Inleiding

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Geachte leden van de gemeenteraad,

Het college van burgemeester en wethouders biedt hierbij de gemeenteraad ter besluitvorming de begroting voor 2022 aan. Dit is daarmee de vierde begroting van het in 2018 aangetreden college en is tevens de afronding van het collegeprogramma 2018-2022.
De begroting is beleidsarm van karakter omdat in maart 2022 gemeenteraadsverkiezingen gehouden worden en een nieuw gemeentebestuur dan eigen keuzes kan maken. Als basis voor de voorliggende begroting is gebruik gemaakt van de, niet vastgestelde, kadernota zoals die in juli aan de raad is voorgelegd. Onderstaand schetsen wij een aantal inhoudelijke en financiële ontwikkelingen die in 2022 de aandacht zullen vragen.
Oostzaan hecht sterk aan de voordelen van een gemeentelijke organisatie en bestuur, waarbij de afstand tussen inwoners, ondernemers en het gemeentebestuur klein is. Tegelijkertijd en in toenemende mate spelen veel zaken die voor de Oostzaanse samenleving van belang zijn zich af op het niveau van de regio bijvoorbeeld energietransitie, economische ontwikkelingen, arbeidsmarktbeleid en woonruimteverdeling. Een volwaardig functioneren van Oostzaan, zeker in het regionale krachtenveld, kan niet zonder samen te werken met andere gemeenten. We doen dat al binnen het kader van Over-gemeenten. Ook werken we op een aantal terreinen goed samen met Zaanstad. Dat is echter niet genoeg. Gezien de opgaven die er spelen en het belang van het landelijk gebied binnen de MRA-regio, is het noodzakelijk om tot verdere samenwerking te komen met onze collega-groene gemeenten: Wormerland, Landsmeer en Waterland. Hiernaar zal, zeker in het komende jaar, veel van de bestuurlijke en ambtelijke aandacht uitgaan. Tevens zal dit naar onze mening een onderdeel zijn in de discussie over de bestuurlijke toekomst van onze gemeente.
Ook in het lopende jaar constateren wij dat onze serviceorganisatie wederom geconfronteerd wordt met – noodzakelijke - forse overschrijdingen van het beschikbare budget. De noodzakelijke inhuur van externen is een belangrijke oorzaak. De komende periode wordt er fors op ingezet om de inhuur terug te dringen. Dit is een grote uitdaging daar de arbeidsmarkt niet gunstig is waardoor we ervan moeten uitgaan dat ook volgend jaar extra middelen nodig zijn om de dienstverlening te garanderen.
Voor 2022 kan het college een sluitende begroting presenteren, zij het dat een extra investering in onze uitvoeringsorganisatie in 2022 onvermijdelijk zal zijn. Het college is echter ook van mening dat op termijn de kostenontwikkeling van onze serviceorganisatie niet financierbaar is voor de gemeente Oostzaan er zal derhalve nagegaan moeten worden hoe dit wel gerealiseerd kan worden. Zoals eerder gemeld heeft hopen de colleges van Oostzaan en Wormerland begin 2022 een voorstel te kunnen doen hoe dit vorm kan krijgen.
Binnen het sociaal domein staan de beschikbare budgetten ook in 2022 onder druk. De rijksmiddelen blijken niet altijd toereikend, met name op het onderdeel jeugdzorg. Deze voortdurende financiële druk vanuit het sociaal domein heeft gevolgen voor de algemene reserve van de gemeente Oostzaan aangezien de tekorten uiteindelijk hieruit gefinancierd moeten worden.

