Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De gemeente Oostzaan ziet het belang van risicomanagement. Zo beheersen we de risico’s die de bedrijfsvoering kunnen belemmeren. 
In deze paragraaf leggen we een relatie tussen de risico’s en de financiële weerstand. Deze paragraaf is een onderdeel van het risicomanagementproces en geeft inzicht in het weerstandsvermogen van de Gemeente. Het weerstandsvermogen geeft inzicht in de financiële draagkracht als zich tegenvallers voordoen.
De paragraaf geeft in het kort weer waar de uitgangspunten van risicomanagement zijn vastgelegd (beleid) en uit welke componenten het weerstandsvermogen bestaat. Verder geven we inzicht in de opbouw van het risicoprofiel (de gesignaleerde risico’s), de opbouw van de beschikbare weerstandscapaciteit (vrije middelen om de gesignaleerde risico’s in financiële zin op te kunnen vangen), het ratio weerstandsvermogen en de kengetallen.

Risicomanagementbeleid

Terug naar navigatie - Risicomanagementbeleid

Het beleid (uitgangspunten en werkwijze) dat wij voeren ten aanzien van risicomanagement staat in het beleidskader risicomanagement en weerstandsvermogen Oostzaan. Deze is goedgekeurd door de raad van Oostzaan d.d. 13 september 2021 (RV-nummer: 21/28).
Risicomanagement heeft op het niveau van de raad, het college van B&W en het ambtelijk management een structurele plek gekregen binnen de planning- en control cyclus. Eén van de voorwaarden voor een adequaat risicomanagement is dat bestuurlijke doelstellingen voor programma’s, strategische projecten en grondexploitaties helder zijn. Verder is het noodzakelijk dat zowel bestuur als management zich bewust zijn dat risicomanagement onderdeel is van het normaal besturen/managen van de gemeente. Dit betekent dat we het inventariseren van risico’s, het inschatten ervan en het treffen van beheersmaatregelen voortdurend in de praktijk toepassen. Het risicoprofiel van de gemeente is namelijk dynamisch. Er doen zich nieuwe risico’s voor en risico’s verdwijnen of verminderen in omvang (gevolg en/of kans van optreden).

Wat is weerstandsvermogen?

Terug naar navigatie - Wat is weerstandsvermogen?

Risicomanagement en het weerstandsvermogen zijn nauw met elkaar verbonden. Het doel van het hebben van weerstandsvermogen is dat er een buffer aanwezig is om de financiële tegenvallers op te vangen zodra risico’s werkelijkheid worden. Kortom: weerstandsvermogen is het vermogen om risico’s te kunnen dekken. 

Het weerstandsvermogen kan afgebeeld worden als onderstaande weegschaal:

Risico inventarisatie

Terug naar navigatie - Risico inventarisatie

We hebben de risico’s systematisch in kaart gebracht en beoordeeld. Er zijn 24 risico’s in beeld gebracht  (begroting 2022: 24) . Verder is inzichtelijk wat de risicoscore (kans x impact) is voor en na het implementeren van beheersmaatregelen. Om een risicoweging mogelijk te kunnen maken zijn alle risico’s gewogen op kans van voorkomen en financieel gevolg. Voor de kans en het gevolg zijn scoreklassen gedefinieerd waardoor de uiteindelijke risicoscore ligt tussen de 0 (minimaal) en 25 (maximaal). 

 

 

Een risicoscore in het groene gebied, vormt geen direct gevaar voor de continuïteit van de organisatie. Risico’s die in het oranje gebied zitten vragen om aandacht. Ze vormen individueel nog geen reëel gevaar voor de continuïteit van de organisatie, maar naarmate de tijd vordert, kan het risico wel een bedreiging gaan vormen.  Een risico dat zich in het rode gebied bevindt, vereist directe aandacht om te voorkomen dat de continuïteit van de organisatie in gevaar komt.

De risicokaart

Terug naar navigatie - De risicokaart

Om meer inzicht te krijgen in de spreiding van de risico’s naar kansen impact, gebruiken we de risicokaart (zie hieronder). De nummers geven de aantallen risico’s weer die zich in het desbetreffende vak van de risicokaart bevinden. Dit maakt inzichtelijk hoe de risico’s zijn verdeeld over het groene, oranje en rode gebied.

De gemiddelde risicoscore voor de gemeente is 6,7 (begroting 2023: 6,3). De gemiddelde risicoscore is verslechterd door verhoogde impact (inflatie/energiekosten en openeinderegelingen) en verhoogde kans (bepaalde risico’s worden duidelijker/realistischer). 

Risico's per programma

Terug naar navigatie - Risico's per programma

In de hiernavolgende tabellen geven we de risico’s van de gemeente Oostzaan weer per programma.

Programma 1

 

Programma 2

 

Programma 3

 

Programma 4

 

Programma 5

 

Programma 6

 

In totaal zijn er voor de gemeente 24 risico’s geïdentificeerd en gekwantificeerd met een risicobedrag van € 1,676 miljoen. Van de 24 risico’s zijn er nul als niet financieel beoordeeld.

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

Met het risicoprofiel van Oostzaan kunnen we bepalen hoeveel geld nodig is om alle risico’s te kunnen financieren.

Berekening van de benodigde weerstandscapaciteit verslagjaar 2024
Het totaalbedrag van eventueel zich voor doende risico’s bedraagt €1.676.195 waarvan €605.000 met een structurele consequentie. De benodigde (berekende) weerstandscapaciteit voor 2024 bedraagt €2.874.306. 

Berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit verslagjaar 2024
De omvang van de algemene reserve wordt bepaald conform de stand van de Algemene Reserve, zoals verwerkt in de vastgestelde jaarrekening 2022.

Het geprognosticeerde verloop van de Algemene Reserve over de periode 2023-2027 is als volgt:

Ultimo    
2022 Stand vanuit de jaarstukken 2022 €1.699.112
2023 Bij: RV 23/39 Rekeningresultaat conform resultaatbepaling 2022 €1.141.705
2023 Bij: RV 22/59 Begrotingssaldo 2023 €227.791
2023 Af: RV 23/38 Uitkomsten Voorjaarsbericht 2023 -/- €583.336
2024 Bij: Voorlopige dotatie begroting 2024 naar een weerstandsratio van 1,0 €373.688
  Verwacht saldo per ultimo 2024 €2.858.960
2025 Bij: Voorlopige dotatie begroting 2025 naar een weerstandsratio van 1,25 €803.626
  Verwacht saldo per ultimo 2025 €3.662.586

Ratio weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Ratio weerstandsvermogen

In deze paragraaf leggen we een relatie tussen deze twee componenten om het ratio weerstandsvermogen van Oostzaan te bepalen. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risico-inventarisatie voortvloeit, kunnen we afzetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

 

    Beschikbare weerstandscapaciteit
Radio Weerstandsvermogen = ______________________________________
    Benodigde weerstandscapaciteit

 

Beoordeling ratio weerstandsvermogen
De ratio kan aan de hand van onderstaande tabel (weerstandsnorm) worden beoordeeld

In het beleidskader is vastgelegd dat de ratio minimaal 1,0 moet bedragen (waarderingscijfer C zijnde voldoende) waarbij we ons richten op 1,25. 

De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt per ultimo 2024, in totaal €2.858.960. 
Als we de beschikbare weerstandscapaciteit afzetten tegen de benodigde (berekende) weerstandscapaciteit €2.874.305 dan is de ratio voor Oostzaan 1,0 (begroting 2023: 0,6) wat betekent dat de weerstandscapaciteit voldoende is.
 

Versterken weerstandsvermogen (beschikbare weerstandscapaciteit)
De hoogte van de Algemene Reserve is gerelateerd aan het weerstandsvermogen van de gemeente. Hiermee wordt bedoeld de relatie tussen de gekwantificeerde risico’s en het eigen vermogen en de mate waarin de gemeente in staat is om de geprognosticeerde risico’s op te vangen. Hoe hoger de omvang van de Algemene reserve, hoe beter de gemeente in staat is om tegenvallers op te vangen. De Algemene reserve kan worden verhoogd door toevoegingen aan deze reserve. 

Financiele Kengetallen

Terug naar navigatie - Financiele Kengetallen

Vanuit de BBV (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten) is er een aantal verplichte financiële kengetallen die meer zicht moeten geven over de financiële positie en de vergelijkbaarheid daarvan met andere gemeenten:

Netto schuldquote

De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.

Netto schuldquote (bedragen x €1.000)

Jaarrekening
2022

Begroting
2023

Begroting
2024

Begroting
2025

Begroting
2026

Begroting
2027

A. Vaste schulden 30.719 35.519 40.970 52.718 53.079 57.382
B Netto vlottende schuld 2.151 2.500 2.517 2.776 2.826 2.926
C Overlopende passiva 1.978 6.903 2.455 2.455 2.455 2.455
D Financiële Activa (excl verstr. leningen) 1.657 910 1.656 1.656 1.656 1.656
E Uitzettingen < 1 jaar 6.361 5.250 1.500 1.500 1.500 1.500
F Liquide middelen 420 401 403 403 403 403
G Overlopende activa 1.898 300 1.097 2.247 2.247 2.397
H Totale baten excl. Mutaties reserves 26.454 25.725 29.973 31.011 27.201 27.445
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H*100% 92,66% 147,95%
137,75% 168,15%
193,22% 207,01%

 

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven. Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast.

Netto schuldquote (bedrag x €1.000)
Jaarrekening
2022
Begroting
2023
Begroting
2024
Begroting
2025
Begroting
2026
Begroting
2027
A Vaste schulden 30.719 35.519 40.970 52.718 53.079 48.391
B Netto vlottende schuld 2.151 2.500 2.517 2.776 2.826 2.926
C Overlopende passiva 1.978 6.903 2.455 2.455 2.455 2.455
D Financiële Activa (incl. verstr. leningen) 463 1.675 463 463 463 463
E Uitzettingen < 1 jaar 6.361 5.250 1.500 1.500 1.500 1.500
F Liquide middelen 420 401 403 403 399 397
G Overlopende activa 1.898 300 1.097 2.247 2.247 2.397
H Totale baten excl. Mutaties reserves 26.454 25.725 29.973 31.011 27.201 27.455
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H*100% 97,17% 144,98 % 141,73% 171,99% 197,61% 211,36%

 

Solvabiliteitsratio

Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Deze ratio geeft aan het Eigen Vermogen als percentage van het Totale Vermogen.

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente.

Solvabiliteitsratio (bedrag x €1.000)

Jaarrekening
2022

Begroting
2023

Begroting
2024

Begroting
2025

Begroting
2026

Begroting
2027

A. Eigen vermogen 4.474 2.627 4.661 5.492 5.520 5.547
B. Balanstotaal 43.700 52.201 54.090 67.087 67.087 71.125
Solvabiliteit (A/B) x 100 %  10,24% 5,03%
8,62% 8,19%
8,23%
7,80%

 

Kengetal grondexploitatie

De grondexploitatie kan een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De gemeente Oostzaan heeft vrijwel geen grondposities en geen lopende grondexploitaties. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.

Grondexploitatie (bedragen x €1.000)
Jaarrekening
2022
Begroting
2023
Begroting
2024
Begroting
2025
Begroting
2026
Begroting
2027
A Niet in expl. genomen bouwgronden 0 0 0 0 0 0
B Bouwgronden in exploitatie 0 0 0 0 0 0
C Totale baten (excl. mutaties reserves) 26.454 0 29.973 31.011 27.201 27.445
Grondexploitatie (A+B) / C x 100% 0 % 0 %
0 % 0 %
0 %
0 %

 

Structurele exploitatieruimte

Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

Structurele exploitatieruimte (bedrag x €1.000)
Jaarrekening
2022
Begroting
2023
Begroting
2024
Begroting
2025
Begroting
2026
Begroting
2027
A Totale structurele lasten 24.778 25.582 29.532 29.968 27.593 28.487
B Totale structurele baten 25.620 25.725 29.972 31.010 27.201 27.444
C Structurele toevoegingen aan reserves 1.846 24 401 831 28 28
D Structurele onttrekkingen aan reserves 1.915 456 0 0 0 0
E Totale baten excl. mutaties reserves 25.620 25.725 29.532 29.968 27.593 28.487
Structurele Exploitatieruimte ((B-A) + (D-C)) / E x 100 %
3,56 % 2,24 %
0,015 % 0,35 % -1,42 % -3,66 %

 

Woonlasten meerpersoonshuishouden

De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De woonlasten van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 en uit te drukken in een percentage.

Belastingcapaciteit Woonlasten meerpersoonshuishouden (bedrag x €1.000)
Jaarrekening
2022
Begroting
2023
Begroting
2024
 Begroting
2025
Begroting
2026
Begroting
2027
A OZB lasten bij gezin met gem. WOZ * 511 520 537 554 572 590
B Rioolheffing bij gezin 330 337 348 420 433 447
C Afvalstoffenheffing voor een gezin 335 378 407 359 370 382
D Eventuele heffingskorting 0 0 0 0 0 0
E Totale woonlasten met een gem. WOZ * 1.175 1234 1.292 1.333
1.375
1.419
F Woonlasten landelijk gemiddelde (T-1) /** 811 904 944 974 1.005 1.038
Woonlasten t.o.v. landelijk gemiddelde (E/F) x 100 %
144,88 % 136,50 %
136,86 % 136,86 %  136,82 %  136,71 % 

 

*) Bij de OZB-lasten is voor de jaren uitgegaan van de gemiddelde WOZ-waarde (€ 475.000,-).  Genoemde bedragen zijn berekend tegen het eigenaarstarief. Hierin is dus niet meegenomen dat een deel van de gezinnen geen eigen woning heeft. Niet bekend is hoe dit bij de landelijk gemiddelde woonlasten is verwerkt.

**) De woonlasten van het gemiddelde zijn gebaseerd op de woonlasten van het jaar voorafgaand aan onze jaarcijfers. De gemeentelijke lasten 2024 worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde over 2023. De cijfers over 2024 zijn nog niet beschikbaar.

Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

Deze paragraaf gaat over de beheerskosten van gebouwen en de openbare ruimte. Deze kapitaalgoederen beslaan een aanzienlijk deel van de begroting en zijn dus van grote invloed op de financiële positie van de gemeente. Deze paragraaf beschrijft welke werkzaamheden in 2024 worden uitgevoerd en vormt hiermee een dwarsdoorsnede van de begroting.

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Hierbij een overzicht van de gebouwen in bezit van de gemeente en de staat van onderhoud van deze gebouwen.

Gebouw

Staat van onderhoud

Centrumcomplex de Kunstgreep

Voldoende

Brandweerkazerne Kerkstraat

Goed

Ambtswoning Glazenmakerstraat

Goed

Schoolgebouw de Kweekvijver, incl. noodlokalen

Goed

Schoolgebouw de Korenaar

Goed

Schoolgebouw de Noorderschool

Goed

Gemeentewerf Skoon

Goed

Loods op de begraafplaats

Goed

Leliestraat, pand Oudheidskamer

Matig

Sporthal de Greep (deel E)

Matig/slecht

Pand de Vitaminebron Twiskeweg

Goed

Pand Werkom

Goed

Schoolgebouw de Rietkraag

Redelijk

Kerktoren

Matig/slecht

De Kolk*

Matig

Diverse Loodsen Zuideinde 204/206**

Slecht

* Het onderhoud aan de Kolk wordt aangepast tot noodzakelijk onderhoud. De mogelijkheden voor ontwikkeling worden onderzocht.
** De loodsen aan het Zuideinde 204/206 maken deel uit van ruimtelijke herontwikkelingen. Onderhoud aan deze panden vindt dan ook niet plaats.

 

Openbare ruimte

Terug naar navigatie - Openbare ruimte

Voor het onderhoud en beheer van de openbare ruimte zijn per categorie de volgende beleidskaders vastgesteld:

Categorie Beleidskader Kwaliteits niveau
Toelichting/nadere informatie

Periode

Vastgesteld

Wegen Meerjareninvesteringsplan 2023-2030 Voldoende Dit is een overzicht van groot onderhoud aan de wegen, waarbij vaak het riool, groen ook wordt meegenomen. 2022-2030 2022 RV22/47 (kadernota 2023)
Openbare verlichting Beheerplan Openbare Verlichting Voldoende De armaturen worden vervangen door LED lampen. Ook worden de masten vervangen en krijgen deze een nieuwe indeling, afhankelijk van de herinrichtingen van de straat. 2018-2026 2015 (herziening)
Riolering Gemeentelijk Riolering Plan 2018-2023 (omgevingswet) Voldoende In 2024 wordt een nieuw WRP (Water- en RioleringsPlan opgesteld voor de jaren na 2023. 2019-2023 2018
Waterbeheer Beleid in samenwerking met HHNK Voldoende Geeft een overzicht van te baggeren sloten en vervanging van beschoeiing. 2007-2016 2007
Openbaar Groen Groenstructuurvisie Groenbeheerplan Voldoende Er wordt gewerkt conform het in 2020 vastgestelde groenbeheerplan. Een nieuw groenbeheerplan is in de maak. Het onderhoud van het openbaar groen wordt in 2024 aanbesteed. 2020-2024
 nieuw: 2024-2028
 2020
Gebouwen Meerjarenonderhoudsprogramma  Voldoende Overzicht van zowel klein en groot onderhoud. 2024-2028 maart 2023
Bruggen en kunstwerken Beheerplan civieltechnische kunstwerken Voldoende Meerjarenonderhoudsprogramma (klein/groot onderhoud) vanaf 2024 2021

 

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Wegen
In 2024 wordt gestart met de Herinrichting van de Molenbuurt, zijnde de Slaperstraat, Domerstraat en Wakerstraat.  Dit betreft in eerste instantie rioolwerk, aansluitend vervangen van de wegen en de groenvakken. Liander heeft werkzaamheden uitgevoerd in 2023. Voor de periode 2025 - 2030 wordt gewerkt conform het Meerjaren Investerings Plan. Hierin staan alle geplande herinrichtingen binnen Oostzaan opgenomen.

Water
In 2024 wordt aan weerszijden van de Kerkstraat ter hoogte van de hoogspanningsmasten, een vijver gemaakt. Dit wordt betaald door Tennet die watercompensatie nodig heeft als gevolg van de vergroting van het trafostation naast hotel van der Valk.    

Bruggen en kunstwerken
In 2024 wordt de brug in de Dr. De Boerstraat vervangen. Hiervoor zijn de benodigde investeringskredieten opgenomen in de begroting 2023-2026.

Nieuwbouw De Rietkraag
De nieuwbouw van de Rietkraag is als gevolg van personele ontwikkelingen vertraagd, maar is in 2023 weer opnieuw opgepakt. Het investeringskrediet is gebaseerd op een oppervlakte van 1.400m2, en wordt in deze begroting aangepast aan de normbedragen, welke zijn gestegen als gevolg van de stijging van de bouwkosten. Voor de definitieve plannen wordt een separaat raadsvoorstel voorgelegd. 

Onderhoud gemeentelijke gebouwen
In 2022 zijn voor de gemeentelijke panden nieuwe Meerjaren-onderhouds planningen (MJOP) opgesteld. Met ingang van 2023 zal worden gewerkt conform deze onderhoudsplanningen en is ook de begroting hierop ingericht.  Jaarlijks zullen de benodigde bedragen worden onttrokken aan deze voorziening. Het onderhoudsniveau van Sporthal de Greep (deel E) wordt ingelopen, en de sporthal wordt voorzien van nieuwe kunststof gevelbekleding incl. achterliggende constructie. Ook de kerktoren krijgt nieuw schilderwerk inclusief enkele bijkomende reparaties. Hiermee voldoen alle gemeentelijke panden met zicht op langdurige inzet, weer aan de norm van minimaal voldoende. 

Financieel beeld kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Financieel beeld kapitaalgoederen

Vanuit de vastgestelde beheerplannen is voor 2024 het volgende opgenomen:

  Financiële consequenties conform plannen / investering Ramingen ten laste van exploitatie of voorziening Toelichting plannen en is er sprake van achterstallig onderhoud?
Wegen, Groot onderhoud of herinrichting conform Wegenbeheerplan 2018-2023 en meerjareninvesteringsplannen 2022-2030 €2.450.800   In 2024/2025 zal de openbare ruimte in de wijk Molenbuurt II integraal worden aangepakt volgens de meerjarenplanning. De voorbereidingen zijn gestart in 2023.
Wegen en verhardingen, regulier onderhoud   €161.199 Dit bedrag is bedoeld voor kleinschalig onderhoud van rijbanen, parkeervakken en voetpaden.
Openbare verlichting, herinrichting en vervanging €375.000   Dit budget wordt ingezet voor verduurzaming van de openbare verlichting, zoals opgenomen in het meerjareninvesteringsplan.
Openbare verlichting, regulier onderhoud   €64.077 Dit budget is bestemd voor de onderhoudswerkzaamheden aan de openbare verlichting en het oplossen van storingen. 
Waterbeheer, baggeren, walkanten en schoeiing   €154.102 Het waterbeheerplan is formeel afgelopen. Er wordt nog wel gewerkt conform het waterbeheerplan, en onderhoud gepleegd aan beschoeiing en baggerwerkzaamheden. Eventuele onder- of overschrijdingen van het budget worden gemuteerd op de egalisatiereserve baggeren.
Waterbeheer, baggeren, walkanten en schoeiing €330.000   Een investeringskrediet voor het vervangen van schoeiingen, welke niet reeds zijn opgenomen in de wijkindelingen conform de MIP.
Riolering, groot onderhoud  €2.231.955   Vervangen van het rioolstelsel in de Molenbuurt II
Riolering, regulier onderhoud   €423.057 Het betreft hier regulier onderhoud aan het rioolstelsel en de gemalen.
Openbaar groen   €325.845  Voor het onderhoud van het openbaar groen zijn contracten afgesloten met leveranciers.
Bomenbeheer   €61.400 Voor de herinrichting van plantsoenen dient aanvullend budget te worden aangevraagd.
Gebouwenbeheer regulier onderhoud   PM Dit budget is gebaseerd op de jaarlijkse uitgaven conform het onderhoudsprogramma. Met ingang van 2023 wordt dit bedrag onderverdeeld aan de onderhoudsvoorzieningen van de betreffende gemeentelijke panden, conform de meerjarenonderhoudsplanning vanuit Planon.
Bruggen en kunstwerken €486.000   In 2024 wordt de brug in de Dr. de Boerstraat vervangen voor een bedrag van €286.000 en de brug op het Otterbospad voor €200.000
Bruggen en kunstwerken   €100.000 Het betreft hier regulier onderhoud aan bruggen en kunstwerken.

 

Conform artikel 20 van de BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden) wordt een onderscheid gemaakt tussen investeringen met een economisch nut en investeringen met een maatschappelijk nut. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn vastgesteld in de financiële verordening 2021 en conform artikel 212 BW.

Onderstaande investeringen zijn reeds verwerkt in de voorliggende begroting met bijbehorende meerjarenraming 2024-2027

 

Paragraaf Grondbeleid

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de programma’s Leefomgeving en Ruimtelijke Ordening. Een goed functionerend grondbeleid is essentieel voor het realiseren van doelstellingen op het gebied van ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, verkeer en vervoer en cultuurhistorie.

Visie grondbeleid

Terug naar navigatie - Visie grondbeleid

De visie voor het in deze gemeente te voeren grondbeleid is door de gemeenteraad verwoord in de vastgestelde Nota Grondbeleid Oostzaan. In de nota is uitgesproken, dat het grondbeleid moet worden beschouwd als een instrument om andere gemeentelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. Bevestigd is, dat de gemeente geen actieve grondpolitiek voert en dat voortgegaan wordt met het huidige facilitaire beleid, waarbij gebruikgemaakt wordt van alle ten dienste staande instrumenten en mogelijkheden.

Uitgangspunt blijft, dat de gemeente allereerst tracht te komen tot kostenverhaal door middel van het sluiten van een anterieure exploitatieovereenkomst. Afdwingbaar kostenverhaal zal worden toegepast indien geen of onvoldoende resultaat kan worden bereikt. Het vaststellen van een exploitatieplan op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) is daarvoor het geëigende instrument. Bij de uitgifte van gronden en panden wordt een marktconforme prijs gehanteerd. Uitsluitend indien sprake is van uitgifte van grond ten behoeve van een maatschappelijke, niet commerciële functie kan een lagere prijs worden gehanteerd in bijzondere door het college te bepalen gevallen.

Ontwikkelingen Bouwgrondexploitatie

De gemeente Oostzaan heeft geen grondexploitaties.

Wel zijn diverse grondgebonden transacties/projecten opgestart:
•    Radio 9 terrein Zuideinde.
De gemeenteraad heeft op 7 juli 2020 het bestemmingsplan Locatie Radio 9 aangenomen. Het bestemmingsplan is onherroepelijk verklaard. In het plan worden circa 14  woningen gerealiseerd. De ontwikkeling van het terrein is Q3 2023 opgepakt. De verkoopopbrengst van de locatie is nog niet verwerkt in de begroting, maar zal conform bestaand beleid worden toegevoegd aan de Algemene Reserve.

Daarnaast lopen een aantal andere projecten in de gemeente. Bij deze projecten is de gemeente geen eigenaar van de grond, maar zal de gemeente binnen de bestaande regels en wetten participeren in deze projecten om woningbouw mogelijk te maken.

Prognose nieuwe woningen

Terug naar navigatie - Prognose nieuwe woningen

Voor deze periode (2023-2025) staat de (gefaseerde) oplevering van de woningen van volgende locaties gepland:

Projecten  Aantal geplande woningen
Toelichting
Noordeinde 65 27  
Derlagehof 24  
Radio 9 17  
Dr. Boomstraat 10  
Kerkbuurt 83 12  
De Lishof    
De Rietkraag   nog onderdeel van de planvorming

We zetten als vuistregel voor huurwoningen in op 40% sociale huur, 60% vrije sector huur, waarvan 2/3 middenhuur (tot €1.000). Voor koopwoningen zetten we als vuistregel in op 40% betaalbare koop (tot €355.000 prijspeil NHG) en 60% overige koopwoningen. Als betaalbare woningen niet haalbaar zijn, is er ruimte om meer in het duurdere segment (huur of koop) te bouwen.

Paragraaf Verbonden partijen

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

In deze paragraaf geven wij u het totaaloverzicht van onze samenwerkingsverbanden. Deze staan ook uitgesplitst over de programma’s.

De gemeenschappelijke regelingen voeren het beleid en het beheer op de betreffende terreinen uit voor de gemeente. In het algemeen geldt dat voor een gemeenschappelijke regeling wordt gekozen, indien de gemeente dit beleid niet alleen, dan wel niet doeltreffend en doelmatig kan uitvoeren. Via deze 'verbonden partijen' (samenwerkingsverbanden) werken wij met andere partijen samen om onze lokale ambities en doelen te bereiken.

 

Waarom samenwerking?
De gemeente Oostzaan werkt al jaren intensief samen met gemeente Wormerland. Dit samenwerkingsverband draagt bij aan het realiseren van onze lokale doelen en ambities. Samenwerkingsverbanden dienen dus een publiek belang.
De organisaties waarin wij deelnemen, dus onze verbonden partijen, maken voor ons beleid of voeren voor ons beleid uit. In principe zouden wij dat ook zelf kunnen doen. Er zijn vier redenen waarom wij een aantal van onze taken toch door een verbonden partij laten oppakken:

1. via samenwerkingsverbanden kan worden samengewerkt aan beleidsuitdagingen die gemeentegrensoverschrijdend zijn of die voor meerdere gemeenten van groot belang zijn;
2. sommige taken vragen specialistische kennis die onze eigen organisatie niet kan bieden;
3. het beleggen van taken bij een samenwerkingsverband kan efficiënter/goedkoper zijn dan de taken in de eigen organisatie te beleggen, waardoor voor minder geld minstens dezelfde (maar vaak een hogere) kwaliteit geleverd kan worden;
4. voor sommige beleidsterreinen is het wettelijk verplicht om een samenwerkingsverband op te richten.

