Jaarrekening

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), de financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet daarvoor geven. Wij gaan bij de grondslagen uit van de tekst zoals deze is opgenomen in de begroting 2024.

 

Begrotingsrichtlijnen
Hieronder volgen de begrotingsrichtlijnen zoals deze in de begroting 2024-2027 zijn vastgelegd:

Beleid
•    De raadsagenda 2022-2026 vormt het uitgangspunt bij het opstellen van de begroting 2024. Het college van B&W werkt deze agenda verder uit aan de hand van de vragen: Wat willen we bereiken, wat zijn onze doelen en gaan we ervoor doen, wat mag het kosten? 
•    Raadsbesluiten tot en met de vergadering van juni 2023, inclusief de uitkomsten van het voorjaarsbericht 2023 en de kadernota 2024-2027  verwerken wij in de programmabegroting 2024;
•    Raadsbesluiten van juli tot en met december 2023 met meerjarige (structurele) gevolgen verwerken wij in de eerste begrotingswijziging van 2024;

Kostenontwikkeling

•    Voor het jaar 2024 tot en met 2027 wordt rekening gehouden met 3,2 % inflatiecorrectie (opgave CPB-prognose van maart 2023) op uitgaven en inkomsten; 
•       Rekening is gehouden met een interne loonkostenstijging van 5,2 %. Dit is conform de begroting van OVER-gemeenten, waar de loonkosten van de ambtelijke organisatie in zijn opgenomen. Het betreft hier dus alleen de loonkosten van het bestuur van Oostzaan. Deze indexatie is noodzakelijk om periodieken, verhoging sociale lasten en pensioenlasten te dekken; 
•       Voor de gemeenschappelijke regelingen wordt aansluiting gezocht met de vernieuwde bijdrage. Prijsstijgingen hoger dan het inflatiepercentage, zijn slechts opgenomen voor zover daar contracten, bestuurlijke afspraken of andere ‘bewijsstukken’ aan ten grondslag liggen;
•       De begrotingen van de samenwerkingsverbanden en gemeenschappelijke regelingen dienen we uiterlijk 31 mei te hebben ontvangen, zodat deze kunnen worden verwerkt in de programmabegroting 2024-2027. 

Renteontwikkeling

•    Voor het jaar 2024 hanteren wij het percentage van 2,3 % aan rekenrente. Dit bedrag is gebaseerd op de ultimo 2022 uitstaande leningen. Dit percentage gebruiken wij voor diverse berekeningen zoals afkoopsommen, contante waarden en kapitaallasten over investeringen. Het verschil tussen de werkelijke en de toegerekende rente - het renteresultaat - verantwoorden wij in programma 6 Bestuur en Organisatie.

Overige 
•    In de vergaderingen van de samenwerkingsverbanden en gemeenschappelijke regelingen dient ons gemeenschappelijk standpunt met betrekking tot de loon- en prijsstijgingspercentages en de aanleverdatum van de begrotingen te worden ingebracht.
•    De jaarschijf 2024 van het meerjarenplan 2024-2027 stelt u vast bij de kadernota 2024 voor wat betreft vervangingsinvesteringen, areaaluitbreiding en intensivering bestaand beleid. De consequenties ervan verwerken wij in de programma’s van de programmabegroting 2024-2027.
Gemeentelijke belastingen en retributies
•    Voor de tarieven gaan wij uit van een stijging gelijk aan het inflatiepercentage, in dit geval van 3,2 %. Uitzonderingen op de algemene regel van de toegestane stijging zijn
•    reisdocumenten / rijbewijzen: de tarieven van de reisdocumenten / rijbewijzen zijn aan een wettelijk maximum gebonden;
•    afvalstoffenheffing / rioolrecht: met betrekking tot deze tarieven geldt een maximale kostendekking van 100%;
•    voor de OZB en de RZB geldt dat niet voor de tarieven, maar de opbrengst stijgt met het genoemde inflatiepercentage.

 

 

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

Waardering activa/passiva
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde. 

Transitorische posten
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividend
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.

Algemene uitkering
Voor de baten van de Algemene Uitkering wordt uitgegaan van de decembercirculaire van het desbetreffende jaar.

Personeelslasten
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.

Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) is indien van toepassing, wel een verplichting opgenomen te worden.

Rechtmatigheidsverantwoording

De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de financiële verordening en op basis van de kadernota rechtmatigheid. Dat betekent dat:
•    De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet;
•    De financiële rechtmatigheid het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik criterium omvat:
•    Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader zoals door de raad is vastgesteld;
•    Voor het begrotingscriterium geldt dat alle overschrijdingen van lasten en
investeringskredieten onrechtmatig, waarbij voor een aantal scenario’s in de financiële verordening is beschreven wanneer deze overschrijdingen acceptabel zijn. Voor over -en onderschrijdingen van baten, onderschrijdingen van lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig aan de raad zijn gemeld;
•    Ten aanzien van het M&O criterium is de nota M&O beleid van onze organisatie leidend bij het voorkomen en opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid zijn eventuele gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording.
•    De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de kadernota rechtmatigheid 2024 van de Commissie BBV alsmede onze eigen financiële verordening. Dit betekent dat:
•    Een verantwoordingsgrens van 3% van de werkelijke lasten (inclusief toevoegingen aan de reserves) is gehanteerd waarboven cumulatieve fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen;
•    Een rapporteringstolerantie van €25.000 is gehanteerd waarboven fouten en onduidelijkheden in de paragraaf bedrijfsvoering worden opgenomen.

 

Wet Normering Topfunctionarissen (WNT)
Per 1 januari 2013 is de Wet Normering Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Voor de uitvoering van de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen in de publieke sector heeft de gemeente zich gehouden aan de beleidsregels toepassing Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector (WNT).

 

Balans

Vaste activa

Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs, verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen van derden, de jaarlijkse afschrijvingslasten en eventuele afwaarderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

De gehanteerde afschrijvingstermijnen met betrekking tot bijdragen aan activa in eigendom van derden zijn afhankelijk van de technische gebruiksduur en de afschrijvingstermijnen zoals vermeldt onder de Materiële vast activa.

Materiële vaste activa met economisch nut

In erfpacht uitgegeven gronden
De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (i.c. de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Percelen waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht, zijn tegen een geringe registratiewaarde opgenomen.

Overige investeringen met economisch nut 
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en worden afgeschreven volgens de annuïtaire methode. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. 

Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven met ingang van het navolgende boekjaar, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.

Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken.

Volledigheidshalve vermelden wij dat op investeringen die vóór 2008 gedaan zijn soms extra is afgeschreven zonder economische noodzaak (ter verlichting van toekomstige lasten). Ook zijn in voorkomende gevallen reserves op dergelijke investeringen afgeboekt.

