Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Weerstandvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandvermogen

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor we geen maatregelen hebben getroffen, maar die voor de financiële positie van onze gemeente wel van materiële betekenis kunnen zijn. Onder weerstandscapaciteit verstaan we de middelen en mogelijkheden waarover we beschikken om niet begrote kosten te dekken. Denk hierbij aan de algemene reserve en de onbenutte belastingcapaciteit. We houden als ondergrens 10 % van het uitgavenniveau van de jaarbegroting aan als de norm voor het weerstandsvermogen. Dit bedrag dient in de algemene reserve aanwezig te zijn. In deze paragraaf vindt u een inventarisatie van de weerstandscapaciteit, de risico’s en het beleid dat wij op dit gebied voorstaan.

Inventarisatie van de weerstandscapaciteit
Gelet op het raadsbesluit van 23 maart 2009 wordt voor de bepaling van de weerstandscapaciteit uitsluitend gekeken naar de post onvoorzien en de algemene reserve.

Post onvoorzien
Voor de post onvoorzien is een bedrag van €30.000 vastgesteld. (amendement 38 bij de begrotingsbehandeling 3 november 2014)

Berekening van de weerstandscapaciteit voor de periode 2020-2024
De omvang van de algemene reserve wordt bepaald conform de omvang van de Algemene Reserve, zoals verwerkt in de vastgestelde jaarrekening 2019.

Weerstandscapaciteit  
Omvang Algemene Reserve per 1 januari 2019 3.398.239
Af: RV 20/26 resultaatbestemming Jaarrekening 2019 -237.122
Af: RV 20/14 Vervanging griffie -20.000
Af: RV 20/42 Aanbesteding ICT -154.660
Af: RV 20/33 Corona budget -200.000
Af: RV 20/39 Project Integrale aanpak Sociaal Domein -116.500
Bij: Begroting 2020 opbrengst precario 2020 374.442
Subtotaal verwachte stand Algemene reserve per 1 januari 2021 3.044.399
Omvang van de post onvoorzien 30.000
Bij: Dotatie 2021  precario opbrengsten gasleiding Liander 486.663
Af: Onttrekkingen 2021-2024 0
Verwachte weerstandscapaciteit per 2024 3.561.062

 

 

In afwijking op het raadsbesluit van 23 maart 2009 wordt hieronder een berekening van de weerstandscapaciteit weergegeven inclusief de onbenutte belastingcapaciteit. De onbenutte belastingcapaciteit voor de gemeente Oostzaan bedraagt 44%.

Weerstandscapaciteit  
Verwachte stand Algemene reserve per 2024 (zie vorig schema) 3.561.062
Bij: onbenutte belastingcapaciteit  (€ 1.100.000,- per jaar) 4.400.000
Verwachte weerstandscapaciteit per 2024 inclusief onbenutte belastingruimte
7.961.062

 

Financiele Kengetallen

Terug naar navigatie - Financiele Kengetallen

Vanuit de BBV (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten) zijn er een aantal verplichte financiële kengetallen die meer zicht moeten geven over de financiële positie en de vergelijkbaarheid daarvan met andere gemeenten:

Netto schuldquote

De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.

Netto schuldquote

Jaarrekening

2019

Begroting

2020

Begroting

2021

Begroting

2022

Begroting

2023

Begroting

2024

A Vaste schulden

27.792 32.006 28.000 30.000 32.000 34.000

B Netto vlottende schuld

978 983 6.775 6.994 7.494 9.494

C Overlopende passiva

0 1.230 604 1.048 1.771 901

D Financiële Activa (excl verstr. leningen

1.213 1.172 1.213 1.213 1.213 1.213

E Uitzettingen < 1 jaar

3.145 3.880 3.200 3.200 3.200 3.200

F Liquide middelen

176 147 176 176 176 176

G Overlopende activa

144 30 144 144 144 144

H Totale baten excl. Mutaties reserves

22.694 20.824 21.873 21.464 21.340 21.478

Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H*100%

107,73 %

139,35 %

140,11 %

155,19 % 171,19 %
 184,66 %

(Bedrag x €1.000,-)

 

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven. Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast.

 

Netto schuldquote

Jaarrekening

2019

Begroting

2020

Begroting

2021

Begroting

2022

Begroting

2023

Begroting

2024

A Vaste schulden

27.792 32.006 28.000 30.000 32.000 34.000

B Netto vlottende schuld

978 983 6.775 6.994 7.494 9.494

C Overlopende passiva

0 1.230 604 1.048 1.771 901

D Financiële Activa (incl. verstr. leningen

1.606 1.635 1.666 1.666 1.666 1.666

E Uitzettingen < 1 jaar

3.145 3.880 3.200 3.200 3.200 3.200

F Liquide middelen

176 147 176 176 176 176

G Overlopende activa

144 30 144 144 144 144

H Totale baten excl. Mutaties reserves

22.364 20.824 21.873 21.464 21.340 21.478

Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H*100%

105,70 % 137,13 % 138,04 % 153,07 % 169,07 % 182.55 %

(Bedrag x €1.000,-)

 

Solvabiliteitsratio

Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Deze ratio geeft aan het Eigen Vermogen als percentage van het Totale Vermogen.

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente.

 

Solvabiliteitratio

Jaarrekening

2019

Begroting

2020

Begroting

2021

Begroting

2022

Begroting

2023

Begroting

2024

A. Eigen vermogen 5.547 5.349 5.156 5.395 4.802 4.671

B. Balanstotaal

38.788 41.434 42.945 45.947 48.623 51.672

Solvabiliteit (A/B) x 100 %

14,30 %

12,91 %

12.01 %

11.74 % 9,88 %
 9,04 %

(Bedrag x €1.000,-)

 

Kengetal grondexploitatie

De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant beoordeelt ieder jaar of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.

 

Grondexploitatie

Jaarrekening

2019

Begroting

2020

Begroting

2021

Begroting

2022

Begroting

2023

Begroting

2024

A Niet in expl. genomen bouwgronden

0 0 0 0 0 0

B Bouwgronden in exploitatie

0 0 0 0 0 0

C Totale baten (excl. mutaties reserves)

0 0 0 0 0 0

Grondexploitatie (A+B) / C x 100%

0 %

0 %

0 %

0 % 0 %
0 %

(Bedrag x €1.000,-)

 

Structurele exploitatieruimte

Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

 

Structurele exploitatieruimte

Jaarrekening

2019

Begroting

2020

Begroting

2021

Begroting

2022

Begroting

2023

Begroting

2024

A Totale structurele lasten

21.791 20.518 21.480 21.730 22.200

22.469

B Totale structurele baten

22.364 20.973 21.873 21.464 21.340 21.478

C Structurele toevoegingen aan reserves

0 376 487 0 0 0

D Structurele onttrekkingen aan reserves

0 61 106 0 0 0

E Totale baten excl. mutaties reserves

22.364 20.824 21.873 21.464 21.340 21.478

Structurele Exploitatieruimte ((B-A) + (D - C)) / E x 100 %

2,70 %

0,67 %

0,05 %

- 1,24 % - 4,03 %
-4,61 %

(Bedrag x €1.000,-)

 

Woonlasten meerpersoonshuishouden

De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De woonlasten van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 en uit te drukken in een percentage.

 

Belastingcapaciteit Woonlasten meerpersoonshuishouden

Jaarrekening

2019

Begroting

2020

Begroting

2021

Begroting

2022

Begroting

2023

Begroting

2024

A OZB lasten bij gezin met gem. WOZ *

285 333 345 345 345 345

B Rioolheffing bij gezin met gem. WOZ *

294 298 303 303 303 303

C Afvalstoffenheffing voor een gezin

299 336 342 342 342 342

D Eventuele heffingskorting

0 0 0 0 0 0

E Totale woonlasten met een gem. WOZ *

878 967 990 990 990 990

F Woonlasten landelijk gemiddelde (T-1) /**

721 733 776 776 776 776

Woonlasten t.o.v. landelijk gemiddelde (E/F) x 100 %

121,77 %

131,90 %

127,57 %

127,57 % 127,57 %
127,57 %

(Bedrag x €1.000,-)

*) Bij de OZB-lasten is voor de jaren 2019 uitgegaan van de gemiddelde WOZ-waarde (€ 271.000,-). Met ingang van 2020 wordt uitgegaan van een gemiddelde WOZ waarde van € 300.000,-. Genoemde bedragen zijn berekend tegen het eigenaarstarief. Hierin is dus niet meegenomen dat een deel van de gezinnen geen eigen woning heeft. Niet bekend is hoe dit bij de landelijk gemiddelde woonlasten is verwerkt.

**) De woonlasten van het gemiddelde zijn gebaseerd op de woonlasten van het jaar voorafgaand aan onze jaarcijfers. De gemeentelijke lasten 2021 worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde over 2020. Recente cijfers over 2021 zijn nog niet beschikbaar.

Risicomanagement

Terug naar navigatie - Risicomanagement

Het college onderkent de noodzaak van risicomanagement als instrument om risico’s beheersbaar te maken en waar mogelijk te reduceren. Gemeenten lopen steeds meer risico's bij de uitoefening van hun taken. Onder risico's wordt verstaan het gevaar voor schade of verlies als gevolg van interne en externe omstandigheden. Het betreft risico's waarvoor geen voorziening kan worden gevormd omdat de omvang niet bekend is. Bijzondere aandacht moet hebben het toenemende risico dat particulieren en het bedrijfsleven de gemeente steeds vaker aansprakelijk stellen voor schade die ontstaan is bij de uitvoering van haar taken. Dit geldt zowel voor onrechtmatig- als voor rechtmatig handelen (en nalaten) van de gemeente. De grenzen waarbinnen de overheid verplicht is tot schadevergoeding zijn de laatste jaren sterk verruimd. Daarnaast heeft de gemeente te maken met een sterkere claimbewustheid bij burgers en het bedrijfsleven. Benadeelden weten steeds beter de schade op de overheid te verhalen. Omdat het gewenst is dat de verantwoordelijke bestuursorganen zicht hebben op de risico's die de gemeente loopt, wordt in dit hoofdstuk inzicht gegeven in de voor de gemeente meest relevante risico’s.


Risicobeheersing

Wij werken met een gestructureerde en systematische aanpak van risicomanagement. Hierbij maken we een keuze uit de volgende beheersmaatregelen:

  • Vermijden. Dit houdt in dat het beleid waar een risico door ontstaat wordt beëindigd, op een andere manier wordt vorm gegeven of geen beleid gestart wordt dat een risico met zich meebrengt.
  • Verminderen. Het risico af dekken door middel van een verzekering, voorziening of budget in de begroting.
  • Overdragen. Het beleid dat een risico met zich meebrengt uit laten voeren door een andere partij die daarbij ook de financiële risico’s overneemt.
  • Accepteren. Accepteren dat er een risico is en de eventuele financiële schade volledig via de weerstandscapaciteit af dekken.

Op dit moment zijn de bekende risico’s financieel vertaald en gerelateerd aan het weerstandsvermogen.

Risicomanagement is het identificeren en kwantificeren van risico’s en het bepalen van activiteiten die de kans van optreden en/of de gevolgen van risico’s beheersbaar houdt. Een risico wordt daarbij gedefinieerd als de kans op een gebeurtenis die een negatief effect heeft op de continuïteit van de bedrijfsvoering of op de financiële positie van de gemeente. Een actueel risicoprofiel zorgt er onder andere voor dat er beter kan worden ingeschat hoe de risico’s zich verhouden tot het weerstandsvermogen van de organisatie. Het weerstandsvermogen is de mate waarin financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen.

Per programma zijn de risico’s benoemd, met de maatregelen om de risico’s tot een minimum te beperken. In het volgende schema worden de risico’s gekwantificeerd. De toelichting op de genoemde risico’s vindt u bij de desbetreffende programma’s.

Risico kans percentage Risico
1 25% laag
2 50% ruim
3 75% hoog

 

Programma Risico Financieel belang Risico kans Rekenpercentage  Risico bedrag Incidenteel
Risico bedrag Structureel
Dienstverlening  Digitale Agenda 2020 50 2 50 25  
Ruimtelijke ontwikkeling Planologische procedures 50 2 50   25
Sociaal Domein  Participatie 150 1 25   38
   Jeugdhulp 550 4 100  

550

  WMO 200 1 25  

50

Maatschappelijke participatie Kunstgrasvelden 350 3 75 262  
  Leerlingenvervoer 50 2 50  

25

Leefomgeving Gladheidsbestrijding 80 2 50  

40

  Huurinkomsten Kunstgreep 50 1 25  

13

  Riolering 200 2 50

 

100

  AVANT project 25 2 50

13

 

Bestuur en Organisatie Juridische procedures 100 2 50

50

 

  Gemeentegaranties 100 1 25  

25

  Algemene uitkering 200 2 50  

100

 Totaal         462 966

( Bedragen x € 1.000,-)

Het totaalbedrag van eventueel zich voor doende risico’s bedraagt € 1.428.000, waarvan € 966.000 met een structurele consequentie. De berekende weerstandscapaciteit bedraagt per ulimo 2021, exclusief de onbenutte belastingcapaciteit in totaal € 3.044.399,-. 