De ambtelijke organisatie zorgt ervoor dat de afstemming tussen gemeente en regionale samenwerkingsverbanden goed verloopt.

 

Wat is een verbonden partij precies?
Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een financieel én bestuurlijk belang heeft:
• de gemeente financiert (samen met de andere deelnemers) de verbonden partij. Mocht de verbonden partij onverhoopt failliet gaan of zijn financiële verplichtingen niet na kunnen komen, dan is de gemeente aansprakelijk;
• de gemeente heeft zeggenschap door vertegenwoordiging (via bijvoorbeeld de burgemeester, een collegelid of een raadslid), dan wel via hoofde van stemrecht, in het bestuur van de verbonden partij.

Een belangrijk onderscheid is het verschil tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke verbonden partijen. Daarnaast bestaat er nog een mengvorm, de zogenaamde publiek-private samenwerkingsverbanden (PPS-constructies).

Programma 3 verbonden partijen

Terug naar navigatie - Programma 3 verbonden partijen

Overzicht verbonden partijen

Naam verbonden partij GR Gemeenschappelijke GezondheidsDienst Zaanstreek-Waterland (GGD ZW)
Site ggdzw.nl
Kerngegevens Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zaanstreek-Waterland, Zaandam
Doel / openbaar belang Bevorderen en uitvoeren van de collectieve preventie en andere activiteiten in het kader van de gezondheidszorg.
Missie GGD Zaanstreek-Waterland beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid en de sociale veiligheid van alle mensen in de regio. Daarbij staat een preventieve en collectieve aanpak voorop. Uiteraard met specifieke aandacht voor bevordering van participatie en ondersteuning van de eigen regie van mensen. Als uitvoeringsorganisatie van de gemeenten sluit de GGD aan bij de gemeentelijke verantwoordelijkheden in het sociaal domein. Het sociale domein gaat over alles wat mensen in hun directe bestaan raakt, zoals (gezondheids)zorg en welzijn.
Visie De GGD werkt vanuit de bedoeling dat mensen in Zaanstreek-Waterland gezond en veilig kunnen leven. Daarbij zetten in op de volgende speerpunten:
  •  Preventie
  • Kennis, kunde en ervaring
  • Verbinding
De GGD gaat voor doorontwikkeling van de eigen kwaliteiten, aansluiten bij en inspelen op nieuwe ontwikkelingen, hantering van een helder afwegingskader voor de uitvoering van contract-taken, investeren in verbinding.
Ontwikkelingen

De structurele wijzigingen a.g.v. GGD 3.0* zijn nog niet bekend. De nieuwe gemeenschappelijke regling (GR) wordt waarschijnlijk in het late najaar of in het begin van 2024 vastgesteld. Het is nu nog onzeker welke dienstverleningsactiviteiten in de inhoudelijke, nieuwe GR zullen vallen. Ook komt er nog een begrotingswijziging rondom het businessplan voor de nieuwe huisvesting. De verwachting is dat de kosten zullen stijgen. 


*Ter herinnering: GGD 3.0 is een programma voor het herijken van de GGD waarbij in regionaal verband werd en wordt onderzocht welke GR-taken en contracttaken GGD Zaanstreek-Waterland voor de gemeenten uitvoert en welke financieringsstromen er zijn. Aan de hand van dit onderzoek wordt bekeken welke taken er onder de GR gebracht worden en tegen welke prijs. Onderwerpen van onderzoek zijn o.a. ICT, archivering, huisvesting en de doorbelasting van de kosten voor bedrijfsvoering / overhead. Er was en is sprake van achterstanden vanuit het verleden. Tot het onderzoek is afgerond kunnen wij nog geen uitspraak doen over de hoogte van het bedrag, maar we verwachten een aanzienlijke stijging van de kosten. Deze stijging van de kosten wordt waarschijnlijk doorberekend in de begroting 2024 of kenbaar gemaakt m.b.v. een begrotingswijziging.

Eigen vermogen per 01-01-2022 € 1.129.650 
Eigen vermogen per 31-12-2022 € 1.044.244
Vreemd vermogen per 01-01-2022 € 13.628.182
Vreemd vermogen per 31-12-2022 € 11.413.297
Bijdrage gemeente aan GR 2024 € 475.823
Rekeningresultaat 2022 van de GR  -/- € 74.125
Risico In regionaal verband wordt onderzocht welke GR-taken en contracttaken GGD voor de gemeenten uitvoert en welke financieringsstromen er zijn. Aan de hand van dit onderzoek wordt bekeken welke taken er onder de GR-taken gebracht kunnen worden in de toekomst en tegen welke prijs. De nieuwe ondergebrachte taken in de GR zullen hoogstwaarschijnlijk extra kosten met zich meebrengen. Belangrijk onderwerp van onderzoek is de doorbelasting van de bedrijfsvoeringskosten/overhead waarbij de eerste schatting is dat er sprake is van achterstanden uit het verleden. De GGD kunnen nog geen definitieve uitspraak doen over de hoogte van dit bedrag (tot het onderzoek is afgerond) maar de GGD verwacht een stijging van de kosten.

 

Programma 5 verbonden partijen

Terug naar navigatie - Programma 5 verbonden partijen

Overzicht verbonden partijen

Naam verbonden partij Recreatieschap Twiske Waterland
Site http://www.hettwiske.nl
Kerngegevens Recreatieschap Twiske Waterland, gevestigd te Oostzaan, Noorderlaaik 1, 1511 BX 
Doel / openbaar belang Recreatieschap Twiske-Waterland is een samenwerkingsverband van diverse gemeenten en de provincie NH. Het recreatieschap wil recreanten laten genieten van het mooie landschap. Het schap legt recreatieve voorzieningen aan zoals fiets- wandel- en vaarroutes en wil het Waterlandse landschap met zijn karakteristieke bebouwing, openheid en bijzondere planten en dieren zo goed mogelijk in stand houden.
Missie Recreatie in het gebied Twiske-Waterland versterken. 
Visie De visie richt zich met name op ruimtelijke ontwikkelingen:
- in het zuidwestelijke deel worden de intensieve voorzieningen en functies geconcentreerd om hier een integrale ontwikkeling tot recreatiecentrum te bewerkstelligen
- in het zuidoostelijk deel vinden ontwikkelingen plaats op en in de directe nabijheid van de boerderij
- voor het overige blijft het huidige extensieve karakter van het gebied behouden
Ontwikkelingen Geen nieuwe ontwikkelingen
Eigen vermogen per 01-01-2022 €5.091.543
Eigen vermogen per 31-12-2022 € 5.232.582
Vreemd vermogen per 01-01-2022 € 468.982
Vreemd vermogen per 31-12-2022 € 615.680
Bijdrage gemeente aan GR 2024 € 19.341
Rekeningresultaat 2022 van de GR € 141.093
Risico's en beheersmaatregelen Risico's waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen: stormschade, natuurbrand en vandalisme. Daarnaast heeft de coronapandemie geleerd dat er (onvoorziene) risico's met betrekking tot inkomsten uit evenementen kunnen ontstaan en toenemende kosten voor handhaving. De kwantificering van de risico’s leidt tot een gewenst weerstandsvermogen van € 427.400. De huidige weerstandscapaciteit liggen boven het niveau van de berekende risico's.

 

 

Naam verbonden partij GR Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (VRZW)
Site veiligheidsregiozaanstreekwaterland.nl
Kerngegevens Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, Zaandam
Doel / openbaar belang Het bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van brandweer/GHOR/CPA-taken in ruime zin met inbegrip van het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen en overigens een goede hulpverlening bij een ongeval of een ramp te bevorderen in het gebied met acht deelnemende gemeenten. De Veiligheidsregio/RWBZ voert regiotaken op het gebied van preventie, preparatie en alarmcentrale. Daarnaast is de gemeentelijke crisisorganisatie inmiddels regionaal georganiseerd als gevolg van de wet op de Veiligheidsregio’s. Deze processen worden steeds verder geprofessionaliseerd.  De nafase van een crisis blijft een taak van de gemeente. De VRZW ondersteunt gemeenten om deze taken te organiseren.
Missie De partners in de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland gaan ‘arm in arm voor veiligheid’ om het samenwerkingsverband te bestendigen en uit te bouwen. Dit samenwerkingsverband helpt  maatschappelijke verstoringen voorkomen of beperken in het belang van en samen met de burgers.
Visie • Wij werken adequaat en effectief samen op het gebied van integrale veiligheid
• Wij treden adequaat en snel op bij rampen en crises
• Wij gaan in onze organisatievorming mee in de ontwikkelingen rond bestuurlijke schaalvergroting
• Wij hebben wederzijds werkbare afspraken met de nieuwe politieregio
• Wij werken actief samen met de burger opdat deze bewust en zelfredzaam handelt
Ontwikkelingen

De VRZW gaat in 2024 vervolg geven aan het Beleidsplan 2021-2024 en de Kaderbrief 2024

De Kaderbrief 2024 heeft de volgende onderwerpen voor 2024:
- versterken crisisbeheersing;
- gezamelijk gebruik van het pand Prins Bernhardplein met de GGD;
- positie vrijwilligers;
- brede toekomstige beschouwing brandweerzorg fase 1;
- informatievoorziening;
- realistisch oefenen.

Eigen vermogen per 01-01-2022 € 2.082.000
Eigen vermogen per 31-12-2022 € 1.804.000
Vreemd vermogen per 01-01-2022 € 17.041.000
Vreemd vermogen per 31-12-2022 € 22.117.000
Bijdrage gemeente aan GR 2024 € 853.282
Rekeningresultaat 2022 van de GR € 21.705
Risico's en beheersmaatregelen Ten aanzien van 2023 is het risico profiel op een aantal onderdelen toegenomen, met als grootse stijger het risico op onvoldoende indexatie van de gemeentelijke bijdragen ten opzichte van de hoger dan voorziene kosten. Daarnaast zijn een aantal risico’s omlaag gegaan omdat hierop betere beheersing heeft plaatsgevonden. Het resultaat is dat de VRZW ten opzichte van vorig jaar in negatieve zin dichter bij de vastgestelde zekerheidsgrenzen van het weerstandsvermogen zijn gekomen. Met een ratio van 1,0 voldoen we hiermee nog wel aan de afspraken, maar gezien de externe ontwikkelingen moeten we voorsorteren op mogelijke scenario’s waarop VrZW onder de grenzen zakt. Dat betekent dat er enerzijds nog meer actie nodig is vanuit de VRZW op het beheersen van top risico’s en anderzijds nagedacht moet worden over de bereidheid om scherper aan de wind te varen of mogelijkheden om het weerstandsvermogen te vergroten, zonder de gemeentelijke bijdrage te verhogen.

 

Naam verbonden partij Vervoerregio Amsterdam
Site https://vervoerregio.nl/
Kerngegevens Jodenbreestraat 25, 1011 NH Amsterdam
Doel / openbaar belang Samenwerking versterken op het gebied van verkeer en vervoer, bevorderen van bereikbaarheid
Missie Verkeer en vervoer ondersteunt de ruimtelijk-economische ontwikkelingen en de ontplooiingskansen van mensen. Dat vraagt om intensieve samenwerking afstemming tussen het mobiliteitsbeleid en de andere beleidsvelden.
Ontwikkelingen Vanaf 2024 kan de Vervoerregio geen beroep meer doen op externe financiële ondersteuning van het Rijk voor het weer op niveau brengen van het openbaar vervoer na de coronacrisis. Hierdoor is een besparing nodig bij de OV-concessies en ligt de focus op bereikbaarheid, het verminderen van dubbele lijnen en kostenbeheersing. Per 10 december 2023 gaat de nieuwe concessie in voor Zaanstreek-waterland. Voor afzonderlijk verkeersprojecten binnen gemeente Oostzaan blijft de BDU subsidie gewoon beschikbaar.
Eigen vermogen per 01-01-2022 € 221.863
Eigen vermogen per 31-12-2022 € -
Vreemd vermogen per 01-12-2022 € 333.131.004
Vreemd vermogen per 31-12-2022 € 399.433.055
Bijdrage gemeente aan GR 2024 € 0
Rekeningresultaat 2022 van de GR € 0
Risico's en beheersmaatregelen Geen

 

Naam verbonden partij Nationaal Landschap Laag-Holland
Site http://www.laagholland.nl/nationaal-landschap
Kerngegevens Nationaal Landschap Laag-Holland, gevestigd in Haarlem
Doel / openbaar belang Nationaal Landschap Laag is een samenwerkingsverband tussen diverse partijen (provincie, gemeenten, hoogheemraadschap, Natuur- en landbouworganisaties) die zich inzet voor het behoud van de kernkwaliteiten van Nationaal Landschap Laag Holland
Missie De organisatie Laag Holland voert de regie over het Nationaal Landschap. Visievorming op de vele thema’s (landschap, landbouw, natuur, water, recreatie, communicatie) vindt in de stuurgroep plaats. 
Visie Laag, lager, laagst. Mens en natuur hebben in Laag Holland samengewerkt om iets heel moois onder de zeespiegel te maken. Dat vind je terug in de openheid, de prachtige rechte lijnen, en de beschermde stads- en dorpsgezichten. Daarom is Laag-Holland een nationaal landschap. Dat betekent dat het landschap intact moet blijven. Geen grootschalige nieuwbouw dus, maar oude molens, droogmakerijen, weidse uitzichten, en ruimte voor rust en natuur. 
Ontwikkelingen Geen
Eigen vermogen per 01-01-2022

 

 

Er zijn geen specifieke gegevens bekend over de financiële huishouding van Nationaal Landschap Laag-Holland omdat deze post is opgenomen in de boekhouding van de provincie Noord-Holland.    