 

De vastgestelde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:

Afschrijvingstermijn

Soort investering

60 jaar

Gemeentehuis, woningen, brandweerkazerne, onderhoud riool, andere kantoorgebouwen en scholen. Voor nieuwe projecten geldt een termijn van maximaal 50 jaar, maar bij voorkeur 40 jaar of korter

40 jaar

Gemeentewerf en andere bedrijfsgebouwen, bruggen, landhoofden en verbeteringen hieraan

30 jaar

Riolering, speelplaatsen en sportvelden

20 jaar

Motorvoertuigen, houten bruggen, fietspaden, wegen en trottoirs

15 jaar

Technische installaties in bedrijfsgebouwen, plantsoenen nieuwe aanleg, openbare verlichting, verkeerslichten, beschoeiing en damwanden

10 jaar

Veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen, aanleg tijdelijke terreinwerken, nieuwbouw tijdelijke woonruimten en bedrijfsgebouwen, verbouwing woonruimten en bedrijfsgebouwen en verbetering sportvelden

 5 jaar

Zware transportmiddelen, aanhangwagens, schuiten, personenauto's, lichte motorvoertuigen, automatiseringsapparatuur en kantoorinventaris

Activa met economisch nut en verkrijgingsprijs van minder dan €15.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatstgenoemden worden altijd geactiveerd.

 

Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Overeenkomstig de vastgestelde 'Financiële verordening 2021' worden infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken geactiveerd en afgeschreven met een door de gemeenteraad vastgestelde termijn op basis van de verwachte levensduur. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en dus ook afgeschreven).

 

Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen worden gewaardeerd tegen verkrijgingswaarde of vervaardigingsprijs (conform artikel 63 lid 1 van de BBV). De verkrijgingwaarde is de prijs waarvoor het aandeel of obligatie oorspronkelijk is uitgegeven (onafhankelijk van de koers).

Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering gelukkig niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs.

De obligatieportefeuille is gewaardeerd tegen de verwachte aflossingswaarde. Het verschil met de destijds betaalde verkrijgingsprijs is als transitorische (rente)post in de balans opgenomen. Dit verschil wordt in het resultaat opgenomen in de (gemiddeld) resterende looptijd tot aflossing/uitloting.

Bijdragen aan activa van derden worden op basis van individuele raadsbesluiten geactiveerd. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.

Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.

 

Vlottende activa

Voorraden
De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, dan wel lagere marktwaarde. Er wordt geen rente bijgeschreven op de boekwaarde van deze voorraden.

De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.

 

Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingswaarde of vervaardigingsprijs (conform artikel 63 lid 1 van de BBV). Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

 

Liquide middelen en overlopende posten.
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

 

Voorzieningen
Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schuld) van de gemeente. Om deze reden kunnen voorzieningen ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies.

 

Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

 

Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

 

Borg- en Garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.

Balans

Balans Activa

Terug naar navigatie - Balans - Balans Activa
Balans Balans 2024 Balans 2023
Activa
Vaste Activa
Immateriele vaste activa
Bijdragen aan activa in eigendom van derden 1.573.157 1.680.953
Totaal Immateriele vaste activa 1.573.157 1.680.953
Materiele vaste activa
Gronden in erfpacht uitgegeven 312.321 312.321
Investeringen met economisch nut waarvoor ter bestrijding vd kosten een heffing kan worden geheven 7.277.524 5.679.261
Investeringen met een economisch nut 19.784.839 19.867.289
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut 7.455.135 7.302.823
Totaal Materiele vaste activa 34.829.819 33.161.694
Financiele vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen 462.556 462.556
Overige langlopende leningen 525.868 557.594
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 734.264 679.901
Totaal Financiele vaste activa 1.722.687 1.700.051
Totaal Vaste Activa 38.125.663 36.542.698
Vlottende Activa
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
Vorderingen op openbare lichamen 4.026.986 2.365.426
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 6.900.000 10.000.000
Overige vorderingen 980.431 1.590.127
Totaal Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 11.907.417 13.955.553
Liquide middelen
Kassaldi 4.704 7.516
Banksaldi 33.696 485.973
Totaal Liquide middelen 38.401 493.489
Overlopende activa
Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen die tlv volgende begrotingsjaren komen 279.029 399.583
Ivm voorfinanciering uitk. met specifiek doel: nog te ontv.bedragen van het Rijk 179.196 0
Ivm voorfinanciering uitk. met specifiek doel: nog te ontv.bedr. van overige Ned. overheidslichamen 32.470 22.718
Totaal Overlopende activa 490.695 422.302
Totaal Vlottende Activa 12.436.512 14.871.344
Totaal Activa 50.562.175 51.414.041

Balans Passiva

Terug naar navigatie - Balans - Balans Passiva
Balans Balans 2024 Balans 2023
Passiva
Vaste passiva
Eigen Vermogen
Bestemmingsreserves 5.471.157 7.876.012
Algemene reserve 4.297.927 2.840.817
Het gerealiseerde resultaat volgend uit een overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 694.348 1.372.068
Totaal Eigen Vermogen 10.463.433 12.088.898
Voorzieningen
Voorzieningen 3.574.961 3.115.442
Totaal Voorzieningen 3.574.961 3.115.442
Vaste schulden, met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer
Onderhandse leningen van binnenlandse banken en financiële instellingen 28.865.200 29.784.800
Waarborgsommen 11.613 14.286
Totaal Vaste schulden, met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 28.876.813 29.799.086
Totaal Vaste passiva 42.915.206 45.003.426
Vlottende Passiva
Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
Overige Schulden 2.675.396 3.791.471
Banksaldi 286 183
Totaal Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 2.675.682 3.791.654
Overlopende passiva
Overige vooruitontvangen bedragen die tbv de volgende begrotingsjaren komen 1.593.402 1.386.130
Ivm voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van Europese overheidslichamen 6.311 0
Ivm voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van het Rijk 3.146.612 874.029
Ivm voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van overige Nederlandse overheidslichamen 224.962 358.802
Totaal Overlopende passiva 4.971.287 2.618.961
Totaal Vlottende Passiva 7.646.969 6.410.615
Totaal Passiva 50.562.175 51.414.041

Toelichting op de balans

Activa

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans - Activa

Vaste activa

Immateriële vaste activa
Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd indien aan de volgende eisen is voldaan:
- Er is sprake van een investering door een derde;
- De investering draagt bij aan de publieke taak;
- De derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen;
- De bijdrage kan door de gemeente worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.