De vastgestelde norm in de nota weerstandsvermogen bedraagt een ratio van > 2. Dit betekent dat de beschikbare weerstandscapaciteit minimaal twee maal zo groot moet zijn als het berekende bedrag waarvoor we risico kunnen lopen. Uit bovenstaande berekening blijkt dat voor de het jaar 2021 het weerstandsvermogen groter is dan de door de raad vastgestelde ratio van 2.  Daarnaast is de hoogte van de Algemene Reserve hoger dan 10% van het uitgavenniveau van de begroting 2021. 

 

Beheersmaatregelen

Terug naar navigatie - Beheersmaatregelen

Beheersmaatregelen

Programma 1

Beheersen risico inzake Digitale Agenda 2020

Onder regie van de Digicommissaris maken overheidsorganisaties plannen over de voortgang en (door)ontwikkeling van een veilige en betrouwbare digitale overheid. Deze plannen worden vastgelegd in de nationale Digitale Agenda 2020-2024 (DA2020-2024), die jaarlijks wordt herijkt. Naast commitment van alle overheden is de rijksfinanciering een blijvend punt van aandacht. De landelijke planning binnen de Digitale Agenda is niet altijd helder, en bovendien stelt het rijk niet voor alle activiteiten middelen beschikbaar. Het risico is aanwezig dat de gemeente hierdoor voor een voldongen feit wordt geplaatst, en zelf voor de financiering zorg dient te dragen.

Beheersmaatregel:

  • De implementatie van onderdelen van e Digitale Agenda 2020-2024 laten wij gelijk oplopen met de overige ontwikkelingen van onze informatisering en automatisering. Op het moment dat dit voor de inrichting van onze processen noodzakelijk is, sluiten wij ook de relevante onderdelen van de Digitale Agenda 2020-2024 aan. Op deze manier trachten wij kostenefficiënt te werk te gaan.

 

Programma 2

Beheersen risico planologische procedures

Risico's voor dit programma liggen in het meewerken aan planologische procedures en het aangaan van overeenkomsten met ontwikkelaars. Er kan planschade ontstaan, een ontwikkelaar kan failliet gaan en er kunnen geschillen ontstaan over de uitvoering van werkzaamheden.

Beheersmaatregel:

  • De risico's worden beheerst door sluitende afspraken te maken in planschade overeenkomsten en anterieure overeenkomsten met ontwikkelaars. Ook worden garanties in de overeenkomsten opgenomen.
  • We zetten in op wijziging van het bestemmingsplan. Hiermee wordt bedoeld dat bij planologische procedures actief zal worden meegewerkt en meedenken met initiatiefnemers en belanghebbenden. Hierdoor beperken we het risico op juridische procedures

 

Programma 3

Beheersen risico inzake inkomensvoorziening

De cliënten met een beperking vinden lastiger een baan en stromen daardoor niet snel uit de uitkering of zij hebben voor hun hele werkzame leven een aanvullende uitkering nodig. Er komt een groep die alleen middels een loonkostensubsidie voor onbepaalde tijd een baan zal vinden. We gaan hierdoor meer uitkeringen verstrekken en langduriger. 

Beheersmaatregel:

  • Budgetbewaking en monitoren van de financiële cijfers per kwartaal. 
  • Maandelijks overleg met team werk en inkomen over de opbouw huidig cliëntenbestand, kenmerken instroom en mogelijke knelpunten in de doorgeleiding naar werk.
  • Strakkere controle op cliëntniveau op de meewerkingsplicht en zo nodig handhaving inzetten.

 

Beheersen risico inzake jeugdhulp

 Na een grondige analyse is de begroting voor 2019 bijgesteld, en zijn de structurele effecten opgenomen vanuit de begroting 2020 voor het jaar 2021 ingesteld als plafond.

Daarnaast wordt sinds 2018 met een nieuwe inkoopstrategie rondom specialistische jeugdhulp gewerkt. Deze nieuwe bekostigingssystematiek en de daaraan gekoppelde administratie zorgen vooralsnog voor een hoge mate van onzekerheid, zowel aan de kant van de gemeenten als aan de kant van de gecontracteerde aanbieders. Daarom wordt gezamenlijk gewerkt aan een nadere analyse en de bijbehorende oplossingen.

Beheersmaatregel:

  • Met aanbieders en verwijzers wordt op (boven)regionaal besproken welke ingrijpende maatregelen nodig zijn om  voor 2021 de budgetten specialistische jeugdhulp goed te beheersen. Zo wordt er voor 2021 wederom gedacht aan normbudgetten.
  • Voor de tekorten op jeugd, zijn regionaal de handen ineengeslagen om landelijk te lobbyen voor extra middelen.

 

Beheersen risico inzake Participatie

De doelgroep met een beperking zal lastiger een geschikte baan vinden. Op de werkplek zal langdurig begeleiding plaats moeten vinden om de baan ook te behouden.

Beheersmaatregel:

  • Budgetbewaking en monitoren van financiële cijfers per kwartaal.
  • Duidelijke en transparante afspraken met externe partners die voor ons een deel van de instrumenten uitvoert.
  • Periodiek overleg met externe partners waar de behaalde resultaten worden getoetst aan de afspraken.
  • Cliëntbestand is helder in beeld en welke kwaliteiten cliënten bezitten. Op deze wijze zal een vacature die is opgesteld sneller ingevuld kunnen worden.

 

Beheersen risico inzake verstrekkingen WMO

De kosten voor de verstrekkingen Wmo zijn afhankelijk van de vraag en hebben een open einde. De vraag en kosten van toegekende voorzieningen fluctueren. Veranderingen in de zorg, de vergrijzing en het scheiden van wonen en zorg leiden mogelijk tot extra druk op de budgetten voor het sociaal domein.

Beheersmaatregel:

  • We bewaken het budget en monitoren de uitgaven aan ondersteuning door gecontracteerde aanbieders. Hierover wordt naar het bestuur gerapporteerd.

 

Programma 4

Beheersen risico inzake kunstgrasvelden

De kunstgrasvelden van de voetbalvereniging OFC zijn aangelegd in 2009 en worden beheerd door SST (Stichting Sportcomplexen Twiskeweg). Op basis van keuringsrapporten uit 2008 is gekozen voor een afschrijvingstermijn van 15 jaar. Door het intensieve gebruik van de velden bestaat het risico op de vervanging van de velden, eerder dan de geplande 15 jaar. Hierdoor moeten de huidige velden versneld worden afgeschreven, en ontstaat een financieel risico.

Beheersmaatregel:

  • We bewaken de status van de velden, en laten jaarlijks keuringsrapporten opstellen waarin de status van het veld wordt beschreven. Begin juli 2020 hebben we aan SST laten weten dat de financiële positie van de gemeente een vervanging pas in 2023 toestaan, waarbij het C-veld niet voor rekening van de gemeente komt.

Beheersen risico inzake leerlingenvervoer

De kosten van leerlingenvervoer worden gefinancierd op basis van een open einderegeling. Het aantal kinderen dat gebruik maakt van de regeling is onvoorspelbaar en varieert per schoolperiode.

Beheersmaatregel:

  • Het leerlingenvervoer wordt gemonitord. Elk kwartaal wordt een rapportage geleverd, waardoor het verbruik inzichtelijk is.
  • Gericht communiceren met basisscholen, speciaal onderwijs en medisch kinderdagcentrum over het aanvraagproces leerlingenvervoer bij de gemeente en de voorwaarden om in aanmerking te komen. 

 

Programma 5

Beheersen risico inzake gladheidbestrijding

De winters zijn de laatste jaren zacht, waardoor er relatief weinig gestrooid wordt. Het reguliere budget is hier op aangepast. Bij een strenge en langdurige winter kunnen de kosten echter oplopen tot € 80.000,-.

Beheersmaatregel:

  • Jaarlijks nagegaan of het budget verhoogd moet worden door stijgingen in loonkosten en/of een hogere zoutprijs.
  • Stimuleren van ondernemers op bedrijventerreinen om zelf te strooien; goed werkgeverschap en inzet op veiligheid.

 

Beheersen risico Riolering

Ondanks een recent vastgesteld Gemeentelijk Rioleringsplan 2019-2025 ontstaat het risico dat het rioleringsstelsel vraagt om versnelde herstellingswerkzaamheden. In eerste instantie komen deze kosten voor rekening van de voorziening riool.

Beheersmaatregel:

  • Jaarlijkse inspecties van het rioleringsstelsel
  • Regulier onderhoud aan het riool correct en regelmatig uitvoeren

 

Beheersen risico AVANT project

Tijdens de realisatie van het AVANT project kunnen exogene projectrisico’s waar geen van de partijen grip op (kunnen)hebben zich voordoen. Deze kunnen zich voordoen op het gebied van:

a. door nieuwe of gewijzigde wetgeving of nieuwe of gewijzigde verordeningen leidt dit tot aanpassingen in het project met als gevolg een duurdere uitvoering
b. onherroepelijk beslissingen van overheid of rechterlijke instantie (bezwaarprocedure) worden geschorst of vernietigd
c. Faillissement marktpartijen
d. extreme weersomstandigheden en maatschappelijke crisissituaties (Corona) waardoor uitvoering project ernstig wordt belemmerd.

Er zijn verschillende opties onderzocht om tot een redelijke verdeling te komen waarbij de VRA (Vervoer Regio Amsterdam) als grootste betaler in alle gevallen naar rato van de initiële investering bijdraagt (65%):
Naar verhouding van de waarde van de assets die door partijen verkregen worden na oplevering van het project wordt de resterende 35% verdeeld (VRA 65%, Zaanstad 20%, Provincie 11% en Oostzaan 4%)

Beheersmaatregel:

  • Maandelijkse overlegstructuur op diverse bouw-fronten, om eventueel risico snel te signaleren en de financiele impact zo klein mogelijk te houden.

Programma 6

Beheersen risico inzake juridische procedure

Er lopen een aantal juridische procedures. Hier kan een mogelijk financieel effect door ontstaan. Op dit moment dat dit het geval is zullen wij de gemeenteraad inlichten en betrekken bij de besluitvorming.

Beheersmaatregel:

  • We doen onderzoek naar oplossing voor problemen met aangegane verplichtingen 

 

Beheersen risico inzake algemene uitkering

Bij de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds wordt de “samen trap op/samen trap af” systematiek gehanteerd. Als de rijksuitgaven dalen, daalt de Algemene Uitkering voor de gemeente mee en vice versa. Uit ervaring blijkt dat dit zowel negatieve als positieve effecten kan hebben voor de gemeente.

Beheersmaatregel:

  • Gedurende het begrotingsjaar worden aanpassingen in de algemene uitkering verwerkt in de planning en control documenten. Risico’s op grote mutaties worden door het jaar heen gevolgd. Uitgangspunt bij de begroting 2021 is de meicirculaire2020.

 

Beheersen risico inzake gemeentegaranties

Het huidige beleid van de gemeente is om geen garanties op geldleningen meer te verstrekken, tenzij er zwaarwegende belangen zijn waarbij het verstrekken van een garantie toch gewenst is. Oostzaan staat nog (gedeeltelijk) garant voor in het verleden verstrekte leningen van derden. Oostzaan staat garant voor leningen van sportverenigingen, verenigingsgebouwen en woningstichtingen. Hoewel we hier in het verleden nog nooit een nadeel door hebben ervaren, bestaat er een risico dat een partij niet aan zijn verplichtingen kan voldoen, en de gemeente op de garantstelling wordt aangesproken. De gemeente Oostzaan heeft per ultimo 2018 een saldo van € 16.908.115,- uitstaan aan afgegeven gemeentegaranties.

Beheersmaatregel: 

  • Wij monitoren jaarlijks de gemeentegaranties om inzicht te houden op de hoogte van garanties en eventuele mutaties.

 

 

Paragraaf Financiering

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Deze paragraaf geeft transparantie van de treasuryfunctie (financiering) van decentrale overheden. In deze paragraaf worden zo duidelijk mogelijk de plannen, feiten en visie over financiering uiteengezet. De Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) schept een duidelijker kader voor de treasuryfunctie en levert een bijdrage aan de kredietwaardigheid van de openbare lichamen en bevordert de transparantie van de treasuryfunctie. Deze wet introduceert twee instrumenten op het gebied van de treasuryfunctie:
- het treasurystatuut
- de financieringsparagraaf.

De doelstelling van het treasurystatuut is om bestaande verantwoordelijkheden en bevoegdheden te formaliseren en expliciet vast te stellen. De gemeenteraad kan dan beter invulling geven aan zijn verordenende en controlerende bevoegdheid. Het tweede instrument, de financieringsparagraaf, heeft als doel inzicht te geven in de algemene interne en externe ontwikkelingen die van belang zijn voor de treasury en de concrete plannen op het gebied van risicobeheer, financieringspositie en leningen en uitzettingenportefeuille.

