Algemeen
De gemeentelijke heffingen zijn, naast de doeluitkeringen van het Rijk en de algemene uitkering uit het gemeentefonds, een belangrijke bron van inkomsten. Er zijn twee gemeentelijke heffingen: retributies en belastingen. Bij de retributies is er sprake van een tegenprestatie van de gemeente en mogen de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor de uitoefening van de taak, dit betekent dat de kostendekkendheid niet meer mag zijn dan 100%. Bij belastingen is er geen directe relatie met een prestatie van de gemeente. Belastingen worden gezien als een algemeen dekkingsmiddel.
De gemeente Oostzaan heeft de uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en het opleggen van de aanslagen en de invordering van onroerende zaakbelasting (OZB) , roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting, forensenbelasting, grafrechten en leges omgevingsvergunningen ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling, zijnde Cocensus. Ook de afhandeling van de kwijtscheldingsverzoeken en bezwaar- en beroepschriften vinden plaats door Cocensus.
Voor de uitvoering van belastingregelingen in 11 gemeenten met een inwonersaantal circa 650.000 inwoners brengt Consensus de gemeenten een bijdrage in rekening. Voor de uitvoering van de belastingregelingen is over het jaar 2019 een bijdrage naan Cocensus betaald van € 211.900,- op basis van de Dienstverleningsovereenkomst, en een bedrag van € 13.774,- voor extra diensten, zoals controle hondenbelasting en juridische ondersteuning bij complexe bezwaarschriften.
Actuele ontwikkelingen
Precariobelasting
Per 1 juli 2017 is de wet in werking getreden tot afschaffing van de precariobelasting op nutsnetwerken. De Eerste Kamer deed het wetsvoorstel op 21 maart als hamerstuk af. Het besluit tot inwerkingtreding van de wet is op 22 mei 2017 in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2017, 196).
Gemeenten die op 10 februari 2016 in hun belastingverordening een tarief hadden voor nutsnetwerken, mogen uiterlijk tot 1 januari 2022 nog precariobelasting op nutsnetwerken blijven heffen. Onder de overgangsregeling kan een gemeente maximaal het tarief in rekening brengen dat op 10 februari 2016 gold. Gemeenten die onder de overgangsregeling vallen, maar na 10 februari 2016 het tarief hebben verhoogd, moeten vanaf 1 juli 2017 hun tarief verlagen naar maximaal het tarief dat gold op 10 februari 2016. In de begroting hebben we financieel gezien geanticipeerd op de afschaffing van de precariobelasting.
Gemeentelijke belastingen
Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Uitgangspunt bij het vaststellen van de belastingtarieven is dat deze trendmatig worden verhoogd met de verwachte inflatie. In overeenstemming met de Kadernota 2019 is in de Programmabegroting 2019 voor de belastingen rekening gehouden met een inflatiepercentage van 2,4 %. De opbrengsten van gemeentelijke belastingen en retributies bedragen circa 26% van de totale baten van de gemeente Oostzaan voor het jaar 2019.
Onroerende Zaakbelasting(OZB)
De grondslag voor de OZB wordt gevormd door de waarde van het onroerend goed, die jaarlijks wordt vastgesteld (de zogenaamde herwaardering). Oostzaan hanteert het uitgangspunt dat de gemiddelde waardestijging (of daling), die voortvloeit uit de herwaardering, wordt gecompenseerd door een evenredige tariefsverlaging (of evenredige tariefsverhoging). Daarmee bereikt de gemeente dat waardemutatie niet leidt tot een wijziging in de totale opbrengst, maar slechts tot individuele verschillen in aanslagen. Dat is het geval als de waarde van een woning meer of juist minder is gestegen dan het Oostzaanse gemiddelde. Dan levert de herwaardering een voordeel of juist een nadeel op voor de eigenaar. Deze systematiek is ook in 2019 weer toegepast.
Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting (RWWB)
Eigenaren en gebruikers van onroerend goed betalen gemeentelijke belastingen in de vorm van de onroerende zaakbelasting (OZB). Het is wettelijk mogelijk om ook voor eigenaren en gebruikers van roerende woon- en bedrijfsruimten (zoals woonboten en woonwagens) een gelijke belasting in te voeren, te weten de Roerende Woon- en bedrijfsruimte belasting (RWWB). Om eigenaren en gebruikers van roerend en onroerend goed gelijk te behandelen is het tarief van die belasting gelijk aan het tarief van de OZB.
Hondenbelasting
Onder de naam “hondenbelasting” heft de gemeente een belasting op het houden van honden binnen de gemeente. Belastingplichtige is de houder van de hond. Het aantal honden is bepalend voor de opbrengst van de belasting.