Het geeft enige rust dat er een compensatieregeling tussen gemeenten en rijk is afgesproken ten aanzien van de budgetten voor jeugdzorg. De gemeente Oostzaan ontvangt zijn relatieve aandeel van de 1.3 miljard die door het structureel beschikbaar is wordt gesteld. Helaas moeten we constateren dat de praktijk van de afgelopen jaren is dat enkele gevallen van complexe jeugdzorg problematiek een onevenredig grote invloed hebben gehad op de uitgaven ondanks dat er de afgelopen jaren fors ingezet is op preventie en er allerlei maatregelen zijn genomen (in regionaal verband) om de kosten te beteugelen. Deze problematiek verschilt op onderdelen, maar bestaat in vrijwel iedere gemeente.
De nasleep van de coronapandemie zal waarschijnlijk ook in 2022 nog merkbaar zijn binnen het sociaal domein, vooral op het terrein van werk&inkomen. Ten behoeve van mobiliteit op de arbeidsmarkt zijn in regionaal verband diverse stappen gezet om zoveel mogelijk mensen aan het werk te houden – eventueel door ze om te scholen. De verwachting is dat de initiële toename in de uitkeringen die we in de top van 2021 zien lokaal weer zal afnemen, mede gezien de grote vraag op de arbeidsmarkt. Datzelfde geldt voor schuldhulpverleningstrajecten en het beroep op de (bijzondere) bijstand vanuit de gemeente.
De laatste fase van de integrale aanpak binnen het sociaal domein is aangebroken. En daarmee wordt de werkwijze alsmede de toegang tot de voorzieningen in maximale samenhang doorgevoerd. Dit draagt onder meer bij aan het voorkomen van dubbelingen in uitgaven en heeft een positief effect op het zo vroeg mogelijk in beeld krijgen van de problematiek. Het Sociaal Plein Oostzaan is de zichtbare fysieke toegang tot het sociaal domein voor alle inwoners van Oostzaan.
Een laatste voor de begroting relevante trend binnen het sociaal domein is de toenemende vergrijzing en de daarmee samenhangende toename van het beroep op algemene en maatwerkvoorzieningen binnen de Wmo. In Oostzaan wordt bekeken in hoeverre een inkomenstoets voor de Wmo kan bijdragen aan een betere grip op de financiële middelen binnen het sociaal domein.
Tot op heden heeft het kabinet besloten om de algemene uitkering te bevriezen. Gemeenten moeten het doen met wat ze nu ontvangen. Door de VNG is regelmatig aandacht gevraagd voor het gegeven dat de algemene uitkering niet toereikend is om het toenemende takenpakket kwantitatief en kwalitatief adequaat uit te voeren. Het demissionair kabinet heeft dit probleem erkend echter ziet dit als een onderwerp voor de formatie. Wij hopen dat deze inzet een gunstig effect heeft op de ontwikkeling van de algemene uitkering.
Inmiddels is er een aangepast voorstel voor de herijking van het gemeentefonds. Ten opzichte van de eerdere voorstellen is het huidige voorstel gunstig voor de gemeente Oostzaan. Besluitvorming wordt verwacht na de formatie.
Gezien de voorgaande financiële beschouwing bestaat er dus nog geen zicht op een sluitende meerjarenbegroting. Met klem roept de gemeente Oostzaan het rijk op om de gemeenten structureel te voorzien van de noodzakelijke middelen. Wij voelen ons hierbij gesteund door onze toezichthouder die eveneens de dringende oproep heeft gedaan aan het rijk om meer middelen ter beschikking te stellen.
Daarnaast heeft het college, overeenkomstig het voorstel in de kadernota, besloten de leningenportefeuille aan te passen. De financiële consequenties hiervan zijn in bijgaande meerjarenbegroting verwerkt.
Over de notitie lintbebouwing is overleg gevoerd met de provincie en lijken er mogelijkheden te gaan ontstaan om uitvoering te geven aan de notitie.

De afgelopen jaren is een fors beroep is gedaan op algemene reserve en daarmee is de hoogte van de algemene reserve gezakt onder het door de raad vastgestelde gewenste weerstandsvermogen met een ratio van 1. Het weerstandsvermogen wordt daarmee als onvoldoende gekwalificeerd. Het komende jaar dienen maatregelen genomen te worden om weer te voldoen aan de door de raad vastgestelde normen met betrekking tot de hoogte van de algemene reserve.
Tenslotte verwachten wij begin 2022 het programma voor de bestuursperiode 2018 – 2022 nagenoeg afgerond te hebben. Ter afronding van deze bestuurlijke periode zal door het college aan u een overdrachtsdocument worden aangeboden, evenals een evaluatie van het bestuurlijke programma van de afgelopen periode.

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oostzaan

Leeswijzer

Terug naar navigatie - Leeswijzer

Indeling
De begroting is opgebouwd in 6 programma's overeenkomend met de hoofdstukken van het collegeprogramma. Per programma leest u waar het bestuur voor staat en waar deze bestuursperiode naartoe gewerkt wordt.

De doelen per programma zijn in een "doelenboom" uitgezet. Elk programma bestaat uit een of meerdere kerndoelen. Dit zijn doelen voor 4 jaar, de gehele bestuursperiode, en omschrijven wat het bestuur wil bereiken. Per kerndoel zijn 1 op meerdere operationele doelen benoemd met activiteiten die we gaan uitvoeren om deze doelen te halen. Deze ‘doelenboom’ is bij ieder programma eerst schematisch weergegeven en vervolgens tekstueel beschreven.