Eigen vermogen per 31-12-2022
Vreemd vermogen per 01-01-2022
Vreemd vermogen per 31-12-2022
Bijdrage gemeente aan GR 2024
Rekeningresultaat 2022 van de GR  
 Risico's en beheersmaatregelen Geen

 

Naam verbonden partij OD IJmond
Site www.odijmond.nl
Kerngegevens  
Doel / openbaar belang De beleidslijnen die door de gemeenten Beverwijk, Haarlem, Heemskerk, Purmerend, Uitgeest en Velsen en de Provincie Noord-Holland in hun milieubeleidsplannen en overeenkomsten zijn neergelegd, bepalen in 2020 welke werkzaamheden uitgevoerd worden en worden vastgelegd In het uitvoeringsprogramma 2020 van OD IJmond. De OD IJmond heeft zelf geen milieubeleidsdoelstellingen en is een uitvoerende dienst
Missie OD IJmond draagt bij aan het bereiken en in stand houden van een veilige en duurzame fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit binnen ons werkgebied. Daarbinnen Inspireert OD IJmond burgers en bedrijven tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Het resultaat is een landelijk vooruitstrevende en toekomstbestendige voorbeeldorganisatie waar partners met vertrouwen mee samenwerken.
Visie OD IJmond werkt, als onderdeel van het openbaar bestuur, samen met burgers, bedrijven en overheden aan een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving. Naast vergunningverlening, toezicht en handhaving bij bedrijven, adviseert OD IJmond over de verschillende aspecten van de fysieke leefomgeving en duurzaamheid binnen het ruimtelijke domein.
In de uitvoering van onze taken vervult OD IJmond een proactieve, regisserende en vooral verbindende rol. Als procesregisseur met kennis van zowel Inhoud als uitvoering bevordert OD IJmond een integrale aanpak binnen het ruimtelijk domein en koppelt OD IJmond de juiste partijen aan elkaar. Daarbij is kwalitatieve en adequate dienstverlening leidend. Initiatieven van burgers en bedrijven vragen van OD IJmond een open houding, gericht op wederzijds vertrouwen. Als kennisorgaan anticipeert OD IJmond hierop en faciliteert met een helder inzicht in het speelveld, binnen de kaders van de wet- en regelgeving.
Ontwikkelingen Met de Begroting 2024 geeft het dagelijks bestuur van ODIJ een indicatie over de hoogte van de bijdrage van de deelnemers, de beleidsvoornemens en prijscompensatie. De begroting maakt inzichtelijk welke ontwikkelingen op zowel korte als langere termijn invloed hebben op het beleid en de organisatie, welke strategische keuzes worden gemaakt en welke financiële kaders hiervoor worden vastgesteld.
Met de komst van de Omgevingswet staat de grootste verandering in de geschiedenis van omgevingsdiensten voor de deur. Daarnaast vragen onderwerpen als stikstof, groen staal en de transitie naar een waterstofeconomie, steeds meer aandacht en expertise. Op dit moment is niet te voorzien wat deze dossiers in 2024 specifiek aan inzet van de ODIJ gaan vragen. De ODIJ is echter flexibel en vakinhoudelijk goed voorbereid en beschikt over kennis en kunde om de deelnemers van dienst te zijn. Ook het pas verschenen rapport van de commissie Van Aartsen en de aanbevelingen en reactie daarop van staatsecretaris Van Weyenberg (IenW) hebben grote impact op deze dienst.
Door de aanhoudende onduidelijkheid over de details van de Omgevingswet en krapte op de arbeidsmarkt en de CAO onderhandelingen, kent de begroting 2024 onzekerheden. ODIJ stelt de begroting op met de grootst mogelijke zorg en volgens de laatste ontwikkelingen. Het is mogelijk dat straks in de begroting rekening is gehouden met zaken die tijdens het schrijven van deze begroting nog niet bekend zijn. In de begroting van 2024 houdt ODIJ voor het eerst ook rekening met de decentralisatie van de bodemtaken. Op basis van ervaringscijfers geeft de ODIJ aan dat gemeenten uit kunnen gaan van de onderstaande bijdragen. Deze bijdrage kan in de toekomst nog wijzigen o.b.v. onder andere de wijze van financiering van de zgn. overgangslocaties.
Eigen vermogen per 01-01-2022 € 648.213
Eigen vermogen per 31-12-2022 € 734.217
Vreemd vermogen per 01-01-2022 € 11.095.048
Vreemd vermogen per 31-12-2022 € 11.100.945
Bijdrage gemeente aan GR 2024

Bijdrage Gemeenschappelijke Regeling € 132.478
Milieutaken, drank en horeca toezicht, bouw en woningtoezicht, ruimtelijke ordeningstoezicht € 379.275

Bijdrage bodemregeling € 67.586

Rekeningresultaat 2022 van de GR € 121.955
 Risico's en beheersmaatregelen De door de GR geïdentificeerde risico's betreffen met name de bedrijfsvoering. Daarnaast zullen kosten gemaakt worden in geval van calamiteiten die de normale uitoefening van taken te boven gaan. Risico's zijn uiteindelijk voor rekening van de deelnemende gemeenten.

 

Programma 6 verbonden partijen

Terug naar navigatie - Programma 6 verbonden partijen
Naam verbonden partij Cocensus
Site cocensus.nl
Kerngegevens Openbaar lichaam genaamd 'gemeenschappelijke regeling Cocensus',  gevestigd te Heemskerk, gemeente Heemskerk.
Doel / openbaar belang Cocensus is een gemeenschappelijk regeling (GR) van dertien gemeenten namelijk Haarlem, Haarlemmermeer, Hillegom, Beverwijk, Oostzaan, Wormerland, Alkmaar, Bergen, Uitgeest, Heiloo, Castricum, Dijk & Waard en Den Helder. In deze GR zijn de uitvoeringswerkzaamheden in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen ondergebracht.
Cocensus verzorgt het bestandsonderhoud, de heffing, de invordering, de behandeling van bezwaar- en beroepschriften en de behandeling van verzoeken om kwijtschelding.
Missie Cocensus is de partner voor het integraal waarderen, heffen en invorderen van decentrale belastingen en heffingen. 
Visie Cocensus heeft een bedrijfsmatige grondslag en zal tegen een zo laag mogelijk tarief en zo hoog mogelijke kwaliteit haar diensten integraal aanbieden. De belangrijkste waarden hierbij zijn: 
·   Klantgericht
·   Kwalitatief
·   Innovatief
·   Efficiënt en effectief
·   Resultaatgericht
·   Integriteit
Ontwikkelingen

No Cure No Pay bureaus
Hoewel het aantal bezwaren tegen de WOZ-waarde stabiliseert, neemt het aandeel van het aantal bezwaren dat is ingediend door de zogenaamde no cure no pay bureaus nog steeds toe. Vanuit de ministeries en in de onlangs verschenen brief van staatssecretaris van Rij aan het kabinet wordt onderkend, dat het feit dat de WOZ-waarde als een exacte waarde wordt gezien, juist de mogelijkheden bieden voor het verdienmodel van de bureaus. Daarnaast wordt in de brief afgevraagd of de (proceskosten-)vergoeding wel in verhouding staat tot de geleverde inspanning.
Er is enige beweging te onderkennen. Over oplossingen of de noodzakelijke aanpassingen in wet- en regelgeving wordt echter nog niet gesproken. Sterker nog: de proceskostenvergoeding is juist verhoogd, zodat het zeker nog een aantal jaren zal duren voor er enige verandering gaat komen.
Ongeveer 20% van de bezwaren van de bureaus worden gehonoreerd met name vanwege niet zichtbaar achterstallig onderhoud. Die 20% aan gehonoreerde bezwaren leveren de bureaus voldoende inkomsten op: vaak is de vergoeding voor de bureaus gemiddeld nu €800, terwijl de burger dat terugziet in enkele tientjes lagere OZB. Daarbij moeten we ook niet vergeten, dat 80% van de burgers die een bureau hebben ingeschakeld er dus niets van merken, omdat hun bezwaar wordt afgewezen.
Naast de oplopende proceskostenvergoedingen is er zoals eerder genoemd, ook sprake van een groot beslag van de capaciteit van Cocensus. Capaciteit die juist benut zou kunnen worden voor bestandsoptimalisatie. Maar niet alleen bij Cocensus komt er zand in de machine. Ook de rechtbanken kunnen de grote hoeveelheden beroepsprocedures niet tijdig behandelen. Zo gebeurt het regelmatig, dat wanneer Cocensus een beroepsprocedure wint, de rechter vanwege de lange doorlooptijd aan het bureau een zogenaamde immateriële schadevergoeding toe moet kennen. Feitelijk de omgekeerde wereld: de rechtbank kan een zaak niet tijdig behandelen, je wint de zaak, maar dient toch een schadevergoeding uit te keren, die niet bij de burger maar bij de bureaus terecht komt.

Cybersecurity
In de context van Cybersecurity en de digitale weerbaarheid wordt er binnen Cocensus een zeer strikt beleid gevoerd volgens het informatiebeveiligingsbeleid en zijn er in de loop der tijd diverse wijzigingen doorgevoerd op zowel technische aspecten als beleid en procesmatige aspecten in de context van Cybersecurity. Gelet op de razendsnelle ontwikkelingen is het daarbij mogelijk dat nieuwe kwetsbaarheden moeten worden doorgrond met het oog op de toekomst. Hierbij worden, zoals ook in het informatiebeveiligingsbeleid is vastgelegd, diverse informatie bronnen gebruikt (IBD, NCSC, NSA, CheckPoint, Gartner) om inzichtelijk te maken welke mogelijke risico’s er kunnen ontstaan. Door de nauwe samenwerking met deze instanties is het vanuit onze ingerichte processen mogelijk om heel gericht en adequaat te handelen in het geval dat informatie tot ons komt met betrekking tot kwetsbaarheden op het gebied van de informatievoorziening en de gelieerde ICT-voorzieningen.

Digitaal Loket
De digitale dienstverlening wordt continue verbeterd, waarbij er steeds meer mogelijk wordt in het Digitaal Loket, zonder uit het oog te verliezen dat er nog altijd een grote groep mensen is die op de traditionele manier via post of telefoon communiceert. De digitale dienstverlening die Cocensus biedt is dan ook altijd een aanvulling op de reeds bestaande kanalen.

Informatiebeveiliging en privacy
Cocensus heeft passende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen getroffen om de bescherming van persoonsgegevens en naleving van de privacywet- en regelgeving te borgen. Voornoemde beveiligingsmaatregelen voldoen aan het normenkader van de BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid).

Eigen vermogen per 01-01-2022 € 803.928
Eigen vermogen per 31-12-2022 € 739.745
Vreemd vermogen per 01-01-2022 € 15.895.419
Vreemd vermogen per 31-12-2022 € 16.228.117
Bijdrage gemeente aan GR 2024 € 230.000
Resultaat van de GR 2022 € 489.745
 Risico's en beheersmaatregelen In het verlengde van de ISO-certificering vindt jaarlijks bij Cocensus een uitgebreide risico-inventarisatie plaats.  Deze inventarisatie met de daaraan gekoppelde beheersmaatregelen wordt elk half jaar besproken in het MT van Cocensus en éénmaal per jaar in de vergadering van het Dagelijks  en Algemeen Bestuur van Cocensus. De beheersmaatregelen worden jaarlijks in de externe ISO-audit tegen het licht gehouden. Naar aanleiding daarvan worden weer separaat een inventarisatie en de bijbehorende (al dan niet aangepaste) beheersmaatregelen voorgelegd aan het Bestuur. Hierdoor is het risicomanagement geborgd binnen de organisatie van Cocensus.

Cocensus heeft een zeer beperkt weerstandsvermogen. Dit houdt in dat financiële tegenvallers in rekening worden gebracht bij de deelnemers.

Een risico wat altijd blijft spelen ligt op het gebied van het personeel. De laatste jaren verjongt de populatie van Cocensus, echter er zijn relatief nog veel 55-plusser in het personeelsbestand.

 

Naam verbonden partij OVER-gemeenten
Site  www.over-gemeenten.nl
Kerngegevens OVER-gemeenten, Oostzaan en Wormerland
Doel / openbaar belang Op 17 juni 2008 heeft de gemeenteraad van Oostzaan besloten in te stemmen met de samenwerking van Wormerland en Oostzaan. Om de uitvoering van beleidsmatige, uitvoerende en organisatorische opgaven te borgen en de dienstverlening verder te verbeteren, is de gemeenschappelijke regeling OVER-gemeenten opgericht. OVER-gemeenten werkt binnen de door de gemeenteraad van Oostzaan voor de samenwerking vastgestelde kaders. Deze kaders zijn:
  • Elke gemeente behoudt haar bestuurlijke zelfstandigheid;
  • Elke gemeente stelt haar eigen beleids- en uitvoeringskader vast;
  • De samenwerking heeft als doel het blijvend borgen van dienstverlening, kwaliteit, continuïteit, bestuurskracht en betaalbaarheid;
  • De dienstverlening van elke gemeente blijft lokaal (front-offices).
  • Vanuit het uitgangspunt van “handhaven van de bestuurlijke zelfstandigheid van de twee gemeenten” blijft elke gemeente thans en in de toekomst verantwoordelijk voor haar eigen financiële positie;
  • De (structurele) kosten van de ambtelijke organisatie mogen tijdens de samenwerking en in verdere uitwerkingen van de samenwerking niet stijgen, uitgezonderd wanneer er verplichte nieuwe taken vanuit het Rijk bijkomen of wanneer er sprake is van nieuwe beleidsvoornemens die gepaard gaan met personeelsuitbreiding.
Missie • Het zo optimaal mogelijk organiseren van het samenspel tussen colleges, bestuur en organisatie als noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren van de serviceorganisatie voor meerdere gemeenten.
• Het zo optimaal mogelijk organiseren van de dienstverlening aan inwoners, bedrijven en instellingen.
• Het zo optimaal mogelijk organiseren van de bedrijfsmatige ondersteuning als noodzakelijke voorwaarde voor het goed functioneren van de klantgerichte processen.
• Het zo optimaal mogelijk inzetten van personeel, zodanig dat een constante kwaliteit geleverd kan worden.
Visie In de notitie ‘Verbinding te OVER’ is de volgende visie opgenomen:
“Een lenige en slagvaardige organisatie, gericht op de buitenwereld, samen en voor elkaar, daadkrachtig, en met een positief kritische, lerende en betrokken cultuur”
Met daarbij de volgende kernwaarden:
- Verbinding
- De blik naar de buitenwereld
- Duidelijk, lenig en slagvaardig
- Hart voor publieke zaak
- Vertrouwen en verantwoordelijkheid
Ontwikkelingen

Het plan van aanpak ‘Verbinding te OVER’ zal vanaf 2023 gefaseerd worden uitgewerkt en geïmplementeerd, waarbij rekening gehouden wordt met de urgentie van onderwerpen, uitvoerbaarheid in verband met beschikbare formatie en de beschikbare financiële middelen. In 2024 zal de focus meer verschuiven naar de onderwerpen die we niet acuut in 2023 hebben moeten oplossen en een langere doorlooptijd vergen. Hierbij kan worden gedacht aan de doorontwikkeling van managementinformatie, verdere verlaging van ziekteverzuim, strategische personeelsplanning en het verfijnen van het kantoorconcept.

