Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Waar gaat deze paragraaf over?

In deze paragraaf geven we inzicht in de belangrijkste risico’s die de gemeente loopt en geven we inzicht in het weerstandsvermogen van de gemeente. Onder risico’s verstaan we het gevaar voor (financiële) schade of verlies.
Alle genoemde risico's zijn inschattingen in de hoogte van het risicobedrag. Ook de kans dat een risico zich voordoet is een inschatting. De genoemde bedragen zijn nooit begroot in de reguliere begroting en er zijn ook nooit voorzieningen voor gevormd (want dan zijn het geen risico's meer).
De bedragen worden uitsluitend gebruikt om de benodigde hoogte van de Algemene Reserve te bepalen. Deze berekeningsmethode ligt vast in het beleid. Met deze berekening bepalen we het weerstandsratio. Dat ratio geeft weer in welke mate de gemeente in staat is om haar risico's te dragen. Hoe hoger de Algemene Reserve in verhouding tot de benoemde risico's hoe hoger de ratio.
Deze paragraaf bestaat uit drie delen:

A) Terugkijkend  Welke risico’s hadden we verwacht in de Begroting 2024? En welke risico’s zijn echt gebeurd in 2024?
B) Vooruitkijkend Twee keer per jaar kijken we opnieuw naar de risico’s. We vertellen hierover in de begroting en in de jaarrekening.
De laatste keer dat de raad een overzicht van risico’s heeft gekregen, was bij de Begroting 2025. Die is gemaakt in het najaar van 2024.
In de Jaarrekening 2024 bekijken we deze risico’s opnieuw en passen we ze aan als dat nodig is.
C) De financiële kengetallen  Deze cijfers laten zien hoe sterk de gemeente financieel is en hoeveel risico’s ze kan opvangen.

A) Risicobeheersing: terugkijkend op 2024

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - A) Risicobeheersing: terugkijkend op 2024

Bij het opstellen van de begroting 2024 zijn risico's benoemd. In de jaarrekening 2024 leggen we verantwoording af welke van deze risico's zich hebben voorgedaan in 2024.

Programma Risico
Primaire
Begroting 2024
Rekening
2024

Werkelijk  nadeel 2024 Toelichting
3 Jeugdzorg  1.575.057 1.857.382 282.325  We zien een forse overschrijding van de gemaakte kosten in 2024 ten opzichte van de begroting. We kunnen deze kosten nu nog niet duiden. We komen in een later raadsbericht bij u terug met de cijfers achter deze stijging. In de Begroting 2024 was dit risico voorzien voor een bedrag van €110.000
3 WMO 2.549.804

2.593.475

43.671 We zien dat de kosten bij diverse voorzieningen zoals bij de ondersteuning/regie bij voeren huishouden, sociaal en persoonlijk functioneren en dagbesteding de kosten in 2024 stijgen. Op hulpmiddelen, woonvoorzieningen en vervoerskosten vallen de kosten lager uit dan begroot. In de Begroting 2024 was dit risico voorzien voor een bedrag van €90.000.
6 Bestuurlijke boetes 570.000 281.081

288.919 In de primaire begroting 2024 was uitgegaan van een voordeel van €570.000 op Bestuurlijke boetes (inkomsten minus uitgaven). De inning van de bestuurlijke boetes is in 2024 gestopt i.v.m. een gerechtelijke uitspraak. Het werkelijke saldo van 2024 is €281.081 (inkomsten minus uitgaven). Dit risico was niet voorzien in de Begroting 2024. Dit nadeel is voornamelijk ontstaan door het vormen van een voorziening van bezwaren (€210.000).
           

B) Risicobeheersing: vooruitkijkend

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - B) Risicobeheersing: vooruitkijkend

Risicobeheersing
De gemeente Oostzaan vindt het belangrijk om goed met risico’s om te gaan. Zo kunnen we problemen in onze organisatie op tijd herkennen en aanpakken.
Twee keer per jaar bekijken we opnieuw welke risico’s er zijn. We rapporteren hierover in de begroting en de jaarrekening. De laatste risicoanalyse heeft de raad gekregen bij de Begroting 2025. Die is gemaakt in het najaar van 2024. In de Jaarrekening 2024 kijken we opnieuw naar deze risico’s en passen ze aan als dat nodig is.
 
Risicomanagementbeleid 
In het beleidskader staat hoe de gemeente met risico’s omgaat. Daarin staan de afspraken en manier van werken. In 2023 is dit beleidskader aangepast. We hebben toen verbeterpunten toegevoegd. De gemeenteraad heeft het aangepaste beleidskader op 19 december 2023 goedgekeurd.
In dit beleid staat:

    Hoe we risico’s bepalen (kans en gevolg).
    Hoeveel geld er in de Algemene Reserve moet zitten om deze risico’s op te vangen. Dat noemen we het weerstandsvermogen.
    Hoe we het weerstandsratio berekenen.

Hieronder leggen we stap voor stap uit:
A. Hoe we het weerstandsratio berekenen.
B. Hoeveel weerstandscapaciteit we nu hebben.
C. Hoeveel weerstandscapaciteit nodig is om een ratio van 1 te halen.
D. Wat onze huidige ratio is.

Volgens het beleid moet het weerstandsratio minimaal 1,0 zijn. Dat betekent dat we genoeg geld hebben om de risico’s te kunnen dragen. We streven naar een ratio van 1,25.

A. Berekening weerstandsratio
Het weerstandsratio laat zien of de gemeente genoeg geld heeft om risico’s op te vangen. We berekenen het ratio door de beschikbare reserve te delen door het bedrag dat we denken nodig te hebben voor de risico’s.

  (B) Beschikbare weerstandscapaciteit (=algemene reserve)
Ratio Weerstandsvermogen (A)  ------------------------------------------------------------------------------
  (C) Benodigde weerstandscapaciteit (=benoemde risico's)

B. Beschikbare weerstandscapaciteit
In het schema hieronder ziet u het verloop van de algemene reserve gedurende het jaar 2024. Voor de berekening van de weerstandscapaciteit gebruiken we de stand van de algemene reserve per eind 2024 (€4.297,927), dit is de beschikbare weerstandscapaciteit.

 

C. Benodigde weerstandscapaciteit 2024
Met het risicoprofiel van Oostzaan bepalen we hoeveel geld nodig is om alle risico’s af te kunnen dekken.  Als we rekening houden met het verwacht financieel gevolg en kans dat het risico zich voordoet stellen we vast dat de benodigde weerstandscapaciteit €1.853.387 bedraagt. Dit is het bedrag wat in de algemene reserve moet zitten om tot ratio 1,0 te komen. 

Hieronder vindt u een specificatie van deze benodigde weerstandscapaciteit van €1.853.387. Dit is het totaal van alle hieronder genoemde en gewogen risico's. Daar bovenop hanteren we een veiligheidsmarge van 2% van het begrotingstotaal voor onvoorziene risico's. 

Niet-financiële risico's 

Naast financiële risico’s zijn er ook niet financiële risico’s. Het niet financiële risico betreft de best mogelijke inschatting uitgedrukt in een richtinggevende classificatie voor imago/reputatieschade. Onderstaande tabel wordt gehanteerd bij de classificatie. 

D. Weerstandsradio 2024: 2,32 (uitstekend)

De gemeente Oostzaan heeft een weerstandsratio per eind 2024 van (A) €4.297.927 / (B) €1.853.387 = 2,32 (Uitstekend). Om de ratio voor het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen maken wij gebruik van de volgende waarderingstabel:

Continuïteit 
Op basis van de door ons uitgevoerde risico-inventarisatie, is het beeld van dat de weerstandsratio van 2,32 uitstekend is. We moeten deze ratio zien in het licht van de forse begrotingstekorten de komende jaren. Totdat de begroting structureel in evenwicht is dienen de negatieve begrotingssaldi van de komende jaren gedekt te worden uit de Algemene Reserve. 

C) Financiële Kengetallen

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - C) Financiële Kengetallen

Uitbreiding BBV (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten)

Met ingang van 2016 is het BBV uitgebreid. Een onderdeel daarvan is al vanaf de begroting 2016 van kracht, namelijk het opnemen van een aantal verplichte financiële kengetallen die meer zicht moeten geven over de financiële positie en de vergelijkbaarheid daarvan met andere gemeenten.

 

Netto schuldquote

De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.

Netto schuldquote (bedragen x €1.000,-) 31-12-2023
rekening
31-12-2024 
begroting
31-12-2024 
rekening
A Vaste schulden 29.799 40.970 28.877
B Netto vlottende schuld 3.791 2.517 2.675
C Overlopende passiva 2.619 2.455 4.970
D Financiële Activa (incl. verstr. leningen) 680 1.656 734
E Uitzettingen < 1 jaar 13.956 1.500 11.907
F Liquide middelen 493 403 38
G Overlopende activa 422 1.097 463
H Totale baten excl. Mutaties reserves 36.734 29.973 34.401
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H*100% 56,24% 137,75%* 67,83%

 

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven. Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast.

Netto schuldquote (bedragen x €1.000,-) 31-12-2023
rekening
31-12-2024
begroting
31-12-2024
rekening
A Vaste schulden 29.799 40.970 28.877
B Netto vlottende schuld 3.791 2.517 2.675
C Overlopende passiva 2.619 2.455 4.970
D Financiële Activa (excl. verstr. leningen 1.237 463 1.260
E Uitzettingen < 1 jaar 13.956 1.500 11.907
F Liquide middelen 493 403 38
G Overlopende activa 422 1.097 463
H Totale baten excl. Mutaties reserves 36.734 29.973 34.401
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H*100% 54,72% 141,73% 66,30%

 

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Deze ratio geeft aan het Eigen Vermogen als percentage van het Totale Vermogen. Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente.

Solvabiliteitsratio (bedragen x € 1.000,-) 31-12-2023 
rekening
31-12-2024 
begroting
31-12-2024
rekening
A Eigen vermogen 10.717 4.661 9.769
B Balanstotaal 50.042 54.090 49.867
Solvabiliteit (A/B) x 100% 25.96% 8,62%* 20,69%

 

Kengetal grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant beoordeelt ieder jaar of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen. Zoals uit onderstaand staatje blijkt, is er in Oostzaan geen sprake van hoge boekwaarden van grondexploitatie ten opzichte van de exploitatie (in dit geval totale baten).

Grondexploitatie (bedragen x €1.000,-) 31-12-23
rekening
31-12-2024 
begroting
31-12-24 
rekening
A Niet in expl. Genomen bouwgronden 0 0 0
B Bouwgronden in exploitatie 0 0 0
C Totale baten (excl. Mutaties res) 36.734 29.973 34.401
Grondexploitatie (A+B)/C x 100% 0,0%
0,0% 0,0%

 

Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

Structurele exploitatieruimte (bedragen x €1.000,-) 31-12-2023
rekening
31-12-2024 
begroting
31-12-2024 
rekening
PROGRAMMA 1 TM 6      
LASTEN      
A Lasten structureel Programma 1t/m 6 (C-B) 28.338.000 26.761.640 33.617.802
B Lasten incidenteel Programma 1 t/m 6* 2.524.228 2.796.434 2.374.999
C Lasten totaal Programma 1 t/m 6 30.862.504 29.558.074 35.992.804
BATEN      
D Baten structureel Programma 1 t/m 6 34.382.942 27.244.070 34.172.277
E Baten incidenteel Programma 1 t/m 6* 2.350.000 2.728.434  228.623
F Baten totaal Programma 1 t/m6 36.733.942 29.972.504 34.400.900
MUTATIES IN RESERVES      
TOEVOEGINGEN      
G Structurele toevoeging aan reserves 0 0 0
H Incidentele toevoegingen aan reserves* 10.766.593 401.142 2.260.759
I Totale toevoegingen aan reserves 10.766.593 401.142 2.260.759
ONTTREKKINGEN      
J Structurele onttrekkingen reserves 0 0 0
K Incidentele onttrekkingen reserves 4.895.155 0 4.580.572
L Totale onttrekkingen reserves 4.895.155 0 4.580.575
Berekening structurele exploitatieruimte      
M Structurele mutaties (D-A)+(J-G) 6.045.942 482.430 554.472
N Totale baten (excl. mutaties in reserves) 36.733.942 29.972.504 34.400.900
Structurele exploitatieruimte (M/N)x100% 16% 2% 1,5%

* Zie voor de specificatie van de incidentele posten de tabel in de Jaarrekening 'Overzicht van incidentele baten en lasten'.