  Boekwaarde per 31-12-2024 Boekwaarde per 31-12-2023
Bijdrage aan activa in eigendom van derden 1.573.157 1.680.953
Totaal      
1.573.157 1.680.953

De post immateriële vaste activa kan als volgt worden gespecificeerd:

  Oorspronkelijke bijdrage Boekwaarde per 31-12-2024
Kunstgrasvelden OFC (2009) 850.000 0
Kunstgrasvelden OFC (2024) 990.000 990.000
Kunstgrasveld OKV 191.756 112.453
Bijdrage renovatie sporthal SSO (2012) 300.000 182.352
Bijdrage renovatie sporthal SSO (2015) 350.000 288.352
Totaal
2.681.756 1.573.157

Toelichting 2024:
In 2023 is er conform de begroting een extra krediet van €990.000 beschikbaar gesteld voor de vervanging van de kunstgrasvelden van OFC. De afschrijvingen starten in 2025.

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) kent de volgende soorten vaste activa:
- investeringen met een economisch nut;
- investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven;
- investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

De materiële vaste activa bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderverdeling Boekwaarde 31-12-2023 Investeringen 2024 Desinvesteringen 2024 Afschrijving 2024 Bijdrage derden 2024 Boekwaarde 31-12-2024
1. Gronden terreinen (met economische nut) 1.343.613 7.307 0 15.270 0 1.335.650
2. Woonruimten (met economische nut) 1.681.949 213.263 0 5.850 0 1.889.362
3. Bedrijfsgebouwen (met economische nut) 16.973.903 51.847 0 314.927 0 16.710.823
4a. Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (met economische nut) 0 0 0 0 0 0
4b. Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (met economische nut, waarvoor heffing kan worden geheven) 5.679.263 1.894.576 0 296.315 0 7.277.524
4c. Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (met maatschappelijk nut) 7.302.830 779.193 0 626.888 0 7.455.135
5. Vervoermiddelen (met economische nut) 38.395 37.579 0 28.452 0 47.522
6. Machines, apparatuur en installaties(met economische nut) 141.740 10.372 0 38.310 0 113.802
  33.161.694 2.994.137 0 1.326.012 0 34.829.818

Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer:

  Boekwaarde 31-12-2023 Investeringen 2024
Desinvesteringen
Afschrijving 2024
Bijdrage derden 2024
Boekwaarde 31-12-2024
In erfpacht uitgegeven gronden 312.321 0 0 0 0 312.321
Investeringen met een economisch nut waarvan ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven 5.679.261 1.894.576 0 296.315 0 7.277.524
Overige investeringen met een economisch nut 19.867.289 320.368 0 402.809 0 19.784.838
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut 7.302.823 779.193 0 626.888 0 7.455.135
Totaal
33.161.694 2.994.137 0
1.326.012 0 34.829.818

In erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. De boekwaarde van de erfpachtgronden is in het boekjaar niet gemuteerd.

 

Investeringskredieten

Totaaloverzicht van de stand van zake met betrekking tot investeringen en investeringskredieten in 2024: 

Financiële vaste activa

De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs, de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en eventuele afwaarderingen. Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2024 wordt in onderstaand schema weergegeven:

Omschrijving investeringen  Boekwaarde 31-12-2023 Investeringen 2024 Desinvesteringen 2024 Afschrijving/ aflossingen 2024 Bijdrage derden 2024  Boekwaarde 31-12-2024
Kapitaalverstrekkingen            
- deelnemingen BNG 56.189 0 0 0 0 56.189
- deelnemingen EZW 907 0 0 0 0 907
- deelnemingen Alliander 401.475 0 0 0 0 401.475
- deelnemingen OD IJmond 3.985 0 0 0 0 3.985
Totaal kapitaalverstrekkingen 462.556
0 0 0 0 462.556
             
Leningen aan:            
- overige langlopende leningen  1.237.496 25.315 0 2.679 0 1.260.132
Totaal leningen 1.237.496 25.315 0 2.679 0 1.260.132
Totaal 1.700.051 25.315 0 2.679 0 1.722.688

Toelichting mutaties:

  • Overige langlopende leningen, betreffende lening Agora en Stichting Sporthal Oostzaan en  de uitgezette gelden bij de SVN (Stichting Volkshuisvesting Nederland). De investering betreft een stijging van de gelden door ontvangen rente op uitgezette leningen.

Vlottende activa

Uitzettingen korter dan één jaar

De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden gewaardeerd op basis van verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Uitzettingen korter dan één jaar Boekwaarde per 31-12-2024 Boekwaarde per 31-12-2023
Vorderingen openbare lichamen* 4.026.986 2.365.426
Schatkistbankieren 6.900.000 10.000.000
Overige vorderingen (debiteuren)* 980.431 1.590.127
Totaal
11.907.417 13.955.553

*Vanaf 2024 is de splitsing gemaakt op de debiteuren in eigen beheer naar algemene debiteuren en de vorderingen op openbare lichamen, omdat dit gedurende het jaar 2024 is ingesteld zijn de vergelijkende cijfers van 2023 niet nauwkeurig. Deze herrubricering zal eind 2025 het juiste beeld tonen.

Specificatie van het hierboven genoemde saldo overige vorderingen (debiteuren): 

Uitzettingen Debiteuren eigen beheer Debiteuren belastingen Debiteuren sociale zaken Totaal
Debiteuren <2023 418.187 15.841 403.874 837.902
Debiteuren 2023 555 322.340 19.626 342.521
Debiteuren 2024 78.522 273.047 29.925 381.494
Totaal debiteuren 497.264 611.228 453.425 1.561.917
Voorzieningen oninbaarheid -418.465 -38.912 -124.110 -581.486
Totaal      
78.799 572.316 329.315 980.431

 

 Vorderingen op Nederlandse overheidslichamen Boekwaarde per 31-12-2024 Boekwaarde per 31-12-2023
Debiteuren openbare lichamen 107.172 0
Schatkistbankieren 6.900.000 10.000.000
BTW compensatiefonds 3.815.559 2.129.840
Uitkoop hoogspanningsmasten  104.255 235.586
Totaal      
10.926.986 12.365.426

Op 15 december 2013 is de wet Verplicht Schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat decentrale overheden hun overtollige middelen (gelden op rekening-courant bij de bank boven een bepaald drempelbedrag) aan moeten houden bij het Ministerie van Financiën (de schatkist). Het doel hiervan is het verlagen van de EMU-schuld van de collectieve sector. Doordat de decentrale overheden hun tijdelijk overtollige gelden aanhouden in de schatkist, wordt de externe financieringsbehoefte van het Rijk verminderd. De gemeenten hebben een rekening-courant bij de schatkist waar gelden op aangehouden kunnen worden. Voor Oostzaan is het zogenaamde drempelbedrag €1.000.000.

Per kwartaal mag het totaal van alle liquide middelen op de diverse bankrekeningen en in kas niet boven dit bedrag uitkomen.

