsluitend gekeken naar de post onvoorzien en de algemene reserve.


Post onvoorzien
Voor de post onvoorzien is een bedrag van €30.000 vastgesteld. (amendement 38 bij de begrotingsbehandeling 3 november 2014)


Berekening van de weerstandscapaciteit over 2021

De omvang van de algemene reserve is de basis voor de berekening van de weerstandscapaciteit.

Algemene reserve
De Algemene reserve is het vrij besteedbare eigen vermogen van de gemeente. Deze reserve heeft als belangrijkste functie het vormen van een buffer voor financiële tegenvallers. Tekorten op de jaarrekening komen ten laste van de Algemene Reserve, en overschotten komen ten gunste van de Algemene Reserve.

Algemene reserve per 01-01-2020
2.107.925
Af: rekeningresultaat conform resultaatbepaling 2020 -159.216
Bij: conform de begroting de inkomsten precario 486.663
Af: RV 21/22 saldo voorjaarsbericht 2021 -153.382
Af: RV 21/64 saldo najaarsbericht 2021 -559.740
Af: RV  21/32 onttrekking onderzoek bestuurlijke toekomst -50.000

Algemene reserve per 31-12-2021, exclusief rekeningresultaat 2021

1.672.250

(bedragen in Euro's)

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen


In het voorgaande is de weerstandscapaciteit bepaald.

Hieronder worden de risico's, zoals deze zijn opgenomen in de primaire begroting 2021, opgenomen.  

 

Programma

Risico

Financieel

belang

kans

Reken%

 Risico bedrag Incidenteel

Risico bedrag Structureel

Dienstverlening

Digitale Agenda 2020

50

2

50

25

 

Ruimtelijke ontwikkeling

Planologische procedures

50

2

50

 

25

Sociaal Domein

Inkomensvoorziening

100

2

50

 

50

 

Participatie

150

1

25

 

38

 

Jeugdhulp

600

3

75

 

450

 

Verstrekkingen sociaal domein

200

1

25

 

50

Maatschappelijke participatie

Beheer sportcomplexen en BTW

50

2

50

25

 

 

Leerlingenvervoer

50

2

50

 

25

Leefomgeving

Gladheidsbestrijding

80

2

50

 

40

 

Huurinkomsten Kunstgreep

50

1

25

 

13

 

Baggerdepot

50

3

75

38

 

 

Juridische procedures

100

2

50

50

 

Bestuur en Organisatie

Gemeentegaranties

100

1

25

 

25

 

Algemene uitkering

200

2

50

 

100

 

Bedrijfsvoering van de ambtelijke organisatie

 

 

 

 

 

Paragrafen

Verbonden partijen

150

1

25

 

38

 

Flexibilisering Jeugdgezondheidszorg

50

2

50

 

25

 Totaal

 

 

 

 

 138

879

( Bedragen x € 1.000,-)

Het totaalbedrag van eventueel zich voor doende risico’s bedraagt € 1.017.000, waarvan €879.000 met een structurele consequentie.

In deze paragraaf leggen we een relatie tussen deze twee componenten om het weerstandsvermogen van Oostzaan te bepalen. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kunnen we afzetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
                                                                          Beschikbare weerstandscapaciteit                                                1.672.250
Ratio Weerstandsvermogen =       -------------------------------------------------   oftewel         ---------------------      =    1,6%
                                                                          Benodigde weerstandscapaciteit                                                   1.017.000
Beoordeling weerstandsvermogen

De berekende weerstandscapaciteit bedraagt per ultimo 2021, exclusief de onbenutte belastingcapaciteit in totaal € 1.672.250,-. 

De Ratio Weerstandsvermogen in Oostzaan is berekend conform conform het door de raad vastgestelde beleidskader risicomanagement en weerstandsvermogen 2021. De benodigde weerstandscapaciteit voor 2021 bedraagt € 1.672.250. 
Als we de berekende weerstandscapaciteit dan afzetten tegen de benodigde weerstandscapaciteit dan is de ratio voor Oostzaan 1,6 % wat betekent dat de weerstandscapaciteit voldoende is.

De vastgestelde norm in de nota weerstandsvermogen bedraagt een waarderingscijfer C wat betekent een ratio van 1,0 – 1,5. Dit betekent dat de beschikbare weerstandscapaciteit minimaal een tot anderhalf zo groot moet zijn als het berekende bedrag waarvoor we risico kunnen lopen. Uit bovenstaande berekening blijkt dat voor de het jaar 2021 het weerstandsvermogen hoger is dan de door de raad vastgestelde ratio van 1. 

Terugkijken op de beheersmaatregelen 2021

Terug naar navigatie - Terugkijken op de beheersmaatregelen 2021

Terugkijkend op het jaar 2021 naar welke zaken daadwerkelijk hebben geresulteerd in (negatieve) financiële effecten, komen wij tot het volgende overzicht:

WMO  

De beheersmaatregelen zijn achteraf gebleken niet voldoende geweest. Vanwege meerdere oorzaken is het budget overschreden. De landelijke maatregel om het abonnementstarief voor huishoudelijke hulp te verlagen en de toename op het aangepast vervoer als gevolg van de landelijke trend, die samenhangt met de vergrijzing zijn de belangrijkste oorzaken waardoor de lasten op WMO over de begroting heen gegaan.

Jeugd    

Het risico heeft zich voorgedaan. De groei in aantal cliënten van 2021 ten opzichte van 2020 heeft hier mede voor gezorgd, alsmede de toename van duurderde trajecten. Daarnaast heeft er minder uitstroom plaats gevonden van een aantal dure cliënten naar de WLZ door de verlengde jeugdwet.  We zien dat de beheersmaatregel "Starten in het goedkopere B segment" goed is uitgevoerd. Echter heeft dit, door de groei van kinderen in de zorg, niet de totale kosten kunnen verlagen. Administratief hadden zowel gemeenten als aanbieders het beter op orde waardoor we in het voorjaars- en najaarsbericht konden bijstellen naar een realistischere begroting. Echter bleek dit eind 2020 nog niet voldoende.

 

Financiële Kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële Kengetallen

Uitbreiding BBV (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten)

Met ingang van 2016 is het BBV uitgebreid. Een onderdeel daarvan is al vanaf de begroting 2016 van kracht, namelijk het opnemen van een aantal verplichte financiële kengetallen die meer zicht moeten geven over de financiële positie en de vergelijkbaarheid daarvan met andere gemeenten.

Netto schuldquote

De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.

Netto schuldquote (bedragen x €1.000,-)

31-12-2020

jaarrekening

31-12-2021

begroting

31-12-21

rekening

A Vaste schulden

26.597 27.658 25.392

B Netto vlottende schuld

6.273 7.350 9.082

C Overlopende passiva

0 1.548 0

D Financiele Activa (excl verstr. leningen

34.035 36.058 33.809

E Uitzettingen < 1 jaar

4.591 3.589 5.790

F Liquide middelen

185 181 434

G Overlopende activa

68 97 334

H Totale baten excl. Mutaties reserves

23.948 22.590 24.681

Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H*100%

25,09 %

14,91 %

23.88%

 

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven. Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast.

Netto schuldquote (bedragen x € 1.000,-)

31-12-2020

jaarrekening

31-12-2021

begroting

31-12-2021

rekening

A Vaste schulden

26.597 27.658 25.392

B Netto vlottende schuld

6.273 7.350 9.082

C Overlopende passiva

0 1.548 0

D Financiele Activa (incl verstr. leningen

34.497 36.845 34.574

E Uitzettingen < 1 jaar

4.591 3.589 5.790

F Liquide middelen

185 176 434

G Overlopende activa

68 97 334

H Totale baten excl. Mutaties reserves

23.948 22.590 24.681

Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H*100%

27,02 %

18,40 %

26.98%

 

 

Solvabiliteitsratio

Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Deze ratio geeft aan het Eigen Vermogen als percentage van het Totale Vermogen.

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente.

Solvabiliteitsratio (bedragen x € 1.000,-)

31-12-2020

jaarrekening

31-12-2021

begroting

31-12-21

rekening

A Eigen vermogen

3.807 3.658 3.393

B Balanstotaal

39.371 45.947 41.198

Solvabiliteit (A/B) x 100%

9,6 %

7,96 %

 8,24%

 

Kengetal grondexploitatie

De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant beoordeelt ieder jaar of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.

Zoals uit onderstaand staatje blijkt, is er in Oostzaan geen sprake van hoge boekwaarden van grondexploitatie ten opzichte van de exploitatie (in dit geval totale baten).

Grondexploitatie (bedragen x € 1.000,-)

31-12-2020

jaarrekening

31-12-2021

begroting

31-12-21

rekening

A Niet in expl. Genomen bouwgronden

0

0

0

B Bouwgronden in exploitatie

0

 0

0

C Totale baten (excl. Mutaties res)

0

0

0

Grondexploitatie (A+B)/C x 100%

0,00 %

 0,00 %

0,00 %

 

Structurele exploitatieruimte

Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

Structurele exploitatieruimte (bedragen x € 1.000,-)

31-12-2020

jaarrekening

31-12-2021

begroting

31-12-21

rekening

A Totale structurele lasten

25.580 22.422 24.408

B Totale structurele baten

23.948 22.590 24.681

C Totale str. Toevoegingen aan reserves

756 24 0

D Totale str. Onttrekkingen aan reserves

2.373 0 0

E Totale baten excl. Mut reserves

22.364 22.590 24.681

Str. Exploitatieruimte ((B-A)+(D-C))/E x 100%-1.95

0,07 %

0,64 %

1,11 %

 

Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden

De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 en uit te drukken in een percentage.

Belastingcapaciteit

Woonlasten meerpersoonshuishouden

31-12-2020

jaarrekening

31-12-2021

begroting

31-12-21

rekening

A OZB lasten bij gezin met gem. WOZ *

399 410 365

B Rioolheffing bij gezin met gem. WOZ

314 354 298

C Afvalstoffenheffing voor een gezin

298 320 336

D Evt. heffingskorting

0 0 0

E Totale woonlasten gemiddelde WOZ

1.011 1.084 999

F Woonlasten landelijk gemiddelde (T-1) **

750 771 771

Woonlasten tov. Landelijk gemiddelde ervoor (E/F) x 100 %

134,80 %

140,56 %

 129,57%

*) Bij de OZB-lasten is uitgegaan van de gemiddelde WOZ-waarde (€ 360.000,-), tegen het eigenaarstarief. Hierin is dus niet meegenomen dat een deel van de gezinnen geen eigen woning heeft. Niet bekend is hoe dit bij de landelijk gemiddelde woonlasten is verwerkt.

**) De woonlasten van het gemiddelde zijn gebaseerd op de woonlasten van het jaar voorafgaand aan onze jaarcijfers. De gemeentelijke lasten 2021 worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde over 2020. Recente cijfers 202021 zijn niet beschikbaar.

 

Paragraaf Kapitaalgoederen

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Waar gaat deze paragraaf over?

Deze paragraaf gaat over de beheerskosten van Gebouwen en de Openbare Ruimte. Deze kapitaalgoederen beslaan een aanzienlijk deel van de begroting en zijn dus van grote invloed op de financiële positie van de gemeente.

Gebouwen in bezit van de gemeente

Terug naar navigatie - Gebouwen in bezit van de gemeente

De gemeente Oostzaan heeft de volgende gebouwen in bezit:

Gebouw Staat van onderhoud
Centrumcomplex de Kunstgreep Goed
Brandweerkazerne Kerkstraat Goed
Ambtswoning Glazenmakerstraat Goed
Schoolgebouw de Kweekvijver Goed
Schoolgebouw De Korenaar Goed
Schoolgebouw Noorderschool Goed
Gemeentewerf Skoon Goed
Loods op de begraafplaats Goed
Leliestraat, pand oudheidskamer Goed
Sporthal de Greep (deel E) Goed
Pand De Vitaminebron Twiskeweg Goed
Pand Werkom Twiskeweg Goed
Kerktoren Goed
Schoolgebouw de Rietkraag Redelijk
De Kolk * Redelijk
Diverse loodsen Zuideinde 204/206** Slecht
Diverse woningen Zuideinde en Kerstraat onder de hoogspanningsmasten*** Redelijk/slecht

 

*   Het onderhoud aan de Kolk wordt aangepast tot noodzakelijk onderhoud. Mogelijkheden worden onderzocht.

** De loodsen aan het Zuideinde 204/206 maken deel uit van ruimtelijke herontwikkelingen. Onderhoud aan deze panden vindt dan ook niet plaats.

*** De woningen op het Zuideinde en Kerkstraat maken deel uit van Ruimtelijke herontwikkelingen en zullen worden gesloopt.

Ontwikkelingen in 2021

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen in 2021

Onderwijs

In de begroting 2021 is het budget voor de nieuwbouw van de Rietkraag opgenomen. In 2020 en 2021 hebben onderzoeken plaatsgevonden om de locatie zo efficient mogelijk in te richten.