 

Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 en uit te drukken in een percentage.

Belastingcapaciteit
Woonlasten meerpersoonshuishouden
31-12-2023
rekening
31-12-2024 
begroting
31-12-2024 
rekening
A OZB lasten bij gezin met gem. WOZ * 450 537 476
B Rioolheffing bij gezin met gem. WOZ 337 348 348
C Afvalstoffenheffing voor een gezin 378 407 407
D Evt. heffingskorting 0 0 0
E Totale woonlasten gemiddelde WOZ 1.165 1.292 1.231
F Woonlasten landelijk gemiddelde (T-1) ** 953 944 972
Woonlasten tov. Landelijk gemiddelde ervoor (E/F) x 100 % 122,27% 136,86% 126,64%

*) Bij de Jaarrekening 2023 OZB-lasten 2023 is uitgegaan van de gemiddelde WOZ-waarde van €415.000, tegen het eigenaarstarief (0,09499%). Bij de Jaarrekening OZB-lasten 2024 is uitgegaan van de gemiddelde €489.000, tegen het eigenaarstarief (0,0974%). Hierin is niet meegenomen dat een deel van de gezinnen geen eigen woning heeft. Niet bekend is hoe dit bij de landelijk gemiddelde woonlasten is verwerkt.  

**) bron: www.waarstaatjegemeente.nl

Paragraaf Kapitaalgoederen

Gebouwen in bezit van de gemeente

Terug naar navigatie - Paragraaf Kapitaalgoederen - Gebouwen in bezit van de gemeente

De gemeente Oostzaan heeft de volgende gebouwen in bezit:

Gebouw Staat van onderhoud
Centrumcomplex de Kunstgreep Voldoende
Brandweerkazerne Kerkstraat Goed
Ambtswoning Glazenmakerstraat Goed
Schoolgebouw de Kweekvijver Goed
Schoolgebouw De Korenaar Goed
Schoolgebouw Noorderschool Goed
Gemeentewerf Skoon Goed
Loods op de begraafplaats Goed
Leliestraat, pand oudheidskamer Goed
Sporthal de Greep (deel E) Matig
Pand De Vitaminebron Twiskeweg Goed
Pand Werkom Twiskeweg Goed
Kerktoren Matig
Schoolgebouw de Rietkraag Redelijk
De Kolk * Matig/ Slecht
Diverse loodsen Zuideinde 204/206** Slecht
Diverse woningen Zuideinde en Kerkstraat onder de hoogspanningsmasten*** Redelijk/ Slecht

* Het onderhoud aan de Kolk wordt aangepast tot noodzakelijk onderhoud. De mogelijkheden voor ontwikkeling en huisvesting van de huurders worden onderzocht.
** De loodsen aan het Zuideinde 204/206 maken deel uit van ruimtelijke herontwikkelingen, bekend onder het project "Radio 9" terrein. Onderhoud aan deze panden vindt dan ook niet plaats.
*** De woningen op het Zuideinde en Kerkstraat maken deel uit van Ruimtelijke herontwikkelingen en zijn deels gesloopt in 2023. Het restant wordt in 2025 gesloopt, en het bestemmingsplan wordt gewijzigd. De sloop heeft vertraging opgelopen als gevolg van diverse onderzoeken naar vogelstanden.

Ontwikkelingen in 2024

Terug naar navigatie - Paragraaf Kapitaalgoederen - Ontwikkelingen in 2024

Project AVANT
Het project AVANT is na enkele jaren van voorbereiding gestart door de aannemer in 2024. Het betreft een omvangrijk project voor de doorstroming van de N516, waarbij Oostzaan een fietstunnel en fietsbrug krijgt. De voorbereidingen hiervoor zijn gestart in 2024.

Units voor ontheemden Oekraïners
De gemeente Oostzaan heeft 32 woonunits aangeschaft om deze te plaatsen langs de Twiskeweg. Hiervoor is in mei 2023 een ontheffingsverzoek ingediend bij de provincie Noord-Holland. Tot op heden is er nog geen formeel besluit genomen door de provincie. Wel heeft Provinciale Staten inmiddels een positief advies gegeven. We verwachten het ontheffingsbesluit van de provincie binnenkort.

Beheerplannen

Terug naar navigatie - Paragraaf Kapitaalgoederen - Beheerplannen

 

Categorie Beleidskader Periode Vastgesteld
 Wegen Meerjareninvesteringsplan (MIP) 2019-2026  2020
Openbare verlichting Beheerplan Openbare verlichting 2013-2018 2015 (herziening)
Riolering GRP 2018-2024 2018-2024 2017
Waterbeheerplan Beleid in samenwerking met HHNK 2007-2016 2007
Openbaar groen Bestekvorm 2012-2017 2019
Openbaar groen Structuurvisie en Groenbeheerplan   2020
Bruggen en kunstwerken Beheerplan civieltechnische kunstwerken 2017-2020 2017-2020 2016
Sportvelden De voetbalvelden zijn geprivatiseerd per 2009 en het korfbalveld in 2017   2009/2017

Wegen 
Het groot onderhoud van de wegen is opgenomen in meerjareninvesteringsplan 2021-2027 (MIP). Jaarlijks worden de geplande investeringen geïndexeerd met inflatie en wordt de planning op haalbaarheid in de tijd opnieuw uitgezet. Het betreft integraal groot onderhoud waarin o.a. het riool en openbaar groen wordt meegenomen. Bij de MIP behoort ook een vlekkenkaart met een overzicht welke wijk in welk jaar wordt aangepakt. De planning is bijgesteld tot en met 2027.

In 2024 is het mobiliteitsplan opgesteld. Deze wordt afgerond in 2025. 

Openbare verlichting 
In 2024 is gewerkt conform het onderhoudsplan openbare verlichting, en waar nodig de verlichting vervangen voor LED verlichting. De Molenbuurt wordt na de herinrichting 2025 ook voorzien van LED verlichting. 

Riolering
In 2024 is het Water- Rioleringsplan (WRP) opgesteld. De afronding en vaststelling vindt plaats in 2025.

Groen
Met ingang van 2024 is het contract met Werkom opgezegd, en wordt het groenbeheer uitgevoerd door een andere partij. Dit contract loopt door tot en met 2025, waarbij met ingang van 2026 een deel van het onderhoud gaat worden ondergebracht bij de buitendienst, conform raadsvoorstel RV24/47 duurzaam begrotingsevenwicht.

Gemeentelijke gebouwen
In 2024 is een DUMAVA subsidie aangevraagd voor duurzaamheidsmaatregelen van gemeentelijke gebouwen, te weten de Kunstgreep en de Sportzaal De Greep. Deze subsidie is toegekend, en zal in 2025 verder worden uitgewerkt. 

Voor de meerjarenonderhoudsplanning is een nieuw begeleidingsmodule aangeschaft, waarbij onderhoud en financiële gevolgen voor de voorziening beter kunnen worden onderbouwd, 

Bruggen en kunstwerken
In 2024 geen bijzonderheden, de bruggen en kunstwerken zijn onderhouden conform de vigerende onderhoudsplanning. 

Sportvelden
Oostzaan heeft het reguliere onderhoud van de sportvelden ondergebracht bij de desbetreffende verenigingen. 

Onderhoud Kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf Kapitaalgoederen - Onderhoud Kapitaalgoederen

Categorie Begrote bedragen
 2024
Realisatie 2024 Achterstallig onderhoud Voldoende voorzieningen?
Wegen (regulier onderhoud) € 161.199 € 152.456  Nee Geen voorziening, voldoende exploitatiebudget
Openbare verlichting € 64.077 € 54.855 Nee Geen voorziening, voldoende exploitatiebudget
Riolering (klein onderhoud) € 423.057,- € 226.898  Nee In 2024 is minder uitgegeven aan klein onderhoud van de riolering. In 2024 is het voordeel toegevoegd aan de voorziening riolering, en bestemd voor toekomstige uitgaven binnen het Gemeentelijk Riolerings Plan.
Waterbeheer (onderhoud)  € 154.102,- € 67.894  Nee Geen voorziening, voldoende exploitatiebudget
Openbaar groen (incl. bomen) € 395.245,- € 326.313  Nee Geen voorziening, voldoende exploitatiebudget
Gebouwenbeheer PM  € 172.985 Nee In 2022 is een geheel nieuw meerjarenonderhoudsplan gemaakt voor alle gemeentelijke gebouwen, met alle geplande onderhoud tot 2032. Deze is door vertraging van de raad pas in februari 2023 vastgesteld. Hieruit is gebleken, dat de onderhoudsbudgetten voor de komende periode voldoende zijn om het geplande onderhoud uit te kunnen voeren. Alle onderhoudskosten lopen via de voorziening, welke jaarlijks wordt gedoteerd.
Bomenbeheer € 61.400,- € 40.534 Nee Geen voorziening, voldoende exploitatiebudget
Bruggen en kunstwerken  € 100.000,- € 55.82  Nee Geen voorziening, voldoende exploitatiebudget

Investeringen
Onderstaande investeringen zijn reeds verwerkt in de jaarrekening.

Conform artikel 20 van de BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden) is een onderscheid gemaakt tussen investeringen met een economisch nut en investeringen met een maatschappelijk nut. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn volgens de vastgestelde financiële verordening 2018 en artikel 212 BW

Totaaloverzicht investeringen 2024:

 

Paragraaf Grondbeleid

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Paragraaf Grondbeleid - Waar gaat deze paragraaf over?

Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de programma’s Leefomgeving en Ruimtelijke Ordening. Een goed functionerend grondbeleid is essentieel voor het realiseren van doelstellingen op het gebied van ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, verkeer en vervoer en cultuurhistorie.

Visie grondbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf Grondbeleid - Visie grondbeleid

De visie voor het in deze gemeente te voeren grondbeleid is door de gemeenteraad verwoord in de vastgestelde Nota Grondbeleid Oostzaan in 2005. Op 8 april 2013 zijn door de gemeenteraad de beleidskaders van het grondbeleid opnieuw vastgesteld. In de nota is uitgesproken, dat het grondbeleid moet worden beschouwd als een instrument om andere gemeentelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. Bevestigd is, dat de gemeente geen actieve grondpolitiek voert en dat voortgegaan wordt met het huidige facilitaire beleid, waarbij gebruik gemaakt wordt van alle ten dienste staande instrumenten en mogelijkheden. 
Uitgangspunt blijft, dat de gemeente allereerst tracht te komen tot kostenverhaal door middel van het sluiten van een anterieure exploitatieovereenkomst. Afdwingbaar kostenverhaal zal worden toegepast indien geen of onvoldoende resultaat kan worden bereikt. Het vaststellen van een exploitatieplan op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) is daarvoor het geëigende instrument. Bij de uitgifte van gronden en panden wordt een marktconforme prijs gehanteerd. Uitsluitend indien sprake is van uitgifte van grond ten behoeve van een maatschappelijke, niet commerciële functie kan een lagere prijs worden gehanteerd in bijzondere door het college te bepalen gevallen. De gemeente Oostzaan heeft een passief grondbeleid.

Lopende zaken

Terug naar navigatie - Paragraaf Grondbeleid - Lopende zaken

De gemeente Oostzaan heeft geen lopende grondexploitaties, zoals bedoeld in de BBV. Wel lopen in Oostzaan een aantal grondgebonden transacties, waarbij de gemeente niet in alle gevallen eigenaar is van de gronden. In dat geval worden anterieure overeenkomsten gesloten met de projectontwikkelaar. De stand van zaken van de projecten wordt hieronder toegelicht.

Noordeinde 65
De woningen zijn in december 2024 opgeleverd. Dit project is nagenoeg afgerond, de openbare ruimte wordt in 2025 overgedragen aan de gemeente. 

Apollolaan 4 / Jollenmakershof
Een project met 17 woningen. De bouw is gepland om te starten in 2025.

Radio 9 terrein
Er wordt met marktpartijen overlegd of er een tijdelijke invulling gegeven kan worden aan dit terrein met een grotere betaalbare voorraad dan voorheen gepland. Daarvoor zijn we met wooncorporaties, fabriekswoningleveranciers, de DSP-groep en Rabobank in gesprek. Wanneer er een concreet plan ligt kan ontruiming van het terrein in gang gezet worden. De verwachting is dat de startbrief in T3 2025 naar college kan. De optie blijft open staan om het originele plan aan de markt aan te bieden.