Uit onderstaande berekeningen per kwartaal blijkt dat de gemeente Oostzaan het maximum drempelbedrag niet heeft overschreden.

Liquide middelen

Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:

 Liquide middelen Boekwaarde per 31-12-2024 Boekwaarde per 31-12-2023
Kassaldi 4.704 7.516
Banksaldi 33.696 485.973
Totaal      
38.401 493.489

Overlopende activa

De post overlopende activa kan als volgt worden onderscheiden:

Overlopende activa Boekwaarde per 31-12-2024 Boekwaarde per 31-12-2023
Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen die tlv volgende begrotingsjaren komen

279.031

399.584

I.v.m. voorfinanciering uitkeringen. met specifiek doel: nog te ontvangen bedragen van het Rijk

179.196

0

I.v.m. voorfinanciering uitkeringen met specifiek doel: nog te ontvangen bedragen van overige Ned. overheidslichamen

4.989

22.718

Totaal      
463.216 422.302

Toelichting:
Het bedrag is opgebouwd uit vooruitbetaalde kosten en nog te ontvangen posten per balansdatum 31 december 2024.

Specificatie onderhanden werk:

Complex
 Boekwaarde 31-12-2023 Opbrengsten 2024 Uitgaven 2024 Winstnames 2024  Boekwaarde 31-12-2024
Project Lishof 9.306 0 0 0 9.306
Radio 9 terrein 18.525 0 18.612 0 37.137
Project Derlagehof 8.288 0 0 0 8.288
Project Noordeinde 44* 0 -7.175 12.886 0 5.711
Project Noordeinde 75-77 5.542 0 1.178 0 6.720
Totaal 41.661 -7.175 32.676
67.162

*Per eind 2023 was dit een vooruitontvangen bedrag (passivazijde van de balans), per eind 2024 is er een nog te ontvangen saldo ontstaan (activazijde van de balans).

PASSIVA

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans - PASSIVA

Eigen vermogen

Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten:

Eigen vermogen Boekwaarde per 31-12-2024 Boekwaarde per 31-12-2023
Algemene reserve 4.297.927 2.840.817
Bestemmingsreserves 5.471.157 7.876.012
Totaal reserves 9.769.085 10.716.830
Resultaat 694.348 1.372.068
Totaal
10.463.433 12.088.898

 

Stand van de reserves

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans - Stand van de reserves
RESERVES Saldo 1 januari 2024 Toevoegingen 2024 Resultaatbestemming 2023 Rentetoerekening 2024 Onttrekkingen 2024 Verminderingen i.v.m. afschrijvingen op activa Saldo 31 december 2024
Algemene reserve 2.840.817 373.688 1.083.422 0 0 0 4.297.927
Totaal Algemene reserve 2.840.817 373.688 1.083.422 0 0 0 4.297.927
Bestemmingsreserve Sociaal Domein 621.845 0 0 0 -272.063 0 349.782
Egalisatiereserve baggeren 88.930 103.979 0 0 0 0 192.909
Reserve aanbesteding datacenter 25.877 0 0 0 0 0 25.877
Reserve afkoop onderhoud begraafplaats 156.368 0 0 0 -16.873 0 139.495
Reserve Avant fietsbrug en fietstunnel 0 25.000 0 0 0 0 25.000
Reserve bestuurlijke toekomst 50.000 0 0 0 -30.000 0 20.000
Reserve BOA 30.145 0 0 0 0 0 30.145
Reserve Co-financiering Uitbreid.bibliotheekvoorz. (Spuk) 0 10.000 55.236 0 0 0 65.236
Reserve Diversiteitsagenda en Participatieagenda 0 0 3.250 0 0 0 3.250
Reserve duurzaamheid 344.328 0 87.000 0 0 0 431.328
Reserve Gezond opgroeien 0 0 10.000 0 0 0 10.000
Reserve IHP (Integraal Huisvestingsplan) Onderwijs 0 0 30.000 0 -22.736 0 7.264
Reserve infrastructuur 48.278 0 15.000 0 0 0 63.278
Reserve inrichting theaterzaal 55.500 18.500 0 0 0 0 74.000
Reserve jongerenbeleid 0 0 6.500 0 0 0 6.500
Reserve kwaliteitszorg 8.000 0 0 0 0 0 8.000
Reserve noodfonds inflatiearmoede 451.862 13.510 0 0 -255.482 0 209.890
Reserve Oekraïne 4.532.917 325.326 0 0 -2.523.889 0 2.334.354
Reserve omgevingswet 772.168 0 0 0 -86.292 0 685.875
Reserve onderhoud bruggen 133.405 34.075 0 0 0 0 167.480
Reserve projecten en openbaar groen 365.443 0 0 0 0 0 365.443
Reserve Robuust rechtsbeschermingssysteem 43.533 0 0 0 0 0 43.533
Reserve spitscamera inrijverbod 50.000 0 0 0 0 0 50.000
Reserve sport 0 15.000 0 0 0 0 15.000
Reserve sporttoestellen de greep 12.000 4.000 0 0 0 0 16.000
Reserve Veilig wonen (politieke ambtsdragers) 7.062 7.062 0 0 0 0 14.124
Reserve Verkeersbeleid 0 15.000 0 0 0 0 15.000
Reserve verkiezingen 15.706 8.551 0 0 0 0 24.257
Reserve wachtgeld wethouders 41.587 0 0 0 0 0 41.587
Reserve Wet goed verhuurderschap 0 0 8.095 0 -1.169 0 6.926
Reserve Wet Kwaliteitsborging bouw 21.060 0 8.565 0 0 0 29.625
Totaal Bestemmmingsreserves 7.876.012 580.003 223.646 0 -3.208.504 0 5.471.157
Totaal reserves 10.716.830 953.691 1.307.068 0 -3.208.504 0 9.769.085
11-aug-2025

Toelichting op mutaties in reserves 2024

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans - Toelichting op mutaties in reserves 2024

Onder "bestemming resultaat vorig boekjaar" staat de verdeling van het rekeningresultaat 2023, zoals deze is vastgesteld bij de jaarstukken 2023.

De mutaties op de hierboven genoemde reserves zijn toegelicht in de programma's.

Het verloop van de Algemene reserve is in 2024 als volgt:

Algemene reserve per 01-01-2024 2.840.817
Bij: toevoeging conform begroting i.v.m. verhogen weerstandsratio 373.688
Bij: rekeningresultaat conform resultaatbepaling 2023 1.083.422

Algemene reserve per 31-12-2024, exclusief het rekeningresultaat 2024

4.297.927

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans - Voorzieningen

Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schulden) van de gemeente. Voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde c.q. het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De vorming van een voorziening, dan wel een dotatie aan een reeds bestaande voorziening als de last wordt in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen aan voorzieningen zijn rechtstreeks ten late van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord. Aan voorzieningen ter egalisatie van (onderhouds)lasten van kapitaalgoederen over meerdere begrotingsjaren ligt een actueel (beheer)plan ten grondslag. Uitgevoerd achterstallig onderhoud is daarbij ten laste gebracht van de exploitatie.  

