Inleiding

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Geachte leden van de gemeenteraad,

Het college van burgemeester en wethouders biedt hierbij de gemeenteraad ter besluitvorming de begroting voor 2021 aan. Dit is daarmee de derde begroting van het in 2018 aangetreden college.

Begin dit jaar zijn door de Coronacrisis de omstandigheden in Nederland en dus ook in Oostzaan op tal van terreinen aanzienlijk gewijzigd. De coronacrisis heeft veel effecten gehad in het lopende jaar, maar zal zeker ook effecten hebben op het komende jaar. 2021 is dan ook het jaar waarin duidelijk moet worden of en in welke mate de coronacrisis ons leven blijvend beïnvloedt. Waar binnen onze gemeente vanuit een crisismodel tot nu toe vooral incidentele middelen zijn ingezet om aan de gevolgen van de coronacrisis tegemoet te komen, zal lopende het begrotingsjaar 2021 moeten blijken of hieruit structurele effecten voortvloeien en welke dat zijn. Bij het opstellen van de begroting zijn die effecten in elk geval nog niet volledig te overzien.
Daarnaast zijn onze meerjarige investeringen geactualiseerd, wat een negatief effect heeft op de meerjarenbegroting 2021-2025. Daardoor is het niet mogelijk om op dit moment een sluitende meerjarenbegroting te presenteren, maar er zijn meer oorzaken. Wij lichten dit als volgt toe.

Al enkele jaren wordt binnen het sociaal domein geconstateerd dat de beschikbare budgetten niet toereikend zijn met als gevolg dat de tekorten gefinancierd moeten worden uit de algemene middelen van de gemeenten, te weten de algemene reserve. Het rijk erkent dit probleem, maar komt tot nu toe niet met een structurele oplossing, waardoor de gemeenten gedwongen worden fors te bezuinigen op de kwaliteit van de dienstverlening of de benodigde investeringen. Financiering uit de algemene reserve is in het geval van Oostzaan niet mogelijk. Voor onze gemeente zou dit namelijk betekenen dat binnen enkele jaren de algemene reserve tot nul wordt gereduceerd.

Daarnaast moet worden verwacht dat, gezien de door de coronacrisis oplopende werkeloosheid, het beroep op de lokale voorzieningen zal toenemen, waardoor de druk op de budgetten zal vergroten. Het is dan ook noodzakelijk dat we de uitgaven in het sociaal domein beperken tot de beschikbare budgetten (budgettair plafond), totdat het rijk met een structurele oplossing komt.

De toenemende financiële druk is overigens een probleem voor vrijwel alle gemeenten in Nederland. Om te beginnen is het takenpakket van de gemeenten vergroot, zonder dat het rijk daarvoor toereikende middelen ter beschikking heeft gesteld. De decentralisatie binnen het sociaal domein is hiervan een voorbeeld. In het sociaal domein wordt gestuurd op preventie en maatwerk. Enkele gezinnen met complexe jeugdzorgproblematiek kunnen echter zeker bij een gemeente met een kleine omvang als Oostzaan een onevenredig groot effect hebben op de uitgaven, terwijl er nauwelijks mogelijkheden zijn om hierop te sturen. Daarbij komt dat verwacht mag worden dat ook de mogelijke structurele en incidentele gevolgen van de coronacrisis in belangrijke mate de uitgaven binnen het sociale domein zullen gaan beïnvloeden. Bij het aanbieden van deze begroting is nog geen zicht op een substantiële tegemoetkoming vanuit het rijk op dit punt. Het is dan ook onvermijdelijk dat we de uitgaven in het sociaal domein op den duur moeten beperken tot de beschikbare budgetten (budgettair plafond), totdat het Rijk met een structurele oplossing komt.

Voor het komend jaar heeft het kabinet besloten om de algemene uitkering te bevriezen. Gemeenten moeten het doen met wat ze nu ontvangen. Na 2021 is het onzeker hoe de algemene uitkering zich ontwikkeld gelet op de – naar alle waarschijnlijkheid – te verwachten economische crisis.

