In dit programma leest u de doelen, acties en de raming van de uitgaven en inkomsten van de activiteiten die de gemeente Oostzaan ontplooit op de terreinen van de Jeugdwet, de Wmo, Gezondheid en de Participatiewet.
In Oostzaan staat niemand aan de kant. Wie zorg, hulp, werk of inkomen van de gemeente nodig heeft, krijgt een goed afgestemde oplossing op maat. De menselijke maat staat hierbij voorop. De toegang tot voorzieningen is laagdrempelig en inwoners weten waar ze terecht kunnen.
Onze ambitie is dat inwoners (kunnen) meedoen en hierbij zo veel mogelijk gebruikmaken van hun zelfredzaamheid. Bij een ondersteuningsvraag kijken we daarom in eerste instantie wat inwoners zelf kunnen doen. Als ze dingen niet kunnen, helpen we hen – als dit kan – om zelfredzaam te worden. Inwoners creëren op eigen kracht en binnen hun eigen netwerk kansen en mogelijkheden om naar vermogen mee te doen in de samenleving. Daar waar het eigen netwerk niet toereikend is, kan een inwoner een beroep doen op ondersteuning vanuit de gemeente. Voor de kwetsbaarste inwoners is er een vangnet beschikbaar, bijvoorbeeld op basis van de Jeugdwet, de Wmo of de Participatiewet.
De decentralisaties in het sociaal domein zijn uitgevoerd. Het is nu tijd voor een transformatie. In de komende periode actualiseren we het beleidskader en stellen we nieuwe beleidsplannen op. Een integrale aanpak, preventie en maatwerk staan daarbij voorop.
| HEBBEN WE DE GEPLANDE DOELEN UIT DE BEGROTING 2020 GEREALISEERD? |
We bieden inwoners die dit nodig hebben, met maatwerk zo effectief en zo snel mogelijk ondersteuning. Daarbij spreken we hun zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid aan. We zetten in op preventie, om te voorkomen dat problemen ontstaan of erger worden. We helpen inwoners om een zorgtaak op te kunnen pakken en we hebben grote waardering voor vrijwilligers en mantelzorgers.
Wij zorgen ervoor dat inwoners die aangewezen zijn op beschermd wonen en maatschappelijk opvang, of zich verward gedragen, niet tussen wal en schip raken. Onze ambitie is dat zij dichtbij hun leven op kunnen pakken en leiden, liefst in hun eigen gemeente.
Voorkomen is beter dan genezen. Daarom investeren we in preventie en vroegsignalering op alle terreinen binnen het sociaal domein.
Wij bepalen, samen met de cliënt, welk resultaat er behaald moet worden en geven aanbieders de ruimte om oplossingen te vinden om tot dit resultaat te komen. Door afspraken te maken over het resultaat in plaats van over de inzet, sturen we direct op resultaat. Dit principe zetten wij zo veel mogelijk in bij alle afspraken met aanbieders en samenwerkingspartners.
Iedere inwoner met een hulpvraag in het sociaal domein kan rekenen op hulp die op zijn situatie is afgestemd. We zetten zo veel mogelijk algemene en ingekochte voorzieningen in. Als deze voorzieningen niet (afdoende) bijdragen aan de oplossing, bieden wij maatwerk aan.
Als gemeente nemen wij onze verantwoordelijkheid en hebben we vanaf 2015 de transitie vormgegeven. Inwoners kunnen bij de gemeente terecht voor hulp in het kader van de Wet op de jeugdzorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet. Vanaf 2019 zetten we erop in om op verschillende terreinen het aanbod en/of de manier van behandeling te verbeteren. Het beleidskader Sociaal Domein geeft als belangrijk koersdocument richting aan deze transformatie.
Inwoners kunnen ervan op aan dat de gemeente de middelen vanuit het Rijk effectief en efficiënt inzet. Het gemeentebestuur heeft de financiële huishouding van de gemeente goed in beeld, zodat het heldere keuzes kan maken. Door budgetbeheersing, monitoring en rapportages houden we de financiële uitgaven zo veel mogelijk in de hand.