 

Voorzieningen voor verplichtingen Boekwaarde per 31-12-2024 Boekwaarde per 31-12-2023
Pensioenvoorziening 1.445.645 1.521.136
Voorziening afval 103.325 38.325
Voorziening egalisatie riolering 1.328.338 1.046.735
Voorziening gebouwen 0 4.737
Voorziening meerjarenonderhoudsplannen 487.252 501.081
Voorziening verlofsparen 0 3.427
Voorziening bestuurlijke boete 210.400 0
Totaal      
3.574.961 3.115.442


Het verloop van de voorzieningen in 2024 wordt in onderstaand schema weergegeven:

Voorzieningen Saldo 01-01-2024

Toevoegingen
2024

Vrijgevallen 
2024
Aanwendingen
2024
 Saldo 31-12-2024
A. Voorzieningen ter egalisering van de kosten (onderhoudsvoorzieningen)
         
Voorziening gebouwen 4.737 0 4.737 0 0
Meerjarenonderhoudsplannen 501.082 159.155 0 172.985 487.251
Totaal 505.819 159.155 4.737 172.985 487.251
           
B. Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's          
Voorziening pensioenen 1.521.136 113.498 126.149 62.840 1.445.645
Voorziening verlofsparen 3.427 0 3.427 0 0
Voorziening bestuurlijke boete 0 210.400 0 0 210.400
Totaal 1.524.563 323.898 129.576 62.840 1.656.045
           
C. Voorzieningen voor bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen waarvoor een heffing wordt geheven
         
Voorziening egalisatie riolering 581.633 746.705 0 0 1.328.338
Voorziening bezwaarschriften riool 465.102 0 465.102 0 0
Voorziening afval 38.326 65.000 0 0 103.326
Totaal 1.085.061 811.705 465.102 0 1.431.664
           
Totaal 3.115.442 1.294.758 599.415 235.824 3.574.961

Toelichting:

  • Voorziening egalisatie riolering:
    Conform de voorschriften van de BBV wordt jaarlijks het voordeel op het product riolering toegevoegd aan deze voorziening.
  • Voorziening Afval:
    In 2017 is deze voorziening gevormd. Deze voorziening is bestemd voor onderzoeken in het kader van afvalreductie en VANG doelstelling. In 2024 is er een bedrag van €65.000 toegevoegd aan de voorziening, dit is conform begroting.
  • Voorziening gebouwen: In 2021 is duidelijkheid ontstaan omtrent de bouwkundige aanpassingen van het pand De Korenaar. De herstelkosten in 2023 zijn onttrokken uit de voorziening. In 2024 is het restant vrijgevallen.
  • Meerjarenonderhoudsplannen: in 2023 zijn meerjarenonderhoudsplannen opgesteld, deze zullen conform deze plannen worden uitgevoerd. 
  • Voorziening pensioenen: Jaarlijks wordt de hoogte van deze voorziening opnieuw bepaald, om uiteindelijk het doel-vermogen te bereiken, om aan de pensioenverplichting van onze oud-bestuurders te kunnen voldoen. Door een stijging van het rentepercentage wordt de bijdrage vanuit de gemeente lager en kan €75.490 vrijvallen ten gunste van het rekeningresultaat.
  • Voorziening verlofsparen: Jaarlijks wordt de hoogte van deze voorziening opnieuw bepaald, in 2024 is er geen voorziening verlofsparen benodigd, deze is vrijgevallen ten gunste van het rekeningresultaat.
  • Voorziening bestuurlijke boete: de voorziening is gevormd voor eventuele nagekomen kosten.

Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans - Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar

De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt:

Schulden langer dan één jaar Boekwaarde per 31-12-2024 Boekwaarde per 31-12-2023
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen 28.865.200 29.784.800
Waarborgsommen 11.613 14.286
Totaal      
288.76.813 29.799.086

Waarborgsommen

Dit bedrag is opgebouwd uit ontvangen waarborgsommen conform de diverse huurcontracten.

Vlottende passiva

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans - Vlottende passiva

Onder de netto vlottende schulden korter dan één jaar zijn opgenomen:

Vlottende passiva Boekwaarde per 31-12-2024 Boekwaarde per 31-12-2023
Schulden < 1 jaar 2.351.975 3.553.693
Banksaldi 286 183
ZorgNed 320.635 237.778
Sociale Zaken 2.786 0
Totaal      
2.675.682 3.791.654

Toelichting

De post "schulden < 1 jaar" bestaat voornamelijk uit het crediteurensaldo per 31-12-2024.

Overlopende passiva

De in de balans opgenomen korte schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Overlopende passiva Boekwaarde per 31-12-2024 Boekwaarde per 31-12-2023
Grondgebonden mutaties 566.450 225.961
Overige vooruit ontvangen bedragen die tbv de volgende begrotingsjaren komen  1.026.952 1.160.169
Van Europese overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen 6.311 0
Van het Rijk ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen 3.145.303 874.029
Voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van overige Nederlandse overheidslichamen 224.962 358.802
Totaal      
4.969.978 2.618.961

Specificatie grondgebonden mutaties:

Complex
 Boekwaarde 31-12-2023 Opbrengsten   2024 Uitgaven 2024
Winstnames 2024  Boekwaarde 31-12-2024
Dr. Boomstraat 168.940 41.190 3.457 0 206.673
Ambacht 40 25.019 0 675 0 24.344
Noordeinde 65 24.827 20.000 0 0 44.827
Noordeinde 44* 7.175 -7.175 0 0 0
Watercompensatie Kerkstraat 0 375.000 84.394 0 290.606
Totaal 225.961 429.015 
88.526 0 566.450

*Per eind 2023 was dit een vooruitontvangen bedrag (passivazijde van de balans), per eind 2024 is er een nog te ontvangen saldo ontstaan (activazijde van de balans).