Bestaande en nieuwe projecten die we voor 2024 verwachten zijn de implementatie en vervolgens de structurele uitvoering van de omgevingswet, werkzaamheden in het kader van de vluchtelingencrisis, de huisvesting van verschillende doelgroepen, de ondersteuning van gedupeerden van de toeslagenaffaire en een aantal grote aanbestedingen binnen de bedrijfsvoering.

Eigen vermogen per 01-01-2022 € 996.034
Eigen vermogen per 31-12-2022 € 2.600.614
Vreemd vermogen per 01-01-2022 € 3.055.658
Vreemd vermogen per 31-12-2022 € 2.003.753
Bijdrage gemeente aan GR 2024 € 7.783.780
Resultaat van de GR 2022 € 1.958.947
 Risico's en beheersmaatregelen Het risico voor de gemeente zit met name in de financiering van OVER-gemeenten. Zijn de financiële middelen wel voldoende voor de uitvoering van de taken? De twee grootste risico’s zijn de personeelslasten, die bij een hoog verloop of ziekte kunnen zorgen voor hoge inhuur. En de constante overdracht van taken van het rijk naar de gemeenten zonder dat het rijk daarvoor voldoende middelen beschikbaar stelt.

 

Naam verbonden partij
Stichting Regionaal Inkoopbureau IJmond en Kennemerland (RIJK)
Site https://www.stichtingrijk.nl/
Kerngegevens Raadhuisplein 1, 2101 HA Heemstede
Missie Het creëren van voordelen op zowel financieel, kwalitatief als procesmatig gebied voor zelfstandige gemeenten, onder andere door het faciliteren van een regionaal inkoopbureau en voorts al hetgeen met één en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.
Visie  
Doel / openbaar belang RIJK is er voor gemeenten die het beste uit de markt willen halen. Voor gemeenten die constant streven naar het bereiken van de beste waarde voor de beschikbare financiële middelen. Voor gemeenten die inkoop willen inzetten voor het realiseren van beleid.
Ontwikkelingen Stichting Rijk valt niet onder de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (Wgr) en heeft andere regels m.b.t. informatieverstrekking aan hun verbonden partijen dan de Wgr voorschrijft. De vaststelling van de Jaarstukken van Stichting Rijk vindt jaarlijks plaats in juni. Deze tabel is gevuld met informatie uit de voorlopige jaarrekening 2022.
De deelnemersbijdrage werd in 2022 (wederom) niet verhoogd.
Eigen Vermogen 01-01-2022 € 1.084.199
Eigen Vermogen 31-12-2022 Concept jaarstukken 2022 (vaststelling volgt in juni 2023): € 1.084.199
Vreemd Vermogen 01-01-2022 € 900.630
Vreemd Vermogen 31-12-2022 Concept jaarstukken 2022 (vaststelling volgt in juni 2023): € 371.347
Bijdrage gemeente aan GR 2022 € 53.216
Resultaat van de GR 2022 Concept jaarstukken 2022 (vaststelling volgt in juni 2023): € 0
Mogelijke risico’s voor de gemeente geen
   

Overige Samenwerkingsverbanden

Terug naar navigatie - Overige Samenwerkingsverbanden

Privaatrechtelijke verbintenissen
Wij zijn ook privaatrechtelijke samenwerkingsvormen aangaan.

Hieronder is een overzicht met de volgende private partijen weergegeven:
- Overeenkomst tot uitvoering op HRM-gebied met Driessen voor wat betreft de salarisadministratie.
- Overeenkomst tot samenwerking in regio-verband bij milieutaken (omgevingsdienst IJmond).
- Gemeente Archief Zaanstad

Aandelen
Vanuit onze aandeelhouderschap hebben wij ook een verbintenis met de volgende bedrijven:
- Bank voor Nederlandse Gemeenten
- E.Z.W. N.V.

Bijzondere samenwerkingsverbanden
Naast de bovenstaande verbonden partijen werken wij ook samen met de volgende partijen:

  • Regionaal bestuurlijk Overleg Politie (RBOP)
  • Regionale informatie en expertisecentrum (RIEC)
  • Stichting Grootschalige basiskaart Noord-Holland
  • Regionaal platform recreatie en toerisme
  • Stichting Marketing Zaanstreek
  • Provincie (risicokaart)
  • ORS (Omgevingsraad Schiphol)
  • Archeologie Zaanstad-Oostzaan
  • Regionale samenwerking decentralisatie in het Sociaal Domein

Overige samenwerking
De gemeente Oostzaan staat in beginsel positief tegenover het aangaan van samenwerkingsverbanden met derden, teneinde het publieke belang zoveel mogelijk te dienen. In dat kader is dan ook aandacht voor nieuwe kansen of ontwikkelingen, om –indien noodzakelijk- de bestaande samenwerkingsverbanden verder uit te werken of nieuwe samenwerkingspartners te zoeken. De aard van de beoogde samenwerking en de publieke belangen die daarbij betrokken zijn, zijn leidend voor de vorm van samenwerking en de partij waarmee samenwerking wordt gezocht. Dat kan zowel een bestuursorgaan, een gemeente of een private partij zijn.

Paragraaf Financiering

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

Deze paragraaf geeft transparantie van de treasuryfunctie (financiering) van decentrale overheden. In deze paragraaf worden zo duidelijk mogelijk de plannen, feiten en visie over financiering uiteengezet. De Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) schept een duidelijker kader voor de treasuryfunctie en levert een bijdrage aan de kredietwaardigheid van de openbare lichamen en bevordert de transparantie van de treasuryfunctie. Deze wet introduceert twee instrumenten op het gebied van de treasuryfunctie:
- het treasurystatuut
- de financieringsparagraaf.

De doelstelling van het treasurystatuut is om bestaande verantwoordelijkheden en bevoegdheden te formaliseren en expliciet vast te stellen. De gemeenteraad kan dan beter invulling geven aan zijn verordenende en controlerende bevoegdheid. Het tweede instrument, de financieringsparagraaf, heeft als doel inzicht te geven in de algemene interne en externe ontwikkelingen die van belang zijn voor de treasury en de concrete plannen op het gebied van risicobeheer, financieringspositie en leningen en uitzettingenportefeuille.

Door de raad is op 4 februari 2019 een geactualiseerd treasurystatuut vastgesteld. (raadsvoorstel 19/4). In dit statuut zijn de organisatie rondom het opstellen van het treasurybeleid, de planning & control cyclus, de organisatie rondom de uitvoering van treasury-activiteiten en de interne en externe controle geregeld.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

De financiële positie van gemeente is het afgelopen jaar verbeterd. De geplande investeringen en uitgaven hebben doorgang kunnen vinden, zonder hiervoor nieuwe langlopende leningen af te sluiten.  Toch is er onzekerheid over de komende jaren: bijvoorbeeld over de opbrengst van de grondexploitaties, de gevolgen van de inflatie en de Rijksbijdrage vanaf ‘ravijnjaar’ 2026.

Een punt van zorg blijft hoe je als gemeente zorgt voor voldoende financiële weerbaarheid en wendbaarheid.

Bij het opstellen van de begroting is gerekend met een interne rekenrente van 2,3%. Dit percentage is gebaseerd op het gemiddelde van de huidige leningenportefeuille, en mag niet meer afwijken dan 0,5% van het werkelijke rentepercentage. We monitoren het verloop van de stijgende rente bij onze 'huisbankier', de Bank Nederlandse Gemeenten.

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

De komende jaren verwachten wij een mutatie in de financieringsbehoefte. Deze wordt bepaald door de lopende investeringen per balansdatum 31 december 2022, het Meerjareninvesteringsplan 2023-2030, het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2019-2023, de grondexploitatie en het inzetten van reserves en voorzieningen.

Financieringsbehoefte (bedragen x € 1.000,-)
2024 2025 2026 2027
Mutaties reserves 401 831 27 27
Afschrijvingen 2.476 2.686 1.817 2.083
Investeringen 2024-2027 -12.104 -6.984 -8.182 -6.472
Aflossing huidige langlopende leningen -920 -920 -920 -920
Aflossing nieuwe langlopende leningen (nog af te sluiten, cf MIP) -480 -760 -1.087 -1.345
 Totaal -10.627 -5.147 -8.345 -6.627

Op grond van de wet FIDO mag de gemeente Oostzaan maximaal € 1.7 miljoen financieren met kortlopende kasgeldleningen. Dit bedrag is gekoppeld aan het maximum van 8,5% van het begrotingstotaal. Met de BNG zijn in 2017 nieuwe afspraken gemaakt, en is het maximum kredietlimiet op de rekening courant afgestemd op dit bedrag van € 1.7 miljoen. Zolang de rentestand van kortlopende leningen lager is dan het rentepercentage van langlopende leningen, zullen wij maximaal gebruik maken van dit kredietlimiet. Bedragen groter dan € 1.7 miljoen zullen worden gefinancierd met langlopende leningen.

 

Treasurybeleid

Terug naar navigatie - Treasurybeleid

Het uitgangspunt voor de treasury-activiteiten voor de komende jaren is dat we de bedragen en looptijden van aan te trekken langlopende leningen afstemmen op het renterisico dat de gemeente loopt. De zogenaamde renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal. Nieuwe leningen zullen we voor een looptijd van vijf tot vijfentwintig  jaar aan gaan, waarbij rekening wordt gehouden met de afschrijvingstermijn van het project of activum. Bij duidelijk oplopende rentestanden zullen we dit heroverwegen en eventueel voor kortere termijnen kiezen. De structurele vermogensbehoefte wordt structureel gefinancierd.

Leningportefeuille

Terug naar navigatie - Leningportefeuille

Hieronder wordt de ontwikkeling van de portefeuille van de langlopende leningen weergegeven.

Mutaties leningenportefeuille (bedrag x €1.000)
2023/2024
Stand per 1 januari 2023 (bron: jaarrekening 2022) 30.704
Reguliere aflossing 2023 -919
Verwachte stand per 31-12-2023 29.785
Reguliere aflossing 2024 -919
Aantrekken nieuwe lening 2024, op basis van geplande investeringen en optimaal gebruik van kasgeldleningen 12.104
Verwachte stand per 31 december 2024 40.970

Rentevisie en rentekosten

Terug naar navigatie - Rentevisie en rentekosten

Rentevisie
We baseren ons op verwachte ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. De grote algemene banken en de banken voor de publieke sector (onder andere onze ‘huisbank’ BNG) houden deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten, met inachtneming van de zogenaamde ‘prudente’ houding die een gemeente ten aanzien van beleggingen en leningen dient te hebben.

Rentekosten
De interne rekenrente voor investeringen en producten is voor 2024 berekend aan de hand van de nieuwe leningovereenkomst van 2,3%. Dit percentage is gebaseerd op het rentepercentage van de huidige leningenportefeuille, en zal worden doorberekend naar de kapitaallasten van alle afgeronde en nieuwe investeringen.   

Risicobeheer en berekening Renterisico

Terug naar navigatie - Risicobeheer en berekening Renterisico

De Wet FIDO verplicht de kasgeldlimiet en de renterisiconorm in beeld te brengen. De provincie gebruikt deze bij het uitoefenen van haar toezichthoudende functie. De kasgeldlimiet betreft het renterisico van de vlottende schuld. De renterisiconorm betreft het renterisico van de langlopende schuld.

Prognose kasgeldlimiet voor 2024 (bedragen x €1.000)
2024
Omvang van de begroting over 2024 (totalen programma 1 tm 6) 29.532
- in procenten van de omslag 8,5 %
(1) Toegestane kasgeldlimiet 2.510
(2) Omvang vlottende korte schuld 2.750
(3) Omvang vlottende middelen 1.500
Contante gelden in kas 1
Tegoeden in rekening courant 400
Overige uitstaande gelden < 1 jaar 1.097
Toets kasgeldlimiet:  
(4) Totaal netto vlottende schuld (2-3) 1.250
Toegestane kasgeldlimiet (1) 2.510
Onderschrijding van het kasgeldlimiet 1.260

 

Renterisico
De gemeente loopt renterisico op het moment dat nieuwe leningen moeten worden aangetrokken (herfinanciering) of als een renteherziening van toepassing is. Om het renterisico te beheersen is in de Wet FIDO de renterisiconorm geformuleerd. Het doel van deze norm is het voorkomen van een overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één bepaald jaar, ter bescherming van de gemeentelijke financiële positie.

Berekening Rente Risico Norm (bedragen x €1.000)
2024
Renteherzieningen 2024 0
Aflossingen in 2024 919
Totaal 919
Norm bedraagt 20% van het begrotingstotaal € 29.532.074 5.906
Herzieningsruimte onder de norm 2024 4.987

Bij de renterisiconorm wordt rekening gehouden met de renterisico’s die gemeenten lopen over nieuw af te sluiten leningen ter vervanging van afgeloste leningen. De renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt zorgen ervoor dat de gemeente een ogenschijnlijk gering risico loopt. Omdat de huidige leningen recent zijn overgesloten, en op korte termijn niet geherfinancierd hoeven te worden, is er geen sprake van renterisico.

We volgen de liquiditeiten nauwlettend. De Wet FIDO verplicht gemeenten binnen de kasgeldlimiet en de renterisiconorm te blijven. Investeringen en de daaraan verbonden geldleningen hebben gevolgen voor deze renterisiconorm. Onder ‘Risicobeheer’ verwerken we de genoemde financieringsbehoefte in de berekening van de renterisiconorm, zodat we kunnen beoordelen of ons voorgenomen beleid voor 2024-2027 binnen de kaders van de Wet FIDO valt.