Het totaal van alle financiële consequenties wordt weergegeven in het hoofdstuk "Financiële positie en meerjarenplan". In de paragrafen leest u een dwars doorsnede vanuit de begroting vanuit diverse onderwerpen. Deze onderwerpen zijn conform de regels vanuit de Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voor Provincies en Gemeenten.

Going concern
De acties in deze begroting zijn maar een klein deel van het werk wat wordt uitgevoerd door de gemeente. Ongeveer 90% van het werk bestaat uit going concern werkzaamheden. In de bijlage vindt u een uitgebreide lijst van deze werkzaamheden. Deze lijst is niet uitputtend.

Kengetallen
De kengetallen opgenomen in deze begroting zijn conform de voorgeschreven kengetallen vanuit de BBV. Aanvullende kengetallen die bijdragen aan het sturen en meten van effecten binnen de diverse programma’s zijn nog in ontwikkeling en volgen lopend in het begrotingsjaar.

Verschillenanalyse
Per programma vindt u een financieel beeld van het totaal van de programma's. In de bijlage vindt u een verschillenanalyse. Dit betreft verschillen per product van bedragen groter dan € 25.000,-. Hier worden zowel de lasten als de baten van de begroting 2022 vergeleken met de geactualiseerde begroting 2021. Dit betreft dan de begroting inclusief de wijzigingen vanuit het Voorjaarsbericht 2021.

Verklaring Directe uren en overhead.

In de verschillenanalyse van de programmacijfers wordt verwezen naar deze leeswijzer wat betreft de verschillenverklaring in het aantal uren. De totale bijdrage die we betalen aan OVER-gemeenten wordt naar de diverse producten doorberekend. Dit gebeurt aan de hand van de voorgecalculeerde uren die aan de diverse producten worden besteed. Het totaal van deze urendoorbelasting is dus uiteindelijk gelijk aan de bijdrage aan OVER-gemeenten. Hierbij wordt sinds 2017 (BBV) onderscheid gemaakt tussen de primaire uren en de overheaduren. Primaire uren zijn uren die rechtstreeks zijn toe te kennen aan een product, bijvoorbeeld Sociaal Domein of openbare ruimte. Overhead uren zijn niet rechtstreeks toe te kennen aan een product, denk hierbij bijvoorbeeld aan ICT of financiën.  Door jaarlijks de uren van de producten te beoordelen, is ten opzichte van de begroting 2019 de verhouding tussen deze soorten uren veranderd.  Het gevolg is dat bij veel producten hogere lasten te zien zijn op de producten cq programma's . De doorberekende kosten op het product Overhead (maakt onderdeel uit van programma 6) zijn daarentegen gedaald.

Daarnaast zijn voor de berekening van de kostendekkendheid de overhead uren toegerekend aan enkele producten. Het restant van de overhead is verantwoord in programma 6 (product salaris en vergoedingenadministratie).

Ook kan het zijn dat er soms een verschuiving heeft plaatsgevonden van primaire uren van het ene product naar een ander product. Per saldo zijn de kosten van directe uren en overhead dus niet hoger dan de bijdrage aan OVER-gemeenten. Conform de begroting van OVER-gemeenten betreft de bijdrage voor 2022 € 6.332.815,-, gebaseerd  op het begrotingstotaal van de primaire begroting 2022 € 16.665.302,-.

Om niet bij ieder programma en meerdere producten hiervan, eenzelfde verklaring te geven, is ervoor gekozen om de verklaring op deze plek uit te leggen. Bij de producten wordt hiernaar verwezen.

Financieel beeld 2022-2025

Terug naar navigatie - Financieel beeld 2022-2025

Het financieel resultaat van de begroting 2022-2025 vertoont respectievelijk de volgende saldi:

Begrotingsjaar Saldo begroting
2022 €    4.474 ,-
2023 -  €  325.542,-
2024 -  € 362.947 ,-
2025 -  €  365.141,-
   

Het financiële uitgangspunt voor de programmabegroting 2022-2025 is de meerjarenbegroting 2021-2024. Hierop zijn de uitgangspunten van de niet vastgestelde kadernota 2022-2025. (RV 21/46) gemuteerd, alsmede diverse bijstellingen van budgetten op basis van nieuwe inzichten.

Uitgangspunt voor de gemeente Oostzaan en de Provincie Noord-Holland is een reëel en structureel sluitende begroting voor het jaar 2022, waarbij de jaren 2023-2025, gelet op de onzekere tijden, een tekort mogen laten zien.

 

Onderstaand schema laat zien hoe het saldo van de meerjarenbegroting 2021-2024 wordt omgezet naar het saldo van de programmabegroting 2022-2025.