 

Uitkoopregeling Hoogspanningsmasten
De uitkoopregeling van woningen onder hoogspanningsmasten is in werking getreden per 1 januari 2017. Deze uitkoopregeling loopt tot 31 december 2021. Door deze regeling is de gemeente eigenaar geworden van de volgende woningen:

Adres Jaar van aankoop
Kerkstraat 96 2017
Kerkstraat 98 2017
Kerkstraat 100-102 2017
Kerkstraat 101 2017
Kerkstraat 103 2021
Kerkstraat 104 2017
Kerkstraat 105 2018/2019
Zuideinde 180 2019
Zuideinde 182 2020
Zuideinde 184 2017
Zuideinde 221 2021
Zuideinde 223 2021
Zuideinde 225 2021
Zuideinde 229 2021
Zuideinde 231 2021

De woningen Zuideinde 221, 223, 225, 229, 231 en nummer 184 zijn in 2021 aangekocht en alweer verkocht. Al deze woningen dienen op termijn te worden herbestemd of gesloopt. Ook voor de kosten van de sloop vallen binnen de vergoedingen van de uitkoopregeling. Op deze woningen wordt om deze reden minimale onderhoud gepleegd.

Beheerplannen

Terug naar navigatie - Beheerplannen

 

Categorie Beleidskader Periode Vastgesteld
 Wegen Meerjareninvesteringsplan (MIP) 2019-2026  2020
Openbare verlichting Beheerplan Openbare verlichting 2013-2018 2015 (herziening)
Riolering GRP 2018-2024 2018-2024 2017
Waterbeheerplan Beleid in samenwerking met HHNK 2007-2016 2007
Openbaar groen Bestekvorm 2012-2017 2019
Openbaar groen Structuurvisie en Groenbeheerplan   2020
Bruggen en kunstwerken Beheerplan civieltechnische kunstwerken 2017-2020 2017-2020 2016
Sportvelden De voetbalvelden zijn geprivatiseerd per 2009 en het korfbalveld in 2017   2009/2017
  • Wegen
    Vanuit het meerjareninvesteringplan 2021-2025  is een vlekkenkaart van de gemeente opgesteld, waarin duidelijk wordt welk project wordt gestart voor herinrichting en groot onderhoud.  De realisatie van deze projecten zal zijn in de jaren 2021 t/m 2025.
  • Openbare verlichting 
    In 2021 is de Kerkstraat voorzien van LED verlichting.
  • Riolering
    In 2017 is een nieuw Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2018-2023 opgesteld. In het plan staan de noodzakelijke acties om het riool in goede staat te brengen en te houden. Het bijbehorende kostendekkingsplan geeft aan wat het kost en wat het betekent voor de tarieven, waarbij wordt uitgegaan van 100% kostendekkendheid.
  • Groen
    Het onderhoud van het openbaar groen is vastgelegd in bestekken en ondergebracht bij Werkom sinds januari 2018. Het beheerplan Openbaar Groen vormt de basis hiervoor. 
  • Gemeentelijke gebouwen
    Het groot onderhoud van de gebouwen wordt uitgevoerd volgens het meerjaren-onderhoudsprogramma Planon. Dit onderhoudsprogramma is opgesteld in 2007 en wordt regelmatig geactualiseerd. Jaarlijks worden budgetten per onderdeel geraamd. Daarin zit ook budget voor klein en onvoorzien onderhoud.
  • Bruggen en kunstwerken
    In 2019 is een aantal bruggen in onderhoud genomen conform het beheerplan civieltechnische kunstwerken 2017-2020.
  • Sportvelden
    De sportvelden van de voetbalvereniging Oostzaanse Footbal Club (OFC) en de Oostzaanse Korfbal Vereniging (OKV) zijn voorzien van kunstgras en in exploitatie genomen door de Stichting Sportcomplexen Twiskeweg (SST).

Onderhoud Kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Onderhoud Kapitaalgoederen
Categorie Financiële consequentie Begrote bedragen 2021 Realisatie 2021 Achterstallig onderhoud Voldoende voorzieningen?
 

 

 

 

   

Wegen

(Meerjareninvesteringplan 2020-2025)

Kerkstraat

€ 2.185.000,-

(1.485.000 + 735.000)

Zuideinde

€ 1.355000,-

(855.000 + 500.000)

Kerkstraat

€ 2.185.000,-

 

 

Zuideinde

€ 1.355.000,-

Het project Zuideinde is nagenoeg afgerond. Het restant budget zal worden ingezet voor de kruising Zuideinde/Kerkstraat/Kerkbuurt.

De herinrichting van de Kerkstraat verloopt conform planning.

Nee In het voorjaarsbericht 2019 zijn de budgetten opgehoogd voor het Zuideinde en Kerkstraat met resp. 5 ton en 7 ton. Op basis hiervan is in 2020 een compleet nieuw investeringsplan opgesteld inzake de herinrichting van diverse wijken in Oostzaan. Deze investeringskredieten zijn opgenomen in de meerjarenbegroting.
Wegen (regulier onderhoud) € 131.000,- € 133.199,- € 158.688,-  Nee  
Openbare verlichting

€ 35.000

€ 37.077,- € 62.884,-  Nee In de contourennota 2017 is een vervangingsinvestering opgenomen van € 375.000,- voor het plaatsen van LED armaturen.
Riolering (groot onderhoud/investeringen) € 0,- investeringskredieten GRP en meerjarenonderhouds-planning 2020-2025

€ 4.653,-

Zie specificatie in het overzicht hieronder.

 Nee In 2017 is een nieuw GRP (Gemeentelijk Rioleringsplan) opgesteld voor de periode 2018-2024.
Riolering (klein onderhoud) € 307.850,- € 307.850,- € 157.520,-  Nee In 2021 is minder uitgegeven aan klein onderhoud van de riolering. In 2021 is het voordeel toegevoegd aan de voorziening riolering, en bestemd voor toekomstige uitgaven binnen het Gemeentelijk Riolerings Plan.
Waterbeheer (onderhoud) € 80.000,-  € 81.102,- € 68.167,-  Nee De niet uitgegeven middelen worden gereserveerd in een egalisatiereserve.
Openbaar groen (incl. bomen) € 324.845,- € 345.245,- € 293.155,-  Nee Er wordt gewerkt conform het groenbeheerplan. De hiervoor benodigde budgetten zijn in de begroting verwerkt.
Gebouwenbeheer € 115.000,- € 116.500,- € 65.904,-  Nee Conform het onderhoudsplan wordt jaarlijks met een gelijk budget gewerkt. Fluctuaties worden opgevangen door de egalisatiereserve gebouwenbeheer. Het saldo van deze reserve bedraagt per 31 december 2021 € 501.481,-.
Bruggen en kunstwerken   € 80.000,-  € 80.000,- € 56.127,-  Nee Met ingang van 2017 is het budget afgestemd op de gemiddelde onderhoudskosten vanuit het beheerplan. De fluctuaties van het onderhoudsbudget worden opgevangen door de reserve kunstwerken. Het saldo van deze reserve bedraagt per 31 december 2021 € 144.708,-.

 

Investeringen
Onderstaande investeringen zijn reeds verwerkt in de jaarrekening.

Conform artikel 20 van de BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden) is een onderscheid gemaakt tussen investeringen met een economisch nut en investeringen met een maatschappelijk nut. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn volgens de vastgestelde financiële verordening 2018 en artikel 212 BW

Totaaloverzicht investeringen 2021:

 

 

Paragraaf Grondbeleid

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Waar gaat deze paragraaf over?

Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de programma’s Leefomgeving en Ruimtelijke Ordening. Een goed functionerend grondbeleid is essentieel voor het realiseren van doelstellingen op het gebied van ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, verkeer en vervoer en cultuurhistorie.

Visie grondbeleid

Terug naar navigatie - Visie grondbeleid

De visie voor het in deze gemeente te voeren grondbeleid is door de gemeenteraad verwoord in de vastgestelde Nota Grondbeleid Oostzaan in 2005. Op 8 april 2013 zijn door de gemeenteraad de beleidskaders van het grondbeleid opnieuw vastgesteld. In de nota is uitgesproken, dat het grondbeleid moet worden beschouwd als een instrument om andere gemeentelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. Bevestigd is, dat de gemeente geen actieve grondpolitiek voert en dat voortgegaan wordt met het huidige facilitaire beleid, waarbij gebruik gemaakt wordt van alle ten dienste staande instrumenten en mogelijkheden.
Uitgangspunt blijft, dat de gemeente allereerst tracht te komen tot kostenverhaal door middel van het sluiten van een anterieure exploitatieovereenkomst. Afdwingbaar kostenverhaal zal worden toegepast indien geen of onvoldoende resultaat kan worden bereikt. Het vaststellen van een exploitatieplan op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) is daarvoor het geëigende instrument. Bij de uitgifte van gronden en panden wordt een marktconforme prijs gehanteerd. Uitsluitend indien sprake is van uitgifte van grond ten behoeve van een maatschappelijke, niet commerciële functie kan een lagere prijs worden gehanteerd in bijzondere door het college te bepalen gevallen. De gemeente Oostzaan heeft een passief grondbeleid.

Lopende zaken

Terug naar navigatie - Lopende zaken

Locatie Voetbalkooi aan de Dr. Snijderstraat
Het terrein van de voormalige voetbalkooi is in gebruik als bouwterrein en is in 2021 bouwrijp gemaakt voor de WOV. De WOV gaat nieuwe woningen bouwen op het braakliggende terrein. De nieuw te bouwen woningen zullen bestaan uit in totaal 10 eengezinswoningen met een gebruikersoppervlakte van gemiddeld 76 m² in twee stroken van elk 5 woningen. In 2022 zal er een aannemer gekozen worden door de WOV in overleg met de gemeente.

Radio 9 terrein Zuideinde
In 2020 is het bestemmingsplan opnieuw vastgesteld voor de locatie aan het Zuideinde. Hierbij is met name rekening gehouden met geluidsnormen, flora en fauna en milieuaspecten.
Hier zijn bezwaren op ingediend. Het bestemmingsplan is in juni van 2021 vastgesteld. De verwachting is dat het ontwikkelproject in 2022 openbaar in de verkoop wordt aangeboden.

Uitkoopregeling Hoogspanning
Met ingang van 1 januari 2017 is de uitkoopregeling in werking getreden. De eigenaren van 17 woningen die geheel of gedeeltelijk onder hoogspanningslijnen liggen konden gebruik maken van de regeling tot 31 december 2021. In 2016 is gestart met een interdisciplinair overleg tussen de gemeente, het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Tennet en Rijkswaterstaat om de eventuele verplaatsing van de hoogspanningsmasten. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat verplaatsing van de hoogspanningsmast geen verbetering van het aantal uitkoopwoningen oplevert.
Van de 17 woningen, die gebruik konden maken van de uitkoopregeling, hebben 15 woningen hiervoor gekozen. Van de Kerkstraat een 7-tal woningen en van het Zuideinde 8 woningen. 
Alle aangevraagde woningen zijn gekocht in 2021. De bestemmingsplanwijziging wordt begin 2022 in gang gezet. De woonbestemming komt te vervallen en de gemeente zal voor de vrijgekomen grond een geschikte invulling zoeken.

Revitalisering Ambacht 48-50
De gemeente en de ontwikkelaar zijn overleg getreden over de integrale herontwikkeling van het gebied gelegen aan de Ambacht 40-58 te Oostzaan. De ontwikkelaar is voornemens het Projectgebied voor eigen rekening en risico te herontwikkelen naar een stolp voorzien van twee bedrijfswoningen en kantoor en vier bedrijfsunits met bijbehorende voorzieningen van openbaar nut (ondergrondse- en bovengrondse infrastructuur). De gewenste herontwikkeling in strijd is met het vigerende bestemmingsplan. De ontwikkelaar heeft de gemeente verzocht om publiekrechtelijke medewerking te verlenen aan de verdere ontwikkeling en realisering van het Project. De gemeente heeft zich onder voorwaarden bereid verklaard om deze medewerking te verlenen, waaronder het tot stand brengen van een omgevingsvergunning ter afwijking van het bestemmingsplan die het Project planologisch mogelijk maakt. Om dit vast te leggen en de kosten bij de ontwikkelaar te leggen is er een anterieure overeenkomst opgesteld, die begin 2022 getekend zal worden.

Woonvisie Oostzaan/prestatieafspraken/grondbeleid
In 2021 is de woonvisie geactualiseerd. In de prestatieafspraken zijn gemaakt voor het jaar 2022, onder andere over nieuwe te bouwen woningen en inzet op verduurzaming. De gemeente en de WOV blijven samen in gesprek om op zoek te gaan naar geschikte bouwlocaties.

Financieel beeld

Terug naar navigatie - Financieel beeld

In Oostzaan is geen reserve opgebouwd voor de uitvoering van grondbeleid.

Er zijn geen lopende grondexploitaties in 2021. Wel zijn met partijen een drietal partijen contracten gesloten voor de overname van een perceel grond. In 2021 zijn kosten gemaakt, welke zijn opgenomen op de balans, en bij verkoop van de gronden zullen worden verrekend met de opbrengst.