Gemeentelijke belastingen (bedragen x € 1.000,-)
|
Rekening 2018
|
Begroting 2019 (gewijzigd)
|
Rekening 2019
|
OZB woningen |
1.345 |
1.451 |
1.451 |
OZB niet-woningen gebruikers en eigenaren |
611 |
545 |
618 |
Roerende woon- en bedrijfsruimten |
6 |
7 |
6 |
Precariobelasting |
506 |
487 |
527 |
Hondenbelasting |
29 |
27 |
31 |
Toeristenbelasting |
187 |
169 |
221 |
Totaal belastingen |
2.684 |
2.686 |
2.854 |
Gemeentelijke retributies
Onder de naam retributies heft de gemeente tarieven voor diverse typen van dienstverlening. Bij retributies is sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taakuitoefening. De geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor die taakuitoefening. Belastingplichtige is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de dienst is verleend. Geregeld is er landelijk publiciteit over de gemeentelijke tarieven en de verschillen daartussen. Die verschillen ontstaan in de regel als gevolg van de gemaakte beleidskeuzes. Om die beleidskeuzes zo transparant mogelijk vast te leggen heeft de VNG het initiatief genomen om modellen voor de kostenonderbouwing te ontwikkelen. Voor de afvalstoffen- en rioolheffing, de leges en de lijkbezorgingsrechten zijn deze door de VNG ontwikkeld.
Rioolheffing
De kosten die de gemeente maakt als uitvloeisel van de watertaken worden op burgers en bedrijven verhaald via de zogenaamde rioolheffing. De kosten die uit die watertaken voortvloeien (op het gebied van afvalwaterinzameling, afvalwatertransport en afvoer van overtollig regen- en grondwater) zijn berekend in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2018-2024.
Rioolheffing (bedragen x € 1.000,-)
|
Rekening 2018
|
Begroting 2019 (gewijzigd)
|
Rekening 2019
|
Lasten |
1.345 |
992 |
977 |
Overhead |
611 |
155 |
155 |
BTW |
61 |
135 |
62 |
Mutaties voorziening |
506 |
0 |
81 |
Lasten totaal |
1.279 |
1.282 |
1.275 |
Baten totaal |
1.270 |
1.315 |
1.308 |
Saldo |
9 |
-33 |
-33 |
Kostendekkendheid (%) |
99 % |
102 % |
102 % |
In de rioolrechten mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-BTW als de investerings-BTW. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun rioolheffing.
Afvalstoffenheffing
Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een recht geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente op grond van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval heeft. Bij het bepalen van de hoogte van de afvalstoffenheffing wordt rekening gehouden met het feit dat op begrotingsbasis de baten niet hoger mogen zijn dan de lasten. Er wordt gestreefd naar een kostendekkendheid van 100%. 144
Afvalstoffenheffing (bedragen x € 1.000,-)
|
Rekening 2018
|
Begroting 2019 (gewijzigd)
|
Rekening 2019
|
Lasten |
486 |
729 |
898 |
Overhead |
493 |
479 |
479 |
BTW |
179 |
179 |
137 |
Mutaties voorziening |
0 |
0 |
0 |
Lasten totaal |
1.158 |
1.387 |
1.514 |
Baten totaal |
1.182 |
1.243 |
1.237 |
Saldo |
-24 |
144 |
277 |
Kostendekkendheid (%) |
102 % |
89 % |
81 % |
In de afvalstoffenheffing mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-BTW als de investerings-BTW. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun afvalstoffenheffing.
Begraafrechten
Deze rechten worden niet verhoogd daar de kostendekkendheid van 100% is bereikt.
Begraafrechten (bedragen x € 1.000,-)
|
Rekening 2018
|
Begroting 2019 (gewijzigd)
|
Rekening 2019
|
Lasten |
66 |
57 |
54 |
Overhead |
66 |
116 |
116 |
Mutaties voorziening |
0 |
0 |
0 |
Lasten totaal |
132 |
173 |
170 |
Baten totaal |
103 |
125 |
135 |
Saldo |
30 |
48 |
34 |
Kostendekkendheid (%) |
78 % |
72 % |
79 % |
Kwijtscheldingsbeleid
De normen voor het kwijtscheldingsbeleid, als onderdeel van het gemeentelijk minimabeleid zijn in de gemeente Oostzaan gesteld op 100% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Dit betekent dat een vrij grote groep belastingschuldigen in aanmerking komt voor kwijtschelding, waardoor hun besteedbare ruimte groter wordt. In de begroting 2017 is een bedrag aan kwijtschelding een bedrag wordt verwerkt van € 25.000,-. Het werkelijke bedrag aan kwijtschelding 2018 bedraagt € 28.814,-. De volgende heffingen komen in Oostzaan in aanmerking voor kwijtschelding: afvalstoffenheffing, hondenbelasting en een gedeelte van de onderhoudsrechten graven.