De in de balans opgenomen post "Overige vooruit ontvangen bedragen die t.b.v. de volgende begrotingsjaren komen " kan als volgt worden gespecificeerd:

Overige vooruit ontvangen bedragen die t.b.v. de volgende begrotingsjaren komen  Boekwaarde per 31-12-2024 Boekwaarde per 31-12-2023
Nog te betalen kosten 52.058 446.530
Nog te betalen rente 2022 205.123 211.406
Nog te betalen transitorische posten 702.504 496.151
Nog te betalen sociale premies/ personeelskosten 2.225 0
BTW aangiften 5.309 6.082
Totaal 967.219 1.160.169

De in de balans opgenomen post " voorfinanciering uitkeringen met specifiek doel: ontvangen van het Rijk" kan als volgt worden gespecificeerd: 

Voorfinanciering uitkeringen met specifiek doel: ontvangen van het Rijk Boekwaarde per 31-12-2024 Boekwaarde per 31-12-2023
SPUK Onderwijsroute 8.669 8.704
SPUK (G)OAB Onderwijsachterstandenbeleid* 124.119 0
SPUK NPO Gelden 45.882 69.871
SPUK Aanpak Energiearmoede 130.088 161.495
SPUK ISV gelden 13.884 32.387
SPUK Lokale Aanpak Isolatie 381.124 0
SPUK TOZO gelden (Corona) 64.145 47.834
SPUK Opvang ontheemden Oekraïne 863.480 0
SPUK Inburgeringsvoorzieningen 232.870 124.198
SPUK GALA Brede SPUK 96.507 77.204
SPUK Lokale aanpak Isolatie 0 138.497
SPUK Stimulering Sport 20.638 0
SPUK CDOKE Klimaat en Energiebeleid 343.704 213.838
SPUK bibliotheekvoorzieningen 248.916 0
DUMAVA Kerkbuurt 4 242.238 0
DUMAVA Begoniastraat 329.039 0
Totaal 3.145.303 874.026

* Per eind 2023 stond SPUK (G)OAB Onderwijsachterstandenbeleid gerubriceerd onder "Voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van overige Nederlandse overheidslichamen", per eind 2024 staat het onder "Voorfinanciering uitkeringen met specifiek doel: ontvangen van het Rijk".

De in de balans opgenomen post " voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van overige Nederlandse overheidslichamen" kan als volgt worden gespecificeerd: 

Voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van overige Nederlandse overheidslichamen Boekwaarde per 31-12-2024 Boekwaarde per 31-12-2023
SPUK (G)OAB Onderwijsachterstandenbeleid* 0 358.802
Sisa Regiodeal ZaanIJ 197.030 0
REP Regionaal Energiebesparingsprogramma woningen 22.833 0
Diversen 5.099 0
Totaal 224.962 358.802

* Per eind 2023 stond SPUK (G)OAB Onderwijsachterstandenbeleid gerubriceerd onder "Voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van overige Nederlandse overheidslichamen", per eind 2024 staat het onder "Voorfinanciering uitkeringen met specifiek doel: ontvangen van het Rijk".

Waarborgen en afgegeven garanties

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans - Waarborgen en afgegeven garanties

Buiten de balanstelling wordt het totaal aan afgegeven gewaarborgde geldleningen opgevoerd. Het betreft een overzicht van verstrekte waarborgen en garanties aan natuurlijke- en rechtspersonen, welke door de gemeente Oostzaan gewaarborgd zijn. Dit overzicht kan als volgt worden opgesteld:

Waarborgen en garanties Oorspronkelijk bedrag Stand per 31-12-2023 Percentage Boekwaarde 31-12-2024
Geldleningen overig 2.378.985 2.248.891 100% 1.509.398
Geldleningen WSW voor 1-8-2021 35.340.058 16.757.010 50% 10.601.585
Geldleningen WSW na 1-8-2021 1.173.375.000 0 0.1-100% 2.465.000
Totaal      
1.211.094.044 19.005.901   14.575.983

NB. Van de garantstellingen zijn niet van alle banken de oorspronkelijke hoofdsaldi beschikbaar, en ook niet alle overzichten van afgegeven gemeentegaranties met betrekking tot de restschuld worden door alle financiële instellingen verstrekt. Hierbij zijn wij uitgegaan van het oorspronkelijk verstrekte leningen. 

 

Programmarekening 2024

Overzicht van baten en lasten

Terug naar navigatie - Programmarekening 2024 - Overzicht van baten en lasten
Exploitatie Rekening 2023 Primaire Begroting 2024 Begroting 2024 incl. wijz. Rekening 2024 Afwijking budget 2024
01 Dienstverlening
Lasten 1.505.748 1.807.585 1.795.085 1.834.833 39.748
Baten 538.609 408.478 1.108.478 1.130.711 22.233
Totaal 01 Dienstverlening -967.140 -1.399.107 -686.607 -704.122 -17.515
02 Ruimtelijke ordening
Lasten 499.855 566.286 551.286 626.298 75.012
Baten 138.662 90.000 90.000 121.047 31.047
Totaal 02 Ruimtelijke ordening -361.194 -476.286 -461.286 -505.251 -43.965
03 Sociaal domein
Lasten 9.613.410 11.058.625 13.297.750 15.173.079 1.875.329
Baten 8.488.265 4.417.181 6.553.905 6.380.100 -173.805
Totaal 03 Sociaal domein -1.125.145 -6.641.444 -6.743.845 -8.792.979 -2.049.134
04 Maatschappelijke participatie
Lasten 1.761.957 1.821.934 2.161.775 1.885.220 -276.555
Baten 204.314 130.135 396.992 400.759 3.767
Totaal 04 Maatschappelijke participatie -1.557.643 -1.691.799 -1.764.783 -1.484.462 280.321
05 Leefomgeving
Lasten 12.247.257 9.499.784 9.807.129 9.817.024 9.895
Baten 6.888.288 4.628.180 4.851.271 4.896.960 45.689
Totaal 05 Leefomgeving -5.358.969 -4.871.604 -4.955.858 -4.920.064 35.794
06 Bestuur en organisatie
Lasten 5.234.276 4.803.860 6.097.950 6.716.083 618.133
Baten 20.475.805 20.298.530 21.462.990 21.497.495 34.505
Totaal 06 Bestuur en organisatie 15.241.530 15.494.670 15.365.040 14.781.412 -583.628
Gerealiseerd saldo baten minus lasten 5.871.439 414.430 752.661 -1.625.465 -2.378.126
40 Mutaties in reserves
Stortingen 9.394.525 401.142 1.783.782 2.260.759 476.977
Onttrekkingen 4.895.155 0 1.720.398 4.580.572 2.860.174
Totaal 40 Mutaties in reserves -4.499.371 -401.142 -63.384 2.319.813 2.383.197
Gerealiseerd saldo mutatie in reserve -4.499.371 -401.142 -63.384 2.319.813 2.383.197

Begrotingsafwijkingen en rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Begrotingsafwijkingen en rechtmatigheid - Begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid

In onderstaande tabel zijn de begrotingsoverschrijdingen per programma uiteengezet en toegelicht. De begrotingsoverschrijdingen betreft het verschil tussen de werkelijke lasten en de (gewijzigde)begroting. De bedragen van deze begroting zijn inclusief de wijzigingen van het Voorjaarsbericht, Najaarsbericht en eventuele andere begrotingswijzigingen. Door middel van het vaststellen van de jaarrekening worden de overschrijdingen door uw raad geaccepteerd. 