Inwoners zijn goed geïnformeerd over hoe ze problemen kunnen herkennen en voorkomen. En ze weten waar zij terechtkunnen voor ondersteuning.
Als gemeente zorgen we voor een integrale aanpak vanaf het moment dat de hulpvraag is gesteld totdat de oplossing of ondersteuning is geboden. Inwoners krijgen snel de juiste diagnose en kunnen ervan op aan dat alle terreinen in het sociaal domein zijn betrokken bij het opstellen van het ondersteuningsplan. Ongeacht wie de hulpvraag in behandeling heeft genomen, het is voor de inwoner helder wie waarvoor verantwoordelijk is.
| Rekening 2019 | Begroting 2020 | Rekening 2020 | Verschil 2020 | |||||
| 702 Sociaal Domein Algemeen | 30.425 | 53.207 | 55.099 | -1.892 | ||||
| 704 Inkomensvoorziening | 1.862.303 | 1.745.915 | 4.134.326 | -2.388.411 | ||||
| 705 Participatie | 595.282 | 780.500 | 615.289 | 165.211 | ||||
| 707 Gezondheid | 333.928 | 750.339 | 852.301 | -101.962 | ||||
| 710 Mantelzorg en vrijwilligers | 1.061 | 1.000 | 2.822 | -1.822 | ||||
| 719 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) | 1.824.703 | 1.917.193 | 2.023.803 | -106.610 | ||||
| 722 Jeugdhulp Specialistisch (niet vrij toegankelijke hulp) | 1.755.360 | 1.705.898 | 1.849.485 | -143.587 | ||||
| 723 Jeugdhulp Lokaal (vrij toegankelijke hulp) | 646.803 | 763.554 | 718.092 | 45.462 | ||||
| Totaal lasten | 7.049.866 | 7.717.606 | 10.251.216 | -2.533.610 | ||||
| 702 Sociaal Domein Algemeen | 28.312 | - | - | - | ||||
| 704 Inkomensvoorziening | 1.461.884 | 1.481.930 | 3.889.190 | 2.407.260 | ||||
| 705 Participatie | 46.675 | 19.700 | 31.658 | 11.958 | ||||
| 707 Gezondheid | - | - | -18.164 | -18.164 | ||||
| 710 Mantelzorg en vrijwilligers | - | - | 250 | 250 | ||||
| 719 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) | 68.939 | 55.096 | 84.064 | 28.968 | ||||
| 722 Jeugdhulp Specialistisch (niet vrij toegankelijke hulp) | - | - | - | - | ||||
| 723 Jeugdhulp Lokaal (vrij toegankelijke hulp) | - | - | 10.817 | 10.817 | ||||
| Totaal baten | 1.605.810 | 1.556.726 | 3.997.815 | 2.441.089 | ||||
| Totaal 03 Sociaal domein | 5.444.056 | 6.160.880 | 6.253.401 | -92.521 | ||||
| 28-jun-2021 | ||||||||
Hieronder leest u een toelichting van de verschillen groter dan €25.000 van de producten ten opzichte van de begroting 2020.