Dr. Boomstraat / Dr. Snijderstraat
De Anterieure Overeenkomst is ondertekend en de omgevingsvergunning is verstrekt. De grond is bouwrijp gemaakt door de gemeente en verkocht aan de WOV. Eind 2025 vind de nutsaansluiting plaats waarna de start bouw spoedig zal gaan plaatsvinden. Naar verwachting is de oplevering eind 2026.
 
Burgemeester Teerstraat
Dit betreft een sloop/nieuwbouwproject waarbij verdichting plaatsvindt met een toevoeging van in totaal zo’n 30 woningen ten opzichte van het huidige woningaantal. In T2 2025 wordt er een stedenbouwkundige studie uitgevoerd waarna een startbrief kan worden opgesteld en er een nieuwe overeenkomst met de WOV wordt afgesloten voor grondgebruik. Hiervoor beslist college tussen erfpacht of verkoop van de grond.

Kerkbuurt 83 / Manhoef
Dit project is samen met de WOV opnieuw opgestart en betreft 17 woningen op een voormalig bedrijfsterrein. Momenteel is de WOV bezig met het stedenbouwkundig in orde krijgen van de plannen en wordt de startbrief opgesteld. 

De Lishof fase 2
In 2024 en in 2025 wordt de RO procedure doorlopen. Naar verwachting kunnen in Q1 2026 de vergunningen toegekend worden. Het betreft een herontwikkeling van de huidige zorgwoningen tot 34 middeldure huurwoningen, en nieuwbouw van een gebouw waar +- 20 nieuwe zorgwoningen en sociale huurwoningen (VPT) worden gehuisvest.

Twiskeweg
Er worden stappen gezet binnen de organisatie om de tijdelijke woningen voor vluchtelingenopvang te realiseren in 2025 op de beheerslocatie van het Twiske. Het betreft het plaatsen van 21 units, waarbij 63 vluchtelingen kunnen worden gehuisvest. 

De Rietkraag
De ontwerpfase wordt afgerond. Het woningbouwprogramma bedraagt 22 betaalbare starterswoningen in de koopsector. De planning is een start met bouw in 2026. 

Derlagehof Zuideinde
De welstandscommissie heeft het plan afgekeurd in 2024. De initiatiefnemer is aan zet en er liggen op dit moment geen vervolgstappen en heeft een nieuwe architect in de arm genomen.

Percelen onder de hoogspanningsleidingen aan de Kerkstraat en het Zuideinde
Door sloop van woningen onder de hoogspanningsleidingen is er grond in gemeentebezit gekomen. Hiervoor worden momenteel BOPA-procedures belopen voor de nieuwe bestemmingen. Deze hebben enige vertraging opgelopen maar zullen naar verwachting alle vier na de zomer 2025 afgerond zijn. 

Tiny Houses aan De Dors
In 2024 is gewerkt aan een businesscase om 7 tiny houses aan De Dors te ontwikkelen, waarbij een huurprijs voor de grond wordt bepaald. Momenteel kijkt de gemeente hoe in lijn met het Didam-arrest gehandeld kan worden, welke procedure er belopen moet worden, en wordt er gerekend aan de prijs van het bouwrijp in verhuur stellen van de grond. 

Klaassebos
Aan het noordeinde 75-77 is een herontwikkeling van een winkelterrein naar zo’n 24 woningen de haalbaarheidsfase ingegaan. De ruimtelijke procedure is gestart: de provincie moet goedkeuring verlenen omdat het in landelijk gebied bevindt.

Kerkbuurt 51
Op een perceel in de kerkbuurt is een plan ingediend voor 22 woningen waarvan 20 in de betaalbare sector. Dit plan bevindt zich in de initiatieffase en zal in 2025 gepresenteerd worden aan de omgevingstafel.

Hannie Schaftplein
Op een samenvoeging van 3 percelen in de Kerkbuurt is een plan ingediend voor 17 woningen en 2 commerciële ruimten. Dit plan bevindt zich in de initiatieffase en zal in 2025 gepresenteerd worden aan de omgevingstafel.

Brasem-kerkstraat
Op een perceel tussen Brasem en Kerkstraat is een initiatiefnemer bezig met het verkennen van de mogelijkheden voor de bouw van duurzame en betaalbare woningen op zijn terrein. In overleg met de projectleider wordt een plan opgetuigd dat aan de omgevingstafel gepresenteerd kan worden.

Risico's

Terug naar navigatie - Paragraaf Grondbeleid - Risico's

In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing worden de risico's samengevat en benoemd. 
 
Voor wat betreft de lopende zaken zijn geen financiële risico's te verwachten. Wel bestaat het risico op vertraging. Dit hebben we als gemeente echter niet volledig zelf in de hand, omdat initiatiefnemers leidend zijn.

Paragraaf Verbonden partijen

Waar gaat het over?

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - Waar gaat het over?

Algemeen

In deze paragraaf geven wij u het totaaloverzicht van onze samenwerkingsverbanden. Deze staan ook uitgesplitst over de programma’s. De gemeenschappelijke regelingen voeren het beleid en het beheer op de betreffende terreinen uit voor de gemeente. In het algemeen geldt dat voor een gemeenschappelijke regeling wordt gekozen, indien de gemeente dit beleid niet alleen, dan wel niet doeltreffend en doelmatig kan uitvoeren. Via deze 'verbonden partijen' (samenwerkingsverbanden) werken wij met andere partijen samen om onze lokale ambities en doelen te bereiken.


Waarom samenwerking?
De gemeente Oostzaan werkt al jaren intensief samen met gemeente Wormerland. Net als onze eigen organisatie draagt dit samenwerkingsverband bij aan het realiseren van onze lokale doelen en ambities. Samenwerkingsverbanden dienen dus een publiek belang.
De organisaties waarin wij deelnemen, dus onze verbonden partijen, maken voor ons beleid of voeren voor ons beleid uit. In principe zouden wij dat ook zelf kunnen doen. Er zijn vier redenen waarom wij een aantal van onze taken toch door een verbonden partij laten oppakken:

1. via samenwerkingsverbanden kan worden samengewerkt aan beleidsuitdagingen die gemeentegrensoverschrijdend zijn of die voor meerdere gemeenten van groot belang zijn;
2. sommige taken vragen specialistische kennis die onze eigen organisatie niet kan bieden;
3. het beleggen van taken bij een samenwerkingsverband kan efficiënter/goedkoper zijn dan de taken in de eigen organisatie te beleggen, waardoor voor minder geld minstens dezelfde (maar vaak een hogere) kwaliteit geleverd kan worden;
4. voor sommige beleidsterreinen is het wettelijk verplicht om een samenwerkingsverband op te richten.

De ambtelijke organisatie zorgt ervoor dat de afstemming tussen gemeente en regionale samenwerkingsverbanden goed verloopt.

Wat is een verbonden partij precies?
Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een financieel én bestuurlijk belang heeft:
• de gemeente financiert (samen met de andere deelnemers) de verbonden partij. Mocht de verbonden partij onverhoopt failliet gaan of zijn financiële verplichtingen niet na kunnen komen, dan is de gemeente aansprakelijk;
• de gemeente heeft zeggenschap door vertegenwoordiging (via bijvoorbeeld de burgemeester, een collegelid of een raadslid), dan wel via hoofde van stemrecht, in het bestuur van de verbonden partij.

Een belangrijk onderscheid is het verschil tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke verbonden partijen. Daarnaast bestaat er nog een mengvorm, de zogenaamde publiek-private samenwerkingsverbanden (PPS-constructies).

Programma 2 Ruimtelijke ontwikkeling

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - Programma 2 Ruimtelijke ontwikkeling

 

Naam verbonden partij
Nationaal Landschap Laag Holland
Site http://www.laagholland.nl/nationaal-landschap
Kerngegevens Nationaal Landschap Laag-Holland, gevestigd in Haarlem
Doel / openbaar belang Nationaal Landschap Laag

is een samenwerkingsverband tussen diverse partijen (provincie, gemeenten, hoogheemraadschap, Natuur- en landbouworganisaties) die zich inzet voor het behoud van de kernkwaliteiten van Nationaal Landschap Laag Holland.

Missie

De organisatie Laag-Holland voert de regie over het Nationaal Landschap. Visievorming op de vele thema’s (landschap, landbouw, natuur, water, recreatie, communicatie) vindt in de stuurgroep plaats. 

Visie Laag, lager, laagst. Mens en natuur hebben in Laag-Holland samengewerkt om iets heel moois onder de zeespiegel te maken. Dat vind je terug in de openheid, de prachtige rechte lijnen, en de beschermde stads- en dorpsgezichten. Daarom is Laag-Holland een nationaal landschap. Dat betekent dat het landschap intact moet blijven. Geen grootschalige nieuwbouw dus, maar oude molens, droogmakerijen, weidse uitzichten, en ruimte voor rust en natuur. 
Ontwikkelingen Voor projecten en voor verschillende gebiedsprocessen wordt de komende maanden actief gezocht naar meer geld. Het gaat om de volgende projecten: oeverbeschoeiing in Wormer- en Jisperveld, de implementatie van het plan gegarandeerd beheer in Oostzanerveld en de Landelijke Natuurverbinding Stapsteen Wormerveer. En het gaat om de volgende gebiedsprocessen: Oostzanerveld, Wormer- en Jisperveld, Polder Westzaan, Polder Mijzen, Eilandspolder en Waterland-Oost. De provincie kijkt of zij in haar eigen begroting financiële middelen kan vrijspelen of dat er geld vanuit het Rijk beschikbaar komt. Hoe dan ook blijft de provincie in gesprek met haar partners in deze gebieden.
Financiën Er zijn geen specifieke gegevens bekend over de financiële huishouding van Nationaal Landschap Laag-Holland omdat deze post is opgenomen in de boekhouding van de provincie Noord-Holland.
Rechtmatigheid n.v.t.
Risico's en beheersmaatregelen Geen
   

 

Naam verbonden partij
Recreatieschap Twiske Waterland
Site http://www.hettwiske.nl
Kerngegevens

Recreatieschap Twiske Waterland, gevestigd te Haarlem
31.000 hectare werkgebied, waarvan 718 hectare beheergebied met 200 hectare water

Doel / openbaar belang

Recreatieschap Twiske-Waterland is een samenwerkingsverband van diverse gemeenten en de provincie NH. Het recreatieschap wil recreanten laten genieten van het mooie landschap. Het schap legt recreatieve voorzieningen aan zoals fiets- wandel- en vaarroutes en wil het Waterlandse landschap met zijn karakteristieke bebouwing, openheid en bijzondere planten en dieren zo goed mogelijk in stand houden.

Missie Recreatie in het gebied Twiske-Waterland versterken. Het doel van de Gemeenschappelijke Regeling is:
A.    het bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling in de openluchtrecreatie;
B.    in samenhang met het vorenstaande tot stand brengen en bewaren van een evenwichtig natuurlijkmilieu;
C.    het tot stand brengen en duurzaam in stand houden van het specifiek en gedifferentieerde karakter van het landschap door bescherming, ontwikkeling en consolidatie van de waarden die het in zich draagt en
D.    het verwerven van inkomsten uit het recreatiegebied ter verwezenlijking en instandhouding van de direct hiervoor genoemde doelstellingen.
Visie Twiske-Waterland is ingericht als recreatiegebied om gemeenten en natuurgebieden te ontlasten en aantrekkelijke recreatiemogelijkheid te bieden aan recreanten uit omliggende gemeenten en de  regio. Het recreatieschap heeft drie hoofdactiviteiten:
- Beheren en in stand houden van de ingerichte gebieden en voorzieningen;
- Beheren en in stand houden routenetwerken en boerenlandpaden;
- Actueel houden en vernieuwen van het aanbod om aan te sluiten bij wensen en behoeften van de recreant. 
Ontwikkelingen

Bestuurlijke ontwikkelingen
In november is mevrouw Esther Rommel aangesloten bij het Algemeen Bestuur. Mevrouw Rommel vervangt mevrouw Zaal als de gedeputeerde voor de provincie. Door een wetswijziging is vanaf 2023 het dagelijks bestuur van het recreatieschap verantwoordelijk voor het afgeven van de rechtmatigheidsverantwoording. Dit betekent dat voortaan het dagelijks bestuur in de jaarstukken een rechtmatigheidsverantwoording moet opnemen.