Overzicht financiën grondexploitaties

Specificatie onderhanden werk waaronder bouwgronden in exploitatie:

 

Complex

Boekwaarde

31-12-2020

Investering

2021

Desinvestering

2021

Winst name

2021

 Boekwaarde

31-12-2021

Dr. Boomstraat 11.991 56.219     68.210
Radio 9 terrein 15.505       15.505
Ambacht locatie nr 48-50   6.728 32.550   - 25.824
Lishof projectdeel II   6.891     6.891
Totaal 27.496 69.836
32.550 0 64.782

Toelichting op bouwgronden in exploitatie:

Het betreft hier geen expliciete grondexploitatie, maar gemeentegrond waarvoor plankosten zijn gemaakt. Deze kosten worden verrekend met de opbrengsten.

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing worden de risico's samengevat en benoemd. 
 
Voor wat betreft de lopende zaken zijn geen financiële risico's te verwachten. Wel bestaat het risico op vertraging. Dit hebben we als gemeente echter niet zelf in de hand, omdat initiatiefnemers leidend zijn.  

Paragraaf Verbonden partijen

Waar gaat het over?

Terug naar navigatie - Waar gaat het over?

Algemeen

In deze paragraaf geven wij u het totaal overzicht van onze samenwerkingsverbanden. Deze staan ook uitgesplitst over de programma’s. De gemeenschappelijke regelingen voeren het beleid en het beheer op de betreffende terreinen uit voor de gemeente. In het algemeen geldt dat voor een gemeenschappelijke regeling wordt gekozen, indien de gemeente dit beleid niet alleen, dan wel niet doeltreffend en doelmatig kan uitvoeren. Via deze 'verbonden partijen' (samenwerkingsverbanden) werken wij met andere partijen samen om onze lokale ambities en doelen te bereiken.


Waarom samenwerking?
De gemeente Oostzaan werkt al jaren intensief samen met gemeente Wormerland. Net als onze eigen organisatie draagt dit samenwerkingsverband bij aan het realiseren van onze lokale doelen en ambities. Samenwerkingsverbanden dienen dus een publiek belang.
De organisaties waarin wij deelnemen, dus onze verbonden partijen, maken voor ons beleid of voeren voor ons beleid uit. In principe zouden wij dat ook zelf kunnen doen. Er zijn vier redenen waarom wij een aantal van onze taken toch door een verbonden partij laten oppakken:

1. via samenwerkingsverbanden kan worden samengewerkt aan beleidsuitdagingen die gemeentegrensoverschrijdend zijn of die voor meerdere gemeenten van groot belang zijn;
2. sommige taken vragen specialistische kennis die onze eigen organisatie niet kan bieden;
3. het beleggen van taken bij een samenwerkingsverband kan efficiënter/goedkoper zijn dan de taken in de eigen organisatie te beleggen, waardoor voor minder geld minstens dezelfde (maar vaak een hogere) kwaliteit geleverd kan worden;
4. voor sommige beleidsterreinen is het wettelijk verplicht om een samenwerkingsverband op te richten.

De ambtelijke organisatie zorgt ervoor dat de afstemming tussen gemeente en regionale samenwerkingsverbanden goed verloopt.

 

Wat is een verbonden partij precies?
Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een financieel én bestuurlijk belang heeft:
• de gemeente financiert (samen met de andere deelnemers) de verbonden partij. Mocht de verbonden partij onverhoopt failliet gaan of zijn financiële verplichtingen niet na kunnen komen, dan is de gemeente aansprakelijk;
• de gemeente heeft zeggenschap door vertegenwoordiging (via bijvoorbeeld de burgemeester, een collegelid of een raadslid), dan wel via hoofde van stemrecht, in het bestuur van de verbonden partij.

Een belangrijk onderscheid is het verschil tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke verbonden partijen. Daarnaast bestaat er nog een mengvorm, de zogenaamde publiek-private samenwerkingsverbanden (PPS-constructies).

Programma 2 Ruimtelijke ontwikkeling

Terug naar navigatie - Programma 2 Ruimtelijke ontwikkeling

 

Naam verbonden partij
Nationaal Landschap Laag Holland
Site http://www.laagholland.nl/nationaal-landschap
Kerngegevens Nationaal Landschap Laag-Holland, gevestigd in Haarlem
Doel / openbaar belang Nationaal Landschap Laag

is een  samenwerkingsverband tussen diverse partijen (provincie, gemeenten, hoogheemraadschap, Natuur- en landbouworganisaties) die zich inzet voor het behoud van de kernkwaliteiten van Nationaal Landschap Laag Holland.

Missie  

De organisatie Laag Holland voert de regie over het Nationaal Landschap. Visievorming op de vele thema’s (landschap, landbouw, natuur, water, recreatie, communicatie) vindt in de stuurgroep plaats. 

Visie Laag, lager, laagst. Mens en natuur hebben in Laag Holland samengewerkt om iets heel moois onder de zeespiegel te maken. Dat vind je terug in de openheid, de prachtige rechte lijnen, en de beschermde stads- en dorpsgezichten. Daarom is Laag-Holland een nationaal landschap. Dat betekent dat het landschap intact moet blijven. Geen grootschalige nieuwbouw dus, maar oude molens, droogmakerijen, weidse uitzichten, en ruimte voor rust en natuur. 
Ontwikkelingen -
Financiën Er zijn geen specifieke gegevens bekend over de financiële huishouding van Nationaal Landschap Laag-Holland omdat deze post is opgenomen in de boekhouding van de provincie Noord-Holland.    
 Risico's en beheersmaatregelen Geen
   

 

Naam verbonden partij
Recreatieschap Twiske Waterland
Site http://www.hettwiske.nl
Kerngegevens Recreatieschap Twiske Waterland, gevestigd te Velsen
Doel / openbaar belang

Recreatieschap Twiske-Waterland is een samenwerkingsverband van diverse gemeenten en de provincie NH. Het recreatieschap wil recreanten laten genieten van het mooie landschap. Het schap legt recreatieve voorzieningen aan zoals fiets- wandel- en vaarroutes en wil het Waterlandse landschap met zijn karakteristieke bebouwing, openheid en bijzondere planten en dieren zo goed mogelijk in stand houden.

Missie Recreatie in het gebied Twiske-Waterland versterken. 
Visie De visie richt zich met name op ruimtelijke ontwikkelingen:
- in het zuidwestelijke deel worden de intensieve voorzieningen en functies geconcentreerd om hier een integrale ontwikkeling tot recreatiecentrum te bewerkstelligen
- in het zuidoostelijk deel vinden ontwikkelingen plaats op en in de directe nabijheid van de boerderij
- voor het overige blijft het huidige extensieve karakter van het gebied behouden
Ontwikkelingen

 Het recreatieschap heeft in 2020 een ambitiedocument opgesteld waarin lange en korte termijn doelen zijn geformuleerd. Na het verwerken van zienswijzen door de raden is het document in 2020 vastgesteld en geeft het richting aan een uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks geüpdatet en draagt bij aan het halen van de doelen uit het ambitiedocument 2021.

Belangrijke doelen zijn:
-Duidelijk vaststellen kaders voor recreatieve ontwikkelingen
-Beheer natuurwaarden beter onderbouwen en communiceren
-Betere ontsluiting van Twiske en vooral Waterland door het uitbreiden van routenetwerken en het creëren van ‘poorten’

Eigen vermogen per 1 januari 2021 4.971.199
Eigen vermogen per 31 december 2021 5.091.543
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 572.000
Vreemd vermogen per 31 december 2021 468.982
Rekeningresultaat 2021 van de GR 120.345
Bijdrage gemeente aan GR 2021 16.500
 Risico's en beheersmaatregelen Laag risico. Risico's waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen: stormschade, natuurbrand en vandalisme
   

 

Programma 3 Sociaal Domein

Terug naar navigatie - Programma 3 Sociaal Domein

 

Naam verbonden partij
GR Gemeenschappelijke GezondheidsDienst Zaanstreek-Waterland (GGD ZW)
Site ggdzw.nl
Kerngegevens Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Zaanstreek-Waterland, Zaandam
Doel / openbaar belang Bevorderen en uitvoeren van de collectieve preventie en andere activiteiten in het kader van de gezondheidszorg.
Missie

GGD Zaanstreek-Waterland beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid en de sociale veiligheid van alle mensen in de regio. Daarbij staat een preventieve en collectieve aanpak voorop, met specifieke aandacht voor bevordering van participatie en ondersteuning van de eigen regie van mensen. Als uitvoeringsorganisatie van de gemeenten sluit de GGD aan bij de gemeentelijke verantwoordelijkheden in het sociaal domein.

Visie

De GGD gaat voor: doorontwikkeling van de eigen kwaliteiten, aansluiten bij en inspelen op nieuwe ontwikkelingen, hantering van een helder afwegingskader voor de uitvoering van contract-taken, investeren in verbinding.

Ontwikkelingen

 Ook 2021 is een bewogen jaar. De Corona pandemie vereiste nog steeds een extra inzet. Gelukkig werd de vraag naar extra inzet gedurende het jaar minder doordat de pandemie kleiner werd. De benodigde maatregelen, zoals brononderzoek e.d., werd hierdoor ook steeds een kleinere vraag. Dit zorgde ervoor dat achtergebleven werkzaamheden opgepakt konden worden. Er is een flinke inhaalslag gemaakt op diverse terreinen (zorg voor zuigelingen tot kinderen). Het is onduidelijk of alle achterstanden zijn ingehaald. In de Jaarstukken wordt niet bij alle activiteiten en taken de zorg gecategoriseerd en gespecificeerd per gemeente. Dit wordt nog nader uitgevraagd.
Begin 2021 is het traject GGD 3.0 gestart voor een herijking van de GGD Zaanstreek-Waterland om deze toekomstbestendig te maken. In regionaal verband wordt door middel van GGD 3.0 onderzocht welke GR-taken en contracttaken GGD Zaanstreek-Waterland voor de gemeenten uitvoert en welke financieringsstromen er zijn. Aan de hand van dit onderzoek wordt bekeken welke taken er onder de GR gebracht kunnen worden in de toekomst en tegen welke prijs. Onderwerpen van onderzoek zijn o.a. ICT, archivering, huisvesting en de doorbelasting van de kosten voor bedrijfsvoering/overhead, waarbij de eerste inschatting is dat er sprake is van achterstanden vanuit het verleden. Tot het onderzoek is afgerond kunnen wij nog geen uitspraak doen over de hoogte van het bedrag, maar we verwachten een stijging van de kosten.

De GGD heeft een zwaar bewogen jaar gehad in 2020 door de corona pandemie. Door de pandemie kreeg de GGD extra taken waardoor sommige reguliere werkzaamheden onder druk kwamen te staan. De kritische werkprocessen binnen de GGD zijn tijdens de periode tot aan de zomer wel uitgevoerd. Deze processen zijn Jeugdgezondheidszorg 0-4 jarigen en zorgkinderen, Veilig Thuis, Meld- en Adviespunt Bijzondere Zorg (meldpunt suïcide en wet verplichte GGZ) en algemene infectieziektebestrijding, TBC bestrijding en SOA bestrijding bij acute situaties. De GGD probeert de mogelijke achterstanden die ontstaan zijn in te halen. Eind 2020 is hier een begin mee gemaakt.

De GGD heeft een zwaar bewogen jaar gehad in 2020 door de corona pandemie. Door de pandemie kreeg de GGD extra taken waardoor sommige reguliere werkzaamheden onder druk kwamen te staan. De kritische werkprocessen binnen de GGD zijn tijdens de periode tot aan de zomer wel uitgevoerd. Deze processen zijn Jeugdgezondheidszorg 0-4 jarigen en zorgkinderen, Veilig Thuis, Meld- en Adviespunt Bijzondere Zorg (meldpunt suïcide en wet verplichte GGZ) en algemene infectieziektebestrijding, TBC bestrijding en SOA bestrijding bij acute situaties. De GGD probeert de mogelijke achterstanden die ontstaan zijn in te halen. Eind 2020 is hier een begin mee gemaakt.

De GGD heeft een zwaar bewogen jaar gehad in 2020 door de corona pandemie. Door de pandemie kreeg de GGD extra taken waardoor sommige reguliere werkzaamheden onder druk kwamen te staan. De kritische werkprocessen binnen de GGD zijn tijdens de periode tot aan de zomer wel uitgevoerd. Deze processen zijn Jeugdgezondheidszorg 0-4 jarigen en zorgkinderen, Veilig Thuis, Meld- en Adviespunt Bijzondere Zorg (meldpunt suïcide en wet verplichte GGZ) en algemene infectieziektebestrijding, TBC bestrijding en SOA bestrijding bij acute situaties. De GGD probeert de mogelijke achterstanden die ontstaan zijn in te halen. Eind 2020 is hier een begin mee gemaakt.
Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 959.319
Eigen vermogen per 31 december 2021 € 1.129.650
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 € 10.785.071
Vreemd vermogen per 31 december 2021 € 13.628.182
Rekeningresultaat 2021 van de GR € 588.831
Bijdrage gemeente aan GR 2021 € 364.131
 Risico's en beheersmaatregelen

Als zich in de regio calamiteiten voordoen die een bedreiging vormen voor de volksgezondheid (bijvoorbeeld uitbraak infectieziekte), of in het kader van de rampenbestrijding inzet vragen van de GGD, zullen hieruit kosten voortvloeien. Met deze kosten is in de begroting geen rekening gehouden.