Door de raad is op 4 februari 2019 een geactualiseerd treasurystatuut vastgesteld. (raadsvoorstel 19/4). In dit statuut zijn de organisatie rondom het opstellen van het treasurybeleid, de planning & control cyclus, de organisatie rondom de uitvoering van treasury-activiteiten en de interne en externe controle geregeld.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Bij interne ontwikkelingen gaat het onder andere over het afstoten van bedrijfsonderdelen of het oppakken van nieuwe activiteiten. Het komend jaar is van geen van beide sprake. Ten aanzien van de externe ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de treasuryfunctie, zoals de internationale economische ontwikkeling en de geld- en kapitaalmarkt, laten wij ons primair adviseren door onze ‘huisbankier’ de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Onze adviseurs aldaar volgen de ontwikkelingen nauwlettend en hebben ook de knowhow op dit gebied.

Financieringsbehoefte 2021-2024

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte 2021-2024

De komende jaren verwachten wij een financieringsbehoefte die wordt veroorzaakt door de doorlopende investeringen per balansdatum 31 december 2019, het Meerjareninvesteringplan 2020-2030, het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2019-2025, de grondexploitatie en het inzetten van reserves en voorzieningen.

Financieringsbehoefte

2021

2022

2023

2024

Mutaties reserves en voorzieningen

-380 0 0 0

Afschrijvingen

-1.098 -1.207 -1.341 -1.414

Investeringen 2021-2024

2.725 4.780 2.666 1.048

Aflossing (huidige) langlopende leningen

1.350 1.350 1.700 1.900

 Totaal

2.597 4.923 3.025 1.534

 (Bedragen x € 1.000,- )

Op grond van de wet FIDO mag de gemeente Oostzaan maximaal € 1.7 miljoen financieren met kortlopende kasgeldleningen. Dit bedrag is gekoppeld aan het maximum van 8,5% van het begrotingstotaal. Met de BNG zijn in 2017 nieuwe afspraken gemaakt, en is het maximum kredietlimiet op de rekening courant afgestemd op dit bedrag van € 1.7 miljoen. Zolang de rentestand van kortlopende leningen lager is dan het rentepercentage van langlopende leningen, zullen wij maximaal gebruik maken van dit kredietlimiet. Bedragen groter dan € 1.7 miljoen zullen worden gefinancierd met langlopende leningen.

We volgen de liquiditeiten nauwlettend. De Wet FIDO verplicht gemeenten binnen de kasgeldlimiet en de renterisiconorm te blijven. Investeringen en de daaraan verbonden geldleningen hebben gevolgen voor deze renterisiconorm. Onder ‘Risicobeheer’ verwerken we de genoemde financieringsbehoefte in de berekening van de renterisiconorm, zodat we kunnen beoordelen of ons voorgenomen beleid voor 2020-2023 binnen de kaders van de Wet FIDO valt.

Treasurybeleid 2021-2024

Terug naar navigatie - Treasurybeleid 2021-2024

Het uitgangspunt voor de treasury-activiteiten voor de jaren 2021 tot en met 2024 is dat we de bedragen en looptijden van aan te trekken langlopende leningen afstemmen op het renterisico dat de gemeente loopt. De zogenaamde renterisiconorm bedraagt 20%. De leningen van de leningenportefeuille willen we jaarlijks herfinancieren c.q. nieuwe leningen voor een looptijd van vijf tot dertig jaar aan gaan. Bij duidelijk oplopende rentestanden zullen we dit heroverwegen en eventueel voor kortere termijnen kiezen. De structurele vermogensbehoefte wordt structureel gefinancierd.

Leningen portfeuille

Terug naar navigatie - Leningen portfeuille

 

Hieronder wordt de ontwikkeling van de portefeuille van de langlopende leningen voor 2021 weergegeven.

Mutaties leningenportefeuille

2021

Stand per 1 januari 2021

25.388

Reguliere aflossing 2021

-  1.350

Aantrekken nieuwe lening 2021

2.597

Verwachte stand per 31 december 2021

26.635

 (Bedragen x € 1.000,- )

 

De gemeente Oostzaan heeft de volgende leningenportefeuille: 

Oorspronkelijk Leningbedrag Laatste jaar aflossing Rente % Leningbedrag 1-1-2021 Opgenomen Totale rente 2021 Aflossing 2021 Leningbedrag 31-12-2021
27.600 2042 3,36% 24.292 0   1.104 23.188
2.500 2043 1,37% 2.300     100 2.200
               
Totaal     26.592       25.388

(Bedragen x € 1.000,- )

Risicobeheer en berekening Renterisico

Terug naar navigatie - Risicobeheer en berekening Renterisico

De Wet FIDO verplicht de kasgeldlimiet en de renterisiconorm in beeld te brengen. De provincie gebruikt deze bij het uitoefenen van haar toezichthoudende functie. De kasgeldlimiet betreft het renterisico van de vlottende schuld. De renterisiconorm betreft het renterisico van de langlopende schuld.

Prognose kasgeldlimiet voor 2021

2021

Omvang van de begroting over 2021

21.480

- in procenten van de omslag

8,5 %

(1) Toegestane kasgeldlimiet

1.826

(2) Omvang vlottende korte schuld

6.775

(3) Omvang vlottende middelen

3.200

Contante gelden in kas

1

Tegoeden in rekening courant

1446

Overige uitstaande gelden < 1 jaar

0

Toets kasgeldlimiet:

 

(4) Totaal netto vlottende schuld (2-3)

-2.128

Toegestane kasgeldlimiet (1)

1.826

Ruimte onder het kasgeldlimiet

302

(bedragen x € 1.000,-)

 

 

Renterisico

De gemeente loopt renterisico op het moment dat nieuwe leningen moeten worden aangetrokken (herfinanciering) of als een renteherziening van toepassing is. Om het renterisico te beheersen is in de Wet fido de renterisiconorm geformuleerd. Het doel van deze norm is het voorkomen van een overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één bepaald jaar, ter bescherming van de gemeentelijke financiële positie.

Berekening Rente Risico Norm

2021

Renteherzieningen 2021

0

Aflossingen in 2021

1.350

Totaal

1.350

Norm bedraagt 20% van het begrotingstotaal € 21.480.000

4.296

Herzieningsruimte onder de norm 2021

2.946

 (Bedragen x € 1.000,- )

Bij de renterisiconorm wordt rekening gehouden met de renterisico’s die gemeenten lopen over nieuw af te sluiten leningen ter vervanging van afgeloste leningen. De renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt zorgen ervoor dat de gemeente een ogenschijnlijk gering risico loopt. Omdat de huidige leningen en aflossingen niet geherfinancierd hoeven te worden, is er geen sprake van renterisico.

Rentevisie

Terug naar navigatie - Rentevisie

We baseren ons op verwachte ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. De grote algemene banken en de banken voor de publieke sector (onder andere onze ‘huisbank’ BNG) houden deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten, met inachtneming van de zogenaamde ‘prudente’ houding die een gemeente ten aanzien van beleggingen en leningen dient te hebben.

Rentekosten

Terug naar navigatie - Rentekosten

De interne rekenrente voor investeringen en producten is in de kadernota 2021 vastgesteld op 3,4%. Dit percentage is gebaseerd op het rentepercentage van de huidige leningenportefeuille. Ten opzichte van 2020 is de berekening van de interne rekenrente niet gewijzigd.  Dit percentage wordt ook gehanteerd voor de programmabegroting 2021.

Solvabiliteit

Terug naar navigatie - Solvabiliteit

Met solvabiliteit wordt aangegeven in hoeverre een onderneming de financiële verplichtingen (betalingen) aan verschaffers van vreemd vermogen (leningen) kan nakomen met behulp van alle activa. Aangezien de liquidatiewaarde (verkoopwaarde) van de vaste activa niet bekend is, moet er bij de bepaling van de liquiditeit worden uitgegaan van de boekwaarden van de activa, zoals deze zijn opgenomen in de jaarrekeningen. De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen x 100%. In onderstaand schema is de berekening van de solvabiliteit berekend op basis van de vastgestelde jaarrekeningen.

Jaar

Eigen vermogen

Vreemd vermogen

Totaal vermogen

Solvabiliteit

2004

2.365.684

18.894.527

21.260.211

 11,13 %

2005

2.452.838

24.902.556

27.355.394

 8,97 %

2006

2.535.566

32.809.266

35.344.832

 7,17 %

2007

3.771.550

36.689.980

40.461.530

 9,32 %

2008

3.548.965

38.503.339

42.052.304

 8,44 %

2009

5.038.579

41.371.622

46.770.201

 10,77 %

2010

6.073.045

39.413.643

45.486.688

 13,35 %

2011

6.144.262

38.188.414

44.332.676

13,85 %

2012

8.940.588

34.185.844

43.126.432

20,73 %

2013

9.216.197

33.258.436

42.474.633

21,70 %

2014

5.740.763

36.511.914

42.252.677

13,58 %

2015

5.383.915

35.782.128

41.166.043

13,07 %

2016

5.856.859

33.782.053

39.638.882

14,78 %

2017

5.680.056

35.516.209

41.196.265

13,79 %

2018

5.011.930

37.998.333

38.010.263

13,19 %

2019

5.547.780

33.240.716

38.788.496

14,30 %

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente. Afhankelijk van de directe opbrengstwaarde van de activa ligt de minimumnorm voor het bedrijfsleven op een waarde tussen de 25% en 40%.

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Op 15 december 2013 is de Wet Verplicht Schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat de decentrale overheden hun overtollige middelen (gelden op rekening courant, bij de bank, boven een bepaald drempelbedrag) aan moeten houden bij het Ministerie van Financiën (de schatkist). Het doel hiervan is het verlagen van de EMU-schuld van de collectieve sector. Doordat de decentrale overheden hun tijdelijk overtollige gelden aanhouden in de schatkist, wordt de externe financieringsbehoefte van het Rijk verminderd. De gemeenten hebben een rekening-courant bij de schatkist waar de gelden op aangehouden kunnen worden. Het zogenaamde drempelbedrag is afhankelijk van de omvang van de begroting. Voor Oostzaan bedraagt deze € 250.000,-. Het totaal van alle liquide middelen op de diverse bankrekeningen, en in kas, mag gemiddeld per kwartaal niet boven dit bedrag uitkomen.

Ook in 2021 wordt dagelijks de hoogte van de bankrekening getoetst aan het drempelbedrag.

EMU saldo

Terug naar navigatie - EMU saldo

Het EMU-saldo (ook wel financieringssaldo van de totale Nederlandse overheid) is jaren negatief geweest. Het financieringssaldo van de gemeenten maakt hier onderdeel van uit. Om het financieringssaldo van de totale overheid te kunnen ramen, moeten de gemeenten sinds 2006 een driejaarsraming van hun EMU-saldo in de begroting opnemen. Voor Oostzaan komt deze raming uit op de volgende bedragen:

Raming EMU saldo 2020 2021 2022
Exploitatiesaldo vóór mutaties aan reserves -695 12 -266
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie -1.096 -1.196 -1.307
Dotaties aan voorzieningen -62 -62 -62
Investeringen materiële vaste activa 2.725 4.780 2.666
Ontvangen investeringsbijdragen van Rijk 0 0 0
Baten desinvesteringen materiële vaste activa 0 0 0
Uitgaven aankoop grond, bouwrijp e.d. 0 0 0
Baten bouwgrondexploitaties 0 0 0
Betalingen ten laste van voorzieningen 0 0 0
Boekwinst verkoop van deelnemingen of aandelen 0 0 0
Totaal - 872 -3.534 -1.031

(Bedragen x €1.000,-)

Zoals uit bovenstaand overzicht blijkt, wordt voor de jaren 2020 tot en met 2022 een overschrijding van het EMU saldo verwacht. Dit wordt veroorzaakt door de geplande investeringen vanuit het vastgestelde Wegenbeheerplan 2019-2025, het Meerjaaren Investeringsplan 2021-2030 en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2019-2025. Door de Europese Commissie wordt een overschrijding op macro niveau geaccepteerd van 3% van het BBP voor decentrale overheden. Dit is in totaal een bedrag van 1.4 miljard. Door het beheerst uitvoeren van nieuwe investeringen zal worden getracht het tekort op het EMU saldo te verminderen.

Paragraaf Bedrijfsvoering

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

De activiteiten op het gebied van bedrijfsvoering worden uitgevoerd door OVER-gemeenten. Dit is de gezamenlijke werkorganisatie van de gemeente Oostzaan en de gemeente Wormerland. In deze paragraaf leest u een beknopte samenvatting van de Begroting 2020 van OVER-gemeenten. Voor meer informatie verwijzen wij naar de begroting van OVER-gemeenten 2021-2024. 

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Vanuit financieel perspectief is de situatie echter nog altijd uitdagend en kan niet aan alle wensen worden tegemoetgekomen. De genoemde vitaliteit van de organisatie betekent bovendien niet dat deze op alle gebieden al de gewenste kwaliteit levert. Het blijft noodzakelijk dat de organisatie - en daarmee de medewerkers – zich ontwikkelt, om de steeds complexer wordende vraagstukken uit de samenleving het hoofd te bieden. De eerste stappen in de kwaliteitsverbetering zijn gezet en de vruchten daarvan worden geplukt. Daarmee is het werk nog niet gedaan: op een aantal gebieden moet nog een flinke verbeterslag plaatsvinden. De dienstverlening aan colleges, gemeenteraden, burgers en bedrijven staat daarbij centraal.