Rechtmatigheidsverantwoording

Terug naar navigatie - Begrotingsafwijkingen en rechtmatigheid - Rechtmatigheidsverantwoording

Verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders

De baten en lasten alsmede de balansmutaties moeten getrouw in de jaarrekening worden opgenomen. Uit het getrouw opnemen van de baten en lasten alsmede de balansmutaties, blijken een drietal rechtmatigheidscriteria niet expliciet. Dit betreffen het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium. In deze rechtmatigheidsverantwoording licht het college van burgemeester en wethouders toe in hoeverre bij de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd. Dit houdt in dat de verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties in overeenstemming zijn met door de raad vastgestelde kaders zoals de begroting en gemeentelijke verordeningen en met bepalingen in de relevante wet- en regelgeving. 

Bij de waarderingsgrondslagen in de jaarrekening is het door de raad op 12 december 2024 vastgestelde normenkader van de relevante wet- en regelgeving verder toegelicht. Deze verantwoording hanteert een grensbedrag omdat alleen de van belang zijnde aspecten in de verantwoording hoeven te worden betrokken. Deze grens is door de raad bepaald en bedraagt 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves en is daarmee vastgesteld op €1.149.399 (3% van €38.313.296). De grondslag voor deze verantwoording is de Kadernota Rechtmatigheid 2024 van de Commissie BBV van oktober 2024.

Bevindingen
Het college stelt vast dat de omvang van de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties die niet rechtmatig tot stand zijn gekomen bedrag €5.464.595 bedraagt. Dit is hoger dan de daarvoor gestelde grens van €1.149.399. Van de niet rechtmatig tot stand gekomen verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties is volgens het college overigens een bedrag van €5.393.554 acceptabel op basis van door de gemeenteraad vastgestelde afspraken. De geconstateerde afwijkingen betreffen:

Begrotingscriterium      
1A Overschrijding lasten programma’s €2.694.242
1B. Overschrijding investeringsbudgetten  €71.041
2. Ongeautoriseerde reservemutaties  €2.383.197
3. Overschrijding van baten en/of onderschrijding van lasten en baten die niet tijdig tot een begrotingswijziging hebben geleid of te laat aan het algemeen bestuur zijn gemeld.   €316.115
Totaal begrotingsonrechtmatigheden €5.464.595

4. Totaal van de begrotingsonrechtmatigheden dat past binnen het vooraf vastgestelde beleid en daarmee vooraf als acceptabel is geduid vermelden en verwijzen naar dit vooraf vastgestelde beleid.

De niet-acceptabele begrotingsonrechtmatigheden worden inhoudelijk in de rechtmatigheidsverantwoording en in de paragraaf bedrijfsvoering toegelicht

€5.393.544 


€71.041

Voorwaardencriterium      
 5. Inkopen ten onrechte niet Europees aanbesteed (inhoudelijk hier toelichten en in de paragraaf bedrijfsvoering). € 0
   
M&O criterium    
6. Geen bevindingen € 0
   
Totaal onrechtmatigheden €5.464.595
Waarvan acceptabel €5.393.544
Waarvan niet-acceptabel €71.041

In de paragraaf bedrijfsvoering is op basis van de Kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV en op basis van de afspraken met de raad aanvullende informatie opgenomen over de financiële rechtmatigheid. In deze paragraaf heeft het college ook beschreven welke actie hij onderneemt om vermelde afwijkingen in de toekomst te voorkomen.

Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen - Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen

Het overzicht van de Algemene dekkingsmiddelen bestaat uit de volgende componenten: 

  • lokale heffingen
  • algemene uitkering
  • dividend
  • saldo van de financieringsfunctie
  • overige algemene dekkingsmiddelen
  • inzet post onvoorzien

Lokale heffingen
Hieronder het overzicht van de lokale heffingen:

Belastingsoorten Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar
Onroerende zaakbelasting 2.798.755 2.805.091
Roerende zaakbelasting 7.000 5.669
Precariobelasting 0 0
Toeristenbelasting 324.763 339.000
Hondenbelasting 35.115 36.339
Totaal      
3.165.633

3.186.099

 

 

 

 

 

 

 

 

Werkelijke baten en lasten uit hoofde van lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is wijken ten opzichte van de begroting af met een bedrag van per saldo €20.466.
Dit betreft voornamelijk een aanpassing op areaaluitbreiding op de OZB alsmede een stijging in het aantal overnachtingen voor de toeristenbelasting. 
De aanslag toeristenbelasting 2024 wordt opgelegd in 2025 na de ontvangst van de vastgestelde nachtregisters.

Algemene uitkering
Van alle gemeenten wordt verwacht dat in de jaarrekening over het verslagjaar 2024  de uitkering van het gemeentefonds wordt opgenomen conform de laatst gepubliceerde accresmededeling, zijnde de decembercirculaire 2024. 

Algemene uitkering Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar
Algemene uitkering 2024 16.887.557 16.808.852
Afwikkeling 2023 0 -280.782
     
16.887.557 16.528.069

De hierboven genoemde cijfers zijn afgestemd op de decembercirculaire 2024. Het accres, waarop de gepresenteerde cijfers zijn berekend, kan wijzigen in de meicirculaire 2025. Bij het opstellen van de jaarrekeningcijfers 2024 is hiermee nog geen rekening gehouden.

Dividend
Dividenden zijn verantwoord in het jaar waarin het besluit tot toekenning van het dividend door de Algemene vergadering van de vennootschap is genomen. Deze baten laten zich als volgt specificeren:

Dividend Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar
Bank Nederlandse gemeenten 45.000 45.469
EZW 100.000 101.684
Totaal      
145.000 147.153

Saldo financieringsfunctie
Het saldo van de financieringsfunctie bestaat uit de ontvangen rentebaten over de uitzettingen, alsmede de betaalde rentelasten over de aangegane leningen en over de aangetrokken middelen in rekeningcourant. Voornoemde baten en lasten laten zich als volgt specificeren:

Saldo financieringsfunctie Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar
Rentelasten 618.184 599.058
  618.184 599.058

Post Onvoorzien
Op de post "onvoorzien" staat het algemene budget voor onvoorziene uitgaven. Het saldo van de post onvoorzien bedraagt €30.000. Dit bedrag is vastgesteld in de begroting 2024, en is niet besteed in 2024.

Overzicht van incidentele baten en lasten

Terug naar navigatie - Overzicht van incidentele baten en lasten - Overzicht van incidentele baten en lasten

 

Incidentele baten en lasten zijn baten en lasten die zich maximaal drie jaar achtereen voordoen.