In dit kader kan de coronacrisis worden aangehaald. Deze crisis heeft echter niet geleid tot financiële risico’s. Vanaf het allereerste begin van de crisis was duidelijk dat de GGD de uit deze crisis voortkomende extra kosten niet zelf zou kunnen dragen. Hiervoor is financiële ondersteuning van het rijk ontvangen.

Vanuit de strategische risico-inventarisatie worden drie risico’s benoemd door de GGD:
- beleidsveranderingen van de gemeenten;
- veranderde werkwijze politie;
- veranderende werkwijze GGZ.

   

 

 

 

Programma 5 Leefomgeving

Terug naar navigatie - Programma 5 Leefomgeving

 

Naam verbonden partij
Omgevingsdienst IJmond (OD IJmond)
Site www.odijmond.nl
Kerngegevens  
Doel / openbaar belang De beleidslijnen die door de gemeenten Beemster, Beverwijk, Haarlem, Heemskerk, Purmerend, Uitgeest en Velsen en de Provincie Noord-Holland in hun milieubeleidsplannen en overeenkomsten zijn neergelegd, bepalen in 2019 welke werkzaamheden uitgevoerd worden en worden vastgelegd In het uitvoeringsprogramma 2019 van OD IJmond. De ODIJmond heeft zelf geen milieubeleidsdoelstellingen en is een uitvoerende dienst
Missie

OD IJmond draagt bij aan het bereiken en in stand houden van een veilige en duurzame fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit binnen ons werkgebied. Daarbinnen inspireert OD IJmond burgers en bedrijven tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Het resultaat is een landelijk vooruitstrevende en toekomstbestendige voorbeeldorganisatie waar partners met vertrouwen mee samenwerken.

Visie

OD IJmond werkt, als onderdeel van het openbaar bestuur, samen met burgers, bedrijven en overheden aan een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving. Naast vergunningverlening, toezicht en handhaving bij bedrijven, adviseert OD IJmond over de verschillende aspecten van de fysieke leefomgeving en duurzaamheid binnen het ruimtelijke domein.

In de uitvoering van onze taken vervult OD IJmond een proactieve, regisserende en vooral verbindende rol. Als procesregisseur met kennis van zowel Inhoud als uitvoering bevordert OD IJmond een integrale aanpak binnen het ruimtelijk domein en koppelt OD IJmond de juiste partijen aan elkaar. Daarbij is kwalitatieve en adequate dienstverlening leidend. Initiatieven van burgers en bedrijven vragen van OD IJmond een open houding, gericht op wederzijds vertrouwen. Als kennisorgaan anticipeert OD IJmond hierop en faciliteert met een helder inzicht in het speelveld, binnen de kaders van de wet- en regelgeving.

Ontwikkelingen

Met het Jaarverslag 2021 geeft de Omgevingsdienst IJmond inzicht in wat de Omgevingsdienst IJmond in opdracht van de gemeentebesturen en het provinciebestuur in 2021 heeft uitgevoerd. De werkzaamheden van de Omgevingsdienst IJmond zijn vooral gericht op het uitvoeren van de ‘klassieke’ milieutaken voor de deelnemers o.b.v. de gemeentelijke Milieubeleidsplannen die voor een periode van vier jaar worden opgesteld. Naast dit basistakenpakket geeft de Omgevingsdienst IJmond voor een groot aantal gemeenten ook uitvoering aan de overige milieutaken (zowel vergunningverlening, toezicht en handhaving als milieuadvisering en beleidsvoorbereiding en uitvoering). Tot slot wordt in een aantal gemeenten ook toezicht verricht t.a.v. brandveiligheid, Bouw- en Woningtoezicht, de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO), Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV) en Drank- en Horecawetgeving.

2021 stond in het teken van COVID-19. De Omgevingsdienst IJmond heeft ernaar gestreefd continuïteit te leveren t.a.v. de reguliere werkzaamheden en uitvoering te geven aan noodzakelijke (digitale) besluitvorming. Hiervoor zijn de nodige interne en bedrijfsmatige maatregelen genomen. Medewerkers werken zoveel als mogelijk vanuit huis, toezicht vindt veelal administratief plaats. Voorts zijn bestuursvergaderingen en –besluiten in digitale vorm uitgevoerd. In 2020 hebben we een aantal incidentele taken met de huidige formatie kunnen uitvoeren. Mede hierdoor en een incidentele daling van onder andere de kapitaallasten is.

Verder is het belangrijk te vermelden dat in 2021 verder invulling is gegeven aan de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2022 en aan de energietransitie.

Belangrijke ontwikkelingen die op de Omgevingsdienst afkomen zijn:

- De Omgevingswet: Naar verwachting treedt per 1 januari 2023 de Omgevingswet in werking. De Omgevingswet resulteert in een algehele stelselherziening voor de wet- en regelgeving, die gaat over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal ook de werkwijze voor de uitvoering van VTH-taken vanaf dat moment zijn afgestemd op de Omgevingswet. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vindt voor een aantal taken een herverdeling van bevoegdheden plaats. Zo wijzigt het bevoegd gezag van bodemverontreiniging. Deze bevoegdheid en taken gaan over van provincie naar gemeenten waarbij de Omgevingsdienst deze taken voor de gemeenten zal gaan uitvoeren.

- Energie- en warmtetransitie: De energietransitie vormt ook in 2022 een majeur thema binnen het overheidsbeleid op het gebied van milieu en duurzaamheid. Eind 2019 is het landelijke Klimaatakkoord vastgesteld. Hierin zijn maatregelen opgenomen op het gebied van elektriciteit, industrie, mobiliteit, gebouwde omgeving en landbouw en landgebruik. Opgeteld dienen de maatregelen te leiden tot een landelijke CO2-reductie van 49% in het jaar 2030 en 95% in 2050 (t.o.v. 1990). Op rijks, provinciaal en regionaal niveau worden verschillende agenda’s en programma's uitgerold om in 2050 een energie neutrale samenleving te realiseren. Lokale overheden hebben een belangrijke rol bij het behalen van deze doelstelling. Op regionaal niveau worden hiertoe regionale energiestrategieën en op lokaal niveau transitievisies warmte ontwikkeld. De Omgevingsdienst IJmond ondersteunt gemeenten bij het opstellen van het uitvoeren van de energietransitie.

- Onvoorziene ontwikkelingen: De Coronapandemie zal ook in 2022 nog impact blijven hebben op de werkzaamheden. Daarnaast leiden nog onbekende factoren in het stikstof-, het PFAS- en enkele andere dossiers leiden tot onzekerheid, onder andere v.w.b personele inzet. De druk op het realiseren van CO2-reductie blijft immers ook toenemen na de Urgenda uitspraak van de Hoge Raad van 19 december 2019.

Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 861.191
Eigen vermogen per 31 december 2021 € 648.213
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 € 10.410.251
Vreemd vermogen per 31 december 2021 € 9.285.001
Rekeningresultaat 20201van de GR € 118.023
Bijdrage gemeente aan GR 2021 (milieutaken) € 175.392
Risico's en beheersmaatregelen  geen
   

 

Naam verbonden partij
GR Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (VRZW)
Site veiligheidsregiozaanstreekwaterland.nl
Kerngegevens Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, Zaandam
Doel / openbaar belang

Het bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van brandweer/GHOR/CPA-taken in ruime zin met inbegrip van het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen en overigens een goede hulpverlening bij een ongeval of een ramp te bevorderen in het gebied met acht deelnemende gemeenten. De Veiligheidsregio/RWBZ voert regiotaken op het gebied van preventie, preparatie en alarmcentrale. Daarnaast is de gemeentelijke crisisorganisatie inmiddels regionaal georganiseerd als gevolg van de wet op de Veiligheidsregio’s. Deze processen worden steeds verder geprofessionaliseerd.  De nafase van een crisis blijft een taak van de gemeente. De VRZW ondersteunt gemeenten om deze taken te organiseren.

Missie

De partners in de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland gaan ‘arm in arm voor veiligheid’ om het samenwerkingsverband te bestendigen en uit te bouwen. Dit samenwerkingsverband helpt  maatschappelijke verstoringen voorkomen of beperken in het belang van en samen met de burgers.

Visie • Wij werken adequaat en effectief samen op het gebied van integrale veiligheid
• Wij treden adequaat en snel op bij rampen en crises
• Wij gaan in onze organisatievorming mee in de ontwikkelingen rond bestuurlijke schaalvergroting
• Wij hebben wederzijds werkbare afspraken met de nieuwe politieregio
• Wij werken actief samen met de burger opdat deze bewust en zelfredzaam handelt
Ontwikkelingen

Beleidsplan 2021-2024

Het Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2017-2020 vormt ook in 2021 nog het beleidsmatig kader. Met ingang van de
begroting 2022 vormt het nieuwe Beleidsplan het beleidsmatig kader. In het beleidsplan geeft de VrZW aan hoe zij de komende jaren gaan inzetten om te voldoen aan hun wettelijke taken en zich voor te bereiden op de (effecten van) nieuwe crisistypen, technologische ontwikkelingen en digitalisering. Er is in het beleidsplan aandacht voor ‘activiteiten aan de voorkant van de veiligheidsketen’ zoals brandveiligheid, integrale evenementenadvisering en het uitbreiden van het netwerk van (flexibele) expertise op ‘nieuwe’  incidenten en risico’s zoals digitalisering.

Regionaal Risicoprofiel 2021-2024
Het regionaal risicoprofiel 2021-2024 (RRP) is een van de onderleggers van het beleidsplan 2021-2024. In het RRP worden de regionale risico’s en
beheersmaatregelen benoemd, onderverdeeld in 7 thema’s: Natuurlijke omgeving, Gebouwde omgeving, Vitale infrastructuur en voorzieningen, Technologische omgeving, Verkeer en vervoer, Gezondheid en Sociaal maatschappelijke omgeving. Het is een selectie van relevante scenario’s die het brede spectrum aan mogelijkheden voor maatschappelijke ontwrichting en fysieke onveiligheid zoveel mogelijk afdekt. Een aantal risico’s uit het RRP 2019-2020 zijn nog actueel en daarom (geactualiseerd) opgenomen in het nieuwe RRP. Onder andere de risico’s dijkdoorbraak, extreem weer, brand in woonvorm met minder zelfredzamen, grote industriële brand en uitval vitale voorzieningen zijn opnieuw opgenomen. Daarnaast zijn er 2 nieuwe risico’s opgenomen: digitale ontwrichting en uitbraak besmettelijke ziekte.

COVID-19
Ook in 2021 heeft COVID-19 een impact gehad op de samenleving, en daardoor uiteraard ook op VrZW en haar partners.
Zo zijn in het laatste kwartaal van 2021 veel oefeningen (opnieuw) stilgelegd om besmetting bij de repressieve dienst met de Omikron-variant van het coronavirus te voorkomen. Voorgesteld wordt daarom om, voor enkele externe belegde specialistische oefeningen, de niet gemaakte kosten toe te voegen aan de al gevormde bestemmingsreserve. Net als in 2020 mogen de kosten van de veiligheidsregio’s als gevolg van de COVID-19 situatie op voorschotbasis aan het Rijk gedeclareerd worden.

Corona Toegangsbewijscontrole (CTB-gelden)
Door het Rijk is in het najaar van 2021 een bedrag beschikbaar gesteld ten behoeve van de handhaving van de controle op de Corona Toegangsbewijzen door
de 8 gemeenten in onze Veiligheidsregio. De middelen die ter beschikking zijn gesteld, zijn indicatief verdeeld waarbij afgesproken is dat deze verdeling aangepast kan worden als de prioriteitsstelling daarom vraagt. Van het totaal beschikbare bedrag van € 875.000 is t/m eind december 2021 een bedrag van € 455.000 gedeclareerd (waarvan € 10.935 door de gemeente Oostzaan).

Financieel

De primaire begroting 2021 sloot met een positief resultaat van € 90.000. Op 2 juli 2021 is de 1e bestuursrapportage 2021 door het Algemeen Bestuur vastgesteld met een nadelig resultaat van € 54.000. In de 2e bestuursrapportage, die op 3 december 2021 door het Algemeen Bestuur werd vastgesteld, werd een positief resultaat verwacht van € 633.000. Daarbij stemde het Algemeen Bestuur in met de vorming van een nieuwe bestemmingsreserve Projecten 2021 van €215.000. Na het opstellen van de jaarrekening over 2021 sluit het exploitatieresultaat op €620.000. Dit is €13.000 lager dan bij de de 2e bestuursrapportage werd voorzien maar rekening houdend met de vorming van genoemde bestemmingsreserve is er sprake van een positieve saldo-ontwikkeling.

Als resultaatbestemming wordt voorgesteld de bestemmingsreserve 2021 te verhogen met €85.000 vanwege het door COVID-19 niet doorgaan van enkele extern
georganiseerde oefeningen. Voor het overige deel van het positieve exploitatieresultaat (€535.000) wordt voorgesteld van dit bedrag een bestemmingsreserve te vormen voor aanpassing van de kantoren van VrZW als gevolg van hybride werken.