Eind van het jaar wordt de besluitvorming over de herijking van het gemeentefonds verwacht. Als die ingevoerd gaat worden zal dit ingrijpende gevolgen hebben in de meerjarenraming zie de indicatie opgenomen in de meerjarenraming

Verder zijn er door het college met name in de afgelopen anderhalf jaar aansturingsproblemen geconstateerd bij onze uitvoeringsorganisatie Over-gemeenten. Die hebben blijkens de door de directeur a.i. uitgevoerde 0-meting, geleid tot een forse overschrijding van het beschikbare budget en neerwaartse druk op de kwaliteit van de dienstverlening aan het bestuur. Belangrijke vraag is nu of het mogelijk is voldoende middelen beschikbaar te stellen om gewenste verbeteringen te kunnen realiseren. Komend jaar zal er veel inzet en aandacht gevraagd worden om te bezien of het tij nog te keren valt. Daarbij geldt dat als de taken niet uitgevoerd kunnen worden en de afgesproken producten niet opgeleverd kunnen worden, de zelfstandigheid van de gemeente Oostzaan in gevaar komt.

Voor 2021 kan het college een sluitende begroting presenteren, zij het dat een extra investering in onze uitvoeringsorganisatie in 2021 naar alle waarschijnlijkheid onvermijdelijk zal zijn. In de voorjaarsnota komt het college hierop terug. Gezien de voorgaande financiële beschouwing bestaat er dus nog geen zicht op een sluitende meerjarenbegroting. Met des te meer klem roept de gemeente Oostzaan het rijk op om de gemeenten structureel te voorzien van de noodzakelijke middelen.

Binnen de beperkte mogelijkheden gaat het college in 2021 wel voortvarend verder met de uitvoering van het collegeprogramma. Een aantal belangrijke accenten hierbij zijn de volgende:
• In 2021 wordt duidelijk waar en in welke mate in Oostzaan welke bouwprojecten gerealiseerd kunnen worden.
• We gaan verder met de ontwikkeling van de verduurzaming van onze samenleving samen met onze inwoners en ondernemers om daarvoor zo een gemeenschappelijk draagvlak te creëren.
• Het college zet al enige jaren in op een samenwerking tussen de programma’s Sociaal Domein (3), Maatschappelijke Participatie (4) en Leefomgeving (veiligheid) (5). Dit richt zich op het vroeg signaleren en concreet aanpakken van problematiek rondom criminaliserende jongeren, mensen in een crisissituatie of mensen met verward gedrag. Deze aanpak is verbreed naar de regio Zaanstreek-Waterland in de vorm van een gemeenschappelijk project met de titel “Allen voor één”. Zwaartepunt blijft de lokale aanpak, maar wel binnen een stevige samenwerking van gemeenten, aanbieders van zorg, welzijn en politie.

Tenslotte: Oostzaan hecht sterk aan de voordelen van een gemeentelijke organisatie en bestuur, waarbij de afstand tussen inwoners, ondernemers en het gemeentebestuur klein is. Tegelijkertijd en in toenemende mate spelen veel zaken die voor de Oostzaanse samenleving van belang zijn zich af op het niveau van de regio bijvoorbeeld energietransitie, economische ontwikkelingen, arbeidsmarktbeleid en woonruimteverdeling. Een volwaardig functioneren van Oostzaan, zeker in het regionale krachtenveld, kan niet zonder samen te werken met andere gemeenten. We doen dat al binnen het kader van Over-gemeenten. Ook werken we op een aantal terreinen goed samen met Zaanstad. Dat is echter niet genoeg. Gezien de opgaven die er spelen en het belang van het landelijk gebied binnen de MRA-regio, is het noodzakelijk om tot verdere samenwerking te komen met onze collega-groene gemeenten: Landsmeer en Waterland. Hiernaar zal, zeker in het komende jaar, veel van de bestuurlijke en ambtelijke aandacht uitgaan.

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oostzaan

Leeswijzer

Terug naar navigatie - Leeswijzer

Indeling
De begroting is opgebouwd in 6 programma's overeenkomend met de hoofdstukken van het collegeprogramma. Per programma leest u waar het bestuur voor staat en waar deze bestuursperiode naartoe gewerkt wordt.

De doelen per programma zijn in een "doelenboom" uitgezet. Elk programma bestaat uit een of meerdere kerndoelen. Dit zijn doelen voor 4 jaar, de gehele bestuursperiode, en omschrijven wat het bestuur wil bereiken. Per kerndoel zijn 1 op meerdere operationele doelen benoemd met activiteiten die we gaan uitvoeren om deze doelen te halen. Deze ‘doelenboom’ is bij ieder programma eerst schematisch weergegeven en vervolgens tekstueel beschreven.