OVER-gemeenten is volop in ontwikkeling en werkt aan thema’s die de nodige impact hebben op de organisatie. Thema’s uit het collegeprogramma als burgerparticipatie, omgevingswet en duurzaamheid staan daarbij centraal. De opgaven waar de gemeente voor staat worden forser en complexer en daarmee ook de vraagstukken voor de ambtelijke organisatie.

Financieel 

De geraamde baten en lasten van OVER-gemeenten worden voor 38 % toegerekend aan Oostzaan en voor 62% aan Wormerland, uitgezonderd de afgenomen specifieke dienstverlening.

Paragraaf Verbonden partijen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

In deze paragraaf geven wij u het totaal overzicht van onze samenwerkingsverbanden. Deze staan ook uitgesplitst over de programma’s.

De gemeenschappelijke regelingen voeren het beleid en het beheer op de betreffende terreinen uit voor de gemeente. In het algemeen geldt dat voor een gemeenschappelijke regeling wordt gekozen, indien de gemeente dit beleid niet alleen, dan wel niet doeltreffend en doelmatig kan uitvoeren. Via deze 'verbonden partijen' (samenwerkingsverbanden) werken wij met andere partijen samen om onze lokale ambities en doelen te bereiken.

Waarom samenwerking?
De gemeente Oostzaan werkt al jaren intensief samen met gemeente Wormerland. Net als onze eigen organisatie draagt dit samenwerkingsverband bij aan het realiseren van onze lokale doelen en ambities. Samenwerkingsverbanden dienen dus een publiek belang.
De organisaties waarin wij deelnemen, dus onze verbonden partijen, maken voor ons beleid of voeren voor ons beleid uit. In principe zouden wij dat ook zelf kunnen doen. Er zijn vier redenen waarom wij een aantal van onze taken toch door een verbonden partij laten oppakken:

1. via samenwerkingsverbanden kan worden samengewerkt aan beleidsuitdagingen die gemeentegrensoverschrijdend zijn of die voor meerdere gemeenten van groot belang zijn;
2. sommige taken vragen specialistische kennis die onze eigen organisatie niet kan bieden;
3. het beleggen van taken bij een samenwerkingsverband kan efficiënter/goedkoper zijn dan de taken in de eigen organisatie te beleggen, waardoor voor minder geld minstens dezelfde (maar vaak een hogere) kwaliteit geleverd kan worden;
4. voor sommige beleidsterreinen is het wettelijk verplicht om een samenwerkingsverband op te richten.

De ambtelijke organisatie zorgt ervoor dat de afstemming tussen gemeente en regionale samenwerkingsverbanden goed verloopt.

Wat is een verbonden partij precies?
Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een financieel én bestuurlijk belang heeft:
• de gemeente financiert (samen met de andere deelnemers) de verbonden partij. Mocht de verbonden partij onverhoopt failliet gaan of zijn financiële verplichtingen niet na kunnen komen, dan is de gemeente aansprakelijk;
• de gemeente heeft zeggenschap door vertegenwoordiging (via bijvoorbeeld de burgemeester, een collegelid of een raadslid), dan wel via hoofde van stemrecht, in het bestuur van de verbonden partij.

Een belangrijk onderscheid is het verschil tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke verbonden partijen. Daarnaast bestaat er nog een mengvorm, de zogenaamde publiek-private samenwerkingsverbanden (PPS-constructies).

Overige Samenwerkingsverbanden

Terug naar navigatie - Overige Samenwerkingsverbanden

Privaatrechtelijke verbintenissen
Wij zijn ook privaatrechtelijke samenwerkingsvormen aangaan.

Hieronder is een overzicht met de volgende private partijen weergegeven:
- Overeenkomst tot uitvoering op HRM-gebied met Driessen voor wat betreft de salarisadministratie.
- Overeenkomst tot samenwerking in regio-verband bij milieutaken (omgevingsdienst IJmond).
- Stichting Rijk
- Gemeente Archief Zaanstad

Aandelen
Vanuit onze aandeelhouderschap hebben wij ook een verbintenis met de volgende bedrijven:
- Bank voor Nederlandse Gemeenten
- E.Z.W. N.V.

Bijzondere samenwerkingsverbanden
Naast de bovenstaande verbonden partijen werken wij ook samen met de volgende partijen:

  • Regionaal bestuurlijk Overleg Politie (RBOP)
  • Regionale informatie en expertisecentrum (RIEC)
  • Stichting Grootschalige basiskaart Noord Holland
  • Regionaal platform recreatie en toerisme
  • Stichting Marketing Zaanstreek
  • Provincie (risicokaart)
  • ORS (Omgevingsraad Schiphol)

Overige samenwerking
De gemeente Oostzaan staat in beginsel positief tegenover het aangaan van samenwerkingsverbanden met derden, teneinde het publieke belang zoveel mogelijk te dienen. In dat kader is dan ook aandacht voor nieuwe kansen of ontwikkelingen, om –indien dat noodzakelijk is- de bestaande samenwerkingsverbanden verder uit te werken of nieuwe samenwerkingspartners te zoeken. De aard van de beoogde samenwerking en de publieke belangen die daarbij betrokken zijn, is leidend voor de vorm van samenwerking en de partij waarmee samenwerking worden gezocht. Dat kan zowel een bestuursorgaan, een gemeente of een private partij zijn.

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Programma 1

Geen verbonden partijen

 

Programma 2

Geen verbonden partijen

 

Programma 3 

Naam verbonden partij

GR Gemeenschappelijke GezondheidsDienst Zaanstreek-Waterland (GGD ZW)

Site

ggdzw.nl

Kerngegevens

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zaanstreek-Waterland, Zaandam

Doel / openbaar belang

Bevorderen en uitvoeren van de collectieve preventie en andere activiteiten in het kader van de gezondheidszorg.

Missie

GGD Zaanstreek-Waterland beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid en de sociale veiligheid van alle mensen in de regio. Daarbij staat een preventieve en collectieve aanpak voorop, met specifieke aandacht voor bevordering van participatie en ondersteuning van de eigen regie van mensen. Als uitvoeringsorganisatie van de gemeenten sluit de GGD aan bij de gemeentelijke verantwoordelijkheden in het sociaal domein.

Visie

De GGD gaat voor doorontwikkeling van de eigen kwaliteiten, aansluiten bij en inspelen op nieuwe ontwikkelingen, hantering van een helder afwegingskader voor de uitvoering van contract-taken, investeren in verbinding.

Ontwikkelingen

De begroting 2021 van de GGD is opgesteld op basis van het bestaande beleid en hun strategische agenda. Ambities daarin zijn een gezonde leefstijl en een gezonde en veilige leefomgeving. Daarnaast is voor het eerst sinds jaren gekozen voor een investering. Het gaat om de onderdelen ICT en infectieziekte bestrijding.
De effecten van de Coronacrisis zijn niet meegenomen in de begroting van de GGD 2021. Het Rijk heeft toegezegd al deze extra kosten ter vergoeden.

Eigen vermogen per 1 januari 2019

€ 1.398.403,-

Eigen vermogen per 31 december 2019

€ 1.086.249,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2019

€ 7.180.705,-

Vreemd vermogen per 31 december 2019

€ 7.030.705,-

Bijdrage gemeente aan GR 2021

€ 358.815,-

Rekeningresultaat 2019 van de GR

€ 229.683,-

Risico

Geen

 

Programma 4

Geen verbonden partijen

 

Programma 5

Naam verbonden partij

Recreatieschap Twiske Waterland

Site

http://www.hettwiske.nl

Kerngegevens

Recreatieschap Twiske Waterland, gevestigd te Oostzaan, Noorderlaaik 1, 1511 BX 

Doel / openbaar belang

Recreatieschap Twiske-Waterland is een samenwerkingsverband van diverse gemeenten en de provincie NH. Het recreatieschap wil recreanten laten genieten van het mooie landschap. Het schap legt recreatieve voorzieningen aan zoals fiets- wandel- en vaarroutes en wil het Waterlandse landschap met zijn karakteristieke bebouwing, openheid en bijzondere planten en dieren zo goed mogelijk in stand houden.

Missie

Recreatie in het gebied Twiske-Waterland versterken. 

Visie

De visie richt zich met name op ruimtelijke ontwikkelingen:
- in het zuidwestelijke deel worden de intensieve voorzieningen en functies geconcentreerd om hier een integrale ontwikkeling tot recreatiecentrum te bewerkstelligen
- in het zuidoostelijk deel vinden ontwikkelingen plaats op en in de directe nabijheid van de boerderij
- voor het overige blijft het huidige extensieve karakter van het gebied behouden

Ontwikkelingen

In 2020 is het ambitiedocument vastgesteld voor komende jaren.

Landschap Waterland

 

Eigen vermogen per 1 januari 2019

€ 2.118.710,-

Eigen vermogen per 31 december 2019

€ 2.239.000,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2019

€ 37.585,-

Vreemd vermogen per 31 december 2019

€ 37.600,-

Bijdrage gemeente aan GR 2021

 € 1.962,-

Rekeningresultaat 2019 van de GR

€ 153.706,-

 Risico's en beheersmaatregelen

Geen

Twiske

 

Eigen vermogen per 1 januari 2019

€ 2.647.268,-

Eigen vermogen per 31 december 2019

€ 2.970.300,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2019

€ 95.716,-

Vreemd vermogen per 31 december 2019

€ 100.900,-

Bijdrage gemeente aan GR 2021

 € 13.803,-

Rekeningresultaat 2019 van de GR

€ 47.283,-

 Risico's en beheersmaatregelen

Geen

 

 

Naam verbonden partij

GR Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (VRZW)

Site

veiligheidsregiozaanstreekwaterland.nl

Kerngegevens

 

Doel / openbaar belang

Het bewerkstellingen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van brandweer/GHOR/CPA-taken in ruime zin met inbegrip van het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen en overigens een goede hulpverlening bij een ongeval of een ramp te bevorderen in het gebied met acht deelnemende gemeenten. De Veiligheidsregio/RWBZ voert regiotaken op het gebied van preventie, preparatie en alarmcentrale. Daarnaast is de gemeentelijke crisisorganisatie inmiddels regionaal georganiseerd als gevolg van de wet op de Veiligheidsregio’s. Deze processen worden steeds verder geprofessionaliseerd.  De nafase van een crisis blijft een taak van de gemeente. De VRZW ondersteunt gemeenten om deze taken te organiseren.

Missie

De partners in de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland gaan ‘arm in arm voor veiligheid’ om het samenwerkingsverband te bestendigen en uit te bouwen. Dit samenwerkingsverband helpt  maatschappelijke verstoringen voorkomen of beperken in het belang van en samen met de burgers.

Visie

• Wij werken adequaat en effectief samen op het gebied van integrale veiligheid
• Wij treden adequaat en snel op bij rampen en crises
• Wij gaan in onze organisatievorming mee in de ontwikkelingen rond bestuurlijke schaalvergroting
• Wij hebben wederzijds werkbare afspraken met de nieuwe politieregio
• Wij werken actief samen met de burger opdat deze bewust en zelfredzaam handelt

Ontwikkelingen

Geen. 

Eigen vermogen per 1 januari 2019

€ 2.368.000,-

Eigen vermogen per 31 december 2019

€ 2.187.000,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2019

€ 16.397.000,-

Vreemd vermogen per 31 december 2019

€ 16.200.000,-

Bijdrage gemeente aan GR 2021

€ 688.123,-

Rekeningresultaat 2019 van de GR

€ 659.868,-

 Risico's en beheersmaatregelen

 Geen

 

 

Naam verbonden partij

Vervoerregio Amsterdam

Site

https://vervoerregio.nl/

Kerngegevens

Jodenbreestraat 25, 1011 NH Amsterdam

Doel / openbaar belang

Samenwerking versterken op het gebied van verkeer en vervoer, bevorderen van bereikbaarheid

Missie

Verkeer en vervoer ondersteunt de ruimtelijk-economische ontwikkelingen en de ontplooiingskansen van mensen. Dat vraagt om intensieve samenwerking afstemming tussen het mobiliteitsbeleid en de andere beleidsvelden.

Ontwikkelingen

Geen.

Eigen vermogen per 1 januari 2019

€ 1.264.197,-

Eigen vermogen per 31 december 2019

€ 795.977,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2019

€ 287.516.613,-

Vreemd vermogen per 31 december 2019

€ 336.914.293,-

Bijdrage gemeente aan GR 2021

€ 0,-

Rekeningresultaat 2019 van de GR

€ 0,-

Risico's en beheersmaatregelen

Geen

 

 

Naam verbonden partij

Nationaal Landschap Laag Holland

Site

http://www.laagholland.nl/nationaal-landschap

Kerngegevens

Nationaal Landschap Laag-Holland, gevestigd in Haarlem

Doel / openbaar belang

Nationaal Landschap Laag 

is een  samenwerkingsverband tussen diverse partijen (provincie, gemeenten, hoogheemraadschap, Natuur- en landbouworganisaties) die zich inzet voor het behoud van de kernkwaliteiten van Nationaal Landschap Laag Holland.

Missie

  

De organisatie Laag Holland voert de regie over het Nationaal Landschap. Visievorming op de vele thema’s (landschap, landbouw, natuur, water, recreatie, communicatie) vindt in de stuurgroep plaats. 