Bezuinigingsmaatregelen
De bezuinigingsopdracht, waartoe het algemeen bestuur op 6 december 2019 besloot, heeft VrZW volledig in de begroting 2021 verwerkt. De deelbezuiniging die samenhangt met de invoering van de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging Bouw kan echter niet gerealiseerd worden. Door uitstel van de invoering van de nieuwe wetgeving is er nog geen sprake van taakreductie. In het op 12 maart 2021 aangeboden onderzoek ‘Gevolgen risicobeheersingstaken stelselherziening Omgevingsrecht voor veiligheidsregio’s’, uitgevoerd door bureau Cebeon, wordt ingeschat dat de invoering eerder tot een verzwaring van de taken gaat leiden. Op basis van deze inzichten is het niet realistisch om een reductie in personeelsbezetting te realiseren zonder verschuiving van taken naar  gemeenten of het niet meer uitvoeren van taken door VrZW. Om die reden is in de ingediende Kaderbrief 2023 als uitgangspunt voor de begroting 2023 opgenomen dat de taakstelling niet gerealiseerd zal worden. Hierover vindt nog bestuurlijke besluitvorming plaats.

 

Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 2.932.000
Eigen vermogen per 31 december 2021 € 2.082.000
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 € 16.812.000
Vreemd vermogen per 31 december 2021 € 17.041.000
Rekeningresultaat 2021 van de GR € 1.317.141
Bijdrage gemeente aan GR 2021 € 682.961
 Risico's en beheersmaatregelen geen
   

 

Naam verbonden partij
Vervoerregio Amsterdam
Site https://vervoerregio.nl/
Kerngegevens Jodenbreestraat 25, 1011 NH Amsterdam
Doel / openbaar belang Samenwerking versterken op het gebied van verkeer en vervoer, bevorderen van bereikbaarheid
Missie Verkeer en vervoer ondersteunt de ruimtelijk-economische ontwikkelingen en de ontplooiingskansen van mensen. Dat vraagt om intensieve samenwerking afstemming tussen het mobiliteitsbeleid en de andere beleidsvelden.
Visie Het versterken van de samenwerking op het gebied van Verkeer en Vervoer in regio Amsterdam-Almere.
Ontwikkelingen De coronaperiode is voor de Vervoerregio Amsterdam uitdagend geweest vanwege het beperkte aantal reizigers dat gebruik kon maken van het openbaar vervoer. Desondanks zijn onder meer stappen gezet met het verduurzamen van het openbaar vervoer in de regio, bijvoorbeeld door investeringen in elektrische bussen
Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 1.159.794
Eigen vermogen per 31 december 2021 € 221.863
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 € 255.499.122
Vreemd vermogen per 31 december 2021 € 333.131.004
Rekeningresultaat 2021 van de GR € 0
Bijdrage gemeente aan GR 2021 € 0
Risico's en beheersmaatregelen Geen
   

Programma 6 Bestuur en organisatie

Terug naar navigatie - Programma 6 Bestuur en organisatie

 

Naam verbonden partij
Cocensus
Site cocensus.nl
Kerngegevens Openbaar lichaam genaamd 'gemeenschappelijke regeling Cocensus',  gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer
Doel / openbaar belang

Cocensus is een gemeenschappelijk regeling (GR) van dertien gemeenten namelijk Haarlem, Haarlemmermeer, Hillegom, Beverwijk, Oostzaan, Wormerland, Alkmaar, Bergen, Uitgeest, Heiloo, Castricum, Dijk en Waard en Den Helder. In deze GR zijn de uitvoeringswerkzaamheden in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen ondergebracht.

Cocensus verzorgt het bestandsonderhoud, de heffing, de invordering, de behandeling van bezwaar- en beroepschriften en de behandeling van verzoeken om kwijtschelding.

Missie Cocensus is de partner voor het integraal waarderen, heffen en invorderen van decentrale belastingen en heffingen. 
Visie

Cocensus heeft een bedrijfsmatige grondslag en zal tegen een zo laag mogelijk tarief en zo hoog mogelijke kwaliteit haar diensten integraal aanbieden. De belangrijkste waarden hierbij zijn:
·         Klantgericht
·         Kwalitatief
·         Innovatief
·         Efficiënt en effectief
·         Resultaatgericht
·         Integriteit

Ontwikkelingen

Cocensus is een gemeenschappelijk regeling (GR) van de gemeenten Haarlem, Haarlemmermeer, Hillegom, Beverwijk, Oostzaan, Wormerland, Alkmaar, Bergen, Heiloo, Uitgeest, Castricum, Graft-De Rijp, Dijk en Waard en Schermer. In deze GR zijn de uitvoeringswerkzaamheden in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen ondergebracht.

Cocensus verzorgt het bestandsonderhoud, de heffing, de invordering, de behandeling van bezwaar- en beroepschriften en de behandeling van verzoeken om kwijtschelding.

Huisvesting
Per April 2021 is Cocensus in het nieuwe pand getrokken aan de Trompet 2700 in Heemskerk. De
bestaande huurcontracten in Hoofddorp (einddatum 31-12-2021) en Alkmaar (einddatum 31-12-2023)
zijn voortijdig opgezegd per 30 april 2021. Voor de vestiging Hoofdorp zijn de kosten afgewikkeld in de
begroting 2021. Voor de (afkoop van de) kosten van huur van het pand in Alkmaar wordt overleg
gevoerd met de eigenaar, de planning is om deze kosten af te wikkelen in de begroting 2022. De
herhuisvesting levert voor de deelnemers van de GR een kostenbesparing van 2% op hun bijdrage per
begrotingsjaar 2022.

Uitvoering WOZ
Op initiatief van de Waarderingskamer is er een wetsvoorstel aangenomen om met ingang van 2021
de waarde van objecten (woningen en niet-woningen) te waarderen/taxeren op basis van vierkante
meters in plaats van kubieke meters. De afgelopen drie jaar is projectmatig de wijziging van m3 naar
m2 doorgevoerd in de WOZ administratie en staat de m2 met ingang van de waardering 2022 aan de
basis van het waarderen van woningen. Ook op het gebied van de BA6 zijn er ontwikkelingen. De BAG
en WOZ worden gelijk getrokken aan elkaar en gaan daarna de beheerfase in.
Inmiddels is er een start gemaakt om het proces van het waarderen van woningen te verbeteren.

Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 477.051
Eigen vermogen per 31 december 2021 € 803.928
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 € 13.664.028
Vreemd vermogen per 31 december 2021 € 15.895.419
Bijdrage gemeente aan GR 2021 € 218.400
Rekeningresultaat 2021 van de GR € 553.928
 Risico's en beheersmaatregelen

In het verlengde van de ISO-certificering vindt jaarlijks bij Cocensus een uitgebreide risico-inventarisatie plaats. Deze inventarisatie met de daaraan gekoppelde beheersmaatregelen wordt elk half jaar besproken in het MT van Cocensus en éénmaal per jaar in de vergadering van het Dagelijks en Algemeen Bestuur van Cocensus. De beheersmaatregelen worden jaarlijks in de externe ISO-audit tegen het licht gehouden. Naar aanleiding daarvan worden weer separaat een inventarisatie en de bijbehorende (al dan niet aangepaste) beheersmaatregelen voorgelegd aan het Bestuur. Hierdoor is het risicomanagement geborgd binnen de organisatie van Cocensus.

Cocensus heeft een zeer beperkt weerstandsvermogen (de algemene reserve is contractueel gemaximeerde op € 250.000). Dit houdt in dat financiële tegenvallers in rekening worden gebracht bij de deelnemers.

   

 

Naam verbonden partij
OVER-gemeenten
Site  over-gemeenten.nl
Kerngegevens OVER-gemeenten, Oostzaan en Wormerland.
Doel / openbaar belang

Op 17 juni 2008 heeft de gemeenteraad van Oostzaan besloten in te stemmen met de samenwerking van Wormerland en Oostzaan. Om de uitvoering van beleidsmatige, uitvoerende en organisatorische opgaven te borgen en de dienstverlening verder te verbeteren, is de gemeenschappelijke regeling OVER-gemeenten opgericht. OVER-gemeenten werkt binnen de door de gemeenteraad van Oostzaan voor de samenwerking vastgestelde kaders. Deze kaders zijn:

- Elke gemeente behoudt haar bestuurlijke zelfstandigheid;
- Elke gemeente stelt haar eigen beleids- en uitvoeringskader vast;
- De samenwerking heeft als doel het blijvend borgen van dienstverlening, kwaliteit, continuïteit, bestuurskracht en betaalbaarheid;
- De dienstverlening van elke gemeente blijft lokaal (front-offices);
- Vanuit het uitgangspunt van “handhaven van de bestuurlijke zelfstandigheid van de twee gemeenten” blijft elke gemeente thans en in de toekomst verantwoordelijk voor haar eigen financiële positie;
- De (structurele) kosten van de ambtelijke organisatie mogen tijdens de samenwerking en in verdere uitwerkingen van de samenwerking niet stijgen, uitgezonderd wanneer er verplichte nieuwe taken vanuit het Rijk bijkomen.

Tevens mogen de kosten stijgen, indien een deelnemende gemeente nieuwe beleidsvoornemens heeft die gepaard gaan met personeelsuitbreiding. In dat geval zullen de extra kosten die hieruit voor de ambtelijke organisatie voortvloeien, gedragen worden door de betreffende gemeente zelf. Gemeenten die deze beleidsvoornemens niet willen doorvoeren zullen niet voor deze extra kosten van de ambtelijke organisatie worden belast.

Missie
  • Het zo optimaal mogelijk organiseren van het samenspel tussen colleges, bestuur en organisatie als noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren van de serviceorganisatie voor meerdere gemeenten.
  • Het zo optimaal mogelijk organiseren van de dienstverlening aan inwoners, bedrijven en instellingen.
  • Het zo optimaal mogelijk organiseren van de bedrijfsmatige ondersteuning als noodzakelijke voorwaarde voor het goed functioneren van de klantgerichte processen.
  • Het zo optimaal mogelijk inzetten van personeel, zodanig dat een constante kwaliteit geleverd kan worden.
Visie

OVER-gemeenten is in 2021 een:

  • vraaggestuurde dienstverlener
  • een toegangspoort tot de overheid
  • een aantrekkelijk werkgever
  • een innovatieve, 'anders' denkende organisatie
  • een aantrekkelijke partner
Ontwikkelingen

Net als in 2020 is kampt OVER-gemeenten ook in 2021 nog met de gevolgen van de coronapandemie. Daarnaast is intern het nodige gewijzigd bij OVER-gemeenten, zoals de komst van de directeur, de nieuwe (nog in ontwikkeling zijnde) organisatiestructuur en nog steeds een groot personeelsverloop met veel externe inhuur.

Financieel

In het Voorjaarsbericht 2021 van OVER-gemeenten is de OVER-gemeenten-begroting 2021 incidenteel bijgesteld met 1,5 miljoen, waarvan 38% ten laste van de Gemeente Oostzaan komt, zijnde € 570.000. De reden van deze incidentele budgetbijstelling is het enorme personeelsverloop, de moeilijke arbeidsmarkt, hoge ziekteverzuim en de daarmee samenhangende hogere kosten voor inhuur personeel. 

Bestuurlijke toekomst

De uitvoering van het raadsbesluit inzake de bestuurlijke toekomst  heeft geleid tot een bestuurlijke verkenning en een participatietraject over de bestuurlijke toekomst, vertaald in wenselijkheden, onwenselijkheden, mogelijkheden en onmogelijkheden waarmee in de toekomstkeuze rekening moet worden gehouden. Daarover is de raad meermaals in 2021 gerapporteerd, met het oog op een afweging die de raad moet maken over de bestuurlijke toekomst.  De nieuwe gemeenteraad zal voor de komende 4 jaar regie moeten nemen op de bestuurlijke toekomst en zal als vertrekpunt de aanbeveling van de oude raad behandelen om het stuur in handen te nemen en koers te bepalen in dit dossier.  De oude raad heeft zich daarmee van zijn taak in 2021 gekweten, met een kleine uitloop naar 2022. 
Intussen wordt hard gewerkt aan de versterking van OVER-gemeenten, omdat die ambtelijke organisatie van vitaal belang is voor de dienstverlening aan burger en bestuur, alsmede voor de bestuurskracht in de komende raadsperiode. Daarin is ook initieel financieel geïnvesteerd in 2021.

Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 500.235
Eigen vermogen per 31 december 2021 € 996.034
Vreemd vermogen per 1 januari 2021

€ 1.759.252

Vreemd vermogen per 31 december 2021 € 3.055.658
Bijdrage gemeente aan GR 2021 € 6.511.769
Rekeningresultaat 2021 van de GR € 495.798
 Risico's en beheersmaatregelen Het risico’s voor de gemeente zit met name in de financiering van OVER-gemeenten. Zijn de financiële middelen wel voldoende voor de uitvoering van de taken. Hierin zijn twee zorgelijke ontwikkelingen te benoemen. Enerzijds de organisatorische ontwikkelingen binnen OVER-gemeenten, zoals het forse personeelsverloop. Ten tweede benoemen we constante de overdracht van taken van het rijk naar de gemeenten zonder dat het rijk daarvoor voldoende middelen beschikbaar stelt.
   