Beleidsverslag/ontwikkelingen
Het in stand houden van de gebieden en voorzieningen maakt het leeuwendeel van de inspanningen en bestedingen uit. Maar daarnaast werd in 2023 ook gewerkt aan: 
•    Het evalueren en actualiseren van het voortschrijdend uitvoeringsprogramma; 
•    Herzien van het evenementenbeleid; 
•    De procesbegeleiding en contractvorming van zorgboerderij De Marsen; 
•    Het faciliteren van natuur inclusieve recreatie; 
•    Het leveren van een bijdrage aan het herstel van het Schanszichtpad. In 2023 is het herstelde Schanszichtpad geopend; 
•    Totstandkoming van rapportages en adviezen voor het recreatieve grid en de biodiversiteit in het water. Die activiteiten zijn verlengt tot eind 2024 en behelst de uitwerking van subsidietoekenning vanuit het Integraal Bestuurlijk Programma Platteland in 2020. In 2023 is het rapport recreatief grid vastgesteld. 
•    Vormgeven van recreatieve elementen Markermeerdijken en omlegging van bestaande routes tijdens de werkzaamheden; 
•    Vaststellen van een visie voor de Blauwe Poort; 
•    Herstelwerkzaamheden aan 2 wandelbruggen in de Vennen 
•    Voorbereidingen getroffen voor de vervanging van de Pikpotweg brug. 

Voor ondersteuning van de bedrijfsvoering en bestuurlijke slagkracht werden: 
•    De P&C-cyclus verbeterd door vereenvoudiging van de uurtarieven en kostenverdeelsleutels; 
•    De begrotingen en jaarstukken opgemaakt conform het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV); 
•    De risicoanalyse, beheersmaatregelen en weerstandsreserve geactualiseerd.

Financieel resultaat
Het financiële resultaat is een stuk beter dan vooraf begroot. De jaarrekening laat over 2024 een positief resultaat zien van €213.370, terwijl een negatief resultaat van €200.851 was begroot. Het positieve verschil van €414.221 wordt verklaard door:
•Lagere kosten incidentele projecten (€ 284.000 positief). Deze kosten schuiven grotendeels door naar 2025;
•Hogere baten door rente (€ 64.000 positief);
•Hogere opbrengsten uit evenementen (€ 25.000 positief);
•Hogere parkeeropbrengsten (€ 24.000 positief);
•Lagere kosten betaald parkeren (€ 22.000 positief);
•Divers (€ 5.000 negatief).

Eigen vermogen per 1 januari 2024 €5.204.000
Eigen vermogen per 31 december 2024 €5.417.000
Vreemd vermogen per 1 januari 2024 €412.000
Vreemd vermogen per 31 december 2024 €478.000
Rekeningresultaat 2024 van de GR €213.370
Bijdrage gemeente aan GR 2024 €19.340
Rechtmatigheid

In de jaarrekening is de rechtmatigheidsverantwoording van het dagelijks bestuur opgenomen. Zoals daar weergegeven is het dagelijks bestuur van mening dat de verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen, ook al zijn er afwijkingen die in totaal de vastgestelde materialiteitsgrens overschrijden. De materialiteitsgrens is 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves volgens de begroting na wijziging (voor 2024 een bedrag van €148.237).

Begrotingsrechtmatigheid
Beoordeling van overschrijding van de begroting op programma-niveau is volgens het BBV onderdeel van de rechtmatigheidstoets. Uit deze beoordeling bleek dat zich geen onrechtmatige afwijkingen hebben voorgedaan.

Misbruik en oneigenlijk gebruik
Vast onderdeel van de gehele interne controle op zowel de processen als balansposten is het onderkennen van misbruik en oneigenlijk gebruik van (financiële) middelen (fraude). Uit de controle is dit verslagjaar niet gebleken dat misbruik of oneigenlijk gebruik heeft plaatsgevonden.

Overige bevindingen
Uit de interne controle bleken verder geen bijzondere zaken.

Risico's en beheersmaatregelen De belangrijke risico’s voor Twiske-Waterland zijn:
•Verminderde inkomsten door: Afgelasten van evenementen;
•Verminderde inkomsten door: Beleid;
•Overmacht door: pandemieën/(vogel)ziektes, predatoren en nieuwe invasieve soorten;
•Overmacht door: Klimaatveranderingen (brand/hittestress/droogte/stormen/ verzilting/piekbuien).

De kwantificering van de risico's leidt tot een gewenst weerstandsvermogen van €531.250. De huidige algemene reserve (weerstandscapaciteit) is €970.000 en ligt ruim boven het benodigde weerstandsvermogen.
   

 

Programma 3 Sociaal Domein

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - Programma 3 Sociaal Domein

 

Naam verbonden partij
GR Gemeenschappelijke GezondheidsDienst Zaanstreek-Waterland (GGD ZW)
Site ggdzw.nl
Kerngegevens Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Zaanstreek-Waterland, Zaandam
Doel / openbaar belang De GGD gaat voor: doorontwikkeling van de eigen kwaliteiten, aansluiten bij en inspelen op nieuwe ontwikkelingen, hantering van een helder afwegingskader voor de uitvoering van contract-taken, investeren in verbinding.
Missie GGD Zaanstreek-Waterland beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid en de sociale veiligheid van alle mensen in de regio. Daarbij staat een preventieve en collectieve aanpak voorop, met specifieke aandacht voor bevordering van participatie en ondersteuning van de eigen regie van mensen. Als uitvoeringsorganisatie van de gemeenten sluit de GGD aan bij de gemeentelijke verantwoordelijkheden in het sociaal domein.
Visie De GGD gaat voor: doorontwikkeling van de eigen kwaliteiten, aansluiten bij en inspelen op nieuwe ontwikkelingen, hantering van een helder afwegingskader voor de uitvoering van contract-taken, investeren in verbinding.
Ontwikkelingen De GGD ZW heeft hard gewerkt aan de doelen voortkomend uit de vastgestelde visie in samenwerking met de bijpassende doelen van Gala en IZA. Zo is de valpreventieketen regionaal opgezet, naar voorbeeld van de ketens in Oostzaan en Wormerland, en zijn er mooie stappen gezet in de overlappende ketens rondom GLI (gezonde leefstijlinterventie) en KnGG (kind naar gezond gewicht). Ook heeft de GGD ZW lokaal meegeholpen i.s.m. de Brijder stichting voor meer bewustzijn over de gevaren van alcoholgebruik. Deze ontwikkelingen helpen mee in de transformatie van de GGD ZW van een autonome zorgorganisatie naar een uitvoeringsorganisatie aangestuurd door de gemeenten en het Rijk. Hiernaast heeft de GGD ZW samen met alle gemeenten gekeken naar mogelijke bezuinigingsscenario’s zoals gevraagd door de gemeenten. Er zijn drie scenario’s voorgesteld met als advies te kiezen voor scenario 2 (waarvan scenario 1 minder bezuinigingen/ weinig impact, scenario 2 bezuinigingen met impact en scenario 3 veel bezuinigingen met hevige impact op de Volksgezondheid). De voorgestelde opties worden op dit moment, medio mei 2025, behandeld door de verschillende raden. 
Eigen vermogen per 1 januari 2024 €3.233.402
Eigen vermogen per 31 december 2024 Concept jaarstukken 2024: €1.780.524
Vreemd vermogen per 1 januari 2024 €8.140.827
Vreemd vermogen per 31 december 2024 Concept jaarstukken 2024: €10.993.041
Bijdrage gemeente aan GR 2024 Concept jaarstukken 2024: €461.930
Rekeningresultaat 2024 van de GR Concept jaarstukken 2024: €73.913
Rechtmatigheid

Het dagelijks bestuur is van mening dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties niet rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor gestelde verantwoordingsgrens.

 

De geconstateerde rechtmatigheidsafwijkingen betreffen:

 

Begrotingscriterium

1a. Overschrijding lasten op de programma’s

€ 4.974.000

1b. Overschrijding investeringsbudgetten

€ 35.000

2. Ongeautoriseerde reservemutaties

€ 88.000

3. Overschrijding van baten en/of overschrijding van lasten en baten op programmaniveau die niet tijdig tot een begrotingswijziging hebben geleid of te laat aan het Algemeen bestuur zijn gemeld (niet tijdig gemeld i.o.m intern vastgelegde spelregels in de financiële verordening (art. 212)

€ 0

 

Totaal begrotingsonrechtmatigheden

€ 5.097.000

4. Totaal van de begrotingsonrechtmatigheden (van onderdeel 1en 2) dat past binnen het vooraf vastgestelde beleid van het Algemeen bestuur en past binnen de vooraf vastgestelde afspraken met het Algemeen bestuur zoals opgenomen in de financiële verordening GGD Zaanstreek-Waterland 2024 en daarmee vooraf als “acceptabel” is geduid. Deze begrotingsafwijkingen zijn meer uitgebreid toegelicht bij de toelichting op de baten en lasten in de jaarrekening en bij de programma’s en investeringen

€ 2.503.000

5. Resterend saldo aan begrotingsonrechtmatigheden (inhoudelijk

toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering).

€ 2.594.000

 

Voorwaardencriterium

Inkopen ten onrechte niet Europees aanbesteed. (inhoudelijk hier toelichten en in de paragraaf bedrijfsvoering).

€ 3.214.000

 

Misbruik & oneigenlijk gebruik-criterium

Geen bevindingen.

€ 0

 

Risico's en beheersmaatregelen

De omvang van de aanwezige risico’s

Opgenomen zijn de risico’s waarvoor geen voorzieningen of bestemmingsreserves zijn gevormd. Dit zijn risico’s welke voortvloeien uit eigen beleid, het doen of nalaten van derden of beleid van andere overheden. De inventarisatie vindt tweemaal per jaar plaats, namelijk bij de begroting en bij de jaarrekening. Niet alle risico’s laten zich financieel vertalen.

De GGD heeft in 2024 een risico inventarisatie uitgevoerd. Dit heeft geresulteerd in een risico model. De risico’s in dit model zijn financieel vertaald. Periodiek worden acties in het MT van de GGD besproken om de risico’s waar nodig te mitigeren, te accepteren of te verkleinen. Het model wordt ook periodiek gedeeld met het bestuur om inzicht te geven in het risicomanagement van de GGD en de manier waarop de grootste risico’s worden behandeld. Wanneer alle risico’s zich voordoen zal een bedrag van 3,8 mln. Hiermee gemoeid kunnen zijn. De reden dat deze zaken niet zijn meegenomen als voorziening en bestemmingsreserve is gelegen in het feit dat de gemeenten in hun risicomanagement de GGD inschatten en dat effectuering van risico’s voor de GGD zullen moeten worden gedekt door de gemeenten via de gemeenschappelijke regeling (GR).

   

 

Programma 5 Leefomgeving

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - Programma 5 Leefomgeving

 

Naam verbonden partij
Omgevingsdienst IJmond (OD IJmond)
Site www.odijmond.nl
Kerngegevens  De Omgevingsdienst IJmond (ODIJ) is een gemeenschappelijke regeling waarin de gemeenten Heemskerk, Beverwijk, Bloemendaal, Edam-Volendam, Haarlem, Heemstede, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Uitgeest, Velsen, Waterland, Wormerland, Zandvoort en Provincie Noord-Holland deelnemen.
Doel / openbaar belang De beleidslijnen die door deelnemers in de gemeenschappelijke regeling in hun milieubeleidsplannen en overeenkomsten zijn neergelegd, bepalenwelke werkzaamheden uitgevoerd worden en worden vastgelegd in het uitvoeringsprogramma van de OD IJmond. De OD IJmond heeft zelf geen milieubeleidsdoelstellingen en is een uitvoerende dienst.
Missie

OD IJmond draagt bij aan het bereiken en in stand houden van een veilige en duurzame fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit binnen ons werkgebied. Daarbinnen inspireert OD IJmond burgers en bedrijven tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Het resultaat is een landelijk vooruitstrevende en toekomstbestendige voorbeeldorganisatie waar partners met vertrouwen mee samenwerken.

Visie

OD IJmond werkt, als onderdeel van het openbaar bestuur, samen met burgers, bedrijven en overheden aan een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving. Naast vergunningverlening, toezicht en handhaving bij bedrijven, adviseert OD IJmond over de verschillende aspecten van de fysieke leefomgeving en duurzaamheid binnen het ruimtelijke domein.
In de uitvoering van onze taken vervult OD IJmond een proactieve, regisserende en vooral verbindende rol. Als procesregisseur met kennis van zowel Inhoud als uitvoering bevordert OD IJmond een integrale aanpak binnen het ruimtelijk domein en koppelt OD IJmond de juiste partijen aan elkaar. Daarbij is kwalitatieve en adequate dienstverlening leidend. Initiatieven van burgers en bedrijven vragen van OD IJmond een open houding, gericht op wederzijds vertrouwen. Als kennisorgaan anticipeert OD IJmond hierop en faciliteert met een helder inzicht in het speelveld, binnen de kaders van de wet- en regelgeving.