Visie

Laag, lager, laagst. Mens en natuur hebben in Laag Holland samengewerkt om iets heel moois onder de zeespiegel te maken. Dat vind je terug in de openheid, de prachtige rechte lijnen, en de beschermde stads- en dorpsgezichten. Daarom is Laag-Holland een nationaal landschap. Dat betekent dat het landschap intact moet blijven. Geen grootschalige nieuwbouw dus, maar oude molens, droogmakerijen, weidse uitzichten, en ruimte voor rust en natuur. 

Ontwikkelingen

Geen

Eigen vermogen per 1 januari 2018

Er zijn geen specifieke gegevens bekend over de financiële huishouding van Nationaal Landschap Laag-Holland omdat deze post is opgenomen in de boekhouding van de provincie Noord-Holland.    

Eigen vermogen per 31 december 2018

Vreemd vermogen per 1 januari 2018

 

Vreemd vermogen per 31 december 2018

 

Bijdrage gemeente aan GR 2020

 

Rekeningresultaat 2018 van de GR

€ 0,-

 Risico's en beheersmaatregelen

Geen

 

 

Naam verbonden partij

OD IJmond

Site

www.odijmond.nl

Kerngegevens

 

Doel / openbaar belang

De beleidslijnen die door de gemeenten Beemster, Beverwijk, Haarlem, Heemskerk, Purmerend, Uitgeest en Velsen en de Provincie Noord-Holland in hun milieubeleidsplannen en overeenkomsten zijn neergelegd, bepalen in 2020 welke werkzaamheden uitgevoerd worden en worden vastgelegd In het uitvoeringsprogramma 2020 van OD IJmond. De OD IJmond heeft zelf geen milieubeleidsdoelstellingen en is een uitvoerende dienst

Missie

OD IJmond draagt bij aan het bereiken en in stand houden van een veilige en duurzame fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit binnen ons werkgebied. Daarbinnen Inspireert OD IJmond burgers en bedrijven tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Het resultaat is een landelijk vooruitstrevende en toekomstbestendige voorbeeldorganisatie waar partners met vertrouwen mee samenwerken.

Visie

OD IJmond werkt, als onderdeel van het openbaar bestuur, samen met burgers, bedrijven en overheden aan een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving. Naast vergunningverlening, toezicht en handhaving bij bedrijven, adviseert OD IJmond over de verschillende aspecten van de fysieke leefomgeving en duurzaamheid binnen het ruimtelijke domein.

In de uitvoering van onze taken vervult OD IJmond een proactieve, regisserende en vooral verbindende rol. Als procesregisseur met kennis van zowel Inhoud als uitvoering bevordert OD IJmond een integrale aanpak binnen het ruimtelijk domein en koppelt OD IJmond de juiste partijen aan elkaar. Daarbij is kwalitatieve en adequate dienstverlening leidend. Initiatieven van burgers en bedrijven vragen van OD IJmond een open houding, gericht op wederzijds vertrouwen. Als kennisorgaan anticipeert OD IJmond hierop en faciliteert met een helder inzicht in het speelveld, binnen de kaders van de wet- en regelgeving.

 

Ontwikkelingen

-

Eigen vermogen per 1 januari 2019

€ 509.260,-

Eigen vermogen per 31 december 2019

€ 409.249,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2019

€ 8.551.522,-

Vreemd vermogen per 31 december 2019

€ 8.287.440,-

Bijdrage gemeente aan GR 2021

Bijdrage Gemeenschappelijke Regeling € 48.873,-

Milieutaken, drank en horeca toezicht, bouw en woningtoezicht, ruimtelijke ordeningstoezicht € 275.460,-

Uitbreiding taken klimaat en energiedoelstellingen € 50.400,-

Rekeningresultaat 2019 van de GR

€ 0,-

 Risico's en beheersmaatregelen

-

 

 

Programma 6

Naam verbonden partij

Cocensus

Site

cocensus.nl

Kerngegevens

Openbaar lichaam genaamd 'gemeenschappelijke regeling Cocensus',  gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer.

Doel / openbaar belang

Cocensus is een gemeenschappelijk regeling (GR) van elf gemeenten namelijk Haarlem, Haarlemmermeer, Hillegom, Beverwijk, Oostzaan, Wormerland, Alkmaar, Bergen, Heerhugowaard, Langedijk en Den Helder. In deze GR zijn de uitvoeringswerkzaamheden in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen ondergebracht.

Cocensus verzorgt het bestandsonderhoud, de heffing, de invordering, de behandeling van bezwaar- en beroepschriften en de behandeling van verzoeken om kwijtschelding.

Missie

Cocensus is de partner voor het integraal waarderen, heffen en invorderen van decentrale belastingen en heffingen. 

Visie

Cocensus heeft een bedrijfsmatige grondslag en zal tegen een zo laag mogelijk tarief en zo hoog mogelijke kwaliteit haar diensten integraal aanbieden. De belangrijkste waarden hierbij zijn:
·   Klantgericht
·   Kwalitatief
·   Innovatief
·   Efficiënt en effectief
·   Resultaatgericht
·   Integriteit

Ontwikkelingen

 

Eigen vermogen per 1 januari 2019

€ 205.312,-

Eigen vermogen per 31 december 2019

€ 304.723,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2019

€ 4.175.671,-

Vreemd vermogen per 31 december 2019

€ 7.805.636,-

Bijdrage gemeente aan GR 2021

€ 237.743,-

Rekeningresultaat 2019 van de GR

€ 99.412,-

 Risico's en beheersmaatregelen

 

 

 

Naam verbonden partij

OVER-gemeenten

Site

 www.over-gemeenten.nl

Kerngegevens

 

Doel / openbaar belang

Op 17 juni 2008 heeft de gemeenteraad van Oostzaan besloten in te stemmen met de samenwerking van Wormerland en Oostzaan. Om de uitvoering van beleidsmatige, uitvoerende en organisatorische opgaven te borgen en de dienstverlening verder te verbeteren, is de gemeenschappelijke regeling OVER-gemeenten opgericht. OVER-gemeenten werkt binnen de door de gemeenteraad van Oostzaan voor de samenwerking vastgestelde kaders. Deze kaders zijn:

  • • Elke gemeente behoudt haar bestuurlijke zelfstandigheid;
  • • Elke gemeente stelt haar eigen beleids- en uitvoeringskader vast;
  • • De samenwerking heeft als doel het blijvend borgen van dienstverlening, kwaliteit, continuïteit, bestuurskracht en betaalbaarheid;
  • • De dienstverlening van elke gemeente blijft lokaal (front-offices).
  • • Vanuit het uitgangspunt van “handhaven van de bestuurlijke zelfstandigheid van de twee gemeenten” blijft elke gemeente thans en in de toekomst verantwoordelijk voor haar eigen financiële positie;
  • • De (structurele) kosten van de ambtelijke organisatie mogen tijdens de samenwerking en in verdere uitwerkingen van de samenwerking niet stijgen, uitgezonderd wanneer er verplichte nieuwe taken vanuit het Rijk bijkomen of wanneer er sprake is van nieuwe beleidsvoornemens die gepaard gaan met personeelsuitbreiding.

Missie

  • • Het zo optimaal mogelijk organiseren van het samenspel tussen colleges, bestuur en organisatie als noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren van de serviceorganisatie voor meerdere gemeenten.
  • • Het zo optimaal mogelijk organiseren van de dienstverlening aan inwoners, bedrijven en instellingen.
  • • Het zo optimaal mogelijk organiseren van de bedrijfsmatige ondersteuning als noodzakelijke voorwaarde voor het goed functioneren van de klantgerichte processen.
  • • Het zo optimaal mogelijk inzetten van personeel, zodanig dat een constante kwaliteit geleverd kan worden.

Visie

OVER-gemeenten is in 2021 een:

  • • vraaggestuurde dienstverlener
  • • een toegangspoort tot de overheid
  • • een aantrekkelijk werkgever
  • • een innovatieve, 'anders' denkende organisatie
  • • een aantrekkelijke partner

Ontwikkelingen

Voor gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland is ‘samenwerken’ een actueel thema. We verkennen de mogelijkheden om de ambtelijke samenwerking uit te breiden met nieuwe gemeenten

Eigen vermogen per 1 januari 2019

€ 513.036,-

Eigen vermogen per 31 december 2019

€ 307.772,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2019

€ 1.899.708,-

Vreemd vermogen per 31 december 2019

€ 1.709.970,-

Bijdrage gemeente aan GR 2021

€ 5.534.163,-

Rekeningresultaat 2019 van de GR

€ 12.706,-

 Risico's en beheersmaatregelen

In de risicoparagraaf OVER-gemeenten zijn geen risico's vermeld. De provincie heeft hiervoor aandacht gevraagd, eventuele risico’s worden met ingang van 2021 opgenomen in de begroting van OVER-gemeenten. 

 

Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Deze paragraaf gaat over de beheerskosten van Gebouwen en de Openbare Ruimte. Deze kapitaalgoederen beslaan een aanzienlijk deel van de begroting en zijn dus van grote invloed op de financiële positie van de gemeente.

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Hierbij een overzicht van de gebouwen in bezit van de gemeente en de staat van onderhoud van deze gebouwen.

Gebouw

Staat van onderhoud

Centrum complex de Kunstgreep

Uitstekend

Brandweerkazerne Kerkstraat

Uitstekend

Ambtswoning Glazenmakerstraat

Uitstekend

Schoolgebouw de Kweekvijver, incl. noodlokalen

Uitstekend

Schoolgebouw de Korenaar

Uitstekend

Schoolgebouw de Noorderschool

Uitstekend

Gemeentewerf Skoon

Uitstekend

Loods op de begraafplaats

Goed

De Kolk

Goed

Leliestraat, pand Oudheidskamer

Goed

Sporthal de Greep (deel E)

Goed

Pand de Vitaminebron Twiskeweg

Goed

Gebouw voormalig Jongerencentrum de Wereld

Goed

Schoolgebouw de Rietkraag

Goed

Kerktoren

Goed

Diverse Loodsen Zuideinde 204/206

Slecht

NB: De loodsen aan het Zuideinde maken deel uit van ruimtelijke herontwikkelingen. Onderhoud aan de panden vindt dan ook niet plaats.

Openbare ruimte

Terug naar navigatie - Openbare ruimte

 

Categorie

Beleidskader

Kwaliteits  niveau

Toelichting/nadere informatie

Periode

Vastgesteld

 Wegen

Wegenbeheerplan 2018-2023

Voldoende

Dit betreft groot onderhoud aan de weg, het groen en de openbare verlichting. Mogelijk dat er een herinrichting is, afhankelijk van het overleg met de bewoners.

2018-2023

2018

Wegen

Meerjareninvesteringsplan

Voldoende

Het meerjareninvesteringsplan geeft inzicht in de geplande hierinrichtingen van diverse wijken in Oostzaan

2021-2030

2020 (begroting 2021)

Openbare verlichting

Beheerplan Openbare Verlichting

Voldoende

De armaturen worden vervangen door LED lampen. Ook worden de masten vervangen en krijgen deze een nieuwe indeling, afhankelijk van de herinrichtingen van de straat.

2018-2026

2015 (herziening)

Riolering

Gemeentelijk Riolering Plan 2018-2023

Voldoende

Het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) geldt voor de periode 2018-2023. In het plan staan de noodzakelijke acties om het riool in goede staat te brengen en te houden.

2018-2023

2018

Waterbeheer

Beleid in samenwerking met HHNK

Voldoende

Het waterbeheerplan is formeel afgerond. Een nieuw waterbeheerplan dient te worden opgesteld, waarbij de actie bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorder Kwartier (HHNK) ligt. Er wordt nog wel conform het waterbeheerplan gewerkt. In 2021 zijn geen werkzaamheden gepland betreffende beschoeiing of baggeren. Wel zullen slootkanten worden bijgehouden (schouw). Hiervoor is budget opgenomen in de begroting 2021-2024.

In 2021 wordt de overdracht van het stedelijk water binnen de gemeentegrenzen van de gemeente naar het HHNK verder uitgewerkt en onderzocht.

2007-2016

 2007

Openbaar Groen

Bestekvorm

Voldoende

Het onderhoud van het openbaar groen is ondergebracht bij Werkom t/m 2019. Voor het onderhoud aan de bomen is een andere partij gecontracteerd.

Er wordt gewerkt conform het in 2020 vastgestelde groenbeheerplan. De groenstructuurvisie is in 2019 vastgesteld.

2020-2024

2020

Gebouwen (incl. onderwijs)

Onderhoud conform onderhoudsplanning Planon

Goed

Het groot onderhoud van de gebouwen wordt uitgevoerd volgens het meerjaren-onderhoudsprogramma Planon. Dit onderhoudsprogramma is opgesteld in 2007 en wordt jaarlijks geactualiseerd. Jaarlijks worden budgetten per onderdeel geraamd. Daarin zit ook budget voor klein en onvoorzien onderhoud.

2007-2022

2007

Bruggen en kunstwerken

Beheerplan civieltechnische kunstwerken

2017-2020

Voldoende

Vanaf 2017 wordt planmatig groot onderhoud uitgevoerd t/m 2020, conform het beheerplan, en zijn hiervoor contracten afgesloten met aannemers.