Overige samenwerkingsverbanden

Terug naar navigatie - Overige samenwerkingsverbanden

 

Overige verbonden partijen

- Opspoor

- Regeling zonder meer.

 

Privaatrechtelijke verbintenissen
Wij zijn ook privaatrechtelijke samenwerkingsvormen aangaan. Hieronder is een overzicht met de volgende private partijen weergegeven:

- Regeling Zonder Meer, inkoop WMO Jeugd.
- Overeenkomst tot uitvoering op HRM-gebied met Driessen voor wat betreft de salarisadministratie.
- Overeenkomst tot samenwerking in regio-verband bij milieutaken (omgevingsdienst IJmond).
- Stichting Rijk
- Gemeente Archief Zaanstad

Aandelen
Vanuit onze aandeelhouderschap hebben wij ook een verbintenis met de volgende bedrijven:
- Bank voor Nederlandse Gemeenten
- E.Z.W. N.V. (opgeheven in 2018)

Bijzondere samenwerkingsverbanden
Naast de bovenstaande verbonden partijen werken wij ook samen met de volgende partijen:

- Stichting Opspoor, onderwijs
- Regionale politie Zaanstreek-Waterland
- Stichting Grootschalige basiskaart Noord Holland
- Regionaal platform recreatie en toerisme
- Stichting Marketing Zaanstreek
- Provincie (risicokaart)
- CROS

Overige samenwerking
De gemeente Oostzaan staat in beginsel positief tegenover het aangaan van samenwerkingsverbanden met derden, teneinde het publieke belang zoveel mogelijk te dienen. In dat kader is dan ook aandacht voor nieuwe kansen of ontwikkelingen, om –indien dat noodzakelijk is- de bestaande samenwerkingsverbanden verder uit te werken of nieuwe samenwerkingspartners te zoeken. De aard van de beoogde samenwerking en de publieke belangen die daarbij betrokken zijn, is leidend voor de vorm van samenwerking en de partij waarmee samenwerking worden gezocht. Dat kan zowel een bestuursorgaan, een gemeente of een private partij zijn.

Paragraaf Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering

In de BBV (Besluit Beheer en Verantwoording Provincies en gemeenten 2014) is een paragraaf financiering voorgeschreven voor zowel de begroting als de jaarrekening. Deze dient voor transparantie van de treasuryfunctie (financiering) van decentrale overheden. In deze paragraaf worden zo duidelijk mogelijk de plannen, feiten en visie over financiering uiteengezet. De Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) schept een duidelijker kader voor de treasuryfunctie en levert een bijdrage aan de kredietwaardigheid van de openbare lichamen en bevordert de transparantie van de treasuryfunctie. Deze wet introduceert twee instrumenten op het gebied van de treasuryfunctie:
- het treasurystatuut
- de financieringsparagraaf

De doelstelling van het treasurystatuut is om bestaande verantwoordelijkheden en bevoegdheden te formaliseren en expliciet vast te stellen. De gemeenteraad kan dan beter invulling geven aan zijn verordenende en controlerende bevoegdheid. Het tweede instrument, de financieringsparagraaf, heeft als doel inzicht te geven in de algemene interne en externe ontwikkelingen die van belang zijn voor de treasury en de concrete plannen op het gebied van risicobeheer, financieringspositie en leningen en uitzettingenportefeuille.

Door de raad is  op 4 februari 2019 het treasurystatuut 2019 vastgesteld (RV 19/04). In dit statuut zijn de organisatie rondom het opstellen van het treasurybeleid, de planning & control cyclus, de organisatie rondom de uitvoering van treasury-activiteiten en de interne en externe controle geregeld.

Uitgangspunten treasurybeleid
In deze paragraaf kijken we terug op de treasury-activiteiten van het jaar 2019. Het uitgangspunt voor de treasury-activiteiten voor de jaren 2019 tot en met 2023 is dat we de bedragen en looptijden van aangetrokken langlopende leningen afstemmen op het renterisico dat de gemeente loopt. De zogenaamde renterisiconorm bedraagt 20%. In 2021 is de renterisiconorm niet overschreden.

Leningenportefeuille
Hier wordt de ontwikkeling van de portefeuille van de langlopende leningen voor 2021 weergegeven.


Risicobeheer
De Wet FIDO verplicht de kasgeldlimiet en de renterisiconorm in beeld te brengen. De provincie gebruikt deze bij het uitoefenen van haar toezichthoudende functie. De kasgeldlimiet betreft het renterisico van de vlottende schuld. De renterisiconorm betreft het renterisico van de langlopende schuld.

Kasgeldlimiet

Berekening Kasgeldlimiet voor 2021  
Omvang jaarrekening over 2021 41.198.481
- in procenten van omslag 8,5%
(1) Toegestane kasgeldlimiet 3.501.870
(2) Omvang vlottende korte schuld 9.082.586
(3) Vlottende middelen 5.790.666
Contante gelden in kas 434.407
Tegoeden in rekening courant 0
Overige uitstaande gelden < 1 jaar 334.391
Toets kasgeldlimiet:  
(4) Totaal netto vlottende schuld (2-3) 2.523.122
Toegestane kasgeldlimiet (1) 3.501.870
Ruimte overschot kasgeldlimiet
978.748

Voor het jaar 2021 is de kasgeldlimiet niet overschreden.

 

Rentekosten
De interne rekenrente voor investeringen en dergelijke is voor het jaar 2021 vastgesteld op 3,4 %. Hiermee is het vastgestelde interne rentepercentage vanuit de begroting gevolgd. Hierdoor blijven de berekende kapitaallasten per product gelijk aan de begroting. Wanneer ieder(e paar) jaar de rekenrente zou wijzigen, zouden de lasten van de producten, en hiermee ook de tarieven, steeds veranderen. Daarnaast is het administratief erg veel werk om de kapitaallasten voor alle gedane investeringen te wijzigen op basis van een gewijzigde rekenrente. Financieel heeft het per saldo geen effect als de rekenrente wijzigt. Bij een lagere rekenrente worden de lasten van de individuele producten lager, maar het positieve rentesaldo op het product Financiering wordt eveneens lager. De werkelijke rentelasten 2021 bedragen €  560.692,-.


Solvabiliteit
Met solvabiliteit wordt aangegeven in hoeverre een onderneming de financiële verplichtingen (betalingen) aan verschaffers van vreemd vermogen (leningen) kan nakomen met behulp van alle activa. Aangezien de liquidatiewaarde (verkoopwaarde) van de vaste activa niet bekend is, moet er bij de bepaling van de liquiditeit worden uitgegaan van de boekwaarden van de activa, zoals deze zijn opgenomen in de jaarrekeningen. De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen x 100%. In onderstaand schema is de berekening van de solvabiliteit berekend op basis van de vastgestelde jaarrekeningen.

Jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Balanstotaal Solvabiliteit
2004 2.365.684,- 18.894.527,- 21.260.211,- 11,13 %
2005 2.452.838,- 24.902.556,- 27.355.394,- 8,97 %
2006 2.535.566,- 32.809.266,- 35.344.832,- 7,17 %
2007 3.771.550,- 36.689.980,- 40.461.530,- 9,32 %
2008 3.548.965,- 38.503.339,- 42.052.304,- 8,44 %
2009 5.038.579,- 41.731.622,- 46.770.201,- 10,77 %
2010 6.073.045,- 39.413.643,- 45.486.688,- 13,35 %
2011 6.144.262,- 38.188.414,- 44.332.676,- 13,85 %
2012 8.940.588,- 34.185.844,- 43.126.432,- 20,73 %
2013 9.216.197,- 33.258.436,- 42.474.633,- 21,70 %
2014 5.740.763,- 36.511.914,- 42.252.677,- 13,58 %
2015 5.383.915,- 35.782.128,- 41.166.043,- 13,07 %
2016 5.856.829,- 33.782.053,- 39.638.882,- 14,78 %
2017 5.680.056,- 35.516.209,- 41.196.265,- 13,79 %
2018 5.011.930,- 37.998.333,- 38.010.263,- 13,19 %
2019 5.547.780,- 33.240.716,- 38.788.496,- 14,30 %
2020 3.807.202,- 35.563.720,- 39.370.922,- 10,34 %
2021 3.393.876,- 37.804.705,- 41.198.481,- 12,14%
         

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente. Afhankelijk van de directe opbrengstwaarde van de activa ligt de minimumnorm voor het bedrijfsleven op een waarde tussen de 25% en 40%. Voor overheden is geen norm opgesteld.

Schatkistbankieren
Op 15 december 2013 is de Wet Verplicht Schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat decentrale overheden hun overtollige middelen (gelden op rekening-courant bij de bank boven een bepaald drempelbedrag) aan moeten houden bij het Ministerie van Financiën (de schatkist). Het doel hiervan is het verlagen van de EMU-schuld van de collectieve sector. Doordat de decentrale overheden hun tijdelijk overtollige gelden aanhouden in de schatkist, wordt de externe financieringsbehoefte van het Rijk verminderd. De gemeenten hebben een rekening-courant bij de schatkist waar de gelden op aangehouden kunnen worden. Het zogenaamde drempelbedrag is afhankelijk van de omvang van de begroting. Voor Oostzaan bedraagt deze € 250.000,-. Het totaal van alle liquide middelen op de diverse bankrekeningen, en in kas, mag gemiddeld per kwartaal niet boven dit bedrag uitkomen.

Dagelijks wordt de hoogte van de diverse bankrekeningen in de gaten gehouden en wanneer nodig wordt geld afgeroomd naar onze rekening-courant bij de schatkist. Wanneer dit geld weer nodig is voor het kunnen doen van betalingen, wordt het weer teruggehaald. Hoewel deze taak behoorlijk arbeidsintensief is, zijn in 2021 de liquide middelen ieder kwartaal onder de grens van het drempelbedrag gebleven. In de "toelichting op de balans" zijn de diverse bedragen genoemd.

EMU saldo

Het EMU-saldo (ook wel financieringssaldo van de totale Nederlandse overheid) is jaren negatief geweest.

Het financieringssaldo van de gemeenten maakt hier onderdeel van uit.  Voor Oostzaan komt het overzicht 2021 uit op de volgende bedragen:

Raming EMU saldo
2020 rekening 2021 begroting
2021 rekening
Exploitatiesaldo vóór mutaties aan reserves -1.632.303 12.000 209.687
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 1.096.476 1.196.000 1.053.944
Dotaties aan voorzieningen 486.501 62.000 357.602
Investeringen materiële vaste activa - 1.153.923 - 4.780.000 -3.836.921
Ontvangen investeringsbijdragen van Rijk 0 0 2.413.560
Baten desinvesteringen materiële vaste activa 0 0 0
Uitgaven aankoop grond, bouwrijp e.d. 0 0 0
Baten bouwgrondexploitaties 0 0 0
Betalingen ten laste van voorzieningen -82.912 0 0
Boekwinst verkoop van deelnemingen of aandelen 0 0 0
Totaal - 1.286.161 - 3.510.000 197.872

 

Door de Europese Commissie wordt een overschrijding op macro niveau geaccepteerd van 3% van het BBP voor decentrale overheden. Dit is in totaal een bedrag van 1.4 miljard.

 

Paragraaf Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen

Algemeen

De gemeentelijke heffingen zijn, naast de doeluitkeringen van het Rijk en de algemene uitkering uit het gemeentefonds, een belangrijke bron van inkomsten. Er zijn twee gemeentelijke heffingen: retributies en belastingen. Bij de retributies is er sprake van een tegenprestatie van de gemeente en mogen de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor de uitoefening van de taak, dit betekent dat de kostendekkendheid niet meer mag zijn dan 100%. Bij belastingen is er geen directe relatie met een prestatie van de gemeente. Belastingen worden gezien als een algemeen dekkingsmiddel.

De gemeente Oostzaan heeft de uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en het opleggen van de aanslagen en de invordering van onroerende zaakbelasting (OZB) , roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting, forensenbelasting, grafrechten en leges omgevingsvergunningen ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling, zijnde Cocensus. Ook de afhandeling van de kwijtscheldingsverzoeken en bezwaar- en beroepschriften vinden plaats door Cocensus.

Voor de uitvoering van belastingregelingen in 11 gemeenten met een inwonersaantal circa 650.000 inwoners brengt Consensus de gemeenten een bijdrage in rekening. Voor de uitvoering van de belastingregelingen is over het jaar 2021 een bijdrage aan Cocensus betaald van € 215.000 ,- op basis van de Dienstverleningsovereenkomst, en een bedrag van € 27.890,- voor extra diensten, zoals controle hondenbelasting en juridische ondersteuning bij complexe bezwaarschriften, waaronder de bezwaarprocedures van het rioolrecht door de WOV.

 

Actuele ontwikkelingen
Precariobelasting
Per 1 juli 2017 is de wet  in werking getreden tot afschaffing van de precariobelasting op nutsnetwerken. De Eerste Kamer deed het wetsvoorstel op 21 maart als hamerstuk af. Het besluit tot inwerkingtreding van de wet is op 22 mei 2017 in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2017, 196).