Het totaal van alle financiële consequenties wordt weergegeven in het hoofdstuk "Financiële positie en meerjarenplan". In de paragrafen leest u een dwars doorsnede vanuit de begroting vanuit diverse onderwerpen. Deze onderwerpen zijn conform de regels vanuit de Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voor Provincies en Gemeenten.

Going concern
De acties in deze begroting zijn maar een klein deel van het werk wat wordt uitgevoerd door de gemeente. Ongeveer 90% van het werk bestaat uit going concern werkzaamheden. In de bijlage vindt u een uitgebreide lijst van deze werkzaamheden. Deze lijst is niet uitputtend.

Kengetallen
De kengetallen opgenomen in deze begroting zijn conform de voorgeschreven kengetallen vanuit de BBV. Aanvullende kengetallen die bijdragen aan het sturen en meten van effecten binnen de diverse programma’s zijn nog in ontwikkeling en volgen lopend in het begrotingsjaar.

Verschillenanalyse
Per programma vindt u een financieel beeld van het totaal van de programma's. In de bijlage vindt u een verschillenanalyse. Dit betreft verschillen per product van bedragen groter dan € 10.000,-. Hier worden zowel de lasten als de baten van de begroting 2021 vergeleken met de geactualiseerde begroting 2020. Dit betreft dan de begroting inclusief de wijzigingen vanuit het Voorjaarsbericht 2020.

Verklaring Directe uren en overhead.

In de verschillenanalyse van de programmacijfers wordt verwezen naar deze leeswijzer wat betreft de verschillenverklaring in het aantal uren. De totale bijdrage die we betalen aan OVER-gemeenten wordt naar de diverse producten doorberekend. Dit gebeurt aan de hand van de voorgecalculeerde uren die aan de diverse producten worden besteed. Het totaal van deze urendoorbelasting is dus uiteindelijk gelijk aan de bijdrage aan OVER-gemeenten. Hierbij wordt sinds 2017 (BBV) onderscheid gemaakt tussen de primaire uren en de overheaduren. Primaire uren zijn uren die rechtstreeks zijn toe te kennen aan een product, bijvoorbeeld Sociaal Domein of openbare ruimte. Overhead uren zijn niet rechtstreeks toe te kennen aan een product, denk hierbij bijvoorbeeld aan ICT of financien.  Door jaarlijks de uren van de producten te beoordelen, is ten opzichte van de begroting 2019 de verhouding tussen deze soorten uren veranderd.  Het gevolg is dat bij veel producten hogere lasten te zien zijn op de producten cq programma's . De doorberekende kosten op het product Overhead (maakt onderdeel uit van programma 6) zijn daarentegen gedaald.

Daarnaast zijn voor de berekening van de kostendekkendheid de overhead uren toegerekend aan enkele producten. Het restant van de overhead is verantwoord in programma 6 (product salaris en vergoedingenadminstratie).

Ook kan het zijn dat er soms een verschuiving heeft plaatsgevonden van primaire uren van het ene product naar een ander product. Per saldo zijn de kosten van directe uren en overhead dus niet hoger dan de bijdrage aan OVER-gemeenten. Conform de begroting van OVER-gemeenten betreft de bijdrage voor 2021 € 5.534.163,-.

Om niet bij ieder programma en meerdere producten hiervan, eenzelfde verklaring te geven, is ervoor gekozen om de verklaring op deze plek uit te leggen. Bij de producten wordt hiernaar verwezen.

Financieel beeld 2021-2024

Terug naar navigatie - Financieel beeld 2021-2024

Het financieel resultaat van de begroting 2021-2024 vertoont respectievelijk de volgende saldi:

Begrotingsjaar Saldo begroting
2021 €    12.683 ,-
2022 -  €  266.314,-
2023 -  € 859.192 ,-
2024 -  €  990.898,-
   

Het financiële uitgangspunt voor de programmabegroting 2021-2024 is de vastgestelde kadernota 2021-2024 (RV 20/28).

De kadernota 2021-2024 liet een niet-sluitend structureel saldo zien. Uitgangspunt voor de gemeente Oostzaan en de Provincie Noord-Holland is een reëel en structureel sluitende begroting voor het jaar 2021, waarbij de jaren 2022-2024, gelet op de onzekere tijden, een tekort mogen laten zien. Onderstaand schema laat zien hoe het saldo van de kadernota 2021-2024 wordt omgezet naar het saldo van de programmabegroting 2021-2024.