In 2020 heeft een nieuwe inspectie van alle bestaande bruggen plaatsgevonden. Aan de hand hiervan is een nieuwe risico inventarisatie gemaakt.

2017-2020

2016

Sportvelden

Beleid in samenwerking

met SST (Stichting sportcomplexen Twiskeweg)

Voldoende

In 2009 zijn de sportvelden van de voetbalvereniging voorzien van kunstgras en daarna ondergebracht in een stichting. Deze stichting regelt het reguliere en groot onderhoud. In 2018 is ook het kunstgrasveld van de korfbalvereniging in deze stichting worden ondergebracht.

 

2009 OFC / 2017 OKV

 

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Uitkoopregeling Hoogspanningsmasten
De uitkoopregeling van woningen onder hoogspanningsmasten is in werking getreden per 1 januari 2017. Deze uitkoopregeling loopt tot 31 december 2021. Door deze regeling is de gemeente eigenaar geworden van de volgende woningen:

Adres Jaar van aankoop
Staat van onderhoud
Kerkstraat 96 2017 Redelijk
Kerkstraat 98 2017 Redelijk
Kerkstraat 100-102 2017 Redelijk
Kerkstraat 104 2017 Redelijk
Kerkstraat 101 2017 Redelijk
Zuideinde 184 2017 Redelijk
Kerkstraat 105 2018/2019 Redelijk
Zuideinde 180 2019 Redelijk
Zuideinde 182 2020 Redelijk

Deze woningen dienen op termijn te worden herbestemd of gesloopt. Ook de kosten van de sloop vallen binnen de vergoedingen van de uitkoopregeling. Op deze woningen wordt om deze reden minimale onderhoud gepleegd.

Financieel beeld kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Financieel beeld kapitaalgoederen

Vanuit de vastgestelde beheerplannen is voor 2021 het volgende opgenomen:

 

  Financiële consequenties conform plannen Ramingen ten laste van exploitatie of voorziening Toelichting plannen en is er sprake van achterstallig onderhoud?
Wegen, Groot onderhoud of herinrichting conform Wegenbeheerplan 2018-2023 en meerjareninvesteringsplannen 2021-2030

€ 2.185.000 Kerkstraat

 

 

De Herinrichting van de Kerkstraat staat gepland voor uitvoering in de jaren 2020-2021.

Conform het gewijzigde Wegenbeheersplan zijn alle geplande investeringen voor groot onderhoud of herinrichting opnieuw doorgerekend.

Wegen, regulier onderhoud   € 134.000 Voor kleine reparaties in straat, trottoirs en asfaltwerk is een budget opgenomen van € 134.000,-
Openbare verlichting, herinrichting en vervanging € 375.000   Van dit budget wordt € 90.000 ingezet voor het Zuideinde.
Openbare verlichting, regulier onderhoud   € 34.577 Dit budget is bestemd voor de onderhoudswerkzaamheden aan de openbare verlichting en het oplossen van storingen. Herinrichtingsbudgetten voor nieuwe openbare verlichting is meegenomen in de budgetten voor herinrichting wegen, conform het wegenbeheerplan.
Waterbeheer, baggeren, walkanten en schoeiing

 

€ 54.402 Het waterbeheerplan is formeel afgelopen. Er wordt nog wel gewerkt conform het waterbeheerplan, en onderhoud gepleegd aan beschoeiing en baggerwerkzaamheden.
Riolering, groot onderhoud of herinrichting

 

  De geplande projecten voor groot onderhoud en herinrichting van het riool zijn voor de periode 2021 - 2030 opnieuw doorgerekend. Gelet op de huidige staat van het rioleringsstelsel en het aantal meldingen en klachten wordt met ingang van 2021 een onderheid rioolstelsel aangelegd bij herinrichting van desbetreffende wijk. 
Riolering, regulier onderhoud   € 333.550 Binnen het product Riolering is voor regulier onderhoud en oplossen van storingen een bedrag geraamd van € 333.550,-.

Openbaar groen

Bomenbeheer

 

€ 304.845

€ 40.400

Voor het onderhoud van het openbaar groen zijn contracten afgesloten met leveranciers. Voor de herinrichting van plantsoenen dient aanvullend budget te worden aangevraagd.
Gebouwenbeheer regulier onderhoud   € 116.500 Dit budget is gebaseerd op de jaarlijkse uitgaven conform het onderhoudsprogramma. Bij het opstellen van de jaarrekening wordt het restant van dit budget toegevoegd aan de reserve gebouwenbeheer, en een overschrijding van dit budget onttrokken aan deze reserve.
Bruggen en kunstwerken   € 80.000 Dit budget is gebaseerd op de jaarlijkse uitgaven conform het onderhoudsprogramma. Bij het opstellen van de jaarrekening wordt het restant van dit budget toegevoegd aan de reserve bruggen, en een overschrijding van dit budget onttrokken aan deze reserve.

 

Onderstaande investeringen zijn reeds verwerkt in de voorliggende begroting met bijbehorende meerjarenraming 2021-2024.

Conform artikel 20 van de BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden) is een onderscheid gemaakt tussen investeringen met een economisch nut en investeringen met een maatschappelijk nut. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn volgens de vastgestelde financiële verordening 2014 en artikel 212 BW.

 

 

Paragraaf Grondbeleid

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de programma’s Leefomgeving en Ruimtelijke Ordening. Een goed functionerend grondbeleid is essentieel voor het realiseren van doelstellingen op het gebied van ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, verkeer en vervoer en cultuurhistorie.

 

Visie
De visie voor het in deze gemeente te voeren grondbeleid is door de gemeenteraad verwoord in de vastgestelde Nota Grondbeleid Oostzaan in 2005. Op 8 april 2013 zijn door de gemeenteraad de beleidskaders van het grondbeleid opnieuw vastgesteld. In de nota is uitgesproken, dat het grondbeleid moet worden beschouwd als een instrument om andere gemeentelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. Bevestigd is, dat de gemeente geen actieve grondpolitiek voert en dat voortgegaan wordt met het huidige facilitaire beleid, waarbij gebruik gemaakt wordt van alle ten dienste staande instrumenten en mogelijkheden. In 2018 is de Nota Grondprijzen Oostzaan geactualiseerd.
Uitgangspunt blijft, dat de gemeente allereerst tracht te komen tot kostenverhaal door middel van het sluiten van een anterieure exploitatieovereenkomst. Afdwingbaar kostenverhaal zal worden toegepast indien geen of onvoldoende resultaat kan worden bereikt. Het vaststellen van een exploitatieplan op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) is daarvoor het geëigende instrument. Bij de uitgifte van gronden en panden wordt een marktconforme prijs gehanteerd. Uitsluitend indien sprake is van uitgifte van grond ten behoeve van een maatschappelijke, niet commerciële functie kan een lagere prijs worden gehanteerd in bijzondere door het college te bepalen gevallen.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

 Lopende zaken

  • Radio 9 terrein Zuideinde.
    De gemeenteraad heeft op 7 juli 2020 het bestemmingsplan Locatie Radio 9 aangenomen, met daarbij opgenomen een amendement waarin is beschreven dat tenminste 30% van de te realiseren woningen, sociale huur en/of koopwoningen moeten zijn tot een koopsom van maximaal € 275.000,-. In het plan worden 14 tot 17 woningen gerealiseerd. De verkoopprocedure start na het onherroepelijk zijn van het bestemmingsplan. Beroep kan tot 2 september 2020 worden ingediend. Streven is om de ontwikkeling van het terrein voor eind 2021 te starten. Verwacht wordt dat het bouwplan in 2023 wordt opgeleverd. Een en ander afhankelijk van de afhandelingstermijn op de eventueel ingediende bezwaren op het bestemmingsplan. De ambtelijke kosten voor de begeleiding van de ontwikkeling van het Radio 9 terrein worden door de ontwikkelaar vergoed, vanuit de verkoop van de grond.

 

  • Dr. Boomstraat (complex 17 WOV).
    De planologische procedure voor dit herstructureringsproject is onherroepelijk. De ‘oude’ woningen (20) zijn inmiddels gesloopt. In kwartaal 1 van 2021 staat de oplevering gepland van 33 sociale huurwoningen.

 

  • Bouwen van woningen.
    In 2018 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar mogelijke woningbouwlocaties. De verkenning geeft inzicht in de woningbouwmogelijkheden binnen de gemeente en mogelijke invullingen van potentiele ontwikkelingslocaties. De verkenning doet geen concrete uitspraken over de daadwerkelijke ontwikkeling, daar veel van de locaties nu nog een andere functie hebben en in handen zijn van particulieren. Op de locaties die reeds in eigendom zijn van de gemeente, wordt de woningbouwontwikkeling reeds gestart. In 2019 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar mogelijke woningbouwlocaties. Deze zullen in 2020 verder worden onderzocht. Op het oa. het radio 9 terrein en Dr Boomstraat worden woningen gebouwd.
  • Derlagenhof.
     Op het Zuideinde 43-49 zijn particuliere plannen voor de nieuwbouw van een aantal woningen. De initiatiefnemer wil op deze locatie circa 16 woningen bouwen, waarvan deel in sociale huur en/of koopsegment. Start bouw naar verwachting vanaf 2022.Op dit moment vinden onderzoeken plaats ten behoeve van de bouwplantoets.

 

  • Woonvisie Oostzaan/prestatieafspraken/grondbeleid
    in het spoor van de omgevingsvisie wordt ook de woonvisie van de gemeente geactualiseerd. Het koersdocument voor de omgevingsvisie inclusief de actualisatie van de woonvisie is op 7 juli 2020 vastgesteld door de gemeenteraad. In lijn van dit koersdocument wordt de actualisatie van de woonvisie uitgewerkt en naar verwachting in kwartaal 4 van 2020 vastgesteld door de gemeenteraad. In 2021 worden op basis van de geactualiseerde woonvisie prestatieafspraken gemaakt met de WOV en de Huurdersvereniging Oostzaan voor het tijdvak 2022-2026.

 

Financiën
In Oostzaan is geen reserve opgebouwd voor de uitvoering van grondbeleid. Het is beleid is, om tot een sluitende grondexploitatie te komen bij elke ‘vlek’ die in ontwikkeling wordt genomen.

 

Risico’s

Voor wat betreft de lopende zaken zijn geen risico's te verwachten. Het project op de Dr. Boomstraat wordt uitgevoerd door een externe partij. De gemeente Oostzaan heeft hierin geen aandeel. De ontwikkelingen op het Radio 9 terrein aan het Zuideinde zijn nog in een ontwikkelingsfase. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing is het risico inzake planologische procedures opgenomen.

Paragraaf Lokale heffingen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

De gemeentelijke heffingen zijn, naast de doeluitkeringen van het Rijk en de algemene uitkering uit het gemeentefonds, een belangrijke bron van inkomsten. Er zijn twee gemeentelijke heffingen: retributies en belastingen. Bij de retributies is er sprake van een tegenprestatie van de gemeente en mogen de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor de uitoefening van de taak, dit betekent dat de kostendekkendheid niet meer mag zijn dan 100%. Bij belastingen is er geen directe relatie met een prestatie van de gemeente. Belastingen worden gezien als een algemeen dekkingsmiddel.

In onderstaande afbeelding worden de percentages weergeven welke deel van de totale inkomsten een bepaalde soort inkomsten uitmaakt.

De paragraaf lokale heffingen bevat naast de geraamde inkomsten, het beleid ten aanzien van de lokale heffingen, een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid en een aanduiding van de lokale lastendruk.

In de BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden) zijn de eisen verscherpt inzake de onderbouwing van de tarieven, die hoogstens kostendekkend mogen zijn. De gemeente moet een overzicht van baten en lasten opnemen voor de heffingen waarbij sprake is van het verhalen van de kosten. Daarnaast moet in een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen inzichtelijk worden gemaakt hoe bij de berekening van tarieven en heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde kosten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekening, en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling bij de tariefstelling worden gehanteerd.

De gemeente Oostzaan heeft de uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en het opleggen van de aanslagen en de invordering van onroerende zaakbelasting (OZB) , roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting, forensenbelasting, grafrechten en leges omgevingsvergunningen ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling, zijnde Cocensus. Ook de afhandeling van de kwijtscheldingsverzoeken en bezwaar- en beroepschriften vinden plaats door Cocensus.

Voor de uitvoering van belastingregelingen in 14 gemeenten met een inwonersaantal circa 700.000 inwoners brengt Consensus de gemeenten een bijdrage in rekening. Voor de gemeente Oostzaan is de bijdrage over 2021 € 237.743,-.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Het totale pakket van gemeentelijke belastingen en heffingen bestaat uit een 10 tal verschillende belastingen / heffingen, welke gelegitimeerd worden door de vastgestelde belastingverordening door de gemeenteraad. Uitgangspunt bij het bepalen van de verschillende tarieven is de aanpassing van de tarieven met het inflatiepercentage van 1,6%, zoals vastgesteld in de kadernota 2021-2024. Uitzonderingen hierop zijn de tarieven, gebonden aan een wettelijk maximum, zoals reisdocumten en voor wat betreft de OZB en RZB geldt dat niet de tarieven, maar de opbrengst stijgt met het inflatiepercentage.