Gemeenten die op 10 februari 2016 in hun belastingverordening een tarief hadden voor nutsnetwerken, mogen uiterlijk tot 1 januari 2022 nog precariobelasting op nutsnetwerken blijven heffen. 2021 is het laatste jaar voor de gemeente Oostzaan waarin precariobelasting is opgelegd.

WOZ

Wijziging WOZ-taxatie van m3 naar m2.
De Waarderingskamer heeft enkele jaren geleden het project "Gebruiksoppervlakte woningen voor WOZ-taxaties gestart". Het uitgangspunt van dit project is dat gemeenten de jaren tot en met 2021 gebruiken om van alle woningen een nauwkeurige, gecontroleerde en voldoende gedetailleerde gebruiksoppervlakte vast te leggen. Deze gebruiksoppervlakte dient vervolgens gebruikt te worden voor het uitvoeren van de WOZ-taxaties. 

In 2022 is het dan verplicht en vastgelegd in de Wet WOZ om alle WOZ-waarden (naar de waarde peildatum 1 januari 2021) te baseren op de gebruiksoppervlakte. Dit is een belangrijke stap in het bereiken van meer uniformiteit in niet alleen de WOZ-taxaties, maar ook een belangrijke stap in het bereiken van een meer uniforme registratie van kenmerken van woningen binnen de gehele overheidsinformatie. Met name de Basisregistratie Adressen en Gebouwen, de BAG, gaat hier van profiteren, omdat de in de BAG geregistreerde oppervlakten voor zover het geen nieuwe of gecontroleerde zaken betreft, ooit zijn gevuld met behulp van een rekenformule (van inhoud naar oppervlakte) met een getolereerde afwijking van 15%. De door de WOZ uitgevoerde volledige inventarisatie draagt bij derhalve ook bij aan een volledig accurate BAG.
Daarom is dit project ook één van de stappen in de richting van een Samenhangende Objecten Registratie (SOR) binnen de gehele Overheid.
Bij de Gemeenschappelijke Regeling Cocensus is gewerkt aan het project voor het omzetten van kubieke meters naar vierkante meters tot en met 2021.  In 2021 zijn de taxaties gedraaid zowel op basis van inhoud (voor de laatste keer) als op basis van gebruiksoppervlak. Dit om de taxatiemodellen te vergelijken en te controleren teneinde te voorkomen, dat een wijziging van methodiek gaat leiden tot al te grote verschillen in de taxatiewaarde.  Alle werkzaamheden zijn afgerond in 2021 en de aanslagen OZB 2022 kunnen op basis van m2 worden opgelegd.

 

Gemeentelijke belastingen
Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Uitgangspunt bij het vaststellen van de belastingtarieven is dat deze trendmatig worden verhoogd met de verwachte inflatie. In overeenstemming met de Kadernota 2021 is in de Programmabegroting 2021 voor de belastingen rekening gehouden met een inflatiepercentage van 1,6 %. De opbrengsten van gemeentelijke belastingen en retributies bedragen circa 26% van de totale baten van de gemeente Oostzaan voor het jaar 2021.

Onroerende Zaakbelasting(OZB)
De grondslag voor de OZB wordt gevormd door de waarde van het onroerend goed, die jaarlijks wordt vastgesteld (de zogenaamde herwaardering). Oostzaan  hanteert het uitgangspunt dat de gemiddelde waardestijging (of daling), die voortvloeit uit de herwaardering, wordt gecompenseerd door een evenredige tariefsverlaging (of evenredige tariefsverhoging).  Daarmee bereikt de gemeente dat waardemutatie niet leidt tot een wijziging in de totale opbrengst, maar slechts tot individuele verschillen in aanslagen. Dat is het geval als de waarde van een woning meer of juist minder is gestegen dan het Oostzaanse gemiddelde. Dan levert de herwaardering een voordeel of juist een nadeel op voor de eigenaar. Deze systematiek is ook in 2019 weer toegepast.

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting (RWWB)
Eigenaren en gebruikers van onroerend goed betalen gemeentelijke belastingen in de vorm van de onroerende zaakbelasting (OZB). Het is wettelijk mogelijk om ook voor eigenaren en gebruikers van roerende woon- en bedrijfsruimten (zoals woonboten en woonwagens) een gelijke belasting in te voeren, te weten de Roerende Woon- en bedrijfsruimte belasting (RWWB). Om eigenaren en gebruikers van roerend en onroerend goed gelijk te behandelen is het tarief van die belasting gelijk aan het tarief van de OZB.

Hondenbelasting
Onder de naam “hondenbelasting” heft de gemeente een belasting op het houden van honden binnen de gemeente. Belastingplichtige is de houder van de hond. Het aantal honden is bepalend voor de opbrengst van de belasting.

Gemeentelijke belastingen

Rekening 2020

Begroting 2021 (gewijzigd)

Rekening 2021

OZB woningen 1.496.815 1.807.930 1.829.334
OZB niet-woningen gebruikers en eigenaren 329.780 390.901 392.591
Roerende woon- en bedrijfsruimten 234.021 305.324 320.113
Precariobelasting 517.000 487.000 560.682
Hondenbelasting 32.811 27.000 34.485
Toeristenbelasting 291.800 291.800 292.000
Totaal belastingen 2.902.227 3.309.955 3.429.205

 

Gemeentelijke retributies
Onder de naam retributies heft de gemeente tarieven voor diverse typen van dienstverlening. Bij retributies is sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taakuitoefening. De geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor die taakuitoefening. Belastingplichtige is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de dienst is verleend. Geregeld is er landelijk publiciteit over de gemeentelijke tarieven en de verschillen daartussen. Die verschillen ontstaan in de regel als gevolg van de gemaakte beleidskeuzes. Om die beleidskeuzes zo transparant mogelijk vast te leggen heeft de VNG het initiatief genomen om modellen voor de kostenonderbouwing te ontwikkelen. Voor de afvalstoffen- en rioolheffing, de leges en de lijkbezorgingsrechten zijn deze door de VNG ontwikkeld.

Rioolheffing
De kosten die de gemeente maakt als uitvloeisel van de watertaken worden op burgers en bedrijven verhaald via de zogenaamde rioolheffing. De kosten die uit die watertaken voortvloeien (op het gebied van afvalwaterinzameling, afvalwatertransport en afvoer van overtollig regen- en grondwater) zijn berekend in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2018-2024. 

Rioolheffing

Rekening 2020

Begroting 2021 (gewijzigd)

Rekening 2021

Lasten 846.403 1.037.047 882.801
Overhead 155.136 257.534 257.534
BTW 42.106 135.061 56.705
Mutaties voorziening 248.825 0 16.951
Lasten totaal product riolering 1.292.470 1.429.642 1.213.991
Bijkomende kosten tlv tarief/kostendekkendheid, conform begroting 10% van het groenbudget 28.393 30.484 27.588
Lasten totaal 1.320.863 1460.126 1.241.579
Baten totaal 1.323.778 1.456.142 1.148.973
Saldo      
Kostendekkendheid (%) 100,2 % 99,7 % 92,5 %

 

In de rioolrechten mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-BTW als de investerings-BTW. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun rioolheffing.

 

Afvalstoffenheffing
Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een recht geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente op grond van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval heeft. Bij het bepalen van de hoogte van de afvalstoffenheffing wordt rekening gehouden met het feit dat op begrotingsbasis de baten niet hoger mogen zijn dan de lasten. Er wordt gestreefd naar een kostendekkendheid van 100%.

Afvalstoffenheffing

Rekening 2020

Begroting 2021 (gewijzigd)

Rekening 2021

Lasten 949.338 860.840 913.286
Overhead 483.837 338.879 338.879
BTW 156.784 178.822 152.550
Kwijtschelding 32.012 26.000 34.359
Mutaties voorziening 0 0 0
Lasten totaal product afval 1.621.971 1.404.541 1.439.074
Bijkomende kosten tlv tarief/kostendekkendheid, conform begroting 10% van het groenbudget 28.393 30.484 27.588
Bijkomende kosten tlv tarief/kostendekkendheid, conform begroting 10% van het budget van de BOA, openbare orde en veiligheid 10.059 8.500 9.725
Lasten totaal 1.660.423 1.443.525 1.476.387
Baten totaal 1.305.430 1.443.188 1.458.965
Saldo      
Kostendekkendheid (%) 78,6 % 100,0 % 98,8 %

 

In de afvalstoffenheffing mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-BTW als de investerings-BTW. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun afvalstoffenheffing.

Begraafrechten

Begraafrechten

Rekening 2020

Begroting 2021 (gewijzigd)

Rekening 2021

Lasten 53.756 64.781 55.753
Overhead 121.944 108.295 108.295
Mutaties voorziening 0 0 0
Lasten totaal 175.700 173.076 164.048
Baten totaal 137.018 125.000 163.637
Saldo -38.682 - 48.076 412
Kostendekkendheid (%) 77,98 % 72,22 % 99,75 %

 

 

Kwijtscheldingsbeleid
De normen voor het kwijtscheldingsbeleid, als onderdeel van het gemeentelijk minimabeleid zijn in de gemeente Oostzaan gesteld op 100% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Dit betekent dat een vrij grote groep belastingschuldigen in aanmerking komt voor kwijtschelding, waardoor hun besteedbare ruimte groter wordt. In de begroting 2020 is een bedrag aan kwijtschelding een bedrag wordt verwerkt van € 25.000,-. Het werkelijke bedrag aan kwijtschelding 2020 bedraagt € 32.012,-.  De volgende heffingen komen in Oostzaan in aanmerking voor kwijtschelding: afvalstoffenheffing, hondenbelasting en een gedeelte van de onderhoudsrechten graven.

Kwijtscheldingen

Rekening 2020

Begroting 2021 (gewijzigd)

Rekening 2021

Bezwaren WOZ 109 130 117
Bezwaren overige heffingen 53 75 62
Beroep WOZ 1 0 1
Beroep overige heffingen 0 0 0
Lasten kwijtschelding € 32.012 € 26.000 € 34.359

 

Leges
Algemeen
De tarieven voor 2017 zìjn primair aangepast aan de hand van het inflatiepercentage van 1 %, tenzij nader beperkt door wettelijke tariefstellingen. Bij de toerekening van kosten is uitgegaan van de aanwezige jurisprudentie. Hierdoor is een 100% kostendekkende legesverordening risicovol. Wanneer nieuwe jurisprudentie tot een wijziging in de toe te rekenen kosten leidt, kan de kostendekkendheid overschreden worden, Door iets onder de 100% te blijven wordt dit risico opgevangen.

Titel 1

Leges burgerzaken

Rekening 2020

Begroting 2021 (gewijzigd)

Rekening 2021

Lasten 49.381 87.934 73.165
Overhead 259.586 352.311 352.311
Lasten totaal 308.967 440.245 425.476
Baten totaal 125.326 154.278 152.485
Saldo 183.641 285.967 272.991
Kostendekkendheid (%) 40,6 % 35,0 % 35,8 %

 

 

Titel 2

Leges omgevingsvergunningen

Rekening 2020

Begroting 2021 (gewijzigd)

Rekening 2021

Lasten 94.199 127.281 110.547
Overhead 370.490 346.268 346.268
Lasten totaal 464.689 473.548 456.815
Baten totaal 93.429 220.000 100.578
Saldo 371.260 253.548 356.237
Kostendekkendheid (%) 20,1 % 46,5 % 22,0 %

 

 

Titel 3 / Evenementen en APV vergunningen

Rekening 2020

Begroting 2021 (gewijzigd)

Rekening 2021

Lasten 9.784 15.489 11.589
Overhead 174.864 158.361 158.361
Lasten totaal 184.648 173.850 169.950
Baten totaal 13.722 29.200 7.796
Saldo 170.926 144.650 162.154
Kostendekkendheid (%) 7,4 % 16,7 % 4,6 %

 

Totaaloverzicht opbrengst belastingen en retributies
In onderstaande tabel wordt aangegeven welke opbrengsten en retributies er zijn en hoeveel de inkomsten daarvan bedragen. Tevens wordt aangegeven het uiteindelijke totale netto resultaat van de heffingen en het uiteindelijke aandeel.

Gemeentelijke belastingen
Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Uitgangspunt bij het vaststellen van de belastingtarieven is dat deze trendmatig worden verhoogd met de verwachte inflatie. Voor het jaar 2021 hierbij een totaaloverzicht met de gerealiseerde gemeentelijke belastingen en retributies.

Belastingen / retributies

Rekening 2020

Begroting 2021 (gewijzigd)

Rekening 2021

Belastingen      
OZB woningen 1.496.815 1.807.930 1.829.334
OZB niet-woningen gebruikers en eigenaren 329.780 390.901 392.591
Roerende woon- en bedrijfsruimten 234.021 305.324 320.113
       
Precariobelasting 517.000 487.000 560.682
Hondenbelasting 32.811 27.000 34.485
Toeristenbelasting 291.800 291.800 292.000
       
Totaal belastingen 2.902.227 3.309.955 3.429.205
       
Retributies
     
Rioolrecht 1.323.778 1.456.142 1.148.973
Afvalstoffenheffing 1.305.430 1.443.188 1.458.965
Begrafenisrechten 137.018 125.000 163.637
Leges omgevingsvergunningen 93.429 220.000 100.578
Leges vergunningen 13.722 29.200 7.796
Leges burgerzaken 125.326 154.278 152.485
Totaal retributies
2.998.703 3.427.808 3.032.434
       
Kwijtscheldingen
32.012 26.000 34.359
Totaal netto opbrengsten 2.966.691 3.401.808 2.998.075
       

 

Paragraaf Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf bedrijfsvoering

De activiteiten op het gebied van bedrijfsvoering worden uitgevoerd door OVER-gemeenten.