Kwijtscheldingen
|
Rekening 2018
|
Begroting 2019 (gewijzigd)
|
Rekening 2019
|
Bezwaren WOZ |
? |
|
|
Bezwaren overige heffingen |
? |
|
|
Beroep WOZ |
? |
|
|
Beroep overige heffingen |
? |
|
|
Lasten kwijtschelding |
€ 28.814 |
€ 25.000 |
€ 28.227 |
Leges
Algemeen
De tarieven voor 2017 zìjn primair aangepast aan de hand van het inflatiepercentage van 1 %, tenzij nader beperkt door wettelijke tariefstellingen. Bij de toerekening van kosten is uitgegaan van de aanwezige jurisprudentie. Hierdoor is een 100% kostendekkende legesverordening risicovol. Wanneer nieuwe jurisprudentie tot een wijziging in de toe te rekenen kosten leidt, kan de kostendekkendheid overschreden worden, Door iets onder de 100% te blijven wordt dit risico opgevangen.
Titel 1
Leges burgerzaken (bedragen x € 1.000,-)
|
Rekening 2018
|
Begroting 2019 (gewijzigd)
|
Rekening 2019
|
Lasten |
101 |
58 |
64 |
Overhead |
182 |
285 |
285 |
Lasten totaal |
283 |
343 |
349 |
Baten totaal |
221 |
155 |
204 |
Saldo |
62 |
188 |
145 |
Kostendekkendheid (%) |
78 % |
45 % |
58 % |
Titel 2
Leges omgevingsvergunningen (bedragen x € 1.000,-)
|
Rekening 2018
|
Begroting 2019 (gewijzigd)
|
Rekening 2019
|
Lasten |
87 |
94 |
115 |
Overhead |
144 |
280 |
280 |
Lasten totaal |
231 |
374 |
395 |
Baten totaal |
146 |
180 |
204 |
Saldo |
85 |
194 |
191 |
Kostendekkendheid (%) |
63 % |
48 % |
51 % |
Titel 3
Evenementen en APV vergunningen (bedragen x € 1.000,-)
|
Rekening 2018
|
Begroting 2019 (gewijzigd)
|
Rekening 2019
|
Lasten |
5 |
8 |
13 |
Overhead |
111 |
209 |
209 |
Lasten totaal |
116 |
217 |
222 |
Baten totaal |
14 |
18 |
16 |
Saldo |
102 |
199 |
205 |
Kostendekkendheid (%) |
12 % |
8 % |
7 % |
Totaaloverzicht opbrengst belastingen en retributies
In onderstaande tabel wordt aangegeven welke opbrengsten en retributies er zijn en hoeveel de inkomsten daarvan bedragen. Tevens wordt aangegeven het uiteindelijke totale netto resultaat van de heffingen en het uiteindelijke aandeel.
Gemeentelijke belastingen
Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Uitgangspunt bij het vaststellen van de belastingtarieven is dat deze trendmatig worden verhoogd met de verwachte inflatie. In overeenstemming met de Kadernota 2018 is in de Programmabegroting 2018-2021 voor de belastingen rekening gehouden met een inflatiepercentage van 1%.
Belastingen / retributies (bedragen x € 1.000,-)
|
Rekening 2018
|
Begroting 2019 (gewijzigd)
|
Rekening 2019
|
Belastingen |
|
|
|
OZB woningen |
1.345 |
1.451 |
1.451 |
OZB niet-woningen gebruikers en eigenaren |
611 |
545 |
618 |
Roerende woon- en bedrijfsruimten |
6 |
7 |
6 |
|
|
|
|
Precariobelasting |
506 |
487 |
527 |
Hondenbelasting |
29 |
27 |
31 |
Toeristenbelasting |
187 |
169 |
221 |
|
|
|
|
Totaal belastingen |
2.684 |
2.686 |
2.854 |
|
|
|
|
Retributies
|
|
|
|
Rioolrecht |
1.271 |
1.315 |
1.308 |
Afvalstoffenheffing |
1.182 |
1.243 |
1.237 |
Begrafenisrechten |
103 |
125 |
135 |
Leges omgevingsvergunningen |
146 |
180 |
204 |
Leges vergunningen |
14 |
18 |
16 |
Leges burgerzaken |
222 |
155 |
204 |
Totaal retributies
|
2.938 |
3.036 |
3.104 |
|
|
|
|
Kwijtscheldingen
|
29 |
25 |
28 |
PMTotaal netto opbrengsten |
2.909 |
3.011 |
3.076 |
|
|
|
|