Solvabiliteit

Terug naar navigatie - Solvabiliteit

Met solvabiliteit wordt aangegeven in hoeverre een onderneming de financiële verplichtingen (betalingen) aan verschaffers van vreemd vermogen (leningen) kan nakomen met behulp van alle activa. Aangezien de liquidatiewaarde (verkoopwaarde) van de vaste activa niet bekend is, moet er bij de bepaling van de liquiditeit worden uitgegaan van de boekwaarden van de activa, zoals deze zijn opgenomen in de jaarrekeningen. De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen x 100%. In onderstaand schema is de berekening van de solvabiliteit berekend op basis van de vastgestelde jaarrekeningen.

Jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Totaal vermogen Solvabiliteit
2013 9.216.197 33.258.436 42.474.633 21,70 %
2014 5.740.763 36.511.914 42.252.677 13,58 %
2015 5.383.915 35.782.128 41.166.043 13,07 %
2016 5.856.859 33.782.053 39.638.882 14,78 %
2017 5.680.056 35.516.209 41.196.265 13,79 %
2018 5.011.930 37.998.333 38.010.263 13,19 %
2019 5.547.780 33.240.716 38.788.496 14,30 %
2020 3.807.202 35.563.720 39.370.922 9,67 %
2021 3.393.876 37.804.705 41.198.481 8,24%
2022 4.474.004 39.226.230 43.700.234 10,24 %

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente. Afhankelijk van de directe opbrengstwaarde van de activa ligt de minimumnorm voor het bedrijfsleven op een waarde tussen de 25% en 40%.

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Op 15 december 2013 is de Wet Verplicht Schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat de decentrale overheden hun overtollige middelen (gelden op rekening courant, bij de bank, boven een bepaald drempelbedrag) aan moeten houden bij het Ministerie van Financiën (de schatkist). Het doel hiervan is het verlagen van de EMU-schuld van de collectieve sector. Doordat de decentrale overheden hun tijdelijk overtollige gelden aanhouden in de schatkist, wordt de externe financieringsbehoefte van het Rijk verminderd. De gemeenten hebben een rekening-courant bij de schatkist waar de gelden op aangehouden kunnen worden. Het zogenaamde drempelbedrag is afhankelijk van de omvang van de begroting. Voor Oostzaan bedraagt deze €1.000.000,-. Het totaal van alle liquide middelen op de diverse bankrekeningen, en in kas, mag gemiddeld per kwartaal niet boven dit bedrag uitkomen.

Ook in 2024 zal dagelijks de hoogte van de bankrekening worden getoetst aan het drempelbedrag.

Paragraaf Lokale heffingen

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

De paragraaf lokale heffingen bevat naast de geraamde inkomsten ook het beleid ten aanzien van de lokale gemeentelijke heffingen, het kwijtscheldingsbeleid en een aanduiding van de lokale lastendruk.

De gemeentelijke heffingen zijn, naast de doeluitkeringen van het Rijk en de algemene uitkering uit het gemeentefonds, een belangrijke bron van inkomsten. Er zijn twee gemeentelijke heffingen: retributies en belastingen. Bij belastingen is er geen directe relatie met een prestatie van de gemeente. Belastingen worden gezien als een algemeen dekkingsmiddel. Bij de retributies is er sprake van een tegenprestatie van de gemeente en mogen de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor de uitoefening van de taak, dit betekent dat de kostendekkendheid niet meer mag zijn dan 100%.


In onderstaande afbeelding worden de percentages weergeven welke deel van de totale inkomsten een bepaalde soort inkomsten uitmaakt.

   

In de BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden) zijn de eisen verscherpt inzake de onderbouwing van de tarieven, die hoogstens kostendekkend mogen zijn. De gemeente moet een overzicht van baten en lasten opnemen voor de heffingen waarbij sprake is van het verhalen van de kosten. Daarnaast moet in een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen inzichtelijk worden gemaakt hoe bij de berekening van tarieven en heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde kosten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekening, en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling bij de tariefstelling worden gehanteerd.

De gemeente Oostzaan heeft de uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en het opleggen van de aanslagen en de invordering van onroerende zaakbelasting (OZB), roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting, forensenbelasting, grafrechten en leges omgevingsvergunningen ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling, zijnde Cocensus. Ook de afhandeling van de kwijtscheldingsverzoeken en bezwaar- en beroepschriften vindt plaats door Cocensus.

Voor de uitvoering van belastingregelingen in 13 gemeenten brengt Cocensus de gemeenten een bijdrage in rekening. Voor de gemeente Oostzaan is de bijdrage over 2024 €230.000. De afrekening voor de bijdrage met betrekking tot de Bestuurlijke Boetes wordt separaat afgerekend.

 

Beleidsvoornemens lokale heffingen

Het totale pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen bestaat uit een 11-tal verschillende belastingen en heffingen, die jaarlijks door de gemeenteraad worden vastgesteld in de tarievennota en bijbehorende belastingverordeningen. De verordening op de Bestuurlijke Boetes is er bijgekomen met ingang van 2023.

Uitgangspunt bij het bepalen van de verschillende tarieven zijn:
- aanpassing van de tarieven met het inflatiepercentage van 3,2%.

Uitzonderingen zijn:
- tarieven gebonden aan een wettelijk maximum (zoals reisdocumenten en rijbewijzen);
- afvalstoffenheffing en rioolrecht mogen maximaal kostendekkend zijn;
- voor de OZB en RZB geldt, dat niet de tarieven, maar de opbrengst stijgt met het inflatiepercentage.
 
Toelichting:
Bij de Onroerende Zaak Belasting (OZB) en Roerende Zaak Belasting (RZB) wordt de jaarlijkse totale opbrengst in de begroting geïndexeerd met 3,2%. Voor de berekening van de  OZB tarieven worden bij een stijgende WOZ-waarde de tarieven voor de OZB verlaagd ten opzichte van 2023. Voor een gemiddelde woning stijgt de OZB aanslag met 3,2%.
 
WOZ-waardestijgingen
De WOZ-waardestijging heeft een negatief effect op de Algemene Uitkering. Het Rijk gaat er vanuit dat bij een stijging van de WOZ-waarde de inkomsten van de gemeente stijgen door een hogere opbrengst OZB. Om deze korting, ad € 42.300,- op de Algemene Uitkering op te vangen, is een compensatiestijging van het OZB-tarief benodigd met 2,2% extra. In de begroting 2024 wordt deze compensatie niet doorgevoerd.

Gemeentelijke belastingen

Terug naar navigatie - Gemeentelijke belastingen

Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Uitgangspunt bij het vaststellen van de belastingtarieven is dat deze trendmatig worden verhoogd met de verwachte inflatie. In overeenstemming met de Kadernota 2024 is in de Programmabegroting 2024-2027 voor de belastingen rekening gehouden met een inflatiepercentage van 3,2%.

Onroerende Zaakbelasting (OZB)
De grondslag voor de OZB wordt gevormd door de waarde van het onroerend goed, die jaarlijks wordt vastgesteld (de zogenaamde herwaardering). Oostzaan heeft tot 2020 het uitgangspunt gehanteerd, dat de gemiddelde waardestijging (of daling), die voortvloeit uit de herwaardering, wordt gecompenseerd door een evenredige tariefsverlaging (of evenredige tariefsverhoging).  Conform het vastgestelde inflatietarief uit de kadernota 2024-2076 worden de inkomsten vanuit de OZB inkomsten verhoogd met 3,2%.  De WOZ-waarden voor het belastingjaar 2024 worden gebaseerd op het prijspeil 1 januari 2023. Deze waarde is eind derde kwartaal 2023 bekend. Met inachtneming van deze uitgangspunten is een opbrengst berekend voor 2024 van €1.935.432 voor woningen en €745.323 voor niet-woningen.

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting (RWWB)
Eigenaren en gebruikers van onroerend goed betalen gemeentelijke belastingen in de vorm van de onroerende zaakbelasting (OZB). Het is wettelijk mogelijk om ook voor eigenaren en gebruikers van roerende woon- en bedrijfsruimten (zoals woonboten en woonwagens) een gelijke belasting in te voeren, te weten de Roerende Woon- en bedrijfsruimte belasting (RWWB). Om eigenaren en gebruikers van roerend en onroerend goed gelijk te behandelen is het tarief van die belasting gelijk aan het tarief van de OZB. De berekende opbrengst voor 2024 bedraagt €7.000.

Hondenbelasting
Onder de naam “hondenbelasting” heft de gemeente een belasting op het houden van honden binnen de gemeente. Belastingplichtige is de houder van de hond. Het aantal honden is bepalend voor de opbrengst van de belasting. De raming voor 2024 bedraagt €35.115.

Toeristenbelasting
Toeristenbelasting is een algemene belasting die een gemeente kan heffen. Toeristenbelasting wordt opgelegd als u verblijft in een gemeente waar u niet staat ingeschreven, zoals bij verblijf in een hotel, pension, caravan of bungalow. De eigenaar van de verblijfplaats krijgt de belastingaanslag voor toeristenbelasting op basis van het aantal overnachtingen. Deze mag de toeristenbelasting aan u doorberekenen. De hoogte van de toeristenbelasting verschilt per gemeente. Gemeenten mogen zelf bepalen of zij toeristenbelasting heffen en hoe zij het tarief berekenen. Dit kan zijn een vast bedrag per verblijf of een percentage per overnachtingsprijs. In Oostzaan wordt gerekend met een vast tarief per overnachting, zijnde een bedrag van €4,65 per persoon per nacht. Het totaal aan begrote opbrengsten toeristenbelasting bedraagt €307.763.

Gemeentelijke retributies

Terug naar navigatie - Gemeentelijke retributies

Onder de naam retributies heft de gemeente tarieven voor diverse typen van dienstverlening. Bij retributies is sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taakuitoefening. De geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor die taakuitoefening. Belastingplichtige is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de dienst is verleend. Geregeld is er landelijk publiciteit over de gemeentelijke tarieven en de verschillen daartussen. Die verschillen ontstaan in de regel als gevolg van de gemaakte beleidskeuzes.

Rioolrechten

Terug naar navigatie - Rioolrechten

Rioolheffing
De kosten die de gemeente maakt als uitvloeisel van de watertaken worden op burgers en bedrijven verhaald via de zogenoemde rioolheffing. De kosten die uit die watertaken voortvloeien (op het gebied van afvalwaterinzameling, afvalwatertransport en afvoer van overtollig regen- en grondwater) zijn berekend in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2019-2023. Het GRP zal in 2024 worden herzien. De investeringen die hieruit voortvloeien zijn aanzienlijk en de lasten daarvan worden doorberekend in de tarieven. In de begroting 2024 is rekening gehouden met een opbrengst van € 1.549.298. Ten opzichte van 2023 wordt het tarief voor de rioolheffing verhoogd met het inflatiepercentage van 3,2%.

 

 

   
Percentage kostendekkendheid 94,25 %
   

Voor de berekening van de kostendekkendheid wordt gebruikt gemaakt van de software van kostendekkendheid.nl. Onderstaande grafiek wordt hieruit gegenereerd.

In de rioolrechten mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-BTW als de investerings-BTW. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun rioolheffing. Daarnaast mag 10% van het budget openbaar groen worden toegerekend. Met deze toevoeging van het openbaargroenbudget is bij deze berekening van de kostendekkendheid geen rekening gehouden. De tot stand koming van het tarief 2024 is gebaseerd op het tarief 2023, verhoogd met 3,2% inflatie.  Omdat de kosten harder zijn gestegen, dan de door ons gehanteerde inflatie, is het riool niet meer 100% kostendekkend, maar 94,25% kostendekkend. Voor de hogere kosten wordt in de begroting een beroep gedaan op de aanwezige rioolvoorziening, waaraan een bedrag van € 94.687,- voor het jaar 2024 zal worden onttrokken.


Afval

Terug naar navigatie - Afval

Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een recht geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente op grond van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval heeft. Bij het bepalen van de hoogte van de afvalstoffenheffing wordt rekening gehouden met het feit dat op begrotingsbasis de baten niet hoger mogen zijn dan de lasten. Er wordt gestreefd naar een kostendekkendheid van 100%. In de begroting 2024 is rekening gehouden met een opbrengst van € 1.469.770,- . Ten opzichte van 2023 wordt het tarief voor de afvalstoffenheffing verhoogd met het inflatiepercentage van 3,2%.

 

 

   
Percentage kostendekkendheid 99,47%
   

Voor de berekening van de kostendekkendheid wordt gebruikt gemaakt van de software van kostendekkendheid.nl. Onderstaande grafiek wordt hieruit gegenereerd.

In de afvalstoffenheffing mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-BTW als de investerings-BTW. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun afvalstoffenheffing. Daarnaast wordt toegerekend aan het afvalstoffentarief: 20% van het budget Openbare Orde en veiligheid, kosten BOA, 10% van het budget openbaar groen en de begrote kwijtschelding.

Begrafenisrechten

Terug naar navigatie - Begrafenisrechten

Voor het gebruik van de begraafplaats en voor het verlenen van diensten in verband met de begraafplaats worden rechten geheven.
Algemeen uitgangspunt voor de begrafenisrechten is een aanpassing van de tarieven met alleen de inflatiecorrectie (3,2 % voor 2024).

 

 

   
Percentage kostendekkendheid 34,92%
   

Voor de berekening van de kostendekkendheid wordt gebruikt gemaakt van de software van kostendekkendheid.nl. Onderstaande grafiek wordt hieruit gegenereerd.

 

 

 

Opbrengsten belastingen en retributies

Terug naar navigatie - Opbrengsten belastingen en retributies

In onderstaande tabel wordt aangegeven welke belastingopbrengsten en retributies er zijn en hoeveel de inkomsten daarvan bedragen, zoals deze in de programmabegroting 2024 zijn verwerkt.