Ontwikkelingen

Met het Jaarverslag 2024 geeft de Omgevingsdienst IJmond inzicht in wat de Omgevingsdienst IJmond in opdracht van de gemeentebesturen en het provinciebestuur in 2024 heeft uitgevoerd. De werkzaamheden van de Omgevingsdienst IJmond zijn vooral gericht op het uitvoeren van de ‘klassieke’ milieutaken voor de deelnemers o.b.v. de gemeentelijke Milieubeleidsplannen die voor een periode van vier jaar worden opgesteld. Naast dit basistakenpakket geeft de Omgevingsdienst IJmond voor een groot aantal gemeenten ook uitvoering aan de overige milieutaken (zowel vergunningverlening, toezicht en handhaving als milieuadvisering en beleidsvoorbereiding en uitvoering). Tot slot wordt in een aantal gemeenten ook toezicht verricht t.a.v. brandveiligheid, Bouw- en Woningtoezicht, de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO), Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV) en Drank- en Horecawetgeving.

Enkele highlights uit het Jaarverslag 2024 van de OD IJmond zijn:
1. Actieve bijdrage aan het Interbestuurlijk Programma Versterking VTH (IBP-VTH)
De ODIJ speelde een belangrijke rol in de totstandkoming en uitvoering van het IBP-VTH. Ondanks het formele einde in september 2024, worden de resultaten gebruikt om samenwerking tussen omgevingsdiensten in Noord-Holland te verkennen.
2. Ambitie tot een zelfstandige en toekomstbestendige organisatie
In het Plan van Aanpak heeft het bestuur van ODIJ uitgesproken dat het per april 2026 wil uitgroeien tot een stabiele en zelfstandige organisatie. Hierbij staan continuïteit, kwaliteit en toekomstgerichtheid centraal.
3. Start van het programma herijking GR, DVO en financieringsstructuur
Met dit programma onderzoekt ODIJ hoe de structuur en financiering aangepast kunnen worden om duurzaam aan de opgaven te blijven voldoen. Ook wordt gekeken naar rechtvaardigere verdeling van middelen en mogelijke bezuinigingsscenario's.
4. Versterkte regionale en landelijke samenwerking
ODIJ werkt met drie andere omgevingsdiensten in Noord-Holland aan gezamenlijke strategieën en producten, zoals een uniforme handhavingsstrategie. Er is groeiende aandacht voor regionale opgaven zoals ZZS, waterbeheer en klimaattransities.
5. Inwerkingtreding Omgevingswet en gevolgen voor ODIJ
De nieuwe Omgevingswet sinds januari 2024 verandert het wettelijk kader voor de VTH-taken van ODIJ. Dit heeft impact op de werkwijze en het beleid op verschillende bestuursniveaus en leidt tot de ontwikkeling van nieuwe werkproducten.

Eigen vermogen per 1 januari 2024 €729.707
Eigen vermogen per 31 december 2024 €742.091
Vreemd vermogen per 1 januari 2024 €12.106.613
Vreemd vermogen per 31 december 2024 €13.348.422
Rekeningresultaat 2024 van de GR €124.232
Bijdrage gemeente aan GR 2024 (DVO milieutaken) €135.022
Rechtmatigheid 

Begrotingscriterium
De totale lasten van €18.241.408 overschrijden de gewijzigde begroting van €16.339.252 overschrijden met €1.902.156. Hiermee zijn deze lasten dus onrechtmatig. Tegenover deze extra lasten staan extra baten van €2.026.393 waarom deze worden gecompenseerd. In de financiële verordening is opgenomen dat overschrijdingen geaccepteerd worden door het algemeen bestuur, mits hier extra baten tegenover staan. 

Investeringen
In 2024 heeft de omgevingsdienst voor €66.594 geïnvesteerd. In totaal was er voor 2024 op basis van de bestuursrapportage een investeringskrediet beschikbaar gesteld van €46.000. Hiermee is dit krediet met €20.594 overschreden waarmee dit onrechtmatig is. Gezien de geringe omvang hiervan kleiner is dan de grens benoemd in artikel 8.3 van de Financiële verordening Omgevingsdienst IJmond artikel 212 Gemeentewet heeft dit verder geen invloed op de rechtmatigheidsverantwoording.

Voorwaardencriterium
Er is een integrale check uitgevoerd op crediteuren met een uitgaaf van meer dan €200.000 in de afgelopen 4 jaar en een uitgaaf van meer dan €50.000 in 2024. Hierin zijn geen crediteuren aangetroffen die onterecht niet Europees aanbesteed zijn. Uit de uitgevoerde analyses op de naleving van de subsidievoorwaarden is vastgesteld dat er geen subsidiebaten zijn verantwoord waarbij is gebleken dat niet aan de subsidievoorwaarden is
voldaan.

Misbruik en oneigenlijk gebruik criterium
In de gemeenschappelijke regeling zijn er geen regelingen waarvan misbruik te maken is door de gebruikers. Een risico wat wij zien is dat toezichthouders worden omgekocht door bedrijven of personen om een ander oordeel te vellen. Gezien hier sprake is van beïnvloeding van eigen personeel betreft dit fraude en behoort dit niet tot het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium.

Risico's en beheersmaatregelen We lopen als deelnemende gemeenten een financieel risico omdat we, zoals bij alle gemeenschappelijke regelingen, gezamenlijk de kosten dragen. ODIJmond heeft een weerstandsratio van 1,0 (voldoende). De risico’s voor de gemeente zijn zodoende ingeschat op minimaal. 
   

 

Naam verbonden partij
GR Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (VrZW)
Site veiligheidsregiozaanstreekwaterland.nl
Kerngegevens Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, Zaandam
Doel / openbaar belang

Het bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van brandweer/GHOR/CPA-taken in ruime zin met inbegrip van het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen en overigens een goede hulpverlening bij een ongeval of een ramp te bevorderen in het gebied met acht deelnemende gemeenten. De Veiligheidsregio/RWBZ voert regiotaken op het gebied van preventie, preparatie en alarmcentrale. Daarnaast is de gemeentelijke crisisorganisatie inmiddels regionaal georganiseerd als gevolg van de wet op de Veiligheidsregio’s. Deze processen worden steeds verder geprofessionaliseerd. De nafase van een crisis blijft een taak van de gemeente. De VrZW ondersteunt gemeenten om deze taken te organiseren.

Missie

De partners in de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland gaan ‘arm in arm voor veiligheid’ om het samenwerkingsverband te bestendigen en uit te bouwen. Dit samenwerkingsverband helpt maatschappelijke verstoringen voorkomen of beperken in het belang van en samen met de burgers.

Visie • Wij werken adequaat en effectief samen op het gebied van integrale veiligheid
• Wij treden adequaat en snel op bij rampen en crises
• Wij gaan in onze organisatievorming mee in de ontwikkelingen rond bestuurlijke schaalvergroting
• Wij hebben wederzijds werkbare afspraken met de nieuwe politieregio
• Wij werken actief samen met de burger opdat deze bewust en zelfredzaam handelt
Ontwikkelingen

Financiële ontwikkelingen
Het jaar 2024 is afgesloten met een klein positief saldo van €141.252. Het budgettair kader van VrZW staat onder druk door de ontwikkeling van de loonkosten en het stijgen van de prijzen. Door gerichte sturing sluit VrZW in 2024 met zwarte cijfers. Over 2023 is een negatief resultaat ten laste van de algemene reserve gebracht. Om de weerstandscapaciteit op het afgesproken niveau te brengen wordt het Algemeen Bestuur bij de definitieve vaststelling van de jaarstukken op 2 juli 2025 gevraagd het positieve resultaat toe te voegen aan de algemene reserve.

Eigen vermogen per 1 januari 2024 €1.360.000
Eigen vermogen per 31 december 2024 Concept jaarstukken 2024: €1.456.000
Vreemd vermogen per 1 januari 2024 €20.922.000
Vreemd vermogen per 31 december 2024 Concept jaarstukken 2024: €21.140.000
Rekeningresultaat 2024 van de GR Concept jaarstukken 2024: €141.000
Bijdrage gemeente aan GR 2024 Concept jaarstukken 2024: €0
Rechtmatigheid

Rechtmatigheidsverantwoording van Dagelijks Bestuur
De baten en lasten alsmede de balansmutaties moeten getrouw in de jaarrekening worden opgenomen. Uit het getrouw opnemen van de baten en lasten alsmede de balansmutaties, blijken een drietal rechtmatigheidscriteria niet expliciet. Dit betreffen het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium. In deze rechtmatigheidsverantwoording licht het. Dagelijks Bestuur toe in hoeverre bij de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties het begrotings-, voorwaarden en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd. Dit houdt in dat de verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties in overeenstemming zijn met door het Algemeen Bestuur vastgestelde kaders zoals de begroting en verordeningen en met bepalingen in de relevante wet- en regelgeving. Bij de waarderingsgrondslagen in de jaarrekening is het door het Algemeen Bestuur op 17 oktober 2024 vastgestelde normenkader van de relevante wet- en regelgeving verder toegelicht. Deze verantwoording hanteert een grensbedrag omdat alleen de van belang zijnde aspecten in de verantwoording hoeven te worden betrokken. Deze grens is door het Algemeen Bestuur bepaald en bedraagt 1% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves en is daarmee vastgesteld op €423.000. De grondslag voor deze verantwoording is de Kadernota Rechtmatigheid 2024 van de Commissie BBV van oktober 2024.

Risico's en beheersmaatregelen

We lopen als deelnemende gemeenten een financieel risico omdat we, zoals bij alle gemeenschappelijke regelingen, gezamenlijk de kosten dragen. Als specifiek risico benoemen we nieuwe taken die vanuit het rijk naar VrZw komen. Hierin zijn we afhankelijk van het rijk of daar ook voldoende middelen tegenover komen te staan (via specifieke of algemene uitkering). Daarnaast lopen we niet-financiële risico's als VrZw hun taken niet of niet-voldoende uitvoert.

Weerstandscapaciteit
Het totaal van de in de jaarrekening 2024 benoemde risico's bedraagt €3.725.000. Het totale weerstandsvermogen per eind 2024 is €691.000. De ratio ‘weerstandscapaciteit’ van VrZw komt daarmee op 0,19 en classificeert daarmee als ‘onvoldoende’. Een weerstandsratio onder de 1 is voor de deelnemende gemeenten risicoverhogend.

   

 

Naam verbonden partij
Vervoerregio Amsterdam
Site https://vervoerregio.nl/
Kerngegevens Jodenbreestraat 25, 1011 NH Amsterdam
Doel / openbaar belang Samenwerking versterken op het gebied van verkeer en vervoer, bevorderen van bereikbaarheid
Missie Verkeer en vervoer ondersteunt de ruimtelijk-economische ontwikkelingen en de ontplooiingskansen van mensen. Dat vraagt om intensieve samenwerking afstemming tussen het mobiliteitsbeleid en de andere beleidsvelden.
Visie Het versterken van de samenwerking op het gebied van Verkeer en Vervoer in regio Amsterdam-Almere.
Ontwikkelingen De Vervoerregio Amsterdam werkt nauw samen met gemeenten, waaronder Oostzaan en Wormerland, aan toekomstbestendige en duurzame mobiliteit. In beide gemeenten wordt op dit moment gewerkt aan een nieuw mobiliteitsplan, gericht op verkeersveiligheid, leefbaarheid en slimme, duurzame verplaatsingen. De Vervoerregio levert hierin ondersteuning, onder andere via inhoudelijke inbreng, financiering en afstemming met regionale doelen.
Per december 2023 is de nieuwe concessie Zaanstreek–Waterland (ZAWA) in werking getreden. In Oostzaan rijdt buslijn 111, en in Wormerland rijdt buslijn 67. Deze lijnen zorgen voor regionale ontsluiting, maar staan wel onder druk door landelijke personeelstekorten, waardoor reizigers te maken hebben met rituitval en verminderde betrouwbaarheid. De Vervoerregio blijft met vervoerders en gemeenten in gesprek om deze problemen aan te pakken.
Verder blijft de Vervoerregio zich inzetten op thema’s als verkeersveiligheid, fietsverbindingen, spreiding van mobiliteit over de dag en de overgang naar zero-emissievervoer. Ook wordt gewerkt aan innovatieve mobiliteitsoplossingen zoals mobiliteitshubs en deelvervoer, passend bij de schaal en behoeften van kleinere gemeenten.
Sinds februari 2023 is de Vervoerregio gevestigd aan Termini 179 in Amsterdam-Noord, samen met de Metropoolregio Amsterdam (MRA).
Eigen vermogen per 1 januari 2024 €0
Eigen vermogen per 31 december 2024 Concept jaarstukken 2024: €0
Vreemd vermogen per 1 januari 2024 €389.047.259
Vreemd vermogen per 31 december 2024 Concept jaarstukken 2024: €560.459.729
Rekeningresultaat 2024 van de GR Concept jaarstukken 2024: €0
Bijdrage gemeente aan GR 2024 Concept jaarstukken 2024: €0
Rechtmatigheid

Algemeen
Conform artikel 24 lid 3 van de financiële verordening 2023 worden in de paragraaf bedrijfsvoering de geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) groter dan €500.000 toegelicht.