 

Wijziging WOZ taxatie van m3 naar m2.

De Waarderingskamer heeft enkele jaren geleden het project "Gebruiksoppervlakte woningen voor WOZ-taxaties gestart". Het uitgangspunt van dit project is dat gemeenten de jaren tot en met 2021 gebruiken om van alle woningen een nauwkeurige, gecontroleerde en voldoende gedetailleerde gebruiksoppervlakte vast te leggen. Deze gebruiksoppervlakte dient vervolgens gebruikt te worden voor het uitvoeren van de WOZ-taxaties.
Tot 2021 zijn de WOZ-taxaties in de regel nog gebaseerd op de inhoud (kubieke meters).

In 2022 is het dan verplicht en vastgelegd in de Wet WOZ om alle WOZ-waarden (naar de waarde peildatum 1 januari 2021) te baseren op de gebruiksoppervlakte. Dit is een belangrijke stap in het bereiken van meer uniformiteit in niet alleen de WOZ-taxaties, maar ook een belangrijke stap in het bereiken van een meer uniforme registratie van kenmerken van woningen binnen de gehele overheidsinformatie. Met name de Basisregistratie Adressen en Gebouwen, de BAG, gaat hier van profiteren, omdat de in de BAG geregistreerde oppervlakten voor zover het geen nieuwe of gecontroleerde zaken betreft, ooit zijn gevuld met behulp van een rekenformule (van inhoud naar oppervlakte) met een getolereerde afwijking van 15%. De door de WOZ uitgevoerde volledige inventarisatie draagt bij derhalve ook bij aan een volledig accurate BAG.
Daarom is dit project ook één van de stappen in de richting van een Samenhangende Objecten Registratie (SOR) binnen de gehele Overheid.

Bij de Gemeenschappelijke Regeling Cocensus is intern in 2018 het project “van kubieke naar vierkante meters” opgestart. In de periode 2018-2020 zijn/worden alle objecten geïnventariseerd en voorzien van de juiste gebruiksoppervlakte. In 2021 worden de taxaties gedraaid zowel op basis van inhoud (voor de laatste keer) als op basis van gebruiksoppervlak. Dit om de taxatiemodellen te vergelijken en te controleren teneinde te voorkomen, dat een wijziging van methodiek gaat leiden tot al te grote verschillen in de taxatiewaarde. Voor zowel de gemeente Oostzaan als voor de gemeente Wormerland is de inventarisatie reeds afgerond en ligt het project op schema.

 

Gemeentelijke belastingen

Terug naar navigatie - Gemeentelijke belastingen

Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Uitgangspunt bij het vaststellen van de belastingtarieven is dat deze trendmatig worden verhoogd met de verwachte inflatie. In overeenstemming met de Kadernota 2020 is in de Programmabegroting 2021-2024 voor de belastingen rekening gehouden met een inflatiepercentage van 1,6 %.

Onroerende Zaakbelasting(OZB)
De grondslag voor de OZB wordt gevormd door de waarde van het onroerend goed, die jaarlijks wordt vastgesteld (de zogenaamde herwaardering). Oostzaan heeft tot 2020 het uitgangspunt gehanteerd,  dat de gemiddelde waardestijging (of daling), die voortvloeit uit de herwaardering, wordt gecompenseerd door een evenredige tariefsverlaging (of evenredige tariefsverhoging). Echter heeft de WOZ stijging een negatief effect op de Algemene Uitkering. Het Rijk gaat ervan uit, dat bij een stijging van de WOZ waarde de inkomsten voor de gemeente meestijgen. Deze beleidskeuze heeft tot gevolg dat per saldo de inkomsten voor de gemeente dalen bij een stijgende WOZ waarde, voor een bedrag van € 43.608,- (2020). Ter compensatie van de minder inkomsten wordt het tarief verhoogd met 2% + de vastgestelde inflatie van 1,6%. De WOZ-waarden voor het belastingjaar 2021 worden gebaseerd op het prijspeil 1 januari 2020. Deze waarde is eind derde kwartaal 2020 bekend. Met inachtneming van deze uitgangspunten  is een opbrengst berekend voor 2021 van € 1.559.387,- voor woningen en € 581.472,- voor niet-woningen.

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting (RWWB)
Eigenaren en gebruikers van onroerend goed betalen gemeentelijke belastingen in de vorm van de onroerende zaakbelasting (OZB). Het is wettelijk mogelijk om ook voor eigenaren en gebruikers van roerende woon- en bedrijfsruimten (zoals woonboten en woonwagens) een gelijke belasting in te voeren, te weten de Roerende Woon- en bedrijfsruimte belasting (RWWB). Om eigenaren en gebruikers van roerend en onroerend goed gelijk te behandelen is het tarief van die belasting gelijk aan het tarief van de OZB. De berekende opbrengst voor 2021 bedraagt € 7.000,-.

Hondenbelasting
Onder de naam “hondenbelasting” heft de gemeente een belasting op het houden van honden binnen de gemeente. Belastingplichtige is de houder van de hond. Het aantal honden is bepalend voor de opbrengst van de belasting. De raming voor 2021 bedraagt € 27.000 .

Precariobelasting

Per 1 juli 2017 is de wet in werking getreden tot afschaffing van de precariobelasting op nutsnetwerken. De Eerste Kamer deed het wetsvoorstel op 21 maart als hamerstuk af. Het besluit tot inwerkingtreding van de wet is op 22 mei 2017 in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2017, 196). Voor de betreffende gemeenten is een overgangsregeling getroffen. 
Gemeenten die op 10 februari 2016 in hun belastingverordening een tarief hadden voor nutsnetwerken, mogen uiterlijk tot 1 januari 2022 nog precariobelasting op nutsnetwerken blijven heffen. Onder de overgangsregeling kan een gemeente maximaal het tarief in rekening brengen dat op 10 februari 2016 gold. Gemeenten die onder de overgangsregeling vallen, maar na 10 februari 2016 het tarief hebben verhoogd, moeten vanaf 1 juli 2017 hun tarief verlagen naar maximaal het tarief dat gold op 10 februari 2016. In onze begroting hebben we financieel gezien geanticipeerd op de afschaffing van de precariobelasting.

Toeristenbelasting

Toeristenbelasting is een algemene belasting die een gemeente kan heffen. Toeristenbelasting wordt opgelegd als u verblijft in een gemeente waar u niet staat ingeschreven, zoals bij verblijf in een hotel, pension, caravan of bungalow. De eigenaar van het verblijfplaats krijgt de belastingaanslag voor toeristenbelasting op basis van het aantal overnachtingen. Deze mag de toeristenbelasting aan u doorberekenen. De hoogte van de toeristenbelasting verschilt per gemeente. Gemeenten mogen zelf bepalen of zij toeristenbelasting heffen en hoe zij het tarief berekenen. Dit kan zijn een vast bedrag per verblijf of een percentage per overnachtingsprijs.

 

Gemeentelijke retributies

Terug naar navigatie - Gemeentelijke retributies

Onder de naam retributies heft de gemeente tarieven voor diverse typen van dienstverlening. Bij retributies is sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taakuitoefening. De geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor die taakuitoefening. Belastingplichtige is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de dienst is verleend. Geregeld is er landelijk publiciteit over de gemeentelijke tarieven en de verschillen daartussen. Die verschillen ontstaan in de regel als gevolg van de gemaakte beleidskeuzes. Om die beleidskeuzes zo transparant mogelijk vast te leggen heeft de VNG het initiatief genomen om modellen voor de kostenonderbouwing te ontwikkelen. Voor de afvalstoffen- en rioolheffing, de leges en de lijkbezorgingsrechten zijn deze door de VNG ontwikkeld. In Oostzaan zal in de toekomst gebruik worden gemaakt van deze kostenonderbouwingen.

Rioolrechten

Terug naar navigatie - Rioolrechten

Rioolheffing
De kosten die de gemeente maakt als uitvloeisel van de watertaken worden op burgers en bedrijven verhaald via de zogenaamde rioolheffing. De kosten die uit die watertaken voortvloeien (op het gebied van afvalwaterinzameling, afvalwatertransport en afvoer van overtollig regen- en grondwater) zijn berekend in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2019-2025. De investeringen die hieruit voortvloeien zijn aanzienlijk en de lasten daarvan worden doorberekend in de tarieven. In de begroting 2021 is rekening gehouden met een opbrengst van € 1.381.142,-.

 

   
Kosten riolering 1.097.601
Doorbelasting kosten van de werf 58.565
Personeelskosten 198.969
Overhead toerekening ihkv kostendekkendheid 13.461
Overige lasten en BTW berekening compensatiefonds 135.061
Bijdrage verkeer en wegen, straatvegen 57.396
Bijdrage Openbaar groen 10% van budget 30.484
Totaal Lasten 1.456.476

 

   
Opbrengst rioolheffing 1.381.142
Totaal Opbrengsten 1.381.142

 

   
Percentage kostendekkendheid 94,8 %
   

In de rioolrechten mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-BTW als de investerings-BTW. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun rioolheffing. Daarnaast mag 10% van het budget openbaar groen worden toegerekend.

 

Afval

Terug naar navigatie - Afval

Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een recht geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente op grond van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval heeft. Bij het bepalen van de hoogte van de afvalstoffenheffing wordt rekening gehouden met het feit dat op begrotingsbasis de baten niet hoger mogen zijn dan de lasten. Er wordt gestreefd naar een kostendekkendheid van 100%. In de begroting 2021 is rekening gehouden met een opbrengst van € 1.412.312,- .

 

   
Kosten verwerken en ophalen afval 720.285
Doorbelasting kosten werf 140.555
Personeelskosten 98.423
Overhead toerekening ihkv kostendekkendheid 240.456
Overige lasten en BTW berekening compensatiefonds 178.822
Bijdrage Openbare Orde en veiligheid 8.000
Bijdrage Openbaar groen 30.484
Kosten kwijtschelding 26.000
Totaal Lasten 1.443.025
   
Opbrengst Afvalstoffenheffing 1.412.312
Totaal Opbrengsten 1.412.312
   
Percentage kostendekkendheid 97,87%
   

 

 

 

 

In de afvalstoffenheffing mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-BTW als de investerings-BTW. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun afvalstoffenheffing. Daarnaast wordt 20% van het budget Openbare Orde en veiligheid, kosten BOA, 10% van het budget openbaar groen en de uiteindelijke kwijtschelding meegenomen in de berekening voor de kostendekkendheid.

 

Begrafenisrechten

Terug naar navigatie - Begrafenisrechten

Voor het gebruik van de begraafplaats en voor het verlenen van diensten in verband met de begraafplaats worden rechten geheven.
Algemeen uitgangspunt voor de begrafenisrechten is een aanpassing van de tarieven met alleen de inflatiecorrectie (1,6 % voor 2021).

 

   
Kosten begraafplaats 64.781
Personeelskosten 50.532
Overhead toerekening ihkv kostendekkendheid 57.763
Totaal Lasten 173.076

 

   
Opbrengst verlenen van begrafenisrechten 56.582
Opbrengst begraven 18.204
Bijzetten urnen 452
Grafbedekking en onderhoud 45.657
Overschrijven van rechten 437
Opgraven, herbegraven, ruimen en verstrooien 2.403
Overige heffingen 1.265
Totaal Opbrengsten 125.000

 

   
Percentage kostendekkendheid 72,22%
   

 

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

De normen voor het kwijtscheldingsbeleid, als onderdeel van het gemeentelijk minimabeleid, voor wat betreft de gemeentelijke lasten zijn gesteld op 100% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

De normen voor de bijzondere bijstand, als onderdeel van het gemeentelijk minimabeleid, zijn in gesteld op 110 %. Dit betekent dat een vrij grote groep belastingplichtingen in aanmerking komt voor kwijtschelding, waardoor hun besteedbare ruimte groter wordt. In de begroting 2021 is een bedrag aan kwijtschelding opgenomen van € 26.000,-.

De gemeente Oostzaan verleent uitsluitend kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing. 

 

  Rekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
Bezwaar WOZ 109 130 130
Bezwaar overige heffingen 53 75 75
Beroep WOZ 1 0 0
Beroep overige heffingen 0 0 0
Lasten regeling kwijtschelding € 28.227,- € 25.000,- € 26.000,-
       

 

Leges

Terug naar navigatie - Leges

Algemeen
De tarieven voor 2021 worden primair aangepast aan de hand van het inflatiepercentage van 1,6 %, tenzij nader beperkt door wettelijke tariefstellingen.

De nieuwe regels voor verslaglegging zijn van invloed op de kostenonderbouwingen van gemeentelijke heffingen. Vanaf 2018 werken we met de modelverordening van de VNG. De leges zijn onderverdeeld in drie titels;

  • Titel 1: algemene dienstverlening,
  • Titel 2: dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
  • Titel 3: dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn.

 

Bij de toerekening van kosten is uitgegaan van de aanwezige jurisprudentie. Hierdoor is een 100% kostendekkende legesverordening risicovol. Wanneer nieuwe jurisprudentie tot een wijziging in de toe te rekenen kosten leidt, kan de kostendekkendheid overschreden worden, Door onder de 100% te blijven wordt dit risico opgevangen.