| Product | Verschil | Toelichting |
| 704 Inkomensvoorziening |
uitgaven 2.388.411 (nadeel) inkomsten 2.407.260 (voordeel) |
De extra inkomsten en uitgaven hebben betrekking op de TOZO regeling, de extra maatregelen vanuit het Rijk met betrekking tot de corona. |
| 705 Participatie |
uitgaven 165.211
|
Er zijn geen kosten gemaakt voor de nieuwe inburgeringswet (31K) omdat de implementatie door het rijk is uitgesteld. De salariskosten en sociale lasten vallen lager uit dan begroot (70K) |
| 707 Gezondheid |
uitgaven 101.962 |
Onder de post zijn de coronakosten geboekt. Deze vallen aanzienlijk hoger uit dan begroot omdat in maart 2020 nog geen enkel zicht hadden op de omvang en impact van de Corona crisis. |
| 719 Wmo |
uitgaven 106.610 (nadeel) inkomsten 28.968 (voordeel) |
De kosten van dagbesteding, persoonlijke begeleiding en huishoudelijke hulp mede door de omzetgarantie niet gedaald. Over het algemeen zijn de stijging een combinatie van factoren in de vorm van landelijke trend van vergrijzing, de omzetgarantie van het Rijk en de lage EB drempel en hiermee samenhangende aanzuigende werking. |
| 722 Jeugdhulp Specialistisch | uitgaven 143.587 (nadeel) | Dit bedrag is bepaald door alle uitgaven binnen de specialistische jeugdzorg en gebaseerd op de productieverantwoordingen van de zorgaanbieders. |
| 723 Jeugdhulp Lokaal | uitgaven 45.462 (voordeel) | Het innovatiebudget is door het jeugdteam beperkt benut. Ook zijn onderschrijdingen op de preventieve interventies vanwege de Corona crisis |
| Stand reserves per 31-12 | Rekening 2019 | Begroting 2020 na wijziging | Rekening 2020 | |||
| Bestemmingsreserve Sociaal Domein | 28.779 | 28.779 | 28.779 | |||
| Reserve integrale aanpak sociaal domein | 92.012 | 57.012 | 57.012 | |||
| Totaal reserves | 120.791 | 85.791 | 85.791 | |||
| 28-jun-2021 | ||||||
| Product | Verschil ten opzichte van begroting |
Toelichting |
|
In 2020 hebben geen mutaties plaatsgevonden op deze reserves |
Programma 3
|
Omschrijving |
Rekening 2019 |
Begroting 2020 |
Rekening 2020 |
|
Aantal banen per 1.000 inwoners in de leeftijd 15-74 jaar (Bron: LISA) |
549 |
500 |
n.b. |
|
% Jongeren met een delict voor rechter in de leeftijd 12-21 jaar (Bron: Verwey Jonker Instituut – Kinderen in de Tel) |
n.b.** |
n.b.** |
n.b. |
|
% Kinderen in uitkeringsgezin tot 18 jaar (Bron: Verwey Jonker Instituut – Kinderen in de Tel) |
4** |
n.b.** |
n.b. |
|
% netto arbeidsparticipatie van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking (Bron: CBS) |
71,7 |
69 |
n.b. |
|
% werkeloze jongeren in de leeftijd 16-22 jaar (Bron: Verwey Jonker Instituut – Kinderen in de Tel) |
1** |
n.b.** |
n.b. |
|
Aantal personen met een bijstandsuitkering per 10.000 inwoners (Bron: CBS) |
102 |
130 |
116**** |
|
Aantal lopende re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar (Bron: CBS) |
32 |
69* |
n.b. |
|
% jongeren met jeugdhulp van alle jongeren tot 18 jaar (Bron: CBS) |
7,6* |
7,5 |
6,8*** |
|
% jongeren met jeugdbescherming van alle jongeren tot 18 jaar (Bron: CBS) |
0,7 |
0,57 |
0,5*** |
|
% jongeren met jeugdreclassering van alle jongeren in de leeftijd van 12-23 jaar (Bron: CBS) |
n.b. |
n.b. |
n.b. |
|
Aantal cliënten met maatwerkarrangement WMO per 10.000 inwoners (Bron: GMSD) |
235 |
n.b. |
n.b. |
* ) Gemiddelde over het 1ste en 2de halfjaar
**) Het databoek van Kinderen in Tel wordt niet meer uitgebracht omdat het Verwey-Jonker instituut er geen financiering meer voor ontvangt. Daarom is het cijfer ook niet begroot voor 2020. Vermelde cijfers komen van CBS.
*** ) Eerste halfjaar 2020. Tweede halfjaar nog niet gepubliceerd door het CBS ten tijde van het opstellen van de jaarrekening 2020.
****) Cijfers uit eigen administratie (participatiewet, IOAW en IOAZ). De cijfers van CBS voor 2019 en 2020 bedragen respectievelijk 179 en 358 maar sluiten niet aan