Begrotingscriterium
In 2024 zijn er geen begrotingsonrechtmatigheden te melden die boven de rapportagegrens artikel 24 lid 3 (€500.000) van de financiële verordening 2023 uitkomen.

Voorwaardencriterium
De spendanalyse op inkoop & aanbesteding heeft aan het licht gebracht dat er over 2024 een financiële onrechtmatigheid speelt op het voorwaardencriterium van € 2,0 miljoen. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2023 (€ 1,9 miljoen) en doorbreekt de neerwaartse trend. Hiervoor zijn drie redenen aan te dragen:
• De eerste lijn zal zich meer bewust moeten worden van de consequenties van ‘vollopende’ contracten: kan ik nog rechtmatig inkopen?
• De spendanalyse zal ook als stuurelement moeten worden ingezet, dan alleen om te verantwoorden: vooruitkijken in plaats van in de achteruitkijkspiegel;
• Vaker de peilstok hanteren: vier keer per jaar rapporteren in plaats van twee keer.

De hier vermelde onrechtmatigheid valt onder de verantwoordingsgrens zoals die is vastgesteld in de financiële verordening en heeft derhalve geen effect op de uitkomst van de rechtmatigheidsverantwoording.

Misbruik & oneigenlijk gebruik criterium 
In 2024 zijn er geen M&O- onrechtmatigheden te melden die boven de rapportagegrens artikel 24 lid 3 (€500.000) van de financiële verordening 2023 uitkomen. Begin 2025 zijn de resultaten van de eerste frauderisicoanalyse binnen de Vervoerregio gepresenteerd. De analyse is uitgevoerd op basis van de in 2024 vastgestelde richtlijn frauderisicoanalyse van de Vervoerregio en gaat ook in op M&O. De analyse geeft inzicht in de belangrijkste potentiële frauderisico’s, bestaande beheersmaatregelen en eventuele verbeterpunten en
draagt bij aan een effectieve risicogebaseerde aanpak. De frauderisicoanalyse bevestigt dat de Vervoerregio een solide basis heeft voor fraudebeheersing, maar dat er nog significante verbeterpunten zijn. De grootste kwetsbaarheden liggen bij informatiebeveiliging en integriteit. De analyse heeft niet alleen geresulteerd in een overzicht van risico’s, maar ook in een verbeterd bewustzijn binnen de organisatie. Door de risico’s actief te monitoren en waar nodig aanvullende maatregelen te nemen, kan de Vervoerregio de effectiviteit van haar fraudebeheersing en M&O-beleid verder versterken. Het lijnmanagement heeft als doel de frauderisicoanalyse– samen met de reguliere risicoanalyse – twee keer per jaar uit te voeren, bijvoorbeeld in juni en december.

Risico's en beheersmaatregelen

Financiële impact
Om de financiële impact van de risico’s in te schatten is de volgende werkwijze gevolgd. Er is een analyse gemaakt waarin de financiële omvang van de risico’s in risicocategorieën is ingedeeld. Vervolgens is de impact (effect) in euro’s bepaald op het categoriegemiddelde of, in de hoogste categorie, de ondergrens. De risico-inschatting wordt als volgt bepaald: hoog risico: kans is 75%; gemiddeld tot laag risico: kans is 25%. Het financiële risico wordt bepaald door impact maal kans. De financiële impact van de Top 10 strategische risico’s telt op tot €130 miljoen. De benodigde weerstandscapaciteit is dus €130 miljoen.

Weerstandsratio
De weerstandsratio van de Vervoerregio eind 2024 (beschikbaar weerstandsvermogen €143,5 miljoen/benodigde weerstandscapaciteit €130 miljoen) is 1,1. Dit is voldoende. De regioraad streeft naar een ratio weerstandsvermogen van minimaal voldoende.

   

Programma 6 Bestuur en organisatie

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - Programma 6 Bestuur en organisatie

aam verbonden partij
Cocensus
Site cocensus.nl
Kerngegevens Openbaar lichaam genaamd 'gemeenschappelijke regeling Cocensus', gevestigd te Heemskerk.
Doel / openbaar belang

Cocensus is een gemeenschappelijk regeling (GR) van gemeenten Haarlem, Haarlemmermeer, Hillegom, Beverwijk, Oostzaan, Wormerland, Alkmaar, Bergen, Uitgeest, Heiloo, Castricum, Dijk en Waard en Den Helder. Per 1 januari 2025 is dit uitgebreid met de toetreding van gemeente Landsmeer.

In deze GR zijn de uitvoeringswerkzaamheden in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen ondergebracht.

Cocensus verzorgt het bestandsonderhoud, de heffing, de invordering, de behandeling van bezwaar- en beroepschriften en de behandeling van verzoeken om kwijtschelding.

Missie Cocensus is de partner voor het integraal waarderen, heffen en invorderen van decentrale belastingen en heffingen. 
Visie Cocensus heeft een bedrijfsmatige grondslag en zal tegen een zo laag mogelijk tarief en zo hoog mogelijke kwaliteit haar diensten integraal aanbieden. De belangrijkste waarden hierbij zijn:
·         Klantgericht
·         Kwalitatief
·         Innovatief
·         Efficiënt en effectief
·         Resultaatgericht
·         Integriteit
Ontwikkelingen

De jaarrekening 2024 van Cocensus is afgesloten met een klein negatief resultaat van €11.000. Dit negatieve resultaat wordt per saldo verklaard doordat een aantal aanvullende opdrachten van deelnemers van Cocensus iets lager zijn uitgevallen dan verwacht. Zo is bijvoorbeeld door de rechter een streep gezet door het initiatief van de bestuurlijke boeten en zijn door aanloopproblemen bij een deelnemer nog niet de verwachte resultaten gerealiseerd door de inzet van de scanauto als het gaat om de aantallen naheffingsaanslagen parkeren.  Voorgesteld wordt om dit negatieve exploitatieresultaat ad € 11.000 te onttrekken de algemene reserve van Cocensus die daarmee zou uitkomen op een bedrag van €177.000.

Toetreding gemeente Landsmeer per 1 januari 2025
Na instemming van de huidige deelnemers van Cocensus treedt de gemeente Landsmeer per 1 januari 2025 toe tot Cocensus. Het laatste kwartaal van 2024 stond vooral in het teken van de conversie van de data van Landsmeer naar de omgeving van Cocensus. Zoals gebruikelijk bij Cocensus zijn ook met de gemeente Landsmeer afspraken gemaakt in het kader van “schoon over”, om te voorkomen dat oude werkvoorraden door Cocensus dienen te worden opgepakt.

No cure no pay- bureaus
In 2024 werden 17.331 WOZ-bezwaren ingediend. Door een wetswijziging die het verdienmodel van No Cure No Pay bureaus heeft beperkt, is dit aanzienlijk minder dan in 2023. De activiteiten van de NCNP-bureaus zijn enorm afgenomen. Feitelijk is er nog één bureau actief; dat is een combinatie van Eerlijke WOZ en het Nieuwe WOZ-bureau. Nu er geen (grof) geld meer valt te verdienen blijkt voor veel van de inmiddels verdwenen bureaus het belang van rechtsbescherming van de burgers toch niet de prioriteit geweest te zijn!

Website
De nieuwe Cocensus website is in februari 2024 live gegaan. Deze is qua vormgeving en gebruiksgemak verbeterd. Gebleken is dat dit voor de bezoeker goed werkt. Er komen minder vragen van burgers hoe ze zaken kunnen vinden op de website en het Digitaal loket. Met name de tarieven per gemeente en de veel gestelde vragen zijn veel makkelijker te raadplegen.

Eigen vermogen per 1 januari 2024 €224.000
Eigen vermogen per 31 december 2024 Concept jaarstukken 2024: €177.000
Vreemd vermogen per 1 januari 2024 €15.470.000
Vreemd vermogen per 31 december 2024 Concept jaarstukken 2024: €16.004.000
Bijdrage gemeente aan GR 2024 Concept jaarstukken 2024: €232.000
Rekeningresultaat 2024 van de GR Concept jaarstukken 2024: -/-€11.000
Rechtmatigheid

Voor de jaarrekening voldoet Cocensus aan het vastgestelde begrotingscriterium met een verantwoordingsgrens van 2% die is vastgesteld op €343.140, zoals bepaald in de rechtmatigheidsverantwoording. De grondslag voor deze verantwoording is de Kadernota Rechtmatigheid 2024 van de Commissie BBV van oktober 2024. Deze grens houdt in dat eventuele rechtmatigheidsfouten pas worden opgenomen en toegelicht in de rechtmatigheidsverantwoording wanneer ze de 2% overschrijden van de totale lasten, inclusief toevoegingen aan de reserves.

Het kader van de (financiële) rechtmatigheidsverantwoording bestaat uit de volgende criteria:

1A. Overschrijding lasten programma Heffen en invorderen van decentrale belastingen en heffingen
Op basis van dit begrotingscriterium is geen onrechtmatigheid geconstateerd in 2024. 

1B. Overschrijding investeringsbudgetten
Op basis van het begrotingscriterium is geen onrechtmatigheid geconstateerd in 2024. 

2. Ongeautoriseerde reservemutaties
Op basis van dit criterium is geen onrechtmatigheid geconstateerd in 2024. 

3. Overschrijding van baten en/of onderschrijding van lasten en baten programma Heffen en invorderen van decentrale belastingen en heffingen die niet tijdig tot een begrotingswijziging hebben geleid

Op basis van dit criterium is geen onrechtmatigheid geconstateerd in 2024. 

4. Totaal van de begrotingsonrechtmatigheden (van onderdeel 1 t/m 3) dat past binnen het vooraf vastgestelde beleid en daarmee vooraf als acceptabel is geduid vermelden en
verwijzen naar dit vooraf vastgestelde beleid

Op basis van dit criterium is geen onrechtmatigheid geconstateerd in 2024. 

5. Regel voorwaardencriterium en regel M&O criterium met beide een saldo van fouten ad 0.
Op basis van dit criterium is een onrechtmatigheid geconstateerd in 2024 van €114.650.


De baten en lasten alsmede de balansmutaties moeten getrouw in de jaarrekening worden opgenomen. Uit het getrouw opnemen van de baten en lasten alsmede de balansmutaties, blijken een drietal rechtmatigheidscriteria niet expliciet. Dit betreffen het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium. In deze rechtmatigheidsverantwoording licht het bestuur toe in hoeverre bij de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd. Dit houdt in dat de verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties in overeenstemming zijn met door de raad vastgestelde kaders zoals de begroting en gemeentelijke verordeningen en met bepalingen in de relevante wet- en regelgeving. Bij de waarderingsgrondslagen in de jaarrekening is het door het bestuur vastgestelde normenkader van de relevante wet- en regelgeving verder toegelicht. Deze verantwoording hanteert een grensbedrag omdat alleen de van belang zijnde aspecten in de verantwoording hoeven te worden betrokken. Deze grens is door het bestuur bepaald en bedraagt 2% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves en is daarmee vastgesteld op €343.140. De grondslag voor deze verantwoording is de Kadernota Rechtmatigheid 2024 van de Commissie BBV van oktober 2024.

Bevinding
Het dagelijks bestuur stelt vast dat de omvang van de in deze jaarrekening geconstateerde onrechtmatigheid, die voortvloeit uit de inkoop- en aanbesteding ten behoeve van het KCC met een bedrag van €114.650 lager is dan de gehanteerde verantwoordingsgrens van €343.140.

Conclusie:
Het dagelijks bestuur is van mening dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten en ook de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor gestelde grens.