 

Leges onder titel 1 zijn onder meer: verstrekkingen uit de basisregistratie personen, burgerlijke stand, rijbewijzen, reisdocumenten, bestuur documenten, verkeer en vervoer. Er is hier sprake van een kostendekkendheid van 48%. De tarieven kunnen hier niet verder worden verhoogd. Het tekort wordt veroorzaakt door een negatief resultaat op rijbewijzen en reisdocumenten. De tarieven hiervan zijn al op het maximaal toegestane wettelijk niveau.

Leges onder titel 2 zijn de omgevingsvergunningen. De kostendekkendheid lig onder de 100%.

Leges onder titel 3 zijn: horeca, prostitutiebedrijven, evenementenvergoeding en overige vergunningen. Een groot deel hier bestaat uit evenementenvergunningen. Vanwege de maatschappelijke betekenis is dit vaak niet kostendekkend.

 

Overzicht leges Titel 1, Burgerzaken
 
Baten totaal 154.278
Directe kosten 100.428
Personeel 164.394
Overhead 187.918
Berekening kostendekkendheid
34,07 %  (43,01 % in 2020)

 

Overzicht leges Titel 2, Omgevingsvergunningen
 
Baten totaal 220.000
Directe kosten vergunningen 127.280
Directe kosten handhaving 8.500
Personeel 167.753
Overhead 178.515
Berekening kostendekkendheid
45,64 % ( 36,77% in 2020)

 

Overzicht leges Titel 3, Horeca, APV, evenementen
 
Baten totaal 29.200
Directe kosten 15.489
Personeel 73.893
Overhead 84.468
Berekening kostendekkendheid
16,80 % ( 17,27% in 2020)

 

Totaal Overzicht leges Titel     1, 2 en 3
 
Baten totaal 403.478
Directe kosten 251.697
Personeel 406.040
Overhead 450.901
Berekening kostendekkendheid
36,39 % ( 35,22% in 2020)

 

Opbrengsten belastingen en retributies

Terug naar navigatie - Opbrengsten belastingen en retributies

In onderstaande tabel wordt aangegeven welke belastingopbrengsten en retributies er zijn en hoeveel de inkomsten daarvan bedragen, zoals deze in de programmabegroting 2021 zijn verwerkt.

 

Gemeentelijke belastingen Rekening 2018 Begroting 2020 Begroting 2021
OZB woningen € 1.450.749,- € 1.491.594,- € 1.559.387,-
OZB niet-woningen (eigenaren en gebruikers) € 599.859,- € 552.630,- € 581.472,-
Roerende woon- en bedrijfsruimten € 5.828,- € 7.000,- € 7.000,-
Precariobelasting € 517.000,- € 487.000,- € 487.000,-
Hondenbelasting € 31.416,- € 27.000,- € 27.000,-
Toeristenbelasting € 206.775,- € 291.800,- € 291.800,-
       

 

Gemeentelijke retributies Rekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
Afvalstoffenheffing € 1.180.788,- € 1.300.403,- € 1.412.312,-
Rioolrechten € 1.304.032,- € 1.346.592,- € 1.381.142,-
Begrafenisrechten € 135.367,- € 125.000,- € 125.000,-
Leges titel 1, Algemene dienstverlening € 204.096,- € 154.278,- € 154.278,-
Leges titel 2, Omgevingsvergunningen € 167.817,- € 195.000,- € 220.000,-
Leges titel 3, Evenementen en APV € 16.486,- € 29.200,- € 29.200,-
       

 

 

Tarievenbeleid

Terug naar navigatie - Tarievenbeleid

Het tarievenbeleid in Oostzaan is gebaseerd op twee uitgangspunten: inflatiecorrectie en kostendekkendheid. De belastingopbrengsten worden in 2021 verhoogd met 1,6 % voor inflatie. Voor wat betreft de retributies wordt gestuurd op kostendekkendheid. De tarieven worden formeel door de gemeenteraad vastgesteld bij de belastingvoorstellen die in oktober voorafgaand aan het begrotingsjaar worden aangeboden. De hieronder genoemde tarieven voor de OZB zijn afhankelijk van de stijging van de WOZ. Naast deze algemene uitgangspunten van het tarievenbeleid is in het collegeprogramma 2018-2021 bepaald dat de OZB niet als sluitpost voor de begroting wordt gebruikt. In onderstaande tabellen is de kostendekkendheid van de retributies opgenomen.

 

 2018

2019

 2020

Onroerende Zaak Belasting (OZB) en Roerende Zaak belasting (RZB)

 

 

 

  • Woningen eigenaren

0,10947%

0.10141% stijging 3,6 %
  • Niet woningen eigenaren

0,19620%

0,18100%

stijging 3,6 %
  • Niet woningen gebruikers

0,16001%

0,14443%

stijging 3,6 %

 

 

 

 

Hondenbelasting

43,70

43,70

44,30

 

 

 

 

Afvalstoffenheffing

 

 

 

  • Eenpersoonshuishouding

247,01

272,74

281,80
  • Meerpersoonshuishouding

310,09

336,75

346,85

Rioolrechten

 

 

 

  • Garages etc

98,00

99,35

100,95

  • Woningen etc

294,01

298,15

302,90

 

 

 

 

Grafrechten

1.734,00

1.758,30

1.786,45

 

 

 

 

Precariobelasting (per m)

3,56

3,56

3,56

 

 

 

 

Toeristenbelasting (per nacht)

3,00

 

4,50

4,50

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

De lokale lastendruk wordt bepaald door de tarieven van de OZB, afvalstoffenheffing en de rioolheffing.

In de navolgende tabel is de opbouw van de lokale lastendruk in Oostzaan over de jaren 2018 t/m 2020 inzichtelijk gemaakt. Voor huurders is daarbij alleen de hoogte van de afvalstoffenheffing bepalend, aangezien zij niet worden aangeslagen voor de OZB en de rioolheffing. De eigenaren van woningen worden voor de drie onderscheiden belastingen aangeslagen. Bij de berekening van de OZB, is uitgegaan van een WOZ waarde van een koopwoning van € 300.000 -. Tevens is uitgegaan van een meerpersoonshuishouden. Het betreft hier een rekenvoorbeeld. De feitelijke lastenontwikkeling voor de individuele burger kan afwijken, gelet op de feitelijke waarde –en de waardeontwikkeling- van de woning.

Bovenstaande tabel is gebaseerd op de volgende gegevens:

 

Vergelijking met omliggende gemeenten

In de navolgende tabellen worden de voorgestelde tarieven 2021 van Oostzaan  vergeleken met de tarieven van omliggende gemeenten. Bij de tarieven van omliggende gemeenten wordt uitgegaan van het tarief 2020, daar op dit moment geen andere gegevens bekend zijn.

Tabel vergelijking OZB, rioolrechten, hondenbelasting en afvalstoffenheffing

 Gemeenten

OZB eigenaar woningen

OZB eigenaar niet-woningen

OZB gebruiker niet-woningen

Riool-rechten

Honden-bel. 1e hond

Afval-stoffen

1e persoon

Afval-stoffen 

meer personen

Oostzaan 2021

2020 + 3,6% 2020 + 3,6% 2020 + 3,6% 302,90 44,30 281,80 346,85

Vergelijking 2020

Amsterdam

0.0356 0.13981 0.11032 138.23 0 276.00 368.00

Beemster

0.1160 0.1509 0.1464 222.96 0 232.56 327.48

Edam-Volendam

0.0888 0.1802 0.1437 194.50 78.75 223.80 289.90

Landsmeer

0.07530 0.26754 0.21996 226.83 0 260.35 304.10

Oostzaan

0.10141 0.18100 0.14443 298.15 44.30 272.75 336.75

Purmerend

0.0946 0.1996 0.1907 118.80 76.80 328.08 328.08

Waterland

0.0930 0.2473 0.1856 142.30 55.20 172.87 282.65

Wormerland

0.10994 0.17475 0.17063 234.35 81.70 330.90 330.90

Zaanstad

0.1072 0.3272 0.2533 284.41 73.60 301.54 301.54

Paragraaf Kengetallen

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

De BBV stelt een aantal kengetallen verplicht om op te nemen in de begroting. Hieronder staan de kengetallen per programma.

Programma 1

Omschrijving

Rekening 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

% Functiemenging(Bron: LISA). De verhouding tussen banen en woningen. Varieert tussen 0% (alleen wonen) en 100% (alleen banen). Bij een waarde van 50% zijn er evenveel woningen als banen.

  50% 49,5%

Aantal vestigingen van bedrijven per 1.000 inwoner van 15 t/m 64 jaar (Bron: LISA)

 

144,5

182,5

Programma 2

Omschrijving

Rekening 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Aantal nieuwe woningen per 1.000 woningen (Bron: BAG)

6

0

10

% Demografische druk (Bron: CBS) (20-65 jaar)

57,5

57,4

57,4

 

Programma 3

Omschrijving

Rekening 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Aantal banen per 1.000 inwoners in de leeftijd 15-64 jaar (Bron: LISA)

387

606

500

% Jongeren met een delict voor rechter in de leeftijd 12-21 jaar (Bron: Verwey Jonker Instituut – Kinderen in de Tel)

n.b.

1,50

**

% Kinderen in uitkeringsgezin tot 18 jaar (Bron: Verwey Jonker Instituut – Kinderen in de Tel)

n.b.

3,20

**

% netto arbeidsparticipatie van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking (Bron: CBS)

68,7

70

69

% werkeloze jongeren in de leeftijd 16-22 jaar (Bron: Verwey Jonker Instituut – Kinderen in de Tel)

0,25

0,25

**

Aantal personen met een bijstandsuitkering per 10.000 inwoners (Bron: CBS)

125*****

150

130

Aantal lopende re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar (Bron: CBS)

69*

32*

69

% jongeren met jeugdhulp van alle jongeren tot 18 jaar (Bron: CBS)

6,88

7,5

7,5

% jongeren met jeugdbescherming van alle jongeren tot 18 jaar (Bron: CBS)

0,57

-

0,57

% jongeren met jeugdreclassering van alle jongeren in de leeftijd van 12-23 jaar (Bron: CBS)

n.b.***

-

***

Aantal cliënten met maatwerkarrangement WMO per 10.000 inwoners (Bron: GMSD)

n.b.****

26

26

*) Cijfers van CBS + eigen administratie. Deze komt doordat onze administratie voor re-integratie niet volledig gekoppeld is aan het CBS.

**) Het databoek van Kinderen in Tel wordt niet meer uitgebracht omdat het Verwey-Jonker instituut er geen financiering meer voor ontvangt. Daarom is het cijfer ook niet begroot voor 2020.

***) Aantallen zijn niet bekend op "waar staat je gemeente", daarom ook niet begroot voor 2020.

****) Ons systeem om dit te kunnen monitoren (Zorgned) is in de loop van 2018 geïmplementeerd. Daarom is voor 2018 nog geen aantal gegeven.

*****) Cijfers uit eigen administratie.

 

Programma 4

Omschrijving

Rekening 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Aantal absoluut verzuim per 1.000 leerlingen (Bron: DUO) landelijk/lokaal

 

1,82/3,42

1,82/3,42

Aantal relatief verzuim per 1.000 leerlingen (Bron: DUO) landelijk/lokaal

 

26,85/21,17

26,85/21,17

% Vroegtijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) van het VO en MBO (Bron: Ingrado) landelijk/lokaal

 

2,0/1,7

2,0/1,7

% Niet-sporters (Bron: 'Gezondheidsenquête' (CBS/RIVM)) landelijk/lokaal

 

48,7/43,7

48,7/43,7

 

Programma 5

Omschrijving

Rekening 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Aantal verwijzing Halt per 10.000 jongeren (Bron: bureau Halt) n.b.* n.b. n.b.
Aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners (Bron: CBS) 0,5 0 0,5
Aantal geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners (Bron: CBS) 3,2 0 0
Aantal diefstallen uit woningen per 1.000 inwoners (Bron: CBS) 2,2 3,0 2,5
Aantal vernielingen en beschadigingen in openbare ruimte per 1.000 inwoners (Bron: CBS) n.b.* 5 5
Omvang huishoudelijk restafval aantal kg per inwoner (Bron: CBS) n.b. 190 215
% hernieuwbare elektriciteit (Bron: RWS) n.b. n.b. n.b.

*) Voor 2018 zijn de gevraagde gegevens niet meer bekend via Halt en CBS.

 

Programma 6 

Omschrijving

Rekening 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Gemiddelde WOZ waarde x €1.000 (Bron: CBS)*   300 325
Gemiddelde woonlasten eenpersoonshuishouden (Bron: COELO)*   859 933
Gemiddelde woonlasten meerpersoonshuishouden (Bron: COELO)*   889 997
Formatie (aantal fte's per 1.000 inwoners) (Bron: eigen administratie) 0,61 0,61 0,61
Bezetting (aantal fte's per 1.000 inwoners) (Bron: eigen administratie) 0,61 0,61 0,61
Apparaatskosten per inwoner (Bron: eigen begroting) € 559 € 565 € 557
Externe inhuur (kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen) (Bron: eigen begroting) 5% 0% 1%
Overhead (% van de totale lasten) (Bron: eigen begroting) 14% 9% 9%