Gemeentelijke belastingen Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
OZB woningen (eigenaren) € 1.844.805 € 1.875.419 € 1.935.423
OZB niet-woningen (eigenaren en gebruikers) € 747.346 € 722.213 € 745.323
Roerende woon- en bedrijfsruimten € 6.045 € 7.000 € 7.000
Precariobelasting € 0 € 0 € 0
Hondenbelasting € 34.770 € 32.704 € 35.115
Toeristenbelasting € 292.000 € 298.220 € 307.763
       

 

Gemeentelijke retributies Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
Afvalstoffenheffing (exclusief opbrengsten PMD) € 1.334.719 € 1.424.196 € 1.539.770
Rioolrechten € 1.481.106 € 1.501.258 € 1.549.298
Begrafenisrechten € 156.099 € 140.000 € 140.000
       

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

De normen voor het kwijtscheldingsbeleid, als onderdeel van het gemeentelijk minimabeleid, voor wat betreft de gemeentelijke lasten zijn gesteld op 100% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

De normen voor de bijzondere bijstand, als onderdeel van het gemeentelijk minimabeleid, zijn in gesteld op 110 %. Dit betekent dat een vrij grote groep belastingplichtigen in aanmerking komt voor kwijtschelding, waardoor hun besteedbare ruimte groter wordt. In de begroting 2024 is een bedrag aan kwijtschelding opgenomen van €31.000.

De gemeente Oostzaan verleent uitsluitend kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing. 

  Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
Bezwaar WOZ 109 150 150
Bezwaar overige heffingen 55 75 75
Beroep WOZ 2 0 0
Beroep overige heffingen 0 0 0
Lasten regeling kwijtschelding € 38.325 € 31.000 € 31.000
       

Leges

Terug naar navigatie - Leges

Algemeen
De tarieven voor 2024 worden primair aangepast aan de hand van het inflatiepercentage van 3,2 %, tenzij nader beperkt door wettelijke tariefstellingen.

De nieuwe regels voor verslaglegging zijn van invloed op de kosten onderbouwingen van gemeentelijke heffingen. Met ingang van 2024 treedt de nieuwe Omgevingswet in. Voor de tarievennota 2024 werken wij met de modelverordening van de VNG.

De leges zijn onderverdeeld in drie hoofdstukken;

  • Hoofdstuk 1:  Algemene dienstverlening,
  • Hoofdstuk 2: Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet
  • Hoofdstuk 3: Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2.

Bij de toerekening van kosten is uitgegaan van de aanwezige jurisprudentie. Hierdoor is een 100% kostendekkende legesverordening risicovol. Wanneer nieuwe jurisprudentie tot een wijziging in de toe te rekenen kosten leidt, kan de kostendekkendheid overschreden worden, Door onder de 100% te blijven wordt dit risico opgevangen.

Leges onder hoofdstuk 1 zijn onder meer: verstrekkingen uit de basisregistratie personen, burgerlijke stand, rijbewijzen, reisdocumenten, bestuur documenten, verkeer en vervoer. Er is hier sprake van een kostendekkendheid van ongeveer 48%. De tarieven kunnen hier niet verder worden verhoogd. Het tekort wordt veroorzaakt door een negatief resultaat op rijbewijzen en reisdocumenten. De tarieven hiervan zijn al op het maximaal toegestane wettelijk niveau.

Leges onder hoofdstuk 2 zijn de inkomsten opgenomen inzake de omgevingsoverleggen en de omgevingsvergunningen. De kostendekkendheid ligt onder de 100%. Voor 2022 zijn vanuit diverse grote projecten extra leges ontvangen. Voor 2023 en 2024 wordt uitgegaan van de reguliere omgevingsvergunningen. De huidige tarieven voor de omgevingsvergunningen (2023: 4,5% van de bouwsom) worden omgerekend naar de nieuwe omgevingswet. Uitgangspunt hierbij is dezelfde mate van kostendekkendheid als 2023.

Leges onder hoofdstuk 3 zijn de opbrengsten opgenomen, voornamelijk voortkomend uit de APV, zoals horeca, prostitutiebedrijven, evenementenvergoeding en overige vergunningen. Een groot deel hier bestaat uit evenementenvergunningen. Vanwege de maatschappelijke betekenis is dit vaak niet kostendekkend.

Gemeentelijke legesopbrengsten
Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
Leges Hoofdstuk 1 € 158.012 € 154.278 € 154.278
Leges Hoofdstuk 2 € 623.042 € 220.000 € 220.000
Leges Hoofdstuk 3 € 21.244 € 34.200 € 34.200
       
 
Overzicht leges Hoofdstuk 1
 
Baten totaal 154.278
Directe kosten 75.234
Personeel 239.811
Overhead 312.850
Berekening kostendekkendheid
19,37 %  (28,34 % in 2023)

 

Overzicht leges Hoofdstuk 2
 
Baten totaal 220.000
Directe kosten vergunningen 23.220
Directe kosten handhaving 72.700
Personeel 342.903
Overhead 223.671
Berekening kostendekkendheid
33,20 % ( 44,07% in 2023)

 

Overzicht leges Hoofdstuk 3
 
Baten totaal 34.200
Directe kosten 14.850
Personeel 69.452
Overhead 84.538
Berekening kostendekkendheid
20,26 % ( 28,61% in 2023)

 

Totaal Overzicht leges Hoofdstuk 1, 2 en 3
 
Baten totaal 408.478
Directe kosten 186.004
Personeel 652.166
Overhead 621.059
Berekening kostendekkendheid
27,99 % ( 35,12% in 2023)

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

De lokale lastendruk wordt bepaald door de tarieven van de OZB, afvalstoffenheffing en de rioolheffing.

In de navolgende tabel is de opbouw van de lokale lastendruk in Oostzaan over de jaren 2021 t/m 2023 inzichtelijk gemaakt. Voor huurders is daarbij alleen de hoogte van de afvalstoffenheffing bepalend, aangezien zij niet worden aangeslagen voor de OZB en de rioolheffing. De eigenaren van woningen worden voor de drie onderscheiden belastingen aangeslagen. Bij de berekening van de OZB, is uitgegaan van de gemiddelde WOZ waarde van een koopwoning in Oostzaan van € 475.000 - (peildatum 2023). Tevens is uitgegaan van een meerpersoonshuishouden. Het betreft hier een rekenvoorbeeld. De feitelijke lastenontwikkeling voor de individuele burger kan afwijken, gelet op de feitelijke waarde –en de waardeontwikkeling- van de woning.


 

Bovenstaande tabel is gebaseerd op de volgende gegevens:


Vergelijking met omliggende gemeenten

In de navolgende tabellen worden de tarieven over het jaar 2023 van Oostzaan  vergeleken met de tarieven van omliggende gemeenten. Bij de tarieven van omliggende gemeenten wordt uitgegaan van het tarief 2023, daar op dit moment geen andere gegevens bekend zijn.

 

Tabel vergelijking OZB, Afvalstoffenheffing, Rioolheffing, Toeristenbelasting en Hondenbelasting, tarieven 2023:

bron: https://www.coelo.nl/index.php/atlas-lokale-lasten/bijlagen

 

Bovenstaande tarieven 2023 zijn door de COELO verwerkt in onderstaand overzicht, waarbij voor de provincie Noord Holland het volgende overzicht kan worden getoond:

 

Tarievenbeleid

Terug naar navigatie - Tarievenbeleid
  1. Het tarievenbeleid in Oostzaan is gebaseerd op twee uitgangspunten: inflatiecorrectie en kostendekkendheid. De belastingopbrengsten worden in 2024 verhoogd met 3,2 % voor inflatie. Voor wat betreft de retributies wordt gestuurd op kostendekkendheid. De tarieven worden formeel door de gemeenteraad vastgesteld bij de belastingvoorstellen die in december voorafgaand aan het begrotingsjaar worden aangeboden. De hieronder genoemde tarieven voor de OZB zijn afhankelijk van de stijging van de WOZ. Naast deze algemene uitgangspunten van het tarievenbeleid is in het collegeprogramma 2022-2026 bepaald dat de OZB niet als sluitpost voor de begroting wordt gebruikt.
   2022 2023  2024
Onroerende Zaak Belasting (OZB) en Roerende Zaak belasting (RZB)      
   • Woningen eigenaren 0,1075 % 0,09499 % stijging 3,2%
   • Niet woningen eigenaren 0,2293 % 0,21404 % stijging 3,2%
   • Niet woningen gebruikers 0,1955 % 0,18476 % stijging 3,2%
Hondenbelasting 45,63 46,63 49,25
Afvalstoffenheffing      
   • Eénpersoonshuishouding 268,11 310,12 320,04
   • Meerpersoonshuishouding 334,66 377,52 389,60
Rioolrechten      
   • Garages etc 119,80 122,44 126,75
   • Woningen etc 329,55 336,80 347,60
Grafrechten 1.811,46 1.851,31 1.910,55
Toeristenbelasting (per nacht) 4,50
4,50 4,65

Paragraaf Bedrijfsvoering

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

De activiteiten op het gebied van bedrijfsvoering worden uitgevoerd door OVER-gemeenten. Dit is de gezamenlijke werkorganisatie van de gemeente Wormerland en de gemeente Oostzaan. In deze paragraaf leest u een beknopte samenvatting van de Begroting 2024-2027 van OVER-gemeenten. Voor meer informatie verwijzen wij naar de begroting van OVER-gemeenten 2024-2027.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Het jaar 2024 zal onder andere in het teken staan van de verdere uitwerking van het plan van aanpak ‘Verbinding te OVER’ en de uitvoering ervan. Het plan van aanpak ‘Verbinding te OVER’ wordt gefaseerd uitgewerkt en geïmplementeerd, waarbij wij rekening houden met de urgentie van onderwerpen, uitvoerbaarheid in verband met beschikbare formatie en de beschikbare financiële middelen. In 2024 zal de focus meer verschuiven naar de onderwerpen die we niet acuut in 2023 hebben moeten oplossen en een langere doorlooptijd vergen. Hierbij kan worden gedacht aan de doorontwikkeling van managementinformatie, verdere verlaging van ziekteverzuim, strategische personeelsplanning en het verfijnen van het kantoorconcept.
Bestaande en nieuwe projecten die we voor 2024 verwachten zijn de structurele uitvoering van de omgevingswet, werkzaamheden in het kader van de vluchtelingencrisis, de huisvesting van verschillende doelgroepen, de ondersteuning van gedupeerden van de toeslagenaffaire en een aantal grote aanbestedingen binnen de bedrijfsvoering. Bij deze projecten leveren wij veelal de personele capaciteit om dit uit te voeren en te begeleiden. Voor enkele projecten, zoals de opvang van ontheemden uit de Oekraïne en de ondersteuning van gedupeerden van de toeslagenaffaire gelden specifieke financiële regelingen vanuit het Rijk. Vooralsnog gaan wij ervan uit dat deze middelen voldoende zijn om de kosten te dekken. Zodra hier andere inzichten ontstaan gaan we in gesprek met de gemeenten.
 
Personeel
In de huidige arbeidsmarkt hebben we te maken met steeds meer moeilijk te vervullen vacatures en moeten we extra aandacht besteden aan behoud en opleiding van onze collega’s. Het hoge ziekteverzuim en beperkte mogelijkheden tot vervanging van langdurig zieke collega’s binnen de budgettaire kaders leidt tot hoge werkdruk.  OVER-gemeenten heeft beschikking over een bestemmingsreserve om nodige investeringen in de organisatie te doen om deze problematiek aan te pakken.
 
Huisvesting
OVER-gemeenten verwacht in 2023 de visie voor het kantoorconcept af te ronden. Ook heeft OVER-gemeenten in hun begroting opgenomen vanaf 2024 niet meer de eerste etage van het gemeentehuis Wormerland te huren. Dit betekent dat de huisvestingslasten vanaf 2024 met €52.000 zullen dalen voor OVER-gemeenten.
 
Financieel
In het volgende overzicht is de primaire begroting 2024 van OVER-gemeenten opgenomen, met de meerjarenbegroting 2025 t/m 2027. De berekening van de inflatie voor 2024 gebeurt op basis van de CPB-prognoses. In de personele lasten is 5,2% inflatie opgenomen voor 2024 (€829.239). Dit betreft een inschatting van de cao-verhoging van 2024 van het CPB (loonvoet sector overheid). Voor de overige lasten is rekening gehouden met 3,2% inflatie. Indien de werkelijke inflatie over 2024 afwijkt, is mogelijk een aanpassing in onze begroting 2024 nodig. In het meerjarenperspectief van de begroting is geen rekening gehouden met inflatie na 2024. De bijdrage van de gemeente Oostzaan in 2024 aan OVER-gemeenten bedraagt €7.783.780 (dit bedrag is inclusief de bijdrage voor de uitvoering van de Wet Open Overheid ad €110.000, welke apart vermeld staat in onderstaande tabel).

Ratio weerstandsvermogen
OVER-gemeenten heeft een ratio weerstandscapaciteit bij de begroting 2024 van 0,6 (onvoldoende).  Op basis van artikel 23 van de Gemeenschappelijke Regeling van OVER-gemeenten is de algemene reserve gemaximeerd op 2,5% van de lasten. De lage weerstandscapaciteit verhoogt het risico voor de deelnemende gemeenten.

Paragraaf Taakstellingen en Stelposten

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

Deze paragraaf is in de begroting 2024 voor het eerst opgenomen. Onze toezichthouder, de Provincie heeft om deze paragraaf gevraagd in verband met de verslechterde financiële positie bij gemeenten. De oorzaak van deze verslechterde financiële positie ligt in het overdragen van taken vanuit het Rijk zonder toereikende financiële middelen om deze taken uit te kunnen voeren. De financiële positie van gemeenten is hierdoor steeds meer onder druk komen te staan. Gevolg hiervan bij gemeenten zijn dat er steeds vaker bezuinigingsmaatregelen, ombuigingen en/of taakstellingen nodig zijn om de meerjarenbegroting sluitend te maken. In deze paragraaf wordt een totaalbeeld geschetst welke van deze zaken in de begroting van Oostzaan aan de orde zijn.