Risico's en beheersmaatregelen

Algemeen
Cocensus heeft een zeer beperkt weerstandsvermogen (de algemene reserve is contractueel gemaximeerde op €250.000). Dit houdt in dat financiële tegenvallers in rekening worden gebracht bij de deelnemers.

Weerstandsvermogen
Cocensus heeft een 2-tal risico's beschreven: Cyberaanvallen (€1.500.000) en Privacywetgeving (€650.000). Voor de risico-analyse wordt bij beide risico's rekening gehouden met 10% kans. Het totale risico komt daarmee op €215.000. De Algemene Reserve bedraagt eind 2024 €177.000 en is daarmee te laag om het volledige risico af te dekken. Daarmee komt de weerstandsratio op 0,83. Deze ratio valt onder de categorie 'matig'. 

   

 

Naam verbonden partij
OVER-gemeenten
Site over-gemeenten.nl
Kerngegevens OVER-gemeenten, Oostzaan en Wormerland.
Doel / openbaar belang Op 17 juni 2008 heeft de gemeenteraad van Oostzaan besloten in te stemmen met de samenwerking van Wormerland en Oostzaan. Om de uitvoering van beleidsmatige, uitvoerende en organisatorische opgaven te borgen en de dienstverlening verder te verbeteren, is de gemeenschappelijke regeling OVER-gemeenten opgericht. OVER-gemeenten werkt binnen de door de gemeenteraad van Oostzaan voor de samenwerking vastgestelde kaders. Deze kaders zijn:

- Elke gemeente behoudt haar bestuurlijke zelfstandigheid;
- Elke gemeente stelt haar eigen beleids- en uitvoeringskader vast;
- De samenwerking heeft als doel het blijvend borgen van dienstverlening, kwaliteit, continuïteit, bestuurskracht en betaalbaarheid;
- De dienstverlening van elke gemeente blijft lokaal (front-offices);
- Vanuit het uitgangspunt van “handhaven van de bestuurlijke zelfstandigheid van de twee gemeenten” blijft elke gemeente thans en in de toekomst verantwoordelijk voor haar eigen financiële positie;
- De (structurele) kosten van de ambtelijke organisatie mogen tijdens de samenwerking en in verdere uitwerkingen van de samenwerking niet stijgen, uitgezonderd wanneer er verplichte nieuwe taken vanuit het Rijk bijkomen.

Tevens mogen de kosten stijgen, indien een deelnemende gemeente nieuwe beleidsvoornemens heeft die gepaard gaan met personeelsuitbreiding. In dat geval zullen de extra kosten die hieruit voor de ambtelijke organisatie voortvloeien, gedragen worden door de betreffende gemeente zelf. Gemeenten die deze beleidsvoornemens niet willen doorvoeren zullen niet voor deze extra kosten van de ambtelijke organisatie worden belast.
Missie • Het zo optimaal mogelijk organiseren van het samenspel tussen colleges, bestuur en organisatie als noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren van de serviceorganisatie voor meerdere gemeenten.
• Het zo optimaal mogelijk organiseren van de dienstverlening aan inwoners, bedrijven en instellingen.
• Het zo optimaal mogelijk organiseren van de bedrijfsmatige ondersteuning als noodzakelijke voorwaarde voor het goed functioneren van de klantgerichte processen.
• Het zo optimaal mogelijk inzetten van personeel, zodanig dat een constante kwaliteit geleverd kan worden.
Visie OVER-gemeenten is een:
• vraag gestuurde dienstverlener;
• een toegangspoort tot de overheid;
• een aantrekkelijke werkgever;
• een innovatieve, 'anders' denkende organisatie;
• een aantrekkelijke partner.
Ontwikkelingen

Organisatorisch
In 2024 is gewerkt aan een sterkere organisatie, oplossingen voor financiële uitdagingen en het voorbereiden op de toekomst. Er zijn goede stappen gezet, maar er blijven uitdagingen.

Belangrijkste punten:
•             Toekomst van de gemeenten: Oostzaan kijkt of ze moet fuseren met een andere gemeente en ook Wormerland zoekt naar samenwerkingen. Dit kan grote gevolgen hebben.
•             Betere hulp voor inwoners: de gemeente heeft gewerkt aan zorg (Wmo) en de opvang van vluchtelingen.
•             Duurzaamheid en digitalisering: er wordt steeds meer digitaal gewerkt en er zijn plannen om gebouwen energiezuiniger te maken.

Uitdagingen en aandachtspunten:
•             Geld in balans houden: OVER-gemeenten werkt samen met de gemeenten aan een plan om voorbereid te zijn op de verwachte bezuinigingen van de landelijke overheid.
•             Gezondheid op het werk: er zijn nog steeds veel zieke medewerkers, wat extra kosten en werkdruk geeft.
•             Digitale systemen: er zijn stappen gezet om de veiligheid van de digitale systemen te verbeteren, maar dit blijft nodig.
•             Striktere controle op geldzaken: sommige uitgaven waren hoger dan gepland en zullen beter worden beheerst.


Belangrijkste financiële resultaten
*Geld: OVER-gemeenten hield in 2024 €651.106 over, onder andere dankzij inspanningen om de inhuur zoveel mogelijk te beperken.
*Minder ingehuurd personeel: er zijn meer vaste medewerkers aangenomen. Hierdoor was er minder inhuur nodig en werden kosten bespaard.
*Meer kosten voor Informatie- en Communicatietechnologie (ICT), wat gaat over het gebruik van computers, software en internet om informatie te verwerken en te delen. Door meer medewerkers, strengere regels en duurdere leveranciers
waren de ICT-uitgaven hoger.

Eigen vermogen per 1 januari 2024 €2.253.217
Eigen vermogen per 31 december 2024 Concept jaarstukken 2024: €1.819.645
Vreemd vermogen per 1 januari 2024 €2.748.941
Vreemd vermogen per 31 december 2024  Concept jaarstukken 2024: €3.257.564
Bijdrage gemeente aan GR 2024 Concept jaarstukken 2024: €8.582.640
Rekeningresultaat 2024 van de GR Concept jaarstukken 2024: €651.106
Rechtmatigheid

Begrotingscriterium
Het dagelijks bestuur heeft van €651.106 aan begrotingsonrechtmatigheden aangemerkt als zijnde wat past binnen het vooraf gestelde beleid. 

Voorwaardencriterium
Inkopen ten onrechte niet Europees aanbesteed: €310.637

Misbruik en oneigenlijk gebruik
Geen bevindingen.

Risico's en beheersmaatregelen

Voor OVER-gemeenten is het maximale weerstandsvermogen in onze Gemeenschappelijke Regeling vastgesteld op 2,5% van de jaarlijkse lasten. Dit betekent dat OVER-gemeenten een beperkt weerstandsvermogen heeft en mogelijke financiële gevolgen bij het voordoen van de risico’s naar rato (62% Wormerland, 38% Oostzaan) voor rekening van de deelnemende gemeenten komen. De blijvende deelname van beide gemeenten aan de Gemeenschappelijke Regeling is van cruciaal belang voor de continuïteit van OVER-gemeenten.

Het financiële risico is gestegen van €1.000.000 (in de primaire begroting 2024, welke is opgesteld in maart 2023) naar €1.166.000 (in het jaarverslag 2024, welke is opgesteld in maart 2025).
De weerstandsratio daalt van 0,6 (in de primaire begroting 2024) naar 0,4 (in het jaarverslag 2024).

   

 

Naam verbonden partij
Stichting Regionaal Inkoopbureau IJmond en Kennemerland (RIJK)
Site https://www.stichtingrijk.nl/
Kerngegevens Raadhuisplein 1, 2101 HA Heemstede
Doel / openbaar belang Het creëren van voordelen op zowel financieel, kwalitatief als procesmatig gebied voor zelfstandige gemeenten, onder andere door het faciliteren van een regionaal inkoopbureau en voorts al hetgeen met één en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.
Ontwikkelingen

Stichting Rijk valt niet onder de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (Wgr). De vaststelling van de Jaarstukken van Stichting Rijk vindt jaarlijks plaats in juni. Deze tabel is gevuld met informatie uit de voorlopige jaarrekening 2024. 

Begin 2024 werd in het AB vastgesteld dat RIJK gecontroleerd kan groeien met het oog op een brede financiële basis. Met gecontroleerde groei werd bedoeld dat RIJK nog ruimte heeft voor een beperkte groei van het aantal aangesloten organisaties, zonder dat het organisatiemodel van RIJK onder druk komt te staan. De steeds breder wordende financiële basis heeft het de afgelopen jaren mogelijk gemaakt dat de deelnemersbijdrage minder stijgt dan de cao-verhogingen.

Eigen Vermogen 1 januari 2024 €1.044.000
Eigen Vermogen 31 december 2024 Concept jaarstukken 2024 (vaststelling volgt in juni 2025): €1.005.360
Vreemd Vermogen 1 januari 2024 €503.247
Vreemd Vermogen 31 december 2024 Concept jaarstukken 2024 (vaststelling volgt in juni 2025): €626.113
Bijdrage gemeente aan GR 2024 Concept jaarstukken 2024 (vaststelling volgt in juni 2025): €58.537
Resultaat van de GR 2024 Concept jaarstukken 2024 (vaststelling volgt in juni 2025): €239.479
Rechtmatigheid In de concept jaarstukken 2024 is geen informatie opgenomen over de rechtmatigheid
Mogelijke risico’s voor de gemeente Stichting Rijk heeft een weerstandsratio van 1,23. De risico’s voor de gemeente zijn zodoende minimaal.
   

 

Overige samenwerkingsverbanden

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - Overige samenwerkingsverbanden

Privaatrechtelijke verbintenissen
Wij zijn ook privaatrechtelijke samenwerkingsvormen aangegaan. Hieronder is een overzicht met deze weergegeven:

- Regeling Zonder Meer, inkoop WMO Jeugd.
- Overeenkomst tot uitvoering op HRM-gebied met Driessen voor wat betreft de salarisadministratie.
- Overeenkomst tot samenwerking in regio-verband bij milieutaken (omgevingsdienst IJmond).
- Gemeente Archief Zaanstad

Aandelen
Vanuit onze aandeelhouderschap hebben wij ook een verbintenis met de volgende bedrijven:
- Bank voor Nederlandse Gemeenten
- E.Z.W. N.V. (opgeheven in 2018)

Bijzondere samenwerkingsverbanden
Naast de bovenstaande samenwerkingsverbanden werken wij ook samen met de volgende partijen:

- Stichting Opspoor, onderwijs
- Regionale politie Zaanstreek-Waterland
- Stichting Grootschalige basiskaart Noord Holland
- Regionaal platform recreatie en toerisme
- Stichting Marketing Zaanstreek
- Provincie (risicokaart)
- CROS

Overige samenwerking
De gemeente Oostzaan staat in beginsel positief tegenover het aangaan van samenwerkingsverbanden met derden, teneinde het publieke belang zoveel mogelijk te dienen. In dat kader is dan ook aandacht voor nieuwe kansen of ontwikkelingen, om –indien dat noodzakelijk is- de bestaande samenwerkingsverbanden verder uit te werken of nieuwe samenwerkingspartners te zoeken. De aard van de beoogde samenwerking en de publieke belangen die daarbij betrokken zijn, is leidend voor de vorm van samenwerking en de partij waarmee samenwerking worden gezocht. Dat kan zowel een bestuursorgaan, een gemeente of een private partij zijn.

Paragraaf Financiering

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Waar gaat deze paragraaf over?

Deze paragraaf geeft transparantie in de financiering van decentrale overheden. Er worden zo duidelijk mogelijk de plannen, feiten en visie over financiering uitgelegd.
De Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) geeft duidelijke kaders voor de financieringsmogelijkheden en levert een bijdrage aan de kredietwaardigheid van de openbare lichamen en bevordert de transparantie van de financiering. Deze wet kent twee instrumenten op het gebied van financiering: het treasurystatuut en de financieringsparagraaf.

Treasurystatuut
Het doel van het treasurystatuut is om verantwoordelijkheden en bevoegdheden te vast te leggen. Het treasurystatuut wordt vastgesteld door de raad. De raad kan zijn controlerende bevoegdheid uitvoeren op naleving van deze regels.

Financieringsparagraaf
Het tweede instrument, de financieringsparagraaf, heeft als doel inzicht te geven in de algemene interne en externe ontwikkelingen die van belang zijn voor de treasury en de concrete plannen op het gebied van risicobeheer, financieringspositie en leningen en uitzettingenportefeuille.