Dit is de gezamenlijke werkorganisatie van de gemeente Wormerland en de gemeente Oostzaan.

In deze paragraaf leest u een beknopte samenvatting van de Jaarrekening 2021 van OVER-gemeenten.

Voor meer informatie verwijzen wij u naar de Jaarrekening van OVER-gemeenten.

TEKST AANVULLEN

Financieel overzicht OVER-gemeenten

De lasten en baten van OVER-gemeenten worden voor 38% toegerekend aan de gemeente Oostzaan, en voor 62% aan de gemeente Wormerland, uitgezonderd de afgenomen specifieke dienstverlening. De jaarrekening van OVER-gemeenten 2021 sluit met een positief saldo van € 495.798,-.

 

 

Paragraaf Covid-19

Covid-19

Terug naar navigatie - Covid-19


Het jaar 2021 gaat wederom de boeken in als een Coronajaar. Vanaf maart 2020 heeft het Coronavirus vele aspecten in de maatschappij beïnvloed. Ook voor de gemeente Oostzaan heeft dit gevolgen voor financiën, personeel en processen. In deze paragraaf zetten we de zaken die in 2021 anders dan anders zijn geweest als gevolg van de Coronapandemie uiteen.

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost?

In onderstaand overzichten zetten we uiteen welke gelden het Rijk beschikbaar heeft gesteld in verband met de extra gemaakte kosten in verband met de Coronapandemie en waaraan deze gelden zijn uitgegeven.

 

Het budget voor de Corona 2021 is opgebouwd uit: 2021
Compensatie vanuit septembercirculaire 2020 70.567,-
Compensatie vanuit decembercirculaire 2020 112.300,-
Compensatie vanuit maartbrief 2021 100.983,-
Compensatie vanuit meicirculaire 2021 14.451,-
Compensatie vanuit septembercirculaire 2021 74.517,-
Compensatie vanuit decembercirculaire 2021 198.544,-
Totaal beschikbaar in 2021 voor extra kosten door Corona: €  571.362,-

 

Waar hebben we het aan besteed?

Terug naar navigatie - Waar hebben we het aan besteed?

 

Voor 2021 kan het volgende financiële overzicht worden opgesteld:

Sommige zaken uit 2021 zijn nog niet in dit overzicht opgenomen, omdat daar per medio maart 2022 nog geen duidelijkheid over was.
Dit betreft in ieder geval de meerkosten van aanbieders in het Sociaal Domein en de toeristenbelasting 2021.

Voor de extra kosten, gemaakt voor toezichthouders en kwijtschelding huur sportcomplexen gelden specifieke regelingen ter compensatie. Deze kosten zijn daarom niet meegenomen in bovenstaand overzicht.  Ook de TOZO-regeling maakt geen onderdeel uit van dit overzicht, deze wordt ook apart gefinancierd. 

Doorkijk naar 2022
Ook in 2022 hebben we nog extra kosten door Corona. Denk alleen al aan het Corona-proof organiseren van de 3-daagse gemeenteraadsverkiezingen. In 2021 is gebleken dat de kosten hiervan een stuk hoger uitvielen dan de compensatie die we hiervoor via het Coronacompensatiepakket hadden ontvangen.  Ook zijn er al verplichtingen aangegaan voor crisissamenwerking in de regio, is er huur kwijtgescholden, verwachten we nog meerkosten voor WMO en Jeugdhulp over 2021 etc.  Verder is ook het verloop van de uitkeringen, bijzondere bijstand, schuldhulpverlening etc, voor de nabije toekomst ongewis.

Per saldo resulteert een positief overschot op de inkomsten versus de uitgaven in 2021 van € 311.825,-.

We weten dat er ook in 2022 nog heel wat extra uitgaven op de gemeente afkomen. De verwachting hierbij is dat de compensatie hiervoor vanuit het Rijk afgebouwd zal gaan worden.

Voorgesteld zal worden middels de resultaatbestemming van de jaarrekening 2021 om dit bedrag van € 311.825,- apart te reserveren ten behoeve van deze toekomstige kosten.


Effect op de financiële positie

De kosten in verband met de coronapandemie hebben een significant effect op de financiële positie van de gemeente Oostzaan. Naar verwachting zal in 2022 zal blijken of de rijkscompensatie voldoende is om alle incidentele extra kosten in verband met Covid-19 te dekken. De reservepositie van de gemeente Oostzaan laat niet toe dat de incidentele kosten die de rijksbijdragen overschrijden kunnen worden gedekt worden uit de Algemene reserve. Voor structurele financiële effecten heeft de gemeente Oostzaan weinig ruimte in de begroting en rekenen we op rijkscompensatie.

 

Materiële onzekerheid

Er bestaat geen materiële onzekerheid omtrent de continuïteit van de bedrijfsvoering. Op 28 mei 2020 schreef de minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, drs. K.H. Ollongren, in een brief aan de voorzitter van de 2e kamer dat het uitgangspunt is dat medeoverheden er als gevolg van de corona-aanpak niet slechter voor komen te staan dan daarvoor. We gaan er dus vanuit dat langetermijngevolgen van Covid-19 ook gecompenseerd zullen worden door het rijk.

 

Omzetgaranties

In 2021 zijn er, net als in 2020, omzetgaranties verstrekt aan zorgaanbieders en is zorg doorbetaald die niet of mogelijk alternatief is geleverd. Deze kosten worden apart geadministreerd zodat duidelijk onderscheid gemaakt kan worden tussen daadwerkelijk gedeclareerde zorg en de lasten vanuit de omzetgarantie gedurende de COVID-19 periode en lasten inzake ‘reguliere’ zorg. De kosten worden verantwoord op het product waar ook de reguliere zorg geboekt wordt en niet op het product 'Corona'.

 

Hoe hebben we het organisatorisch geregeld?

Terug naar navigatie - Hoe hebben we het organisatorisch geregeld?

Organisatie

In verband met de steeds wisselende maatregelen die door het rijk werden genomen om verspreiding van Covid-19 tegen te gaan is er een regionaal beleidsteam (RBT) en gemeentelijk beleidsteam (GBT) ingericht. In het RBT en in het GBT werd besloten en afgestemd over de implementatie van de noodverordeningen, evenementen zoals 4 mei, Koningsdag, de verruiming van de terrassen bij de horeca, maar ook over de TOZO-regeling, de sluiting van scholen en de sluiting van de winkels die niet in eerste levensbehoeften voorzagen om de gevolgen op lokaal niveau te inventariseren en te monitoren. Daarnaast werd ingezet op communicatie naar de inwoners, ondernemers, organisatie en gemeenteraad. Besluiten over initiatieven uit de samenleving werden ambtelijk voorbereid in een werkgroep. De Boa’s zagen samen met de politie toe op de naleving van de coronamaatregelen. Nieuw in het toezicht op naleving van de coronamaatregelen was het coronatoegangsbewijs (CTB). Het bewijs, in de vorm van een QR-code, dat de houder volledig gevaccineerd is, hersteld is van een besmetting, of recent negatief getest is op het coronavirus. Dit CBT gaf toegang tot onder andere horeca, evenementen en activiteiten gedurende een groot deel van 2021.

Digitale veiligheid

In 2021 hebben de meeste ambtenaren voornamelijk thuis gewerkt. Voor de Coronapandemie waren de technische mogelijkheden om thuis te werken gelukkig reeds beschikbaar. Dat had het voordeel dat zaken als veilig thuiswerken reeds geregeld waren. Er hebben zich geen belangrijke technische problemen voorgedaan. Alle bedrijfsprocessen en ingerichte beheersmaatregelen functioneerden ook bij het werken op afstand. Om te videovergaderen zijn worden, net als in 2020, voornamelijk de tools Teams en Starleaf gebruikt. Teams wordt voornamelijk gebruikt door ambtenaren en bestuurders om in contact te komen met elkaar, met inwoners, bedrijven en ketenpartners. Starleaf maakt het veilig digitaal vergaderen voor de raad mogelijk. Veel medewerkers hebben beeldschermen van OVER-gemeenten in bruikleen gekregen.

Processen

Verreweg de meeste processen waren reeds volledig geautomatiseerd en konden zonder aanpassing doorgang vinden tijdens het vele thuiswerken. Een beperkt aantal (administratieve) processen is vanaf de start van de pandemie in 2020 aangepast. Processen waarbij bijvoorbeeld het zetten van een fysieke paraaf of handtekening onderdeel was zijn daar waar mogelijk aangepast. Het betalingsproces is daar een voorbeeld van. Daarnaast worden vaker nota's digitaal verzonden in plaats van per post.

Ziekteverzuim

Het gemiddelde verzuimpercentage over 2021 is 8,1% (2020 7,7%). Volgens het CBS ligt het verzuim 2,2% hoger dan het landelijk gemiddelde voor het openbaar bestuur. OVER-gemeenten presteert goed op kortdurende verzuim, maar heeft een bovengemiddeld middellang- en langdurig verzuim. De oorzaken van het lange verzuim zijn zeer uiteenlopend, zowel mentaal als fysiek, werk- als niet werkgerelateerd. De impact van COVID 19 en de daarbij genomen maatregelen lijken beperkt invloed te hebben op het verzuimpercentage.

Algemeen Sociaal Domein
De alternatieve werkwijzen zoals gestart aan het begin van de pandemie zijn in 2021 voortgezet. In plaats van huisbezoeken en keukentafelgesprekken voerden onze consulenten waar gewenst of noodzakelijk hun gesprekken op afstand. Ook onze gecontracteerde zorgaanbieders in de Jeugdzorg en WMO hebben hun zorgverlening op alternatieve wijze voortgezet of aangepast met de ervaringen vanuit de eerdere Corona perioden. De omzetgarantie voor zorgaanbieders zoals die in 2020 van toepassing was is in 2021 niet voortgezet. Wel kunnen zorgaanbieders nog de Corona meerkosten factureren die zij hebben gemaakt. Tot op heden is het beroep op deze mogelijkheid beperkt. In 2021 werden de TOZO regelingen deels voortgezet. Het beroep op de TOZO regelingen in 2021 was aanzienlijk lager dan in 2020 (468 aanvragen versus 112 aanvragen). De TOZO regelingen zijn per oktober 2021 beëindigd. 

Organisatorische samenwerkingsverbanden
Wij hebben ervoor gekozen om de uitvoering van de TOZO regelingen uit te besteden aan gemeente Zaanstad. De afspraken zijn vastgelegd in een aanvullend contract waar de wederzijdse rechten en plichten zijn vastgelegd en ook de vergoeding voor de uitvoeringswerkzaamheden zijn opgenomen. Deze vergoeding is conform de landelijke richtlijnen (of daaronder).

Stijging uitkeringen 
In 2021 heeft de Corona crisis nog niet geleid tot een hogere algemene bijstandsuitkeringen.  Wel zien we een stijgend beroep op de bijzondere en incidentele bijstand. In 2020 verwachtte wij nog een stijging van de bijstandsuitkeringen nadat het ww-traject is afgesloten, deze verwachting is niet uitgekomen. Op basis van de landelijke ww-cijfers voorzien wij nog geen verhoogde instroom in de bijstand. Wel zijn er steeds meer signalen dat de huidige groep van inwoners met een bijstandsuitkering het steeds moeilijker krijgen a.g.v. koopkrachtverlies en mondiale ontwikkelingen (hoge brandstofkosten, stijging energiekosten). Voor de verdere toekomst verwachten wij een groter beroep op de schuldhulpverlening van de gemeente.  Wij verwachten dat deze zich in 2022 zal manifesteren.

Frauderisico TOZO
Bij het verstrekken van de TOZO uitkeringen kan mogelijk een frauderisico ontstaan. Gemeente Zaanstad heeft in haar procesgang beheersmaatregelen getroffen om frauderisico's te voorkomen waarmee opzet en bestaan zijn gewaarborgd. Ook is voorzien in de signalen van het landelijke inlichtingenbureau waarbij signalen automatisch worden ingelezen en omgezet worden in een actie in de werkprocessen.

Subsidies

De gemeente heeft in 2021 subsidies verstrekt aan organisaties voor activiteiten die geen doorgang hebben kunnen vinden of zijn uitgesteld in de tijd in verband met de coronamaatregelen. Daarmee ontstaat in beginsel een rechtmatigheidsvraagstuk. Het college heeft hiertoe op 25 januari 2022 een collegebesluit genomen met als titel 'Vervolg lokale noodmaatregelen corona-crisis'. In dit besluit is één van de opgenomen noodmaatregelen: 'doorbetalen van subsidies voor activiteiten die door de coronamaatregelen tijdelijk niet door kunnen gaan'. Op 25 januari 2022 is hierover een Raadsbericht 'Vervolg lokale noodmaatregelen coronacrisis' uitgegaan.