In de jaarstukken 2024 zijn de volgende incidentele bedragen verwerkt:

Programma Lasten 2024 Baten 2024
Programma 1 Dienstverlening    
Programma 2 Ruimtelijke ontwikkeling    
Programma 3 Sociaal domein   2.198.563
Programma 4 Maatschappelijke participatie: sport, welzijn en onderwijs    
Programma 5 Leefomgeving 181.160  
Programma 6 Bestuur en organisatie 47.463 176.436
Saldo incidenteel programma 1 t/m 6 228.623 2.374.999
Programma 40 Mutaties in reserves 4.580.572 2.260.759
Saldo incidenteel inclusief mutaties in reserves 4.809.195 4.635.758 
Saldo incidenteel inclusief mutaties in reserves 173.437  

Toelichting

Programma 3
Dit betreft de afrekening van 2023 van de Oekraïnegelden van het rijk. Sisa-regelingen worden per jaar afgerekend. In 2023 hadden we een voorschot ontvangen i.v.m. de units. Vanwege het uitstel moesten we dit voorschot weer terugbetalen in 2024. Deze gelden waren gereserveerd in de Reserve Oekraïne en hebben geen effect op het rekeningsaldo.

Programma 5
Dit betreft een incidentele bate i.v.m. de afrekening 2023 van de Sisa-regeling aankoop wonigen i.vm. hoogspanningsmasten (€69.274) en de Sisa-regeling btw sport (€111.886).

Programma 6
Dit betreffen incidentele lasten en baten voor de bestuurlijke toekomstverkenning. De incidentele baten zijn de provinciale subsidie die we hebben ontvangen voor de bestuurlijke toekomst.

Programma 40
Alle mutaties in reserves zijn incidenteel.

Bedrag voor de heffing van de vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Overzicht van incidentele baten en lasten - Bedrag voor de heffing van de vennootschapsbelasting

Per 1 januari 2016 is de wet "Modernisering VPB-plicht overheidsinstellingen" in werking getreden. Als gevolg hiervan is de gemeente Oostzaan belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting, voor zover zij een onderneming in fiscale zin drijft.
Om de ondernemerstaken van de gemeente Oostzaan te kunnen bepalen, zijn alle producten, zoals opgenomen in de programmabegroting 2024 opnieuw ingedeeld in clusters.
Per cluster wordt bepaald of sprake is van een ondernemerstaak, en of de gemeente winst behaald uit deze cluster.
 * In onderstaand schema is aansluiting met de commerciële verlies en winst cijfers 2024 gezocht. Hierdoor is de volledigheid van de clustering zichtbaar en transparant.

Uit onderstaand schema blijkt dat de gemeente Oostzaan een VPB verplichting heeft voor 2024 voor het cluster Grondbedrijf. Echter is er geen winst gemaakt op deze cluster, waardoor de aangifte voor de VPB 2024 nihil zal zijn.

Voor het jaar 2024 is de volgende clusterindeling gemaakt:

Cluster Omschrijving cluster Lasten Baten Saldo 2024 Ondernemer VPB verplichting
01 Aandelen 0,00 101.683,65 101.683,65
02 Afval 2.007.997,41 1.639.331,70 -368.665,71
03 Algemene uitkering 42.795,36 16.528.069,16 16.485.273,80
04 Bedrijfsvoering 5.382.047,89 1.255.261,23 -4.126.786,66
05 Begraven 380.639,37 102.829,69 -277.809,68
06 Belastingen 202.755,27 3.436.478,72 3.233.723,45
07 Bestuur 1.330.796,49 177.039,40 -1.153.757,09
08 Burgerzaken 715.444,18 225.151,43 -490.292,75
09 Economische activiteiten 88.741,38 13.421,90 -75.319,48
10 Grondbedrijf 94.957,04 0,00 -94.957,04
11 Kinderopvang 60.987,60 0,00 -60.987,60
12 Milieu 546.337,90 13.310,14 -533.027,76
13 Openbare ruimte 2.416.450,97 124.039,73 -2.292.411,24
14 Recreatie 36.438,20 0,00 -36.438,20
15 Riolering 1.509.460,20 1.542.155,13 32.694,93
16 Ruimtelijke ordening 278.262,72 0,00 -278.262,72
17 Samenwerkingen 35.633,09 0,00 -35.633,09
18 Sociaal domein 12.149.848,55 4.491.756,12 -7.658.092,43
19 Sociale cohesie 2.852.766,87 1.828.235,10 -1.024.531,77
20 Subsidieverstrekking 1.401.111,87 448.419,91 -952.691,96
21 Veiligheid 1.374.183,67 19.995,84 -1.354.187,83
22 Verhuur en beheer vastgoed 2.430.852,82 1.613.172,82 -817.680,00
23 Volkshuisvesting 714.029,23 866.721,17 152.691,94
24 Reserves 2.260.759,36 3.208.504,38 947.745,02
25 Resultaat 694.347,78 1.372.068,00 677.720,22
Totaal * 39.007.645,22 39.007.645,22 0,00
11-aug-2025

Wet Normering Topinkomens (WNT)

Terug naar navigatie - Wet Normering Topinkomens (WNT) - Wet Normering Topinkomens (WNT)

Per 1 januari 2013 is de Wet Normering Topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op de gemeente Oostzaan van toepassing zijnde regelgeving. Het bezoldigingsmaximum in 2024 voor de gemeente Oostzaan is € 233.000. Dit geldt naar rato van de duur en/of omvang van het dienstverband.


1a. Leidinggeven topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13de maand van de functievervulling

Naast de vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met dienstbetrekking die in 2024 een bezoldiging boven het individuele WNT-maximum hebben ontvangen. Er zijn in 2024 geen ontslaguitkeringen betaald aan overige functionarissen die op grond van de WNT dienen te worden vermeld, of die in eerdere jaren op grand van de WNT vermeld zijn of hadden moeten worden.

1b. Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking in de periode kalendermaand 1 t/m 12

1c. Toezichthoudende topfunctionarissen
N.v.t.

1d. Topfunctionarissen met een totale bezoldiging van € 2.100 of minder 
N.v.t.

1e. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van meer dan € 2.100
N.v.t.

1f. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van meer dan € 2.100 waarop de anticumulatiebepaling van toepassing is
N.v.t.

1g. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van € 2.100 of minder waarop de anticumulatiebepaling van toepassing is
N.v.t.

2. Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen met of zonder dienstbetrekking inclusief degenen die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar als topfunctionaris worden aangemerkt 
N.v.t.

3. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT
Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met een dienstbetrekking die in 2024 een bezoldiging boven het individueel toepasselijke drempelbedrag hebben ontvangen
N.v.t.

Gebeurtenissen na balansdatum