Door de raad is op 4 februari 2019 het treasurystatuut 2019 vastgesteld (RV 19/04). In dit statuut zijn de organisatie rondom het opstellen van het treasurybeleid, de planning & control(P&C)-cyclus, de organisatie rondom de uitvoering van treasury-activiteiten en de interne en externe controle geregeld.

Rente
De werkelijke ontvangen en betaalde rente wordt verantwoord op het product Financiering in Programma 6. Deze rente wordt niet doorgerekend naar de diverse taakvelden, investeringen, voorzieningen en reserves. Bij het afschrijven van investeringen wordt een rekenrente gehanteerd (welke jaarlijks wordt vastgesteld in de Kadernota). Er wordt geen rente toegerekend aan reserves en voorzieningen.

Uitgangspunten treasurybeleid
In deze paragraaf kijken we terug op de treasury-activiteiten van het jaar 2024. Het uitgangspunt voor de treasury-activiteiten is dat we de bedragen en looptijden van aangetrokken langlopende leningen afstemmen op het renterisico dat de gemeente loopt.

 

Leningenportefeuille
Hier wordt de ontwikkeling van de portefeuille van de langlopende leningen voor 2024 weergegeven.

Mutaties leningenportefeuille (x €1.000) Raming 2024 Werkelijk 2024
Stand per 01-01-2024 29.785 29.785
Aflossingen (regulier) in 2024 -919 -920 
Nieuw aangetrokken leningen 2024 12.104 0
Stand per 31-12-2024 40.970 28.865

 

Renterisiconorm (x €1.000) 2024
1a Renteherziening op vaste schuld o/g (opgenomen geld) 0
1b Renteherziening op vaste schuld u/g (uitgegeven geld) 0
1c Renteherziening op vaste schuld (1a-1b) 0
2 Betaalde aflossingen reguliere leningen 920
3 Renterisico op vaste schuld (1)-(2) -920
     
  Berekening renterisiconorm:  
4 Begrotingstotaal primair (excl. mutaties in reserves) 29.558
5 Normpercentage (ministerieel vastgesteld) 20%
     
  Toets renterisiconorm:  
6 Renterisiconorm (4*5) 5.912
7 Renterisico op vaste schuld (3) -920
Ruimte (+) / Overschrijding (-):  (6)-(7) 6.832

De zogenaamde renterisiconorm bedraagt 20%. In 2024 is de renterisiconorm niet overschreden.

Risicobeheer
De Wet FIDO verplicht de kasgeldlimiet en de renterisiconorm in beeld te brengen. De provincie gebruikt deze bij het uitoefenen van haar toezichthoudende functie. De kasgeldlimiet betreft het renterisico van de vlottende schuld. De renterisiconorm betreft het renterisico van de langlopende schuld.

Kasgeldlimiet

Berekening Kasgeldlimiet voor 2024 (x €1.000)
2024
Omvang primaire begroting 2024 (=grondslag) (excl. mutaties in reserves) 29.558
- in procenten van grondslag 8,5%
(1) Toegestane kasgeldlimiet 2.512
(2) Omvang vlottende korte schuld 2.750
(3) Vlottende middelen (3a+3b+3c) 12.349
          (3a) Contante gelden in kas 5
         (3b) Tegoeden in rekening courant 34
         (3c) Overige uitstaande gelden < 1 jaar 12.311
Toets kasgeldlimiet:  
(4) Totaal netto vlottende schuld (2-3) -9.599
Toegestane kasgeldlimiet (1) 2.512
Ruimte (+) / Overschrijdingen (-):  (1)-(4)
12.112

Voor het jaar 2024 is de kasgeldlimiet niet overschreden.

Rentekosten
De interne rekenrente voor investeringen en dergelijke wordt elk jaar vastgesteld in de kadernota, voor het jaar 2024 is deze vastgesteld op 2,3 %. Hiermee is het vastgestelde interne rentepercentage vanuit de begroting gevolgd. Hierdoor blijven de berekende kapitaallasten per product gelijk aan de begroting. 

Solvabiliteit
Met solvabiliteit wordt aangegeven in hoeverre een onderneming de financiële verplichtingen (betalingen) aan verschaffers van vreemd vermogen (leningen) kan nakomen met behulp van alle activa. Aangezien de liquidatiewaarde (verkoopwaarde) van de vaste activa niet bekend is, moet er bij de bepaling van de liquiditeit worden uitgegaan van de boekwaarden van de activa, zoals deze zijn opgenomen in de jaarrekeningen. De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen x 100%. In onderstaand schema is de berekening van de solvabiliteit berekend op basis van de vastgestelde jaarrekeningen.

Jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Balanstotaal Solvabiliteit
2018 5.011.930 37.998.333 38.010.263 13,19 %
2019 5.547.780 33.240.716 38.788.496 14,30 %
2020 3.807.202 35.563.720 39.370.922 9,67 %
2021 3.393.876 37.804.705 41.198.481 8,24 %
2022 4.474.004 39.226.230 43.700.234 10,24 %
2023 10.716.830 39.325.143 50.041.973 21.42%
2024 (incl. rek.res) 10.463.433 40.098.742 50.562.175 20,69%
         

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente. Afhankelijk van de directe opbrengstwaarde van de activa ligt de minimumnorm voor het bedrijfsleven op een waarde tussen de 25% en 40%. Voor overheden is geen norm opgesteld.

Schatkistbankieren
Op 15 december 2013 is de Wet Verplicht Schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat decentrale overheden hun overtollige middelen (gelden op rekening-courant bij de bank boven een bepaald drempelbedrag) aan moeten houden bij het Ministerie van Financiën (de schatkist). Het doel hiervan is het verlagen van de EMU-schuld van de collectieve sector. Doordat de decentrale overheden hun tijdelijk overtollige gelden aanhouden in de schatkist, wordt de externe financieringsbehoefte van het Rijk verminderd. De gemeenten hebben een rekening-courant bij de schatkist waar de gelden op aangehouden kunnen worden. Het zogenaamde drempelbedrag is afhankelijk van de omvang van de begroting. Het totaal van alle liquide middelen op de diverse bankrekeningen, en in kas, mag gemiddeld per kwartaal niet boven dit bedrag uitkomen.

Dagelijks wordt de hoogte van de diverse bankrekeningen in de gaten gehouden en wanneer nodig wordt geld afgeroomd naar onze rekening-courant bij de schatkist. Wanneer dit geld weer nodig is voor het kunnen doen van betalingen, wordt het weer teruggehaald. In de "Toelichting op de balans" zijn de diverse bedragen genoemd.

Paragraaf Lokale heffingen

Algemeen

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen - Algemeen

De gemeentelijke heffingen zijn, naast de doeluitkeringen van het Rijk en de algemene uitkering uit het gemeentefonds, een belangrijke bron van inkomsten. Er zijn twee gemeentelijke heffingen: retributies en belastingen. Bij de retributies is er sprake van een tegenprestatie van de gemeente en mogen de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor de uitoefening van de taak, dit betekent dat de kostendekkendheid niet meer mag zijn dan 100%. Bij belastingen is er geen directe relatie met een prestatie van de gemeente. Belastingen worden gezien als een algemeen dekkingsmiddel. 

De gemeente Oostzaan heeft de uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en het opleggen van de aanslagen en de invordering van onroerendezaakbelasting (OZB), roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting, forensenbelasting, grafrechten en leges omgevingsvergunningen ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling, zijnde Cocensus. Ook de afhandeling van de kwijtscheldingsverzoeken en bezwaar- en beroepschriften vinden plaats door Cocensus.

Voor de uitvoering van belastingregelingen in 13 gemeenten met een inwonersaantal circa 650.000 inwoners brengt Cocensus de gemeenten een bijdrage in rekening. Voor de uitvoering van de belastingregelingen is over het jaar 2024 een bijdrage aan Cocensus betaald van €232.000- op basis van de Dienstverleningsovereenkomst, en een bedrag van €315.519 voor extra diensten, zoals de afhandeling en oplegging in het kader van de bestuurlijke boetes, de controle hondenbelasting en juridische ondersteuning bij complexe bezwaarschriften, waaronder de bezwaarprocedures van het rioolrecht door de WOV. Vanaf 2025 vervallen de kosten voor de extra diensten in verband met het vervallen van de bestuurlijke boetes.

Gemeentelijke belastingen
Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Uitgangspunt bij het vaststellen van de belastingtarieven is dat deze worden verhoogd met de verwachte inflatie. In overeenstemming met de Kadernota 2024 is in de Programmabegroting 2024 voor de belastingen rekening gehouden met een inflatiepercentage van 3,2%.

Onroerende Zaakbelasting (OZB)
De grondslag voor de OZB wordt gevormd door de waarde van het onroerend goed, die jaarlijks wordt vastgesteld (de zogenaamde herwaardering). Oostzaan hanteert het uitgangspunt dat de gemiddelde waardestijging (of daling), die voortvloeit uit de herwaardering, wordt gecompenseerd door een evenredige tariefsverlaging (of evenredige tariefsverhoging). Daarmee bereikt de gemeente dat waardemutatie niet leidt tot een wijziging in de totale opbrengst, maar slechts tot individuele verschillen in aanslagen. Dat is het geval als de waarde van een woning meer of juist minder is gestegen dan het Oostzaanse gemiddelde. Dan levert de herwaardering een voordeel of juist een nadeel op voor de eigenaar.

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting (RWWB)
Eigenaren en gebruikers van onroerend goed betalen gemeentelijke belastingen in de vorm van de onroerende zaakbelasting (OZB). Het is wettelijk mogelijk om ook voor eigenaren en gebruikers van roerende woon- en bedrijfsruimten (zoals woonboten en woonwagens) een gelijke belasting in te voeren, te weten de Roerende Woon- en bedrijfsruimte belasting (RWWB). Om eigenaren en gebruikers van roerend en onroerend goed gelijk te behandelen is het tarief van die belasting gelijk aan het tarief van de OZB.

Hondenbelasting
Onder de naam “hondenbelasting” heft de gemeente een belasting op het houden van honden binnen de gemeente. Belastingplichtige is de houder van de hond. Het aantal honden is bepalend voor de opbrengst van de belasting.

Gemeentelijke belastingen

Rekening 2023

Begroting 2024
(incl. wijzigingen)

Rekening 2024

OZB-woningen 1.881.064 1.990.432 1.989.857
OZB niet-woningen gebruikers en eigenaren  751.430  745.323 815.234
Roerende woon- en bedrijfsruimten  4.902  7.000 5.669
Precariobelasting  0  0  0
Hondenbelasting  36.162  35.115 36.339
Toeristenbelasting  295.551  324.763 339.000
Totaal belastingen  2.969.110  3.085.633 3.153.843

 

Gemeentelijke retributies
Onder de naam retributies heft de gemeente tarieven voor diverse typen van dienstverlening. Bij retributies is sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taakuitoefening. De geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor die taakuitoefening. Belastingplichtige is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de dienst is verleend. Geregeld is er landelijk publiciteit over de gemeentelijke tarieven en de verschillen daartussen. Die verschillen ontstaan in de regel als gevolg van de gemaakte beleidskeuzes. Om die beleidskeuzes zo transparant mogelijk vast te leggen heeft de VNG het initiatief genomen om modellen voor de kostenonderbouwing te ontwikkelen. Voor de afvalstoffen- en rioolheffing, de leges en de lijkbezorgingsrechten zijn deze door de VNG ontwikkeld.

Rioolheffing
De kosten die de gemeente maakt als uitvloeisel van de watertaken worden op burgers en bedrijven verhaald via de zogenaamde rioolheffing. De kosten die uit die watertaken voortvloeien (op het gebied van afvalwaterinzameling, afvalwatertransport en afvoer van overtollig regen- en grondwater) zijn berekend in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2018-2023.

Rioolheffing

Rekening 2023

Begroting 2024 
(incl. wijzigingen)

Rekening 2024

A Baten totaal 1.562.188 1.549.298 1.542.155
B Lasten totaal 1.562.188 1.549.298 1.542.155
C Toevoeging voorziening 144.359 -94.687 281.603
D Saldo (A-B-C) -144.359 94.687 -281.603 
Kostendekkendheid (A/B)x100 (%) 100% 100% 100%

In de rioolrechten mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-BTW als de investerings-BTW. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun rioolheffing.

 

 

Afvalstoffenheffing
Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een recht geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente op grond van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval heeft. Bij het bepalen van de hoogte