Stelposten

Terug naar navigatie - Stelposten

In deze primaire programmabegroting 2024-2027 zijn de volgende zaken opgenomen:

Stelposten, opgenomen in de primaire begroting 2024 2025 2026 2027
1) Baten: stelpost Algemene Uitkering m.b.t. het BTW Compensatiefonds 137.970 137.970 137.970 137.970
2) Baten: stelpost Algemene Uitkering m.b.t. Jeugd - - 114.278 84.904
Totaal 13.7970 137.970 252.248 222.874

Toelichting:

1) Stelpost BTW Compensatiefonds

Bij de inwerkingtreding van het BTW Compensatiefonds in 2003 heeft een uitname uit het gemeentefonds plaatsgevonden, om op macro-niveau de declaraties van het BTW Compensatiefonds aan alle overheden te kunnen voldoen. Hieraan is op macro-niveau een bepaald maximum (drempel) gesteld. Door de herijking van het gemeentefonds, alsmede de verlaging van de drempel, wordt de vrijval van middelen vanuit het BTW Compensatiefonds weer toegevoegd aan het gemeentefonds.

2) Stelpost Jeugd

De VNG heeft gesprekken gevoerd met IPO en BZK over de wijze waarop gemeenten meerjarig rekening mogen houden in hun begroting met de extra middelen voor Jeugdhulp. Deze afspraken hierover waren nodig, omdat er tot nu toe alleen voor het jaar 2022 en 2023 extra middelen beschikbaar zijn gesteld. Tussen Rijk, IPO en VNG is afgesproken dat gemeenten in hun meerjarenraming rekening mogen houden met 75% van de bedragen, die structureel nodig zijn. Deze nieuwe werkwijze komt in de plaats van de ‘oude’ stelpost, zoals deze bij de begroting 2022 destijds was opgevoerd.

Taakstellingen:

Van taakstellingen om te komen tot een structurele begroting is geen sprake in deze begroting 2024-2027.

Paragraaf Kengetallen

Programma 1

Terug naar navigatie - Programma 1
Omschrijving Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
% Functiemenging (Bron: LISA)* 49,5%** 49,5% 49,5
Aantal vestigingen van bedrijven per 1.000 inwoner van 15 t/m 64 jaar (Bron: LISA) 185** 186,1 186,1

* Functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen banen). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen
** Actuele gegevens niet beschikbaar bij bron Lisa, dit betreft een schatting.

Programma 2

Terug naar navigatie - Programma 2
Omschrijving Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
Aantal nieuwe woningen per 1.000 woningen (Bron: BAG) 0 0 0
% Demografische druk (Bron: CBS)* 76,3 76,3 70,3

*De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar.
Dit cijfer geeft inzicht in de verhouding van het niet-werkende deel van de bevolking tot het werkende deel van de bevolking.

Programma 3

Terug naar navigatie - Programma 3
Omschrijving Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
Aantal banen per 1.000 inwoners in de leeftijd 15-64 jaar (Bron:  LISA) n.b. 700 600
% Jongeren met een delict voor rechter in de leeftijd 12-21 jaar (Bron: Verwey Jonker Instituut - Kinderen in Tel) n.b. n.b. 1
% Kinderen in uitkeringsgezin tot 18 jaar (Bron: Verwey Jonker Instituut - Kinderen in Tel) n.b. n.b. 4%
% netto arbeidsparticipatie van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking (Bron: CBS Jeugd) n.b. n.b. 74%
% werkeloze jongeren in de leeftijd 16-22 jaar (Bron: Verwey Jonker Instituut - Kinderen in Tel) n.b. n.b. 1%
Aantal personen met een bijstandsuitkering per 10.000 inwoners (Bron: CBS) n.b. n.b. 275
Aantal lopende re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar (Bron: CBS) 1,4% n.b. 1,4%
% jongeren met jeugdhulp van alle jongeren tot 18 jaar (Bron: CBS) 6,0% n.b. 11
% jongeren met jeugdbescherming van alle jongeren tot 18 jaar (Bron: CBS) 0,8% n.b. 0,4
% jongeren met jeugdreclassering van alle jongeren in de leeftijd van 12-23 jaar (Bron: CBS ) n.b. n.b. n.b.
Aantal cliënten met maatwerkarrangement WMO per 10.000 inwoners (Bron: GMSD) n.b. n.b. n.b.

Programma 4

Terug naar navigatie - Programma 4
Omschrijving Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
Aantal absoluut verzuim per 1.000 leerlingen (Bron: DUO) n.b. 0,0 0,0
Aantal relatief verzuim per 1.000 leerlingen (Bron: DUO) n.b. 25 22
% Vroegtijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) van het VO en MBO (Bron: INGRADO) n.b. 1,0 1,80
% Niet-sporters (Bron: 'Gezondheidsenquête' (CBS/RIVM) n.b. 50 n.b.

Programma 5

Terug naar navigatie - Programma 5

Omschrijving

Rekening 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Aantal verwijzing Halt per 10.000 jongeren (Bron: bureau Halt)* n.b. n.b. n.b.
Aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners (Bron: CBS)* 0 n.b. n.b.
Aantal geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners (Bron: CBS)* 0 n.b. n.b.
Aantal diefstallen uit woningen per 1.000 inwoners (Bron: CBS)* 14,6 n.b. n.b.
Aantal vernielingen en beschadigingen in openbare ruimte per 1.000 inwoners (Bron: CBS)* 0 n.b. n.b.
Omvang huishoudelijk restafval aantal kg per inwoner (Bron: CBS) 223 180 n.b.
% hernieuwbare elektriciteit (Bron: RWS) n.b. n.b. n.b.

Programma 6

Terug naar navigatie - Programma 6
Omschrijving Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
Gemiddelde WOZ waarde x €1.000 (Bron: CBS)* € 411.000 (2021) € 417.000 (2022) € 475.000 (2023)
Gemiddelde woonlasten eenpersoonshuishouden (Bron: COELO)(en op basis van nieuwe gemidd. WOZ) 1.119 1.164 1.221
Gemiddelde woonlasten meerpersoonshuishouden (Bron: COELO)(en op basis van nieuwe gemidd. WOZ) 1.184 1.234 1.291
Formatie (aantal fte's per 1.000 inwoners) (Bron: eigen administratie) 0,61 0,61 0,59
Bezetting (aantal fte's per 1.000 inwoners) (Bron: eigen administratie) 0,61 0,61 0,59
Apparaatskosten per inwoner (Bron: eigen begroting) € 692 € 678 € 774
Externe inhuur (kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen) (Bron: eigen begroting) 22 6% 0%
Overhead (% van de totale lasten) (Bron: eigen begroting) 10% 12% 13%

Paragraaf Wet open openheid (Woo)

Waar gaat het over?

Terug naar navigatie - Waar gaat het over?

In artikel 3.5 (Openbaarheidsparagraaf) van de Wet open overheid (Woo) is voorgeschreven dat in de begroting aandacht besteed moet worden aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van deze wet. In de jaarstukken dienen we verslag te doen van de uitvoering ervan, mede in relatie tot de in de begroting genoemde beleidsvoornemens. Deze verplichte paragraaf in de komende begrotingen en jaarstukken vloeit voort uit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Deze voorgeschreven rapportering over de uitvoering van deze wet is bedoeld om een impuls te geven aan de actieve openbaarheid.

Wet open overheid (Woo)

Terug naar navigatie - Wet open overheid (Woo)

De Woo bestaat uit twee soorten openbaarmaking, een passieve (openbaarmaking op verzoek) en een actieve (openbaarmaking uit eigen beweging). 

Passieve openbaarmaking 
De passieve openbaarmakingverzoeken worden behandeld door team juridische zaken. Alle bestuursorganen hebben dit jaar ook een Woo-contactpersoon aangewezen. Op de website is een formulier gelanceerd waardoor belangstellenden nu ook online een Woo-verzoek kunnen indienen. 


Actieve openbaarmaking
Voor de implementatie van de actieve openbaarmaking is een werkgroep Woo ingesteld, dat wordt getrokken door een externe projectleider. Er wordt een nulmeting uitgevoerd, zodat in kaart wordt gebracht waar de organisatie op dit moment staat. Dit vertrekpunt wordt meegenomen in de verdere vertaling van de Woo. 

Paragraaf Oekraïne crisis

Waar gaat het over?

Terug naar navigatie - Waar gaat het over?

Vanaf begin maart 2022 heeft de oorlog in Oekraïne, en de taak om bij te dragen aan de opvang van Oekraïners in de regio, een flinke inzet gevraagd van de gehele organisatie. Alle afdelingen hebben hun aandeel gehad in deze forse opgave. Nog steeds is het alle hens aan dek om de 140 vluchtelingen uit Oekraïne in Wormerland en Oostzaan adequaat te huisvesten, begeleiden en te voorzien van financiële middelen. 

Nood- en kortdurende opvang
Direct na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne kwam een grote stroom vluchtelingen op gang. Ook in Oostzaan hebben we direct mensen een dak boven het hoofd geboden. In eerste instantie is gebruik gemaakt van hotel Van der Valk, B&B’s en een recreatiewoning. Aangezien opvang in hotels en B&B’s niet geschikt is voor langere opvang, is gezocht naar leegstaande (kantoor)panden die gehuurd konden worden en verbouwd tot opvanglocatie. Dat is in tot op heden Oostzaan nog niet gelukt. Er waren geen leegstaande panden beschikbaar of geschikt te maken. 
 
Langdurige huisvesting 
In Oostzaan zijn 65 plekken beschikbaar voor vluchtelingen. Op deze plekken verblijven 44 vluchtelingen (stand augustus 2023). We hebben 15 kamers tot onze beschikking in het Hotel Van der Valk, 1 plekken bij B&B’s en er zijn 2 gastgezinnen in Oostzaan. Door de lange periode van opvang begint het bij de gastgezinnen te knellen, maar ook de langdurige opvang in Van der Valk Hotel is niet wenselijk. De intentie is om de vluchtelingen die nu nog in het hotel of B&B verblijven te verplaatsen naar een eigen woonplek voor langere tijd. 
Hiervoor heeft gemeente Oostzaan 32 woonunits aangeschaft. Op dit moment is er nog geen besluit vanuit de Provinciale Staten tot het plaatsen van deze units in het gekozen natuurgebied. De verwachting is dat er in september 2023 dit besluit genomen wordt. 
Gezien het feit dat het plaatsen van de units nog niet gerealiseerd is en veel vluchtelingen al langer dan een jaar in het Van der Valk hotel verblijven, is er bestuurlijk voor gekozen deze mensen door te plaatsen naar een plek waar zij langdurig en in reguliere huisvesting kunnen verblijven. In samenwerking met de gemeente Landsmeer en de gemeente Waterland worden er een aantal gezinnen doorgeplaatst in de door hen geopende units/locaties. Het streven is dat alle op dit moment verblijvende vluchtelingen voor 1 oktober 2023 een vervolgplek hebben.
De gemeente ontvangt een vergoeding van het Rijk op basis van werkelijke kosten voor transitie, verbouwing en realisatie van gebouwen voor opvang van deze vluchtelingen. 
De exploitatiekosten worden door het Rijk vergoed op basis van het normbedrag. Deze was bij aanvang van de oorlog gesteld op 100 euro per beschikbaar gesteld bed (plek) per dag. Vanaf 16 oktober 2022 is het normbedrag aangepast naar €83 per plek per dag. 

 

Deze vluchtelingen zijn als volgt over de gemeente verdeeld:

Opvang locatie   Aantal personen
Hotel van der Valk 10 kamers (1 juni - 1 november 2022) 40
15 kamers (1 november 2022 - 31 december 2023)
B&B Buys 1 kamer 1
Woonunits Er zijn 32 woonunits aangeschaft. Deze zijn nog niet beschikbaar. Dit worden 62 plekken welke maximaal 10 jaar beschikbaar zijn. -
Particuliere gastgezinnen Er zijn 2 particuliere gastgezinnen die vluchtelingen opvangen.  3
  Totaal 44

 

Overige zaken
Naast de huisvesting hebben wij op verschillende onderdelen stappen gezet om de opvang zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Zo is er wekelijks een inloopspreekuur voor de ontheemden in het Van der Valk Hotel en zijn er nu afspraken met burgerzaken: dinsdag- en donderdagmiddag tussen 13:00 en 15:00 is het moment voor de nieuwe vluchtelingen om zich in te schrijven. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over leefgeld, school, werk, taalles en vervoer. Voor deze zaken ontvangen we een vergoeding van het rijk van €83,- per bed per nacht. Dit is een normbedrag per gerealiseerde opvangplek per dag. Of deze bijdrage voldoende zal zijn om de kosten te dekken is nog te vroeg. 

Leerlingenvervoer Oekraïne
Gemeenten hebben de regie en verantwoordelijkheid voor het leerlingenvervoer aan Oekraïense leerlingen. Voor deze taak ontvangen we gelden via de algemene uitkering.
 
Financiën
De financiën zijn een doorlopend proces. De gemaakte kosten van de noodopvang zijn 100% declarabel. De uitvoeringskosten dienen te worden voorgefinancierd uit een vast normbedrag per gerealiseerde opvangplek per dag. Tot en met 15 oktober 2022 bedroeg dit bedrag per gerealiseerde opvangplek €100 per dag. Er is in opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid onderzoek gedaan naar de hoogte van dit normbedrag. Als gevolg hiervan is het bedrag vanaf 16 oktober 2022 bijgesteld naar €83 per dag. Achteraf vindt een verrekening met het Rijk plaats op basis van werkelijke kosten. 

 

In de begroting 2024 zijn de volgende budgetten opgenomen:

  Jaarrekening
2022
Begroting
2023
Begroting
2024
Begroting
2025
Begroting
2026
Begroting
2027
Uitgaven met betrekking tot de tijdelijke opvang Oekraine 1.060.919 2.728.434 2.728.434 2.728.434 0 0
Vergoeding vanuit het Rijk middels declaratie van het normbedrag -1.060.919 -2.728.434 -2.728.434 -2.728.434 0 0
Aanschaf units 0 3.367.599 0 0 0 0
Vergoeding vanuit het Rijk middels declaratie transitiebudget 0 -3.367.599 0 0 0 0