Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De gemeente Oostzaan ziet het belang van risicomanagement. Zo beheersen we de risico’s die de bedrijfsvoering kunnen belemmeren. In deze paragraaf leggen we een relatie tussen de risico’s en de financiële weerstand.
Deze paragraaf is een onderdeel van het risicomanagementproces en geeft inzicht in het weerstandsvermogen van de Gemeente. Het weerstandsvermogen geeft inzicht in de financiële draagkracht als zich tegenvallers voordoen.
De paragraaf geeft in het kort weer waar de uitgangspunten van risicomanagement zijn vastgelegd (beleid) en uit welke componenten het weerstandsvermogen bestaat. Verder geven we inzicht in de opbouw van het risicoprofiel (de gesignaleerde risico’s), de opbouw van de weerstandscapaciteit (vrije middelen om de gesignaleerde risico’s in financiële zin op te kunnen vangen), het weerstandsvermogen (koppeling van de risico’s en de weerstandscapaciteit) en de kengetallen.

Risico managementbeleid

Terug naar navigatie - Risico managementbeleid

Het beleid (uitgangspunten en werkwijze) dat wij voeren ten aanzien van risicomanagement staat in het beleidskader risicomanagement en weerstandsvermogen Oostzaan.
De gemeente is verplicht zowel in de begroting als in de rekening de risico’s te vermelden die de financiële positie van de gemeente kunnen beïnvloeden.
In het beleidskader is ook vastgelegd dat we in de bestuurlijke rapportages rapporteren over de financiële positie. Bij het opstellen van de begroting, de bestuurlijke tussenrapportages en jaarrekening moet er een zo goed mogelijk beeld van kwantificeerbare risico’s aanwezig zijn. Dat betekent niet dat in de financiële huishouding van Oostzaan geen financiële risico’s meer aanwezig zouden zijn. Net als iedere andere organisatie heeft ook Oostzaan bij het uitvoeren van haar taken te maken met onzekerheden die kunnen leiden tot (financiële) nadelen.

Wat is weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Wat is weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen bestaat uit:
• De weerstandscapaciteit: dit zijn de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente Oostzaan beschikt om niet begrote kosten te dekken.
• Alle risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd en die van materiële betekenis kunnen zijn.
Voorwaarden in een continu proces
Risicomanagement heeft op het niveau van de raad, het college van B&W en het ambtelijk management een structurele plek gekregen binnen de planning- en controlcyclus.
Eén van de voorwaarden voor een adequaat risicomanagement is dat bestuurlijke doelstellingen voor programma’s, strategische projecten en grondexploitaties helder zijn. Verder is het noodzakelijk dat zowel bestuur als management zich bewust zijn dat risicomanagement onderdeel is van het normaal besturen en managen van de gemeente. Dit betekent dat we het inventariseren van risico’s, het inschatten ervan en het treffen van beheersmaatregelen voortdurend in de praktijk toepassen.

Risico inventarisatie

Terug naar navigatie - Risico inventarisatie

We hebben de risico’s systematisch in kaart gebracht en beoordeeld. Er zijn 17 risico’s in beeld gebracht. Verder is inzichtelijk wat de risicoscore (kans x gevolg) is voor en na het implementeren van beheersmaatregelen. Om een risicoweging mogelijk te kunnen maken zijn alle risico’s gewogen op kans van voorkomen en financieel gevolg. Voor de kans en het gevolg zijn scoreklassen gedefinieerd waardoor de uiteindelijke risicoscore ligt tussen de 0 (minimaal) en 25 (maximaal). De gemiddelde risicoscore voor de gemeente is 5 (groen).

Beheersmaatregelen
We vergelijken de gemiddelde risicoscore (kans x gevolg) voor en na de maatregelen, wat de invloed van de gedefinieerde beheersmaatregel laat zien. De getroffen maatregelen zijn bedoeld om óf de kans van een risico te verlagen óf de gevolgen te reduceren. Hierdoor neemt de risicoscore af en zal de totale impact van de risico’s op de organisatie afnemen. Beheersmaatregelen zijn te onderscheiden in twee categorieën: financieringsmaatregelen en control-maatregelen.
Een financieringsmaatregel is een maatregel waarbij het risico niet gereduceerd wordt, maar dat er financieel gezien dekking voorhanden is als het risico zich daadwerkelijk voordoet. Om risicomanagement effectief te laten zijn is het daarnaast wenselijk om bij het benoemen van beheersmaatregelen ook te kijken naar ‘control-maatregelen’. Dit zijn maatregelen die de kans van optreden of de directe gevolgen van een risico kunnen reduceren.

Risico kaart

Terug naar navigatie - Risico kaart

Om meer inzicht te krijgen in de spreiding van de risico’s naar kans, optreden en gevolg, gebruiken we de risicokaart (zie hieronder). De nummers geven de aantallen risico’s weer die zich in het desbetreffende vak van de risicokaart bevinden. Dit maakt inzichtelijk hoe de risico’s zijn verdeeld over het groene, oranje en rode gebied.

Een risicoscore in het groene gebied, vormt geen direct gevaar voor de continuïteit van de organisatie. Risico’s die in het oranje gebied zitten vragen om aandacht. Ze vormen individueel nog geen reëel gevaar voor de continuïteit van de organisatie, maar naarmate de tijd vordert, kan het risico wel een bedreiging gaan vormen. Het is aan te raden niet te lang te wachten met het uitvoeren van beheersmaatregelen.

Uit de risicokaart blijkt dat er zich relatief veel risico’s in de groen en oranje zone bevinden (onder/midden) in de risicokaart. Bij beheersing van deze risico’s die veel voorkomen kunnen we op korte termijn kostenreductie realiseren. Op langere termijn kunnen we serieuze bedreigingen van de continuïteit van de bedrijfsvoering voorkomen. Een risico dat zich in het rode gebied bevindt, vereist directe aandacht om te voorkomen dat de continuïteit van de organisatie in gevaar komt.

Risico Top 10

Terug naar navigatie - Risico Top 10

In de hiernavolgende tabel geven we de top 10 risico’s van de gemeente Oostzaan weer, gerangschikt naar financiële impact. Het percentage geeft in grote lijnen de weging van het betreffende risico aan t.o.v. het totaal aan risico’s.

Tabel: Top 10 risico's begroting 2022.

 

Risico top 10
De top 10 is ten opzichte van de laatste rapportage gewijzigd. Dit komt doordat wij nu een nieuwe systematiek kennen van kwantificering van bestaande risico’s. In bovenstaande tabel staat in de kolom 2021 of ze in de top 10 in de jaarrekening 2020 voorkwamen. (Opgesteld in het voorjaar 2021). Met een (N) betekent een nieuw risico in de top 10 van 2022.
In totaal zijn er voor de gemeente 17 risico’s geïdentificeerd en gekwantificeerd. Als we rekening houden met de kans op voorkomen en verwacht geldelijk gevolg stellen we vast dat van de simulaties het totale risicobedrag ca € 1,125 miljoen bedraagt. Van de 10 risico’s zijn er nul als niet financieel beoordeeld.

 

 

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

Met het risicoprofiel van Oostzaan kunnen we bepalen hoeveel geld nodig is om alle risico’s te kunnen financieren. De benodigde weerstandscapaciteit berekenen we met een risicosimulatie. Uitgangspunt hierbij is een statistische benadering die er van uit gaat dat nooit alle risico’s zich én tegelijk, én in hun maximale omvang voordoen. Door deze benadering kunnen we op een verantwoorde manier minder vermogen aanhouden.

Inventarisatie van de weerstandscapaciteit
Gelet op het raadsbesluit van 23 maart 2009 wordt voor de bepaling van de weerstandscapaciteit uitsluitend gekeken naar de post onvoorzien en de algemene reserve.
Post onvoorzien
Voor de post onvoorzien is een bedrag van €30.000 vastgesteld. (amendement 38 bij de begrotingsbehandeling 3 november 2014)

Berekening van de weerstandscapaciteit voor de periode 2022-2025
De omvang van de algemene reserve wordt bepaald conform de omvang van de Algemene Reserve, zoals verwerkt in de vastgestelde jaarrekening 2020.

Ultimo    
2020 Stand vanuit de jaarstukken 2020 2.107.925
2021 Af: RV 21/45 Resultaatbestemming Jaarrekening 2020 -159.216
2022

Incidentele bijdrage OVER

-608.000
2022 Bestuurlijke toekomst -100.000
2021 Bij: Precariobelasting op gasleidingen en afbouw energieleidingen 100% conform de begroting 2021 +486.663
  Subtotaal verwachte stand Algemene Reserve per 1 januari 2022 1.727.372
  Omvang van de post onvoorzien 30.000
  Geen mutaties voorzien 2023-2025 0
  Verwacht saldo per ultimo 2025 1.757.372

In afwijking op het raadsbesluit van 23 maart 2009 wordt hieronder een berekening van de weerstandscapaciteit weergegeven inclusief de onbenutte belastingcapaciteit. De onbenutte belastingcapaciteit voor de gemeente Oostzaan bedraagt 40%.

 

   
Verwachte stand Algemene Reserve per 2024 1.757.372
Bij: onbenutte belastingcapaciteit (€ 1.000.000,- per jaar). 4.000.000
Verwacht weerstandscapaciteit per 2024 inclusief onbenutte belastingcapaciteit
5.757.372

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor we geen maatregelen hebben getroffen, maar die voor de financiële positie van onze gemeente wel van materiële betekenis kunnen zijn. Onder weerstandscapaciteit verstaan we de middelen en mogelijkheden waarover we beschikken om niet begrote kosten te dekken. Denk hierbij aan de algemene reserve en de onbenutte belastingcapaciteit. We houden als ondergrens 10 % van het uitgavenniveau van de jaarbegroting aan als de norm voor het weerstandsvermogen. Dit bedrag dient in de algemene reserve aanwezig te zijn. In deze paragraaf vindt u een inventarisatie van de weerstandscapaciteit, de risico’s en het beleid dat wij op dit gebied voorstaan.

 

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

 

n het voorgaande zijn de risico’s en weerstandscapaciteit bepaald. In deze paragraaf leggen we een relatie tussen deze twee componenten om het weerstandsvermogen van Oostzaan te bepalen. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kunnen we afzetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

                                                                          Beschikbare weerstandscapaciteit

Ratio Weerstandsvermogen =       -------------------------------------------------

                                                                          Benodigde weerstandscapaciteit

Beoordeling weerstandsvermogen
Om de ratio voor het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen maken wij gebruik van de volgende waarderingstabel:

 

Het totaalbedrag van eventueel zich voor doende risico’s bedraagt € 1.125.000, waarvan € 755.000 met een structurele consequentie. De berekende weerstandscapaciteit bedraagt per ultimo 2022, exclusief de onbenutte belastingcapaciteit in totaal € 1.757.372,-. 

De Ratio Weerstandsvermogen in Oostzaan laat zich als volgt berekening.  De risico’s met een structureel gevolg worden keer factor 2 meegenomen. Dit geeft een structureel risicobedrag van € 1.510.000 plus de incidentele risico’s van € 755.000. Dit samen is een risicobedrag van € 1.880.000. Deze uitkomst nemen we voor 90% mee en wordt vermenigvuldigd met factor 1,4. Dit geeft een benodigde weerstandscapaciteit van € 2.368.800. 

Als we de berekende weerstandscapaciteit dan afzetten tegen de benodigde weerstandscapaciteit dan is de ratio voor Oostzaan 0,74 wat neerkomt op een matig weerstandsvermogen.

De vastgestelde norm in de nota weerstandsvermogen bedraagt een waarderingscijfer C wat betekent een ratio van 1,0 – 1,5. Dit betekent dat de beschikbare weerstandscapaciteit minimaal een tot anderhalf zo groot moet zijn als het berekende bedrag waarvoor we risico kunnen lopen. Uit bovenstaande berekening blijkt dat voor de het jaar 2022 het weerstandsvermogen lager is dan de door de raad vastgestelde ratio van 1.  De hoogte van de Algemene Reserve is ook lager dan 10% van het uitgavenniveau van de begroting 2022. 


Versterken weerstandsvermogen

De hoogte van de Algemene Reserve is gerelateerd aan het weerstandsvermogen van de gemeente. Hiermee wordt bedoeld de relatie tussen de gekwantificeerde risico’s en het eigen vermogen en de mate waarin de gemeente in staat is om de geprognosticeerde risico’s op te vangen.
Hoe hoger de omvang van de Algemene reserve, hoe beter de gemeente in staat is om tegenvallers op te vangen.
De Algemene reserve kan worden verhoogd door toevoegingen aan deze reserve.
Gelet op de aaneensluitende periodes van bezuinigingen op de begroting, is het haast onmogelijk om een positief jaarrekeningresultaat te bereiken. De Algemene reserve moet dus met name worden gevoed met incidentele opbrengsten.

In de raadswerkgroep financiën zijn de volgende mogelijkheden besproken om de Algemene reserve te versterken:

- Opheffen van alle bestemmingsreserves;
- Verkoop van de erfpacht;
De gemeente Oostzaan geeft diverse kavels uit in erfpacht aan particulieren en aan de Woningbouw Oostzaanse Volkshuisvesting (WOV).
Geschatte opbrengst ruim 3 miljoen.
- Alle incidentele opbrengsten voor nu en in de toekomst worden toegevoegd aan de Algemene Reserve;
- Verkoop De Kolk, geschatte netto opbrengst 1.5 tot 2.5 miljoen;
- Verkoop van de hoogspanning woningen na gewijzigd bestemmingsplan.

Beheersmaatregelen

Terug naar navigatie - Beheersmaatregelen

Programma 1
Beheersen risico inzake Digitale Agenda 2020
Onder regie van de Digicommissaris maken overheidsorganisaties plannen over de voortgang en (door)ontwikkeling van een veilige en betrouwbare digitale overheid. Deze plannen worden vastgelegd in de nationale Digitale Agenda 2020-2024 (DA2020-2024), die jaarlijks wordt herijkt. Naast commitment van alle overheden is de rijksfinanciering een blijvend punt van aandacht. De landelijke planning binnen de Digitale Agenda is niet altijd helder, en bovendien stelt het rijk niet voor alle activiteiten middelen beschikbaar. Het risico is aanwezig dat de gemeente hierdoor voor een voldongen feit wordt geplaatst, en zelf voor de financiering zorg dient te dragen.
Beheersmaatregel:
• De implementatie van onderdelen van e Digitale Agenda 2020-2024 laten wij gelijk oplopen met de overige ontwikkelingen van onze informatisering en automatisering. Op het moment dat dit voor de inrichting van onze processen noodzakelijk is, sluiten wij ook de relevante onderdelen van de Digitale Agenda 2020-2024 aan. Op deze manier trachten wij kostenefficiënt te werk te gaan.

Programma 3
Beheersen risico inzake jeugdhulp
Na een grondige analyse is de begroting voor 2021 bijgesteld, en de budgetten voor de begroting 2022 opgenomen met de begroting 20201als uitgangspunt.
Daarnaast wordt sinds 2018 met een nieuwe inkoopstrategie rondom specialistische jeugdhulp gewerkt. Deze nieuwe bekostigingssystematiek en de daaraan gekoppelde administratie zorgen vooralsnog voor een hoge mate van onzekerheid, zowel aan de kant van de gemeenten als aan de kant van de gecontracteerde aanbieders. Daarom wordt gezamenlijk gewerkt aan een nadere analyse en de bijbehorende oplossingen.
Beheersmaatregel:
• Met aanbieders en verwijzers wordt op (boven)regionaal besproken welke ingrijpende maatregelen nodig zijn om voor 2022 de budgetten specialistische jeugdhulp goed te beheersen. De nieuwe contracten per 1-1-2022 gaan uit van een PxQ methodiek en sturing van zware naar lichte zorg (van C naar B naar A)
• Voor de tekorten op jeugd, zowel regionaal als via de VNG de handen ineengeslagen om landelijk te lobbyen voor extra middelen. Dit heeft inmiddels geresulteerd in extra middelen. Afhankelijk van de kabinetsformatie komt er meer duidelijkheid in 2022 over de extra middelen.
• De indicaties worden voor één jaar verstrekt.
Beheersen risico inzake verstrekkingen WMO
De kosten voor de verstrekkingen Wmo zijn afhankelijk van de vraag en hebben een open einde. De vraag en kosten van toegekende voorzieningen fluctueren. Veranderingen in de zorg, de vergrijzing en het scheiden van wonen en zorg leiden mogelijk tot extra druk op de budgetten voor het sociaal domein.
Beheersmaatregel:
• We bewaken het budget en monitoren de uitgaven aan ondersteuning door gecontracteerde aanbieders. Hierover wordt naar het bestuur gerapporteerd.
Beheersen risico inzake Participatie
De doelgroep met een beperking zal lastiger een geschikte baan vinden. Op de werkplek zal langdurig begeleiding plaats moeten vinden om de baan ook te behouden.
Beheersmaatregel:
• Budgetbewaking en monitoren van financiële cijfers per kwartaal.
• Duidelijke en transparante afspraken met externe partners die voor ons een deel van de instrumenten uitvoert.
• Periodiek overleg met externe partners waar de behaalde resultaten worden getoetst aan de afspraken.
• Cliëntbestand is helder in beeld en welke kwaliteiten cliënten bezitten. Op deze wijze zal een vacature die is opgesteld sneller ingevuld kunnen worden.


Programma 4
Beheersen risico inzake leerlingenvervoer
De kosten van leerlingenvervoer worden gefinancierd op basis van een open einderegeling. Het aantal kinderen dat gebruik maakt van de regeling is onvoorspelbaar en varieert per schoolperiode.
Beheersmaatregel:
• Het leerlingenvervoer wordt gemonitord. Elk kwartaal wordt een rapportage geleverd, waardoor het verbruik inzichtelijk is.
• Gericht communiceren met basisscholen, speciaal onderwijs en medisch kinderdagcentrum over het aanvraagproces leerlingenvervoer bij de gemeente en de voorwaarden om in aanmerking te komen.

Programma 5
Beheersen risico inzake gladheidbestrijding
De winters zijn de laatste jaren zacht, waardoor er relatief weinig gestrooid wordt. Het reguliere budget is hier op aangepast. Bij een strenge en langdurige winter kunnen de kosten echter oplopen tot € 80.000,-.
Beheersmaatregel:
• Jaarlijks nagegaan of het budget verhoogd moet worden door stijgingen in loonkosten en/of een hogere zoutprijs.
• Stimuleren van ondernemers op bedrijventerreinen om zelf te strooien; goed werkgeverschap en inzet op veiligheid.

Beheersen risico Riolering
Ondanks een recent vastgesteld Gemeentelijk Rioleringsplan 2019-2025 ontstaat het risico dat het rioleringsstelsel vraagt om versnelde herstellingswerkzaamheden. In eerste instantie komen deze kosten voor rekening van de voorziening riool.
Beheersmaatregel:
• Jaarlijkse inspecties van het rioleringsstelsel
• Regulier onderhoud aan het riool correct en regelmatig uitvoeren

Programma 6
Beheersen risico inzake juridische procedure
Er lopen een aantal juridische procedures. Hier kan een mogelijk financieel effect door ontstaan. Op dit moment dat dit het geval is zullen wij de gemeenteraad inlichten en betrekken bij de besluitvorming.
Beheersmaatregel:
• We doen onderzoek naar oplossing voor problemen met aangegane verplichtingen

Beheersen risico inzake algemene uitkering
Bij de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds wordt de “samen trap op/samen trap af” systematiek gehanteerd. Als de rijksuitgaven dalen, daalt de Algemene Uitkering voor de gemeente mee en vice versa. Uit ervaring blijkt dat dit zowel negatieve als positieve effecten kan hebben voor de gemeente.
Beheersmaatregel:
• Gedurende het begrotingsjaar worden aanpassingen in de algemene uitkering verwerkt in de planning en control documenten. Risico’s op grote mutaties worden door het jaar heen gevolgd. Uitgangspunt bij de begroting 2021 de meicirculaire2020.

Beheersen risico inzake Uitbesteden van aanslagoplegging
Wij hebben de aanslagoplegging van alle aanslagen uitbesteed maar wij zijn en blijven verantwoordelijk voor de kwaliteit en toegankelijkheid van de data. Wij moeten dus een goede regie voeren en nazien of de partij ook goede beveiliging van de automatisering heeft.
Beheersmaatregel:

• Wij checken jaarlijks of onze partner aan de laatste beveiligingsvoorwaarden voldoet

Beheersen risico inzake Weerstandscapaciteit Over-gemeenten

De GR Over-gemeenten heeft een lage weerstandscapaciteit. Bij risico's die de organisatie niet zelf kan dragen komt 38% van het meerdere voor rekening van Oostzaan.

Beheersmaatregel:

• Door het voeren van geharmoniseerd risicomanagement en goede beheersmaatregelen worden risico's zo veel als mogelijk voorkomen.

Financiele Kengetallen

Terug naar navigatie - Financiele Kengetallen

1anuit de BBV (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten) zijn er een aantal verplichte financiële kengetallen die meer zicht moeten geven over de financiële positie en de vergelijkbaarheid daarvan met andere gemeenten:

Netto schuldquote

De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.

Netto schuldquote (bedragen x €1.000)

Jaarrekening 2020

Begroting        2021

Begroting        2022

Begroting        2023

Begroting        2024

Begroting        2025

A Vaste schulden

26.597 27.658 28.695 33.567 35.842 36.952

B Netto vlottende schuld

6.273 7.350 8.250 5.175 6.233 8.327

C Overlopende passiva

0 1.548 2.219 3.075 1.771 901

D Financiële Activa (excl verstr. leningen

34.035 36.058 41.497 43.618 45.632 48.307

E Uitzettingen < 1 jaar

4.591 3.589 2.921 3.200 3.300 3.400

F Liquide middelen

185 181 176 176 176 176

G Overlopende activa

68 97 144 144 144 144

H Totale baten excl. Mutaties reserves

23.948 22.590 22.647 22.680 22.918 23.016

Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H*100%

25,09 %

14,91 %

24,61 %

23,46 % 23,59 %
25,40%

 

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven. Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast.

Netto schuldquote (bedrag x €1.000)

Jaarrekening

2020

Begroting

2021

Begroting

2022

Begroting

2023

Begroting

2024

Begroting

2025

A Vaste schulden

26.597 27.658 28.695 33.567 35.842 36.952

B Netto vlottende schuld

6.273 7.350 8.250 5.175 6.233 8.327

C Overlopende passiva

0 1.548 2.219 3.075 1.771 901

D Financiële Activa (incl. verstr. leningen

34.497 36.845 41.960 44.081 46.095 48.770

E Uitzettingen < 1 jaar

4.591 3.589 2.921 3.200 3.300 3.400

F Liquide middelen

185 176 176 176 176 176

G Overlopende activa

68 97 144 144 144 144

H Totale baten excl. Mutaties reserves

23.948 22.590 22.647 22.680 22.918 23.016

Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H*100%

27,02 % 18,40 % 26,66 % 25,50 % 25,61 % 27,42 %

 

Solvabiliteitsratio

Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Deze ratio geeft aan het Eigen Vermogen als percentage van het Totale Vermogen.

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente.

Solvabiliteitsratio (bedrag x €1.000)

Jaarrekening 2020

Begroting        2021

Begroting        2022

Begroting        2023

Begroting        2024

Begroting        2025

A. Eigen vermogen 3.807 3.658 3.230 2.877 2.862 3.203

B. Balanstotaal

39.371 45.947 50.403 56.732 60.382 64.431

Solvabiliteit (A/B) x 100 %

9,6 %

7,96 %

6,41 %

5,07 % 4,74 %
4,97 %

 

Kengetal grondexploitatie

De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant beoordeelt ieder jaar of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.

Grondexploitatie (bedragen x €1.000)

Jaarrekening 2020

Begroting        2021

Begroting        2022

Begroting        2023

Begroting        2024

Begroting        2025

A Niet in expl. genomen bouwgronden

0 0 0 0 0 0

B Bouwgronden in exploitatie

0 0 0 0 0 0

C Totale baten (excl. mutaties reserves)

0 0 0 0 0 0

Grondexploitatie (A+B) / C x 100%

0 %

0 %

0 %

0 % 0 %
0 %

 

Structurele exploitatieruimte

Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

Structurele exploitatieruimte (bedrag x €1.000)

Jaarrekening 2020

Begroting        2021

Begroting        2022

Begroting        2023

Begroting        2024

Begroting        2025

A Totale structurele lasten

25.580 22.422 23.377 23.031 23.257 23.357

B Totale structurele baten

23.948 22.590 22.647 22.680 22.918 23.016

C Structurele toevoegingen aan reserves

756 24 24 24 24 24

D Structurele onttrekkingen aan reserves

2.373 0 0 0 0 0

E Totale baten excl. mutaties reserves

22.364 22.590 22.647 22.680 22.918 23.016

Structurele Exploitatieruimte ((B-A) + (D - C)) / E x 100 %

0,07 %

0,64 %

-3,33 %

- 1,65 % -1,58 %
- 1,59 %

 

Woonlasten meerpersoonshuishouden

De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De woonlasten van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 en uit te drukken in een percentage.

 

Belastingcapaciteit Woonlasten meerpersoonshuishouden (bedrag x €1.000)

Jaarrekening 2020

Begroting        2021

Begroting        2022

Begroting        2023

Begroting        2024

Begroting        2025

A OZB lasten bij gezin met gem. WOZ *

399 410 416 437 458 481

B Rioolheffing bij gezin met gem. WOZ *

314 354 359 377 396 415

C Afvalstoffenheffing voor een gezin

298 320 325 341 358 176

D Eventuele heffingskorting

0 0 0 0 0 0

E Totale woonlasten met een gem. WOZ *

1.011 1.084 1.100 1.155 1.212 1.273

F Woonlasten landelijk gemiddelde (T-1) /**

750 771 811 811 811 811

Woonlasten t.o.v. landelijk gemiddelde (E/F) x 100 %

134,80 %

140,56 %

135,64 %

142,42 % 149,54 %
157,01 %

 

*) Bij de OZB-lasten is voor de jaren  uitgegaan van de gemiddelde WOZ-waarde (€ 360.000,-).  Genoemde bedragen zijn berekend tegen het eigenaarstarief. Hierin is dus niet meegenomen dat een deel van de gezinnen geen eigen woning heeft. Niet bekend is hoe dit bij de landelijk gemiddelde woonlasten is verwerkt.

**) De woonlasten van het gemiddelde zijn gebaseerd op de woonlasten van het jaar voorafgaand aan onze jaarcijfers. De gemeentelijke lasten 2022 worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde over 2021. Recente cijfers over 2022 zijn nog niet beschikbaar.

Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

Deze paragraaf gaat over de beheerskosten van gebouwen en de openbare ruimte. Deze kapitaalgoederen beslaan een aanzienlijk deel van de begroting en zijn dus van grote invloed op de financiële positie van de gemeente.

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Hierbij een overzicht van de gebouwen in bezit van de gemeente en de staat van onderhoud van deze gebouwen.

Gebouw

Staat van onderhoud

Centrum complex de Kunstgreep

Uitstekend

Brandweerkazerne Kerkstraat

Uitstekend

Ambtswoning Glazenmakerstraat

Uitstekend

Schoolgebouw de Kweekvijver, incl. noodlokalen

Uitstekend

Schoolgebouw de Korenaar

Uitstekend

Schoolgebouw de Noorderschool

Uitstekend

Gemeentewerf Skoon

Uitstekend

Loods op de begraafplaats

Goed

De Kolk

Goed

Leliestraat, pand Oudheidskamer

Goed

Sporthal de Greep (deel E)

Goed

Pand de Vitaminebron Twiskeweg

Goed

Gebouw voormalig Jongerencentrum de Wereld

Goed

Schoolgebouw de Rietkraag

Goed

Kerktoren

Goed

Diverse Loodsen Zuideinde 204/206

Slecht

Diverse woningen  Zuideinde en de Kerkstraat onder de Hoogspanningsleidingen

Slecht

NB: De loodsen aan het Zuideinde maken deel uit van ruimtelijke herontwikkelingen. Onderhoud aan de panden vindt dan ook niet plaats.

Openbare ruimte

Terug naar navigatie - Openbare ruimte

 

Categorie

Beleidskader

Kwaliteits  niveau

Toelichting/nadere informatie

Periode

Vastgesteld

Wegen

Meerjareninvesteringsplan 2021-2030

Voldoende

Het meerjareninvesteringsplan geeft inzicht in de geplande herinrichtingen van diverse wijken in Oostzaan

2021-2030

2020 RV20/51 (begroting 2021 met jaarlijkse evaluatie)

Openbare verlichting

Beheerplan Openbare Verlichting

Voldoende

De armaturen worden vervangen door LED lampen. Ook worden de masten vervangen en krijgen deze een nieuwe indeling, afhankelijk van de herinrichtingen van de straat.

2018-2026

2015 (herziening)

Riolering

Gemeentelijk Riolering Plan 2018-2023

Voldoende

Het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) geldt voor de periode 2018-2023. In het plan staan de noodzakelijke acties om het riool in goede staat te brengen en te houden.

2019-2025

2018

Waterbeheer

Beleid in samenwerking met HHNK

Voldoende

Het waterbeheerplan is formeel afgerond. Een nieuw waterbeheerplan dient te worden opgesteld, waarbij de actie bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorder Kwartier (HHNK) ligt. Er wordt nog wel conform het waterbeheerplan gewerkt. In 2021, 2022 en 2023 staan vernieuwingen  gepland, conform het meerjareninvesteringsplan, betreffende nieuwe beschoeiing of baggeren.

2007-2016

 2007

Openbaar Groen

Groenstructuurvisie

Groenbeheerplan

Voldoende

Het onderhoud van het openbaar groen is ondergebracht bij Werkom.  Voor het onderhoud aan de bomen en het maaien van de bermen zijn  andere partij gecontracteerd.

Er wordt gewerkt conform het in 2020 vastgestelde groenbeheerplan. De groenstructuurvisie is in 2019 vastgesteld.

2020-2024

2019  resp. 2020

Gebouwen (incl. onderwijs)

Onderhoud conform onderhoudsplanning Planon

Goed

Het groot onderhoud van de gebouwen wordt uitgevoerd volgens het meerjaren-onderhoudsprogramma Planon. Dit onderhoudsprogramma is opgesteld in 2007 en wordt jaarlijks geactualiseerd. Jaarlijks worden budgetten per onderdeel geraamd. Daarin zit ook budget voor klein en onvoorzien onderhoud.

2007-2022

2007, en wordt jaarlijks geëvalueerd

Bruggen en kunstwerken

Beheerplan civieltechnische kunstwerken

Voldoende

In 2022  wordt de brug in de dr. De Boerstraat vervangen .

2022

2021

 

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Voor de percelen die onder de  Hoogspanningsmasten staan dient een nieuwe bestemming te komen. Het betreft hier een aantal woningen op het Zuideinde en de Kerkstraat. De procedure om het bestemmingsplan te wijzigen is in 2021 opgestart. In 2021 zullen de laatste woningen worden aangekocht, waarna in 2022 de herbestemming van de percelen zal starten.

Financieel beeld kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Financieel beeld kapitaalgoederen

Vanuit de vastgestelde beheerplannen is voor 2022 het volgende opgenomen:

 

  Financiële consequenties conform plannen Ramingen ten laste van exploitatie of voorziening Toelichting plannen en is er sprake van achterstallig onderhoud?
Wegen, Groot onderhoud of herinrichting conform Wegenbeheerplan 2018-2023 en meerjareninvesteringsplannen 2021-2030

€ 2.185.000 Kerkstraat

 

De Herinrichting van de Kerkstraat is gereed voorjaar 2022. Dit bedrag is ook opgenomen op de staat van meerjarige investeringen.  

Wegen, regulier onderhoud   € 143.699 Dit bedrag is bedoeld voor kleine reparaties in de straat, parkeervakken  en voetpaden .
Openbare verlichting, herinrichting en vervanging € 375.000   Van dit budget wordt een gedeelte ingezet  voor onderhoud/verduurzaming  van de verlichting in het project Kerkstraat.
Openbare verlichting, regulier onderhoud   € 38.077 Dit budget is bestemd voor de onderhoudswerkzaamheden aan de openbare verlichting en het oplossen van storingen. Herinrichtingsbudgetten voor nieuwe openbare verlichting is meegenomen in de budgetten voor herinrichting wegen, conform het wegenbeheerplan.
Waterbeheer, baggeren, walkanten en schoeiing

 

€ 86.102 Het waterbeheerplan is formeel afgelopen. Er wordt nog wel gewerkt conform het waterbeheerplan, en onderhoud gepleegd aan beschoeiing en baggerwerkzaamheden.
Riolering, groot onderhoud 

 

  Het  groot onderhoud van het riool is gepland   in de jaren  2022 - 2030 (MIP2021-2030). Dan worden de rioolbuizen ook voorzien van fundatie (onderheid riool), zodat er geen verzakkingen meer optreden.  Deze werkzaamheden zijn onderdeel van de diverse herinrichtingen.
Riolering, regulier onderhoud   € 346.350 Het betreft hier regulier onderhoud.

Openbaar groen

Bomenbeheer

 

€ 305.845

€ 41.400

Voor het onderhoud van het openbaar groen zijn contracten afgesloten met leveranciers. Voor de herinrichting van plantsoenen dient aanvullend budget te worden aangevraagd.
Gebouwenbeheer regulier onderhoud   € 117.500 Dit budget is gebaseerd op de jaarlijkse uitgaven conform het onderhoudsprogramma. Bij het opstellen van de jaarrekening wordt het restant van dit budget toegevoegd aan de reserve gebouwenbeheer, en een overschrijding van dit budget onttrokken aan deze reserve.
Bruggen en kunstwerken   € 83.000 Dit budget is gebaseerd op de jaarlijkse uitgaven conform het onderhoudsprogramma. Bij het opstellen van de jaarrekening wordt het restant van dit budget toegevoegd aan de reserve bruggen, en een overschrijding van dit budget onttrokken aan deze reserve.

 

Conform artikel 20 van de BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden) wordt een onderscheid gemaakt tussen investeringen met een economisch nut en investeringen met een maatschappelijk nut. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn volgens de vastgestelde financiële verordening 2021 en artikel 212 BW.

Onderstaande investeringen zijn reeds verwerkt in de voorliggende begroting met bijbehorende meerjarenraming 2022-2025.

 

Paragraaf Grondbeleid

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de programma’s Leefomgeving en Ruimtelijke Ordening. Een goed functionerend grondbeleid is essentieel voor het realiseren van doelstellingen op het gebied van ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, verkeer en vervoer en cultuurhistorie.

Visie grondbeleid

Terug naar navigatie - Visie grondbeleid

De visie voor het in deze gemeente te voeren grondbeleid is door de gemeenteraad verwoord in de vastgestelde Nota Grondbeleid Oostzaan in 2005. Op 8 april 2013 zijn door de gemeenteraad de beleidskaders van het grondbeleid opnieuw vastgesteld. In de nota is uitgesproken, dat het grondbeleid moet worden beschouwd als een instrument om andere gemeentelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. Bevestigd is, dat de gemeente geen actieve grondpolitiek voert en dat voortgegaan wordt met het huidige facilitaire beleid, waarbij gebruik gemaakt wordt van alle ten dienste staande instrumenten en mogelijkheden. In 2018 is de Nota Grondprijzen Oostzaan geactualiseerd.
Uitgangspunt blijft, dat de gemeente allereerst tracht te komen tot kostenverhaal door middel van het sluiten van een anterieure exploitatieovereenkomst. Afdwingbaar kostenverhaal zal worden toegepast indien geen of onvoldoende resultaat kan worden bereikt. Het vaststellen van een exploitatieplan op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) is daarvoor het geëigende instrument. Bij de uitgifte van gronden en panden wordt een marktconforme prijs gehanteerd. Uitsluitend indien sprake is van uitgifte van grond ten behoeve van een maatschappelijke, niet commerciële functie kan een lagere prijs worden gehanteerd in bijzondere door het college te bepalen gevallen.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

 Lopende zaken

  • Radio 9 terrein Zuideinde.
    De gemeenteraad heeft op 7 juli 2020 het bestemmingsplan Locatie Radio 9 aangenomen, met daarbij opgenomen een amendement waarin is beschreven dat tenminste 30% van de te realiseren woningen, sociale huur en/of koopwoningen moeten zijn tot een koopsom van maximaal € 275.000,-. In het plan worden 14 tot 17 woningen gerealiseerd. De verkoopprocedure start na het onherroepelijk zijn van het bestemmingsplan. Streven is om de ontwikkeling van het terrein medio 2022 te starten. Verwacht wordt dat het bouwplan eind 2023 wordt opgeleverd. Een en ander afhankelijk van de afhandelingstermijn op de ingediende beroepen op het bestemmingsplan.
  • Bouwen van woningen.
    In 2018 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar mogelijke woningbouwlocaties. De verkenning geeft inzicht in de woningbouwmogelijkheden binnen de gemeente en mogelijke invullingen van potentiële ontwikkelingslocaties. De verkenning doet geen concrete uitspraken over de daadwerkelijke ontwikkeling, daar veel van de locaties nu nog een andere functie hebben en in handen zijn van particulieren. Op de locaties die reeds in eigendom zijn van de gemeente, wordt de woningbouwontwikkeling reeds gestart.
  • Derlagenhof.
    Op het Zuideinde 43-49 zijn particuliere plannen voor de nieuwbouw van een aantal woningen. De initiatiefnemer wil op deze locatie circa 16 woningen bouwen, waarvan deel in sociale huur en/of koopsegment. Start bouw naar verwachting vanaf 2022. Op dit moment vinden onderzoeken plaats ten behoeve van de bouwplantoets.

 

  • Woonvisie Oostzaan/prestatieafspraken/grondbeleid
    Het koersdocument voor de omgevingsvisie inclusief de actualisatie van de woonvisie is op 7 juli 2020 vastgesteld door de gemeenteraad. In maart 2021 is de woonvisie vastgesteld. Op basis hiervan worden nieuwe prestatieafspraken gemaakt met de WOV (Woningbouw Oostzaanse Volkshuisvesting).

 

Financiën
In Oostzaan is geen reserve opgebouwd voor de uitvoering van grondbeleid. Het beleid is om tot een sluitende grondexploitatie te komen bij elke ‘vlek’ die in ontwikkeling wordt genomen.

Risico’s
Voor wat betreft de lopende zaken zijn geen risico's te verwachten. De ontwikkelingen op het Radio 9 terrein aan het Zuideinde zijn nog in een ontwikkelingsfase. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing is het risico inzake planologische procedures opgenomen.

Paragraaf Verbonden partijen

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

In deze paragraaf geven wij u het totaal overzicht van onze samenwerkingsverbanden. Deze staan ook uitgesplitst over de programma’s.

De gemeenschappelijke regelingen voeren het beleid en het beheer op de betreffende terreinen uit voor de gemeente. In het algemeen geldt dat voor een gemeenschappelijke regeling wordt gekozen, indien de gemeente dit beleid niet alleen, dan wel niet doeltreffend en doelmatig kan uitvoeren. Via deze 'verbonden partijen' (samenwerkingsverbanden) werken wij met andere partijen samen om onze lokale ambities en doelen te bereiken.

Waarom samenwerking?
De gemeente Oostzaan werkt al jaren intensief samen met gemeente Wormerland. Net als onze eigen organisatie draagt dit samenwerkingsverband bij aan het realiseren van onze lokale doelen en ambities. Samenwerkingsverbanden dienen dus een publiek belang.
De organisaties waarin wij deelnemen, dus onze verbonden partijen, maken voor ons beleid of voeren voor ons beleid uit. In principe zouden wij dat ook zelf kunnen doen. Er zijn vier redenen waarom wij een aantal van onze taken toch door een verbonden partij laten oppakken:

1. via samenwerkingsverbanden kan worden samengewerkt aan beleidsuitdagingen die gemeentegrensoverschrijdend zijn of die voor meerdere gemeenten van groot belang zijn;
2. sommige taken vragen specialistische kennis die onze eigen organisatie niet kan bieden;
3. het beleggen van taken bij een samenwerkingsverband kan efficiënter/goedkoper zijn dan de taken in de eigen organisatie te beleggen, waardoor voor minder geld minstens dezelfde (maar vaak een hogere) kwaliteit geleverd kan worden;
4. voor sommige beleidsterreinen is het wettelijk verplicht om een samenwerkingsverband op te richten.

De ambtelijke organisatie zorgt ervoor dat de afstemming tussen gemeente en regionale samenwerkingsverbanden goed verloopt.

Wat is een verbonden partij precies?
Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een financieel én bestuurlijk belang heeft:
• de gemeente financiert (samen met de andere deelnemers) de verbonden partij. Mocht de verbonden partij onverhoopt failliet gaan of zijn financiële verplichtingen niet na kunnen komen, dan is de gemeente aansprakelijk;
• de gemeente heeft zeggenschap door vertegenwoordiging (via bijvoorbeeld de burgemeester, een collegelid of een raadslid), dan wel via hoofde van stemrecht, in het bestuur van de verbonden partij.

Een belangrijk onderscheid is het verschil tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke verbonden partijen. Daarnaast bestaat er nog een mengvorm, de zogenaamde publiek-private samenwerkingsverbanden (PPS-constructies).

Programma 3 verbonden partijen

Terug naar navigatie - Programma 3 verbonden partijen

verzicht verbonden partijen

Naam verbonden partij

GR Gemeenschappelijke GezondheidsDienst Zaanstreek-Waterland (GGD ZW)

Site

ggdzw.nl

Kerngegevens

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zaanstreek-Waterland, Zaandam

Doel / openbaar belang

Bevorderen en uitvoeren van de collectieve preventie en andere activiteiten in het kader van de gezondheidszorg.

Missie

GGD Zaanstreek-Waterland beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid en de sociale veiligheid van alle mensen in de regio. Daarbij staat een preventieve en collectieve aanpak voorop. Uiteraard met specifieke aandacht voor bevordering van participatie en ondersteuning van de eigen regie van mensen. Als uitvoeringsorganisatie van de gemeenten sluit de GGD aan bij de gemeentelijke verantwoordelijkheden in het sociaal domein. Het sociale domein gaat over alles wat mensen in hun directe bestaan raakt, zoals (gezondheids)zorg en welzijn.

Visie

De GGD werkt vanuit de bedoeling dat mensen in Zaanstreek-Waterland gezond en veilig kunnen leven. Daarbij zetten in op de volgende speerpunten:

  •  Preventie
  • Kennis, kunde en ervaring
  • Verbinding

De GGD gaat voor doorontwikkeling van de eigen kwaliteiten, aansluiten bij en inspelen op nieuwe ontwikkelingen, hantering van een helder afwegingskader voor de uitvoering van contract-taken, investeren in verbinding.

Ontwikkelingen

De begroting 2022 van de GGD is opgesteld op basis van het bestaande beleid, kadernota 2022 en hun strategische agenda. De begroting is opgebouwd conform de kerntaken die het ministerie van VWS heeft benoemd in de kamerbrief Betrouwbare publieke gezondheid.

Daarnaast is voor het eerst sinds jaren gekozen voor een investering. Het gaat om de onderdelen ICT en infectieziekte bestrijding.
De effecten van de Coronacrisis zijn niet meegenomen in de begroting van de GGD 2021. Het Rijk heeft toegezegd al deze extra kosten ter vergoeden.

Eigen vermogen per 1 januari 2020

€ 1.186.642-

 

Eigen vermogen per 31 december 2020

€  959.319-

Vreemd vermogen per 1 januari 2020

€ 7.030.985,-

Vreemd vermogen per 31 december 2020

€ 10.785.071,-

Bijdrage gemeente aan GR 2022

€ 378.726,-

Rekeningresultaat 2020 van de GR

€ 140.314,-

Risico

Als zich in de regio calamiteiten voordoen die een bedreiging vormen voor de volksgezondheid (bijvoorbeeld uitbraak infectieziekte), of in het kader van de rampenbestrijding inzet vragen van de GGD, zullen hieruit kosten voortvloeien. Met deze kosten is in de begroting geen rekening gehouden.
In dit kader kan de coronacrisis worden aangehaald. Deze crisis heeft echter niet geleid tot financiële risico’s. Vanaf het allereerste begin van de crisis was duidelijk dat de GGD de uit deze crisis voortkomende extra kosten niet zelf zou kunnen dragen. Hiervoor is financiële ondersteuning van het Rijk ontvangen.
Vanuit de strategische risicoinventarisatie worden drie risico’s benoemd door de GGD:
- beleidsveranderingen van de gemeenten;
- veranderde werkwijze politie;
- veranderende werkwijze GGZ.

 

Programma 5 verbonden partijen

Terug naar navigatie - Programma 5 verbonden partijen

Overzicht verbonden partijen

 

 

Naam verbonden partij

Recreatieschap Twiske Waterland

Site

http://www.hettwiske.nl

Kerngegevens

Recreatieschap Twiske Waterland, gevestigd te Oostzaan, Noorderlaaik 1, 1511 BX 

Doel / openbaar belang

Recreatieschap Twiske-Waterland is een samenwerkingsverband van diverse gemeenten en de provincie NH. Het recreatieschap wil recreanten laten genieten van het mooie landschap. Het schap legt recreatieve voorzieningen aan zoals fiets- wandel- en vaarroutes en wil het Waterlandse landschap met zijn karakteristieke bebouwing, openheid en bijzondere planten en dieren zo goed mogelijk in stand houden.

Missie

Recreatie in het gebied Twiske-Waterland versterken. 

Visie

De visie richt zich met name op ruimtelijke ontwikkelingen:
- in het zuidwestelijke deel worden de intensieve voorzieningen en functies geconcentreerd om hier een integrale ontwikkeling tot recreatiecentrum te bewerkstelligen
- in het zuidoostelijk deel vinden ontwikkelingen plaats op en in de directe nabijheid van de boerderij
- voor het overige blijft het huidige extensieve karakter van het gebied behouden

Ontwikkelingen

In 2020 is het ambitiedocument vastgesteld voor komende jaren. In 2021 en in 2022 wordt deze verder uitgewerkt.

Landschap Waterland

Geen recentere cijfers beschikbaar, dan de jaarrekening 2020.

Eigen vermogen per 1 januari 2020

€ 2.118.710,-

Eigen vermogen per 31 december 2020

€ 2.239.000,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2020

€ 37.585,-

Vreemd vermogen per 31 december 2020

€ 37.600,-

Bijdrage gemeente aan GR 2022

 € 1.962,-

Rekeningresultaat 2020 van de GR

€ 153.706,-

 Risico's en beheersmaatregelen

Geen

Twiske

Geen recentere cijfers beschikbaar, dan de jaarrekening 2020.

Eigen vermogen per 1 januari 2020

€ 2.647.268,-

Eigen vermogen per 31 december 2020

€ 2.970.300,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2020

€ 95.716,-

Vreemd vermogen per 31 december 2020

€ 100.900,-

Bijdrage gemeente aan GR 2022

 € 13.803,-

Rekeningresultaat 2020 van de GR

€ 47.283,-

 Risico's en beheersmaatregelen

Geen

 

 

Naam verbonden partij

GR Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (VRZW)

Site

veiligheidsregiozaanstreekwaterland.nl

Kerngegevens

 

Doel / openbaar belang

Het bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van brandweer/GHOR/CPA-taken in ruime zin met inbegrip van het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen en overigens een goede hulpverlening bij een ongeval of een ramp te bevorderen in het gebied met acht deelnemende gemeenten. De Veiligheidsregio/RWBZ voert regiotaken op het gebied van preventie, preparatie en alarmcentrale. Daarnaast is de gemeentelijke crisisorganisatie inmiddels regionaal georganiseerd als gevolg van de wet op de Veiligheidsregio’s. Deze processen worden steeds verder geprofessionaliseerd.  De nafase van een crisis blijft een taak van de gemeente. De VRZW ondersteunt gemeenten om deze taken te organiseren.

Missie

De partners in de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland gaan ‘arm in arm voor veiligheid’ om het samenwerkingsverband te bestendigen en uit te bouwen. Dit samenwerkingsverband helpt  maatschappelijke verstoringen voorkomen of beperken in het belang van en samen met de burgers.

Visie

• Wij werken adequaat en effectief samen op het gebied van integrale veiligheid
• Wij treden adequaat en snel op bij rampen en crises
• Wij gaan in onze organisatievorming mee in de ontwikkelingen rond bestuurlijke schaalvergroting
• Wij hebben wederzijds werkbare afspraken met de nieuwe politieregio
• Wij werken actief samen met de burger opdat deze bewust en zelfredzaam handelt

Ontwikkelingen

Beleidsplan 2021-2024

In het beleidsplan geeft de VrZW aan hoe zij de komende jaren gaan inzetten om te voldoen aan hun wettelijke taken en zich voor te bereiden op de (effect van) nieuwe crisistypen, technologische ontwikkelingen en digitalisering. er is in het beleidsplan aandacht voor 'activiteiten aan de voorkant van de veiligheidsketen'  zoals brandveiligheid, integrale evenementenadvisering en het uitbreiden van het netwerk van flexibele expertise op 'nieuwe' incidenten en risico's zoals digitalisering.

Regionaal Risicoprofiel 2021-2024
Het regionaal risicoprofiel 2021-2024 (RRP) is een van de onderleggers van het beleidsplan 2021-2024. In het RRP worden de regionale risico’s en beheersmaatregelen benoemd, onderverdeeld in 7 thema’s: Natuurlijke omgeving, Gebouwde omgeving, Vitale infrastructuur en voorzieningen, Technologische omgeving, Verkeer en vervoer, Gezondheid en Sociaal maatschappelijke omgeving. Het is een selectie van relevante scenario’s die het brede spectrum aan mogelijkheden voor maatschappelijke ontwrichting en fysieke onveiligheid zoveel mogelijk afdekt. Een aantal risico’s uit het RRP 2019-2020 zijn nog actueel en daarom (geactualiseerd) opgenomen in het nieuwe RRP. Onder andere de risico’s dijkdoorbraak, extreem weer, brand in woonvorm met minder zelfredzamen, grote industriële brand en uitval vitale voorzieningen zijn opnieuw opgenomen. Daarnaast zijn er 2 nieuwe risico’s opgenomen: digitale ontwrichting en uitbraak besmettelijke ziekte.

Eigen vermogen per 1 januari 2020

€ 2.187.000,-

Eigen vermogen per 31 december 2020

€ 2.932.000,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2020

€ 16.200.000,-

Vreemd vermogen per 31 december 2020

€ 16.812.000,-

Bijdrage gemeente aan GR 2022

€ 701.470,-

Rekeningresultaat 2020 van de GR

€ 1.288.000,-

 Risico's en beheersmaatregelen

 Geen

 

 

Naam verbonden partij

Vervoerregio Amsterdam

Site

https://vervoerregio.nl/

Kerngegevens

Jodenbreestraat 25, 1011 NH Amsterdam

Doel / openbaar belang

Samenwerking versterken op het gebied van verkeer en vervoer, bevorderen van bereikbaarheid

Missie

Verkeer en vervoer ondersteunt de ruimtelijk-economische ontwikkelingen en de ontplooiingskansen van mensen. Dat vraagt om intensieve samenwerking afstemming tussen het mobiliteitsbeleid en de andere beleidsvelden.

Ontwikkelingen

Geen.

Eigen vermogen per 1 januari 2020

€ 1.642.573,-

Eigen vermogen per 31 december 2020

€ 1.159.794,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2020

€ 270.801.530,-

Vreemd vermogen per 31 december 2020

€ 255.499.122,-

Bijdrage gemeente aan GR 2022

€ 0,-

Rekeningresultaat 2019 van de GR

€ 0,-

Risico's en beheersmaatregelen

Geen

 

 

Naam verbonden partij

Nationaal Landschap Laag Holland

Site

http://www.laagholland.nl/nationaal-landschap

Kerngegevens

Nationaal Landschap Laag-Holland, gevestigd in Haarlem

Doel / openbaar belang

Nationaal Landschap Laag 

is een  samenwerkingsverband tussen diverse partijen (provincie, gemeenten, hoogheemraadschap, Natuur- en landbouworganisaties) die zich inzet voor het behoud van de kernkwaliteiten van Nationaal Landschap Laag Holland.

Missie

  

De organisatie Laag Holland voert de regie over het Nationaal Landschap. Visievorming op de vele thema’s (landschap, landbouw, natuur, water, recreatie, communicatie) vindt in de stuurgroep plaats. 

Visie

Laag, lager, laagst. Mens en natuur hebben in Laag Holland samengewerkt om iets heel moois onder de zeespiegel te maken. Dat vind je terug in de openheid, de prachtige rechte lijnen, en de beschermde stads- en dorpsgezichten. Daarom is Laag-Holland een nationaal landschap. Dat betekent dat het landschap intact moet blijven. Geen grootschalige nieuwbouw dus, maar oude molens, droogmakerijen, weidse uitzichten, en ruimte voor rust en natuur. 

Ontwikkelingen

Geen

Eigen vermogen per 1 januari 2020

Er zijn geen specifieke gegevens bekend over de financiële huishouding van Nationaal Landschap Laag-Holland omdat deze post is opgenomen in de boekhouding van de provincie Noord-Holland.    

Eigen vermogen per 31 december 2020

Vreemd vermogen per 1 januari 2020

 

Vreemd vermogen per 31 december 2020

 

Bijdrage gemeente aan GR 2022

 

Rekeningresultaat 2020 van de GR

€ 0,-

 Risico's en beheersmaatregelen

Geen

 

 

Naam verbonden partij

OD IJmond

Site

www.odijmond.nl

Kerngegevens

 

Doel / openbaar belang

De beleidslijnen die door de gemeenten Beemster, Beverwijk, Haarlem, Heemskerk, Purmerend, Uitgeest en Velsen en de Provincie Noord-Holland in hun milieubeleidsplannen en overeenkomsten zijn neergelegd, bepalen in 2020 welke werkzaamheden uitgevoerd worden en worden vastgelegd In het uitvoeringsprogramma 2020 van OD IJmond. De OD IJmond heeft zelf geen milieubeleidsdoelstellingen en is een uitvoerende dienst

Missie

OD IJmond draagt bij aan het bereiken en in stand houden van een veilige en duurzame fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit binnen ons werkgebied. Daarbinnen Inspireert OD IJmond burgers en bedrijven tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Het resultaat is een landelijk vooruitstrevende en toekomstbestendige voorbeeldorganisatie waar partners met vertrouwen mee samenwerken.

Visie

OD IJmond werkt, als onderdeel van het openbaar bestuur, samen met burgers, bedrijven en overheden aan een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving. Naast vergunningverlening, toezicht en handhaving bij bedrijven, adviseert OD IJmond over de verschillende aspecten van de fysieke leefomgeving en duurzaamheid binnen het ruimtelijke domein.

In de uitvoering van onze taken vervult OD IJmond een proactieve, regisserende en vooral verbindende rol. Als procesregisseur met kennis van zowel Inhoud als uitvoering bevordert OD IJmond een integrale aanpak binnen het ruimtelijk domein en koppelt OD IJmond de juiste partijen aan elkaar. Daarbij is kwalitatieve en adequate dienstverlening leidend. Initiatieven van burgers en bedrijven vragen van OD IJmond een open houding, gericht op wederzijds vertrouwen. Als kennisorgaan anticipeert OD IJmond hierop en faciliteert met een helder inzicht in het speelveld, binnen de kaders van de wet- en regelgeving.

 

Ontwikkelingen

Belangrijke ontwikkelingen die op de Omgevingsdienst afkomen zijn:
- De Omgevingswet: Naar verwachting treedt per 1 januari 2022 de Omgevingswet in werking. De Omgevingswet resulteert in een algehele stelselherziening voor de wet- en regelgeving, die gaat over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal ook de werkwijze voor de uitvoering van VTH-taken vanaf dat moment zijn afgestemd op de Omgevingswet. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vindt voor een aantal taken een herverdeling van bevoegdheden plaats. Zo wijzigt het bevoegd gezag van bodemverontreiniging. Deze bevoegdheid en taken gaan over van provincie naar gemeenten waarbij de Omgevingsdienst deze taken voor de gemeenten zal gaan uitvoeren.
- Energie- en warmtetransitie: De energietransitie vormt ook in 2022 een majeur thema binnen het overheidsbeleid op het gebied van milieu en duurzaamheid. Eind 2019 is het landelijke Klimaatakkoord vastgesteld. Hierin zijn maatregelen opgenomen op het gebied van elektriciteit, industrie, mobiliteit, gebouwde omgeving en landbouw en landgebruik. Opgeteld dienen de maatregelen te leiden tot een landelijke CO2-reductie van 49% in het jaar 2030 en 95% in 2050 (t.o.v. 1990). Op rijks, provinciaal en regionaal niveau worden verschillende agenda’s en programma's uitgerold om in 2050 een energie neutrale samenleving te realiseren. Lokale overheden hebben een belangrijke rol bij het behalen van deze doelstelling. Op regionaal niveau worden hiertoe regionale energiestrategieën en op lokaal niveau transitievisies warmte ontwikkeld. De Omgevingsdienst IJmond ondersteunt gemeenten bij het opstellen van het uitvoeren van de energietransitie.
- Onvoorziene ontwikkelingen: De Coronapandemie zal ook in 2022 nog impact blijven hebben op de werkzaamheden. Daarnaast leiden nog onbekende factoren in het stikstof-, het PFAS- en enkele andere dossiers leiden tot onzekerheid, onder andere v.w.b personele inzet. De druk op het realiseren van CO2-reductie blijft immers ook toenemen na de Urgenda uitspraak van de Hoge Raad van 19 december 2019.

Eigen vermogen per 1 januari 2020

€ 419.249,-

Eigen vermogen per 31 december 2020

€ 861.191,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2020

€ 8.287.440,-

Vreemd vermogen per 31 december 2020

€ 10.410.251,-

Bijdrage gemeente aan GR 2022

Bijdrage Gemeenschappelijke Regeling € 48.873,-

Milieutaken, drank en horeca toezicht, bouw en woningtoezicht, ruimtelijke ordeningstoezicht € 433.375,-

Rekeningresultaat 2020 van de GR

€ 471.047,-

 Risico's en beheersmaatregelen

-

 

Programma 6 verbonden partijen

Terug naar navigatie - Programma 6 verbonden partijen

Overzicht verbonden partijen

 

Naam verbonden partij

Cocensus

Site

cocensus.nl

Kerngegevens

Openbaar lichaam genaamd 'gemeenschappelijke regeling Cocensus',  gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer.

Doel / openbaar belang

Cocensus is een gemeenschappelijk regeling (GR) van elf gemeenten namelijk Haarlem, Haarlemmermeer, Hillegom, Beverwijk, Oostzaan, Wormerland, Alkmaar, Bergen, Heerhugowaard, Langedijk en Den Helder. In deze GR zijn de uitvoeringswerkzaamheden in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen ondergebracht.

Cocensus verzorgt het bestandsonderhoud, de heffing, de invordering, de behandeling van bezwaar- en beroepschriften en de behandeling van verzoeken om kwijtschelding.

Missie

Cocensus is de partner voor het integraal waarderen, heffen en invorderen van decentrale belastingen en heffingen. 

Visie

Cocensus heeft een bedrijfsmatige grondslag en zal tegen een zo laag mogelijk tarief en zo hoog mogelijke kwaliteit haar diensten integraal aanbieden. De belangrijkste waarden hierbij zijn:
·   Klantgericht
·   Kwalitatief
·   Innovatief
·   Efficiënt en effectief
·   Resultaatgericht
·   Integriteit

Ontwikkelingen

Cocensus is een gemeenschappelijk regeling (GR) van de gemeenten Haarlem, Haarlemmermeer, Hillegom, Beverwijk, Oostzaan, Wormerland, Alkmaar, Bergen, Graft-De Rijp, Heerhugowaard, Langedijk en Schermer. In deze GR zijn de uitvoeringswerkzaamheden in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen ondergebracht.
Cocensus verzorgt het bestandsonderhoud, de heffing, de invordering, de behandeling van bezwaar- en beroepschriften en de behandeling van verzoeken om kwijtschelding.

Eigen vermogen per 1 januari 2020

€ 304.723,-

Eigen vermogen per 31 december 2020

€ 477.051,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2020

€ 7.805.636,-

Vreemd vermogen per 31 december 2020

€ 7.539.576,-

Bijdrage gemeente aan GR 2022

€ 239.743,-

Rekeningresultaat 2020 van de GR

€ 227.051,-

 Risico's en beheersmaatregelen

 

 

 

Naam verbonden partij

OVER-gemeenten

Site

 www.over-gemeenten.nl

Kerngegevens

 

Doel / openbaar belang

Op 17 juni 2008 heeft de gemeenteraad van Oostzaan besloten in te stemmen met de samenwerking van Wormerland en Oostzaan. Om de uitvoering van beleidsmatige, uitvoerende en organisatorische opgaven te borgen en de dienstverlening verder te verbeteren, is de gemeenschappelijke regeling OVER-gemeenten opgericht. OVER-gemeenten werkt binnen de door de gemeenteraad van Oostzaan voor de samenwerking vastgestelde kaders. Deze kaders zijn:

  • • Elke gemeente behoudt haar bestuurlijke zelfstandigheid;
  • • Elke gemeente stelt haar eigen beleids- en uitvoeringskader vast;
  • • De samenwerking heeft als doel het blijvend borgen van dienstverlening, kwaliteit, continuïteit, bestuurskracht en betaalbaarheid;
  • • De dienstverlening van elke gemeente blijft lokaal (front-offices).
  • • Vanuit het uitgangspunt van “handhaven van de bestuurlijke zelfstandigheid van de twee gemeenten” blijft elke gemeente thans en in de toekomst verantwoordelijk voor haar eigen financiële positie;
  • • De (structurele) kosten van de ambtelijke organisatie mogen tijdens de samenwerking en in verdere uitwerkingen van de samenwerking niet stijgen, uitgezonderd wanneer er verplichte nieuwe taken vanuit het Rijk bijkomen of wanneer er sprake is van nieuwe beleidsvoornemens die gepaard gaan met personeelsuitbreiding.

Missie

  • • Het zo optimaal mogelijk organiseren van het samenspel tussen colleges, bestuur en organisatie als noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren van de serviceorganisatie voor meerdere gemeenten.
  • • Het zo optimaal mogelijk organiseren van de dienstverlening aan inwoners, bedrijven en instellingen.
  • • Het zo optimaal mogelijk organiseren van de bedrijfsmatige ondersteuning als noodzakelijke voorwaarde voor het goed functioneren van de klantgerichte processen.
  • • Het zo optimaal mogelijk inzetten van personeel, zodanig dat een constante kwaliteit geleverd kan worden.

Visie

OVER-gemeenten is in 2021 een:

  • • vraaggestuurde dienstverlener
  • • een toegangspoort tot de overheid
  • • een aantrekkelijk werkgever
  • • een innovatieve, 'anders' denkende organisatie
  • • een aantrekkelijke partner

Ontwikkelingen

Voor gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland is ‘samenwerken’ een actueel thema. We verkennen de mogelijkheden om de ambtelijke samenwerking uit te breiden met nieuwe gemeenten

Eigen vermogen per 1 januari 2020

€ 307.772,-

Eigen vermogen per 31 december 2020

€ 500.235,-

Vreemd vermogen per 1 januari 2020

€ 1.709.970,-

Vreemd vermogen per 31 december 2020

€ 1.759.252,-

Bijdrage gemeente aan GR 2022

€ 6.332.814,-

gebasseerd op de pimaire begroting 2022, € 16.665.302,-.

Rekeningresultaat 2020 van de GR

€ 192.463,-

 Risico's en beheersmaatregelen

Het risico voor de gemeente zit met name in de financiering van OVER-gemeenten. Zijn de financiële middelen wel voldoende voor de uitvoering van de taken. Hierin zijn twee zorgelijke ontwikkelingen te benoemen. Enerzijds de organisatorische ontwikkelingen binnen OVER-gemeenten, zoals het forse personeelsverloop. Ten tweede benoemen we constante de overdracht van taken van het rijk naar de gemeenten zonder dat het rijk daarvoor voldoende middelen beschikbaar stelt.

 

Overige Samenwerkingsverbanden

Terug naar navigatie - Overige Samenwerkingsverbanden

Privaatrechtelijke verbintenissen
Wij zijn ook privaatrechtelijke samenwerkingsvormen aangaan.

Hieronder is een overzicht met de volgende private partijen weergegeven:
- Overeenkomst tot uitvoering op HRM-gebied met Driessen voor wat betreft de salarisadministratie.
- Overeenkomst tot samenwerking in regio-verband bij milieutaken (omgevingsdienst IJmond).
- Stichting Rijk
- Gemeente Archief Zaanstad

Aandelen
Vanuit onze aandeelhouderschap hebben wij ook een verbintenis met de volgende bedrijven:
- Bank voor Nederlandse Gemeenten
- E.Z.W. N.V.

Bijzondere samenwerkingsverbanden
Naast de bovenstaande verbonden partijen werken wij ook samen met de volgende partijen:

  • Regionaal bestuurlijk Overleg Politie (RBOP)
  • Regionale informatie en expertisecentrum (RIEC)
  • Stichting Grootschalige basiskaart Noord Holland
  • Regionaal platform recreatie en toerisme
  • Stichting Marketing Zaanstreek
  • Provincie (risicokaart)
  • ORS (Omgevingsraad Schiphol)
  • Archeologie Zaanstad-Oostzaan
  • Regionale samenwerking decentralisatie in het Sociaal Domein

Overige samenwerking
De gemeente Oostzaan staat in beginsel positief tegenover het aangaan van samenwerkingsverbanden met derden, teneinde het publieke belang zoveel mogelijk te dienen. In dat kader is dan ook aandacht voor nieuwe kansen of ontwikkelingen, om –indien dat noodzakelijk is- de bestaande samenwerkingsverbanden verder uit te werken of nieuwe samenwerkingspartners te zoeken. De aard van de beoogde samenwerking en de publieke belangen die daarbij betrokken zijn, is leidend voor de vorm van samenwerking en de partij waarmee samenwerking worden gezocht. Dat kan zowel een bestuursorgaan, een gemeente of een private partij zijn.

Paragraaf Financiering

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

Deze paragraaf geeft transparantie van de treasuryfunctie (financiering) van decentrale overheden. In deze paragraaf worden zo duidelijk mogelijk de plannen, feiten en visie over financiering uiteengezet. De Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) schept een duidelijker kader voor de treasuryfunctie en levert een bijdrage aan de kredietwaardigheid van de openbare lichamen en bevordert de transparantie van de treasuryfunctie. Deze wet introduceert twee instrumenten op het gebied van de treasuryfunctie:
- het treasurystatuut
- de financieringsparagraaf.

De doelstelling van het treasurystatuut is om bestaande verantwoordelijkheden en bevoegdheden te formaliseren en expliciet vast te stellen. De gemeenteraad kan dan beter invulling geven aan zijn verordenende en controlerende bevoegdheid. Het tweede instrument, de financieringsparagraaf, heeft als doel inzicht te geven in de algemene interne en externe ontwikkelingen die van belang zijn voor de treasury en de concrete plannen op het gebied van risicobeheer, financieringspositie en leningen en uitzettingenportefeuille.

Door de raad is op 4 februari 2019 een geactualiseerd treasurystatuut vastgesteld. (raadsvoorstel 19/4). In dit statuut zijn de organisatie rondom het opstellen van het treasurybeleid, de planning & control cyclus, de organisatie rondom de uitvoering van treasury-activiteiten en de interne en externe controle geregeld.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Voor het opstellen van de kadernota 2022 en het verzorgen van ombuigingen in budgetten is in 2021 een informele raadswerkgroep opgericht, om te onderzoeken op welke wijze een reeel sluitende begroting kan worden verkregen. Een van deze ombuigingen was het voornemen om de langlopende leningen van de gemeente in overeenstemming te brengen met de afschrijvingstermijnen van de investering, waarvoor destijds de lening is afgesloten. Dit heeft naast een financieel voordeel, ook een inzichtelijker beeld in het verloop van de afschrijvingen van het kapitaalgoed en de aflossing van de langlopende lening. Per 15 september is de leningenportefeuille van de gemeente Oostzaan geherstructureerd, en opnieuw uitgezet bij de BNG tegen een nieuw rentepercentage van 2,3% (was 3,36%) 

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

De komende jaren verwachten wij een financieringsbehoefte,  die wordt bepaald  door de lopende investeringen per balansdatum 31 december 2021, het Meerjareninvesteringsplan 2022-2030, het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2019-2025, de grondexploitatie en het inzetten van reserves en voorzieningen.

Financieringsbehoefte

2022

2023

2024

2025

Mutaties reserves en voorzieningen

734 -26 -24 -24

Afschrijvingen

-1.443 -1.644 -1.715 -1.676

Investeringen 2022-2025

7.715 1.744 1.835 2.776

Aflossing (huidige) langlopende leningen

580 580 580 580

 Totaal

7.586 654 676 1.126

(Bedragen x € 1.000,- )

Op grond van de wet FIDO mag de gemeente Oostzaan maximaal € 1.7 miljoen financieren met kortlopende kasgeldleningen. Dit bedrag is gekoppeld aan het maximum van 8,5% van het begrotingstotaal. Met de BNG zijn in 2017 nieuwe afspraken gemaakt, en is het maximum kredietlimiet op de rekening courant afgestemd op dit bedrag van € 1.7 miljoen. Zolang de rentestand van kortlopende leningen lager is dan het rentepercentage van langlopende leningen, zullen wij maximaal gebruik maken van dit kredietlimiet. Bedragen groter dan € 1.7 miljoen zullen worden gefinancierd met langlopende leningen.

We volgen de liquiditeiten nauwlettend. De Wet FIDO verplicht gemeenten binnen de kasgeldlimiet en de renterisiconorm te blijven. Investeringen en de daaraan verbonden geldleningen hebben gevolgen voor deze renterisiconorm. Onder ‘Risicobeheer’ verwerken we de genoemde financieringsbehoefte in de berekening van de renterisiconorm, zodat we kunnen beoordelen of ons voorgenomen beleid voor 2022-2025 binnen de kaders van de Wet FIDO valt.

Treasurybeleid

Terug naar navigatie - Treasurybeleid

Het uitgangspunt voor de treasury-activiteiten voor de jaren 2021 tot en met 2024 is dat we de bedragen en looptijden van aan te trekken langlopende leningen afstemmen op het renterisico dat de gemeente loopt. De zogenaamde renterisiconorm bedraagt 20%. De leningen van de leningenportefeuille willen we jaarlijks herfinancieren c.q. nieuwe leningen voor een looptijd van vijf tot dertig jaar aan gaan. Bij duidelijk oplopende rentestanden zullen we dit heroverwegen en eventueel voor kortere termijnen kiezen. De structurele vermogensbehoefte wordt structureel gefinancierd.

Leningportfeuille

Terug naar navigatie - Leningportfeuille

Hieronder wordt de ontwikkeling van de portefeuille van de langlopende leningen voor 2022 weergegeven.

Mutaties leningenportefeuille (bedrag x €1.000)

2022

Stand per 1 januari 2022

23.184

Reguliere aflossing 2022

-  580

Aantrekken nieuwe lening 2022, op basis van geplande investeringen en optimaal gebruik van kasgeldleningen

7.000

Verwachte stand per 31 december 2022

29.604

 

 

De gemeente Oostzaan heeft de volgende leningenportefeuille: 

Oorspronkelijk Leningbedrag (bedragen x €1.000)
Laatste jaar aflossing Rente % Leningbedrag 1-1-2022 Opgenomen Totale rente 2022 Aflossing 2022 Leningbedrag 31-12-2022
€ 23.184 2062 2,3% € 23.184 € 0 € 535 € 580 € 22.604
Totaal     € 23.184 € 0 € 535 € 580 € 22.604

 

Rentevisie en -kosten

Terug naar navigatie - Rentevisie en -kosten

Rentevisie

We baseren ons op verwachte ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. De grote algemene banken en de banken voor de publieke sector (onder andere onze ‘huisbank’ BNG) houden deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten, met inachtneming van de zogenaamde ‘prudente’ houding die een gemeente ten aanzien van beleggingen en leningen dient te hebben.

 

Rentekosten

De interne rekenrente voor investeringen en producten is voor 2022 berekend aan de hand van de nieuwe leningovereenkomst van 2,3%. Dit percentage is gebaseerd op het rentepercentage van de huidige leningenportefeuille, en zal worden doorberekend naar alle afgeronde en nieuwe investeringen.   In de programmabegroting 2021 is nog gerekend met een rekenrente van 3,4%.

Risicobeheer en berekening Renterisico

Terug naar navigatie - Risicobeheer en berekening Renterisico

De Wet FIDO verplicht de kasgeldlimiet en de renterisiconorm in beeld te brengen. De provincie gebruikt deze bij het uitoefenen van haar toezichthoudende functie. De kasgeldlimiet betreft het renterisico van de vlottende schuld. De renterisiconorm betreft het renterisico van de langlopende schuld.

Prognose kasgeldlimiet voor 2021 (bedragen x €1.000)

2022

Omvang van de begroting over 2022

23.431

- in procenten van de omslag

8,5 %

(1) Toegestane kasgeldlimiet

1.960

(2) Omvang vlottende korte schuld

8.250

(3) Omvang vlottende middelen

2.921

Contante gelden in kas

1

Tegoeden in rekening courant

175

Overige uitstaande gelden < 1 jaar

0

Toets kasgeldlimiet:

 

(4) Totaal netto vlottende schuld (2-3)

5.329

Toegestane kasgeldlimiet (1)

1.960

Ruimte onder het kasgeldlimiet

3.369

 

Renterisico

De gemeente loopt renterisico op het moment dat nieuwe leningen moeten worden aangetrokken (herfinanciering) of als een renteherziening van toepassing is. Om het renterisico te beheersen is in de Wet fido de renterisiconorm geformuleerd. Het doel van deze norm is het voorkomen van een overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één bepaald jaar, ter bescherming van de gemeentelijke financiële positie.

Berekening Rente Risico Norm (bedragen x €1.000)

2022

Renteherzieningen 2022

0

Aflossingen in 2022

1.104

Totaal

1.104

Norm bedraagt 20% van het begrotingstotaal € 23.407.000

4.681

Herzieningsruimte onder de norm 2022

3.577

 

Bij de renterisiconorm wordt rekening gehouden met de renterisico’s die gemeenten lopen over nieuw af te sluiten leningen ter vervanging van afgeloste leningen. De renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt zorgen ervoor dat de gemeente een ogenschijnlijk gering risico loopt. Omdat de huidige leningen recent zijn overgesloten, en op korte termijn niet geherfinancierd hoeven te worden, is er geen sprake van renterisico.

Solvabiliteit

Terug naar navigatie - Solvabiliteit

Met solvabiliteit wordt aangegeven in hoeverre een onderneming de financiële verplichtingen (betalingen) aan verschaffers van vreemd vermogen (leningen) kan nakomen met behulp van alle activa. Aangezien de liquidatiewaarde (verkoopwaarde) van de vaste activa niet bekend is, moet er bij de bepaling van de liquiditeit worden uitgegaan van de boekwaarden van de activa, zoals deze zijn opgenomen in de jaarrekeningen. De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen x 100%. In onderstaand schema is de berekening van de solvabiliteit berekend op basis van de vastgestelde jaarrekeningen.

Jaar

Eigen vermogen

Vreemd vermogen

Totaal vermogen

Solvabiliteit

2004

2.365.684

18.894.527

21.260.211

 11,13 %

2005

2.452.838

24.902.556

27.355.394

 8,97 %

2006

2.535.566

32.809.266

35.344.832

 7,17 %

2007

3.771.550

36.689.980

40.461.530

 9,32 %

2008

3.548.965

38.503.339

42.052.304

 8,44 %

2009

5.038.579

41.371.622

46.770.201

 10,77 %

2010

6.073.045

39.413.643

45.486.688

 13,35 %

2011

6.144.262

38.188.414

44.332.676

13,85 %

2012

8.940.588

34.185.844

43.126.432

20,73 %

2013

9.216.197

33.258.436

42.474.633

21,70 %

2014

5.740.763

36.511.914

42.252.677

13,58 %

2015

5.383.915

35.782.128

41.166.043

13,07 %

2016

5.856.859

33.782.053

39.638.882

14,78 %

2017

5.680.056

35.516.209

41.196.265

13,79 %

2018

5.011.930

37.998.333

38.010.263

13,19 %

2019

5.547.780

33.240.716

38.788.496

14,30 %

2020

3.807.202

35.563.720

39.370.922

9,67 %

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente. Afhankelijk van de directe opbrengstwaarde van de activa ligt de minimumnorm voor het bedrijfsleven op een waarde tussen de 25% en 40%.

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Op 15 december 2013 is de Wet Verplicht Schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat de decentrale overheden hun overtollige middelen (gelden op rekening courant, bij de bank, boven een bepaald drempelbedrag) aan moeten houden bij het Ministerie van Financiën (de schatkist). Het doel hiervan is het verlagen van de EMU-schuld van de collectieve sector. Doordat de decentrale overheden hun tijdelijk overtollige gelden aanhouden in de schatkist, wordt de externe financieringsbehoefte van het Rijk verminderd. De gemeenten hebben een rekening-courant bij de schatkist waar de gelden op aangehouden kunnen worden. Het zogenaamde drempelbedrag is afhankelijk van de omvang van de begroting. Voor Oostzaan bedraagt deze € 250.000,-. Het totaal van alle liquide middelen op de diverse bankrekeningen, en in kas, mag gemiddeld per kwartaal niet boven dit bedrag uitkomen.

Ook in 2022 zal dagelijks de hoogte van de bankrekening worden getoetst aan het drempelbedrag.

EMU saldo

Terug naar navigatie - EMU saldo

Het EMU-saldo (ook wel financieringssaldo van de totale Nederlandse overheid) is jaren negatief geweest. Het financieringssaldo van de gemeenten maakt hier onderdeel van uit. Om het financieringssaldo van de totale overheid te kunnen ramen, moeten de gemeenten sinds 2006 een driejaarsraming van hun EMU-saldo in de begroting opnemen. Voor Oostzaan komt deze raming uit op de volgende bedragen:

Raming EMU saldo (bedragen x €1.000)
2022 2023 2024
Exploitatiesaldo vóór mutaties aan reserves -759 -381 -369
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 1.443 1.644 1.715
Dotaties aan voorzieningen 0 0 0
Investeringen materiële vaste activa 7.715 1.744 1.835
Ontvangen investeringsbijdragen van Rijk 0 0 0
Baten desinvesteringen materiële vaste activa 0 0 0
Uitgaven aankoop grond, bouwrijp e.d. 0 0 0
Baten bouwgrondexploitaties 0 0 0
Betalingen ten laste van voorzieningen 0 0 0
Boekwinst verkoop van deelnemingen of aandelen 0 0 0
Totaal - 7.031 -481 -489

 

Zoals uit bovenstaand overzicht blijkt, wordt voor de jaren 2022 tot en met 2024 een overschrijding van het EMU saldo verwacht. Dit wordt veroorzaakt door de geplande investeringen vanuit het vastgestelde Wegenbeheerplan 2019-2025, het Meerjaren Investeringsplan 2022-2030 en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2019-2025.

Door de Europese Commissie wordt een overschrijding op macro niveau geaccepteerd van 3% van het BBP voor decentrale overheden. Dit is in totaal een bedrag van 1.4 miljard. Door het beheerst uitvoeren van nieuwe investeringen zal worden getracht het tekort op het EMU saldo te verminderen.

Paragraaf Lokale heffingen

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

De gemeentelijke heffingen zijn, naast de doeluitkeringen van het Rijk en de algemene uitkering uit het gemeentefonds, een belangrijke bron van inkomsten. Er zijn twee gemeentelijke heffingen: retributies en belastingen. Bij de retributies is er sprake van een tegenprestatie van de gemeente en mogen de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor de uitoefening van de taak, dit betekent dat de kostendekkendheid niet meer mag zijn dan 100%. Bij belastingen is er geen directe relatie met een prestatie van de gemeente. Belastingen worden gezien als een algemeen dekkingsmiddel.

In onderstaande afbeelding worden de percentages weergeven welke deel van de totale inkomsten een bepaalde soort inkomsten uitmaakt.

De paragraaf lokale heffingen bevat naast de geraamde inkomsten, het beleid ten aanzien van de lokale heffingen, een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid en een aanduiding van de lokale lastendruk.

In de BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden) zijn de eisen verscherpt inzake de onderbouwing van de tarieven, die hoogstens kostendekkend mogen zijn. De gemeente moet een overzicht van baten en lasten opnemen voor de heffingen waarbij sprake is van het verhalen van de kosten. Daarnaast moet in een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen inzichtelijk worden gemaakt hoe bij de berekening van tarieven en heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde kosten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekening, en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling bij de tariefstelling worden gehanteerd.

De gemeente Oostzaan heeft de uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en het opleggen van de aanslagen en de invordering van onroerende zaakbelasting (OZB) , roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting, forensenbelasting, grafrechten en leges omgevingsvergunningen ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling, zijnde Cocensus. Ook de afhandeling van de kwijtscheldingsverzoeken en bezwaar- en beroepschriften vinden plaats door Cocensus.

Voor de uitvoering van belastingregelingen in 14 gemeenten met een inwonersaantal circa 700.000 inwoners brengt Consensus de gemeenten een bijdrage in rekening. Voor de gemeente Oostzaan is de bijdrage over 2022 € 239.743,-.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Het totale pakket van gemeentelijke belastingen en heffingen bestaat uit een 10 tal verschillende belastingen / heffingen, welke gelegitimeerd worden door de vastgestelde belastingverordening door de gemeenteraad. Uitgangspunt bij het bepalen van de verschillende tarieven is de aanpassing van de tarieven met het inflatiepercentage van 1,4%, zoals vastgesteld in de kadernota 2022-2025. Uitzonderingen hierop zijn de tarieven, gebonden aan een wettelijk maximum, zoals reisdocumten en voor wat betreft de OZB en RZB geldt dat niet de tarieven, maar de opbrengst stijgt met het inflatiepercentage.

 

Wijziging WOZ taxatie van m3 naar m2.

De Waarderingskamer heeft enkele jaren geleden het project "Gebruiksoppervlakte woningen voor WOZ-taxaties gestart". Het uitgangspunt van dit project is dat gemeenten de jaren tot en met 2021 gebruiken om van alle woningen een nauwkeurige, gecontroleerde en voldoende gedetailleerde gebruiksoppervlakte vast te leggen. Deze gebruiksoppervlakte dient vervolgens gebruikt te worden voor het uitvoeren van de WOZ-taxaties.

In 2022 is het dan verplicht en vastgelegd in de Wet WOZ om alle WOZ-waarden (naar de waarde peildatum 1 januari 2021) te baseren op de gebruiksoppervlakte. Dit is een belangrijke stap in het bereiken van meer uniformiteit in niet alleen de WOZ-taxaties, maar ook een belangrijke stap in het bereiken van een meer uniforme registratie van kenmerken van woningen binnen de gehele overheidsinformatie. Met name de Basisregistratie Adressen en Gebouwen, de BAG, gaat hier van profiteren, omdat de in de BAG geregistreerde oppervlakten voor zover het geen nieuwe of gecontroleerde zaken betreft, ooit zijn gevuld met behulp van een rekenformule (van inhoud naar oppervlakte) met een getolereerde afwijking van 15%. De door de WOZ uitgevoerde volledige inventarisatie draagt bij derhalve ook bij aan een volledig accurate BAG.
Daarom is dit project ook één van de stappen in de richting van een Samenhangende Objecten Registratie (SOR) binnen de gehele Overheid.

Bij de Gemeenschappelijke Regeling Cocensus loopt het project voor het omzetten van kubieke meters naar vierkante meters tot en met 2021.  In 2021 zijn de taxaties gedraaid zowel op basis van inhoud (voor de laatste keer) als op basis van gebruiksoppervlak. Dit om de taxatiemodellen te vergelijken en te controleren teneinde te voorkomen, dat een wijziging van methodiek gaat leiden tot al te grote verschillen in de taxatiewaarde. Dit project ligt op schema.

 

Gemeentelijke belastingen

Terug naar navigatie - Gemeentelijke belastingen

Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Uitgangspunt bij het vaststellen van de belastingtarieven is dat deze trendmatig worden verhoogd met de verwachte inflatie. In overeenstemming met de Kadernota 2022 is in de Programmabegroting 2022-2025 voor de belastingen rekening gehouden met een inflatiepercentage van 1,4 %.

Onroerende Zaakbelasting(OZB)
De grondslag voor de OZB wordt gevormd door de waarde van het onroerend goed, die jaarlijks wordt vastgesteld (de zogenaamde herwaardering). Oostzaan heeft tot 2020 het uitgangspunt gehanteerd,  dat de gemiddelde waardestijging (of daling), die voortvloeit uit de herwaardering, wordt gecompenseerd door een evenredige tariefsverlaging (of evenredige tariefsverhoging).  Conform het vastgestelde inflatietarief uit de kadernota 2022-2025 worden de inkomsten vanuit de OZB inkomsten verhoogd met 1,4%.  De WOZ-waarden voor het belastingjaar 2022 worden gebaseerd op het prijspeil 1 januari 2021. Deze waarde is eind derde kwartaal 2021 bekend. Met inachtneming van deze uitgangspunten  is een opbrengst berekend voor 2022 van € 1.835.048,- voor woningen en € 706.667,- voor niet-woningen.

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting (RWWB)
Eigenaren en gebruikers van onroerend goed betalen gemeentelijke belastingen in de vorm van de onroerende zaakbelasting (OZB). Het is wettelijk mogelijk om ook voor eigenaren en gebruikers van roerende woon- en bedrijfsruimten (zoals woonboten en woonwagens) een gelijke belasting in te voeren, te weten de Roerende Woon- en bedrijfsruimte belasting (RWWB). Om eigenaren en gebruikers van roerend en onroerend goed gelijk te behandelen is het tarief van die belasting gelijk aan het tarief van de OZB. De berekende opbrengst voor 2022 bedraagt € 7.000,-.

Hondenbelasting
Onder de naam “hondenbelasting” heft de gemeente een belasting op het houden van honden binnen de gemeente. Belastingplichtige is de houder van de hond. Het aantal honden is bepalend voor de opbrengst van de belasting. De raming voor 2022 bedraagt € 32.000 .

Precariobelasting

Per 1 juli 2017 is de wet in werking getreden tot afschaffing van de precariobelasting op nutsnetwerken. De Eerste Kamer deed het wetsvoorstel op 21 maart als hamerstuk af. Het besluit tot inwerkingtreding van de wet is op 22 mei 2017 in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2017, 196). Voor de betreffende gemeenten is een overgangsregeling getroffen. 
Gemeenten die op 10 februari 2016 in hun belastingverordening een tarief hadden voor nutsnetwerken, mogen uiterlijk tot 1 januari 2022 nog precariobelasting op nutsnetwerken blijven heffen. Onder de overgangsregeling kan een gemeente maximaal het tarief in rekening brengen dat op 10 februari 2016 gold. Gemeenten die onder de overgangsregeling vallen, maar na 10 februari 2016 het tarief hebben verhoogd, moeten vanaf 1 juli 2017 hun tarief verlagen naar maximaal het tarief dat gold op 10 februari 2016. In onze begroting hebben we financieel gezien geanticipeerd op de afschaffing van de precariobelasting. Met ingang van 2022 zijn geen inkomsten meer begroot.

Toeristenbelasting

Toeristenbelasting is een algemene belasting die een gemeente kan heffen. Toeristenbelasting wordt opgelegd als u verblijft in een gemeente waar u niet staat ingeschreven, zoals bij verblijf in een hotel, pension, caravan of bungalow. De eigenaar van het verblijfplaats krijgt de belastingaanslag voor toeristenbelasting op basis van het aantal overnachtingen. Deze mag de toeristenbelasting aan u doorberekenen. De hoogte van de toeristenbelasting verschilt per gemeente. Gemeenten mogen zelf bepalen of zij toeristenbelasting heffen en hoe zij het tarief berekenen. Dit kan zijn een vast bedrag per verblijf of een percentage per overnachtingsprijs. In Oostzaan wordt gerekend met een vast tarief per overnachting, zijnde een bedrag van € 4,50 per persoon per nacht.

 

Gemeentelijke retributies

Terug naar navigatie - Gemeentelijke retributies

Onder de naam retributies heft de gemeente tarieven voor diverse typen van dienstverlening. Bij retributies is sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taakuitoefening. De geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor die taakuitoefening. Belastingplichtige is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de dienst is verleend. Geregeld is er landelijk publiciteit over de gemeentelijke tarieven en de verschillen daartussen. Die verschillen ontstaan in de regel als gevolg van de gemaakte beleidskeuzes. Om die beleidskeuzes zo transparant mogelijk vast te leggen heeft de VNG het initiatief genomen om modellen voor de kostenonderbouwing te ontwikkelen. Voor de afvalstoffen- en rioolheffing, de leges en de lijkbezorgingsrechten zijn deze door de VNG ontwikkeld. In Oostzaan zal in de toekomst gebruik worden gemaakt van deze kostenonderbouwingen.

Rioolrechten

Terug naar navigatie - Rioolrechten

 

Rioolheffing
De kosten die de gemeente maakt als uitvloeisel van de watertaken worden op burgers en bedrijven verhaald via de zogenaamde rioolheffing. De kosten die uit die watertaken voortvloeien (op het gebied van afvalwaterinzameling, afvalwatertransport en afvoer van overtollig regen- en grondwater) zijn berekend in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2019-2025. De investeringen die hieruit voortvloeien zijn aanzienlijk en de lasten daarvan worden doorberekend in de tarieven. In de begroting 2022 is rekening gehouden met een opbrengst van € 1.468.942,-. Ten opzichte van 2021 wordt het tarief voor de rioolheffing verhoogd met het inflatiepercentage van 1,4%.

 

   
Kosten riolering 928.159
Doorbelasting kosten van de werf (25%) 56.800
Personeelskosten 188.189
Overhead toerekening ihkv kostendekkendheid  131.598
Overige lasten en BTW berekening compensatiefonds 135.061
Bijdrage verkeer en wegen, straatvegen 58.007
Bijdrage Openbaar groen 10% van budget  30.584
Totaal Lasten 1.528.398

 

 

   
Opbrengst rioolheffing 2022 1.468.942
   

 

   
Percentage kostendekkendheid 96,1 %
   

In de rioolrechten mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-BTW als de investerings-BTW. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun rioolheffing. Daarnaast mag 10% van het budget openbaar groen worden toegerekend.

Afval

Terug naar navigatie - Afval

Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een recht geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente op grond van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval heeft. Bij het bepalen van de hoogte van de afvalstoffenheffing wordt rekening gehouden met het feit dat op begrotingsbasis de baten niet hoger mogen zijn dan de lasten. Er wordt gestreefd naar een kostendekkendheid van 100%. In de begroting 2022 is rekening gehouden met een opbrengst van € 1.454.338,- . Ten opzichte van 2021 wordt het tarief voor de afvalstoffenheffing verhoogd met het inflatiepercentage van 1,4%.

 

   
Kosten verwerken en ophalen afval 734.435
Doorbelasting kosten werf (60%) 136.321
Personeelskosten 183.795
Overhead toerekening ihkv kostendekkendheid 234.395
Overige lasten en BTW berekening compensatiefonds 178.822
Bijdrage Openbare Orde en veiligheid 8.000
Bijdrage Openbaar groen 30.584
Kosten kwijtschelding 26.000
Totaal Lasten 1.532.352

 

   
Opbrengst Afvalstoffenheffing 2022 1.454.338
Totaal Opbrengsten 1.454.338

 

   
Percentage kostendekkendheid 94,9%
   

 

 

 

 

In de afvalstoffenheffing mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-BTW als de investerings-BTW. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun afvalstoffenheffing. Daarnaast wordt 20% van het budget Openbare Orde en veiligheid, kosten BOA, 10% van het budget openbaar groen en de uiteindelijke kwijtschelding meegenomen in de berekening voor de kostendekkendheid.

Begrafenisrechten

Terug naar navigatie - Begrafenisrechten

Voor het gebruik van de begraafplaats en voor het verlenen van diensten in verband met de begraafplaats worden rechten geheven.
Algemeen uitgangspunt voor de begrafenisrechten is een aanpassing van de tarieven met alleen de inflatiecorrectie (1,4 % voor 2022).

 

   
Kosten begraafplaats 65.593
Personeelskosten 41.468
Overhead toerekening ihkv kostendekkendheid 52.884
Totaal Lasten 159.945

 

   
Opbrengst verlenen van begrafenisrechten 56.582
Opbrengst begraven 18.204
Bijzetten urnen 452
Onderhoud 45.657
Overschrijven van rechten 437
Opgraven, herbegraven, ruimen en verstrooien 2.403
Overige heffingen 1.265
Totaal Opbrengsten 125.000

 

   
Percentage kostendekkendheid 78,2%
   

 

Opbrengsten belastingen en retributies

Terug naar navigatie - Opbrengsten belastingen en retributies

In onderstaande tabel wordt aangegeven welke belastingopbrengsten en retributies er zijn en hoeveel de inkomsten daarvan bedragen, zoals deze in de programmabegroting 2022 zijn verwerkt.

 

Gemeentelijke belastingen Rekening 2020 Begroting 2021 Begroting 2022
OZB woningen € 1.496.815,-

€ 1.807.930,-

€ 1.835.048,-
OZB niet-woningen (eigenaren en gebruikers) € 563.801,- € 696.225,- € 706.667,-
Roerende woon- en bedrijfsruimten € 5.582,- € 7.000,- € 7.000,-
Precariobelasting € 517.000,- € 487.000,- € 0,-
Hondenbelasting € 32.811,- € 27.000,- € 32.000,-
Toeristenbelasting € 199.805,- € 291.800,- € 291.800,-
       

 

Gemeentelijke retributies Rekening 2020 Begroting 2021 Begroting 2022
Afvalstoffenheffing € 1.285.478,- € 1.432.388,- € 1.443.538,-
Rioolrechten € 1.323.778,- € 1.456.142,- € 1.468.942,-
Begrafenisrechten € 137.018,- € 125.000,- € 125.000,-
Leges titel 1, Algemene dienstverlening € 125.326,- € 154.278,- € 154.278,-
Leges titel 2, Omgevingsvergunningen € 129.146,- € 220.000,- € 430.295,-
Leges titel 3, Evenementen en APV € 13.722,- € 29.200,- € 34.200,-
       

 

 

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

De normen voor het kwijtscheldingsbeleid, als onderdeel van het gemeentelijk minimabeleid, voor wat betreft de gemeentelijke lasten zijn gesteld op 100% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

De normen voor de bijzondere bijstand, als onderdeel van het gemeentelijk minimabeleid, zijn in gesteld op 110 %. Dit betekent dat een vrij grote groep belastingplichtingen in aanmerking komt voor kwijtschelding, waardoor hun besteedbare ruimte groter wordt. In de begroting 2022 is een bedrag aan kwijtschelding opgenomen van € 26.000,-.

De gemeente Oostzaan verleent uitsluitend kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing. 

 

  Rekening 2020 Begroting 2021 Begroting 2022
Bezwaar WOZ 109 130 130
Bezwaar overige heffingen 53 75 75
Beroep WOZ 1 0 0
Beroep overige heffingen 0 0 0
Lasten regeling kwijtschelding € 31.429,- € 26.000,- € 26.000,-
       

 

Leges

Terug naar navigatie - Leges

Algemeen
De tarieven voor 2022 worden primair aangepast aan de hand van het inflatiepercentage van 1,4 %, tenzij nader beperkt door wettelijke tariefstellingen.

De nieuwe regels voor verslaglegging zijn van invloed op de kostenonderbouwingen van gemeentelijke heffingen. Vanaf 2018 werken we met de modelverordening van de VNG. De leges zijn onderverdeeld in drie titels;

  • Titel 1: algemene dienstverlening,
  • Titel 2: dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
  • Titel 3: dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn.

 

Bij de toerekening van kosten is uitgegaan van de aanwezige jurisprudentie. Hierdoor is een 100% kostendekkende legesverordening risicovol. Wanneer nieuwe jurisprudentie tot een wijziging in de toe te rekenen kosten leidt, kan de kostendekkendheid overschreden worden, Door onder de 100% te blijven wordt dit risico opgevangen.

 

Leges onder titel 1 zijn onder meer: verstrekkingen uit de basisregistratie personen, burgerlijke stand, rijbewijzen, reisdocumenten, bestuur documenten, verkeer en vervoer. Er is hier sprake van een kostendekkendheid van 48%. De tarieven kunnen hier niet verder worden verhoogd. Het tekort wordt veroorzaakt door een negatief resultaat op rijbewijzen en reisdocumenten. De tarieven hiervan zijn al op het maximaal toegestane wettelijk niveau.

Leges onder titel 2 zijn de omgevingsvergunningen. De kostendekkendheid ligt onder de 100%. Voor 2022 worden vanuit diverse grote projecten extra leges ontvangen.

Leges onder titel 3 zijn: horeca, prostitutiebedrijven, evenementenvergoeding en overige vergunningen. Een groot deel hier bestaat uit evenementenvergunningen. Vanwege de maatschappelijke betekenis is dit vaak niet kostendekkend.

 

Overzicht leges Titel 1, Burgerzaken
 
Baten totaal 154.278
Directe kosten 87.729
Personeel 199.688
Overhead 254.663
Berekening kostendekkendheid
28,46 %  (34,07 % in 2021)

 

Overzicht leges Titel 2, Omgevingsvergunningen
 
Baten totaal 430.295
Directe kosten vergunningen 84.180
Directe kosten handhaving 72.700
Personeel 208.370
Overhead 213.505
Berekening kostendekkendheid
74,35 % ( 45,64% in 2021)

 

Overzicht leges Titel 3, Horeca, APV, evenementen
 
Baten totaal 34.200
Directe kosten 15.668
Personeel 83.297
Overhead 106.229
Berekening kostendekkendheid
16,66 % ( 16,80% in 2021)

 

Totaal Overzicht leges Titel     1, 2 en 3
 
Baten totaal 618.773
Directe kosten 260.277
Personeel 491.355
Overhead 574.397
Berekening kostendekkendheid
46,66 % ( 36,39% in 2021)

 

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

De lokale lastendruk wordt bepaald door de tarieven van de OZB, afvalstoffenheffing en de rioolheffing.

In de navolgende tabel is de opbouw van de lokale lastendruk in Oostzaan over de jaren 2020 t/m 2022 inzichtelijk gemaakt. Voor huurders is daarbij alleen de hoogte van de afvalstoffenheffing bepalend, aangezien zij niet worden aangeslagen voor de OZB en de rioolheffing. De eigenaren van woningen worden voor de drie onderscheiden belastingen aangeslagen. Bij de berekening van de OZB, is uitgegaan van de gemiddelde WOZ waarde van een koopwoning in Oostzaan van € 360.000 - (peildatum 2021). Tevens is uitgegaan van een meerpersoonshuishouden. Het betreft hier een rekenvoorbeeld. De feitelijke lastenontwikkeling voor de individuele burger kan afwijken, gelet op de feitelijke waarde –en de waardeontwikkeling- van de woning.

 

Bovenstaande tabel is gebaseerd op de volgende gegevens:

Vergelijking met omliggende gemeenten

In de navolgende tabellen worden de voorgestelde tarieven 2022 van Oostzaan  vergeleken met de tarieven van omliggende gemeenten. Bij de tarieven van omliggende gemeenten wordt uitgegaan van het tarief 2020, daar op dit moment geen andere gegevens bekend zijn.

Tabel vergelijking OZB, rioolrechten, hondenbelasting en afvalstoffenheffing

 Gemeenten

OZB eigenaar woningen

OZB eigenaar niet-woningen

OZB gebruiker niet-woningen

Riool-rechten

Honden-bel. 1e hond

Afval-stoffen

1e persoon

Afval-stoffen 

meer personen

Oostzaan 2022

2021 + 1,4% 2021 + 1,4% 2021 + 1,4% 329,55 45,63 293,50 359,46

Vergelijking 2021

Amsterdam

0,0428 0,1796 0,1293 144 0 326 435

Beemster

0,1104 0,1775 0,1664 247 0 241 324

Edam-Volendam

0,0830 0,1780 0,1780 202,50 79,95 240,15 323,50

Landsmeer

0,0802 0,2849 0,2343 230,23 0 276 367,95

Oostzaan

0,1139 0,2514 0,2004 325 45 289,46 354,49

Purmerend

0,0896 0,1971 0,1911 197 78 354 354

Waterland

0,1049 0,2966 0,2226 145,30 56,40 176,55 288,60

Wormerland

0,1133 0,1848 0,2063 242,85 83 336,26 336,20

Zaanstad

0,1000 0,3241 0,2519 284,41 74,70 337 337

Tarievenbeleid

Terug naar navigatie - Tarievenbeleid

Het tarievenbeleid in Oostzaan is gebaseerd op twee uitgangspunten: inflatiecorrectie en kostendekkendheid. De belastingopbrengsten worden in 2022 verhoogd met 1,4 % voor inflatie. Voor wat betreft de retributies wordt gestuurd op kostendekkendheid. De tarieven worden formeel door de gemeenteraad vastgesteld bij de belastingvoorstellen die in oktober voorafgaand aan het begrotingsjaar worden aangeboden. De hieronder genoemde tarieven voor de OZB zijn afhankelijk van de stijging van de WOZ. Naast deze algemene uitgangspunten van het tarievenbeleid is in het collegeprogramma 2018-2022 bepaald dat de OZB niet als sluitpost voor de begroting wordt gebruikt.

 

 2020

2021

 2022

Onroerende Zaak Belasting (OZB) en Roerende Zaak belasting (RZB)

 

 

 

  • Woningen eigenaren

0,10141%

0.11391% stijging 1,4 %
  • Niet woningen eigenaren

0,18100%

0,25137%

stijging 1,4 %
  • Niet woningen gebruikers

0,1443%

0,20042%

stijging 1,4 %

 

 

 

 

Hondenbelasting

44,30

45,00 45,63

 

 

 

 

Afvalstoffenheffing

 

 

 

  • Eenpersoonshuishouding
272,75 289,45 293,50
  • Meerpersoonshuishouding
336,75 354,50 359,46

Rioolrechten

 

 

 

  • Garages etc

99,35

118,15

119,80

  • Woningen etc

298,15

325,00

329,55

 

 

 

 

Grafrechten

1.758,30

1.786,45

1.811,46

 

 

 

 

Precariobelasting (per m)

3,56

3,56

0,00

 

 

 

 

Toeristenbelasting (per nacht)

4,50

 

4,50

4,50

Paragraaf Bedrijfsvoering

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

De activiteiten op het gebied van bedrijfsvoering worden uitgevoerd door OVER-gemeenten. Dit is de gezamenlijke werkorganisatie van de gemeente Oostzaan en de gemeente Wormerland. In deze paragraaf leest u een beknopte samenvatting van de Begroting 2022 van OVER-gemeenten. Voor meer informatie verwijzen wij naar de begroting van OVER-gemeenten 2022-2024.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Vanuit financieel perspectief is de situatie nog altijd uitdagend en kan niet aan alle wensen worden tegemoetgekomen. De ontwikkelingen in de organisatie alsmede de arbeidsmarkt heeft tot gevolg dat niet op alle gebieden al de gewenste kwantiteit en kwaliteit geleverd wordt. Het blijft noodzakelijk dat de organisatie - en daarmee de medewerkers – zich ontwikkelt, om de steeds complexer wordende vraagstukken uit de samenleving het hoofd te bieden. De kwaliteitsverbetering is een continu proces alsmede de vruchten die we daarvan plukken. Ieder jaar staan er andere gebieden voor deze verbeterslag aan de lat. De dienstverlening aan colleges, gemeenteraden, burgers en bedrijven staat daarbij centraal.
Voor 2022 is een speerpunt onder andere de aanbesteding van de burgerzakensoftware inclusief de digitale dienstverlening (e-dienstverlening). Het is essentieel voor de beide gemeenten maar de OVER-gemeenten organisatie voert dit in opdracht uit. Daarnaast hebben we de wijziging in het kader van de rechtmatigheid waarbij er een verschuiving van de raad naar het college plaats gaat vinden. Deze zou ingaan per 1 januari 2022 maar is nu doorgeschoven naar 1 januari 2023. U bent hierover halverwege 2021 geïnformeerd. Het eerste speerpunt voor ons als organisatie maar zeker ook voor u als raad zijn de gemeenteraadsverkiezingen in maart. Gelet op alle maatregelen in het kader van Covid’19 die wij ongetwijfeld ook nu zullen moeten treffen, zal de organisatie van de gemeenteraadsverkiezingen geen sinecure zijn. Maar met het geleerde van de verkiezingen afgelopen jaar in het achterhoofd zien wij de organisatie daarvan met vertrouwen tegemoet.

OVER-gemeenten is volop in ontwikkeling en werkt aan thema’s, voortkomend uit het collegeprogramma en/of wetgeving, die de nodige impact hebben op de organisatie. Thema’s als burgerparticipatie, omgevingswet en duurzaamheid staan daarbij centraal. De opgaven waar de gemeente voor staat worden forser en complexer en daarmee ook de vraagstukken voor de ambtelijke organisatie.

Financieel
De geraamde baten en lasten van OVER-gemeenten worden voor 38% toegerekend aan Oostzaan en voor 62% aan Wormerland, uitgezonderd de afgenomen specifieke dienstverlening.
De bijdrage aan OVER-gemeenten die de gemeente Wormerland heeft opgenomen in de Begroting 2022-2025 is gebaseerd op de begroting 2022 -2025 van OVER-gemeenten.

Paragraaf Taakstellingen en Stelposten

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

Deze paragraaf is nieuw ten opzichte van eerdere begrotingen. Op verzoek van de toezichthouder, de Provincie is deze paragraaf toegevoegd. In deze paragraaf wordt aangegeven welke stelposten en veronderstellingen van voorgestelde ombuigingen en taakstellingen in de begroting zijn opgenomen.

In deze paragraaf zijn deze stelposten samengevat en aannemelijk gemaakt dat er voldoende zekerheid bestaat om deze posten op te nemen in de begroting. In het geval van Oostzaan betreft het uitsluitend de overgedragen taken vanuit het Rijk waarvoor  financiële middelen beschikbaar worden gesteld.

 

In de primaire programmabegroting 2022-2025 zijn de volgende zaken opgenomen:

 

 

2022

2023

2024

2025

Extra ontvangsten Jeugdzorg (vanaf 2023 nog geen harde toezegging, wachtend op nieuw kabinet en nu reeds opgenomen voor 75% ten opzichte van de gedane toezegging vanuit het Rijk) 0 446.444 421.237 390.933
Effect herziening Algemene Uitkering 0 145.320 290.640

435.960

 Totaal

0 591.764 711.877 826.893

Toelichting:

De stelpost Jeugdzorg is van toepassing voor de jaren vanaf 2023:

Vanuit het Rijk concrete toezeggingen voor de extra middelen  voor de jaren 2021 en 2022. Voor een structurele bijdrage vanuit het Rijk is aangegeven dat de toezegging van de extra gelden vanaf 2023 wacht op het akkoord van het nieuw te vormen kabinet. In overleg met de Provincie is 75% van deze gelden opgenomen in de begroting.

De effecten van de herziening Algemene Uitkering met ingang van 2023:

De effecten van de herziening zijn nog niet definitief.

Een belangrijk onderdeel van de herziening van de financiële verhoudingen is de herijking van het gemeentefonds. De jaarlijkse bijdrage aan gemeenten via dit fonds bedraagt zo’n € 30 miljard en wordt vanaf 2023 anders verdeeld. De fondsbeheerders (de minister van BZK en de staatssecretaris van Financiën) onderzoeken samen met gemeenten hoe het geld het best verdeeld kan worden. Daarnaast moet door herijking de verdeling eenvoudiger worden.

Dit onderzoek bestaat uit 2 delen:

  • de verdeelmodellen in het sociaal domein;
  • en de overige onderdelen van het gemeentefonds (klassiek domein).

De voorlopige uitkomsten van de herziening voor Oostzaan zijn gebaseerd op de uitkomsten van de meicirculaire 2021.

 

Overige taakstellingen en stelposten:

Taakstellingen verbonden partijen
In de begroting 2022-2025 zijn geen taakstellingen opgenomen op de door de gemeente Oostzaan te betalen bijdragen.

Investeringen en onderhoud van kapitaalgoederen

Op de vastgestelde investeringen, zoals opgenomen in het overzicht in de paragraaf kapitaalgoederen zijn geen taakstellingen of bezuinigingen doorgevoerd. Ook de onderhoudskosten van kapitaalgoederen en openbare ruimte zijn niet belast met bezuinigingen of taakstellingen. De gemeente Oostzaan hecht veel waarde aan deze investeringen en onderhoud. Deze dragen bij aan een veilige en duurzame leefomgeving voor onze inwoners.

 

Paragraaf Kengetallen

Programma 1

Terug naar navigatie - Programma 1

 

Omschrijving

Rekening 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

% Functiemenging(Bron: LISA). De verhouding tussen banen en woningen. Varieert tussen 0% (alleen wonen) en 100% (alleen banen). Bij een waarde van 50% zijn er evenveel woningen als banen*

49,5%** 49,5%** 49,5%**

Aantal vestigingen van bedrijven per 1.000 inwoner van 15 t/m 64 jaar (Bron: LISA)

144,5 182,5 186,1

* Functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen banen). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen
** Actuele gegevens niet beschikbaar bij bron Lisa, dit betreft een schatting.

Programma 2

Terug naar navigatie - Programma 2

Omschrijving

Rekening 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Aantal nieuwe woningen per 1.000 woningen (Bron: BAG)

2,9

0

0

% Demografische druk (Bron: CBS)*

57,2 57,4 57,6

*De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar.
Dit cijfer geeft inzicht in de verhouding van het niet-werkende deel van de bevolking tot het werkende deel van de bevolking.

Programma 3

Terug naar navigatie - Programma 3

Omschrijving

Rekening 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Aantal banen per 1.000 inwoners in de leeftijd 15-64 jaar (Bron:  meerdere WSTG)

654

500

654

% Jongeren met een delict voor rechter in de leeftijd 12-21 jaar (Bron: CBS Jeugd)

n.b.*

n.b.***

n.b***

% Kinderen in uitkeringsgezin tot 18 jaar (Bron: CBS Jeugd)

n.b.*

n.b.***

n.b.***

% netto arbeidsparticipatie van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking (Bron: CBS Jeugd)

71%

69%

71%

% werkeloze jongeren in de leeftijd 16-22 jaar (Bron: CBS Jeugd)

n.b.*

n.b.***

n.b.***

Aantal personen met een bijstandsuitkering per 10.000 inwoners (Bron: CBS)

358**

150

125

Aantal lopende re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar (Bron: CBS)

32

69

69

% jongeren met jeugdhulp van alle jongeren tot 18 jaar (Bron: CBS Jeugd)

8,4%   7,5%

% jongeren met jeugdbescherming van alle jongeren tot 18 jaar (Bron: CBS Jeugd)

0,8%

n.b.***

0,57%

% jongeren met jeugdreclassering van alle jongeren in de leeftijd van 12-23 jaar (Bron: CBS Jeugd)

n.b.*

n.b.***

n.b***

Aantal cliënten met maatwerkarrangement WMO per 10.000 inwoners (Bron: CBS MSD WMO)

n.b.*

26

26

*) Cijfers CBS tm 2019 beschikbaar. Cijfers 2020 nog niet gepubliceerd

**) De cijfers CBS komen niet overeen met de cijfers van onze administratie. Volgens GWS/Suite bedroeg het aantal uitkeringen PW, IOAW en IOZA ultimo 2020: 114.  De stijging van het aantal personen met een bijstandsuitkering in 2020 in de CBS cijfers is waarschijnlijk het gevolg van de TOZO-uitkeringen (tijdelijke regeling a.g.v. de Corona-crisis). Ook de landelijke cijfers vertonen deze stijging in 2020.

***) Aantallen zijn niet bekend op "waar staat je gemeente", daarom ook niet begroot voor 2021 en/of 2022.

****) Cijfers van CBS wijken af doordat onze administratie voor re-integratie niet volledig gekoppeld is aan het CBS.

 

 

Programma 4

Terug naar navigatie - Programma 4

Omschrijving

Rekening 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Aantal absoluut verzuim per 1.000 leerlingen (Bron: DUO)

n.b.

3,42

0,0

Aantal relatief verzuim per 1.000 leerlingen (Bron: DUO)

n.b.

21,17

26,0

% Vroegtijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) van het VO en MBO (Bron: Ingrado)

n.b.

1,7

1,0

% Niet-sporters (Bron: 'Gezondheidsenquête' (CBS/RIVM))

n.b.

43,7

49,3

Programma 5

Terug naar navigatie - Programma 5

Omschrijving

Rekening 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Aantal verwijzing Halt per 10.000 jongeren (Bron: bureau Halt)* 29 n.b. n.b.
Aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners (Bron: CBS)* 0,5 0,5 n.b.
Aantal geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners (Bron: CBS)* 2,5 0 n.b.
Aantal diefstallen uit woningen per 1.000 inwoners (Bron: CBS)* 3,1 2,5 n.b.
Aantal vernielingen en beschadigingen in openbare ruimte per 1.000 inwoners (Bron: CBS)* 4,6. 5 n.b.
Omvang huishoudelijk restafval aantal kg per inwoner (Bron: CBS) 184,1 215 215
% hernieuwbare elektriciteit (Bron: RWS) 3,5%(2018) n.b. n.b.

*) de gevraagde gegevens niet meer bekend via Halt en CBS.

Programma 6

Terug naar navigatie - Programma 6

Omschrijving

Rekening 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Gemiddelde WOZ waarde x €1.000 (Bron: CBS)* 360.000 325.000 360.000 (2020)
Gemiddelde woonlasten eenpersoonshuishouden (Bron: COELO)* 933 933 1.063
Gemiddelde woonlasten meerpersoonshuishouden (Bron: COELO)* 997 997 1.123
Formatie (aantal fte's per 1.000 inwoners) (Bron: eigen administratie) 0,61 0,61 0,61
Bezetting (aantal fte's per 1.000 inwoners) (Bron: eigen administratie) 0,61 0,61 0,61
Apparaatskosten per inwoner (Bron: eigen begroting) € 559 € 557 € 681
Externe inhuur (kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen) (Bron: eigen begroting) 5% 10% 5%
Overhead (% van de totale lasten) (Bron: eigen begroting) 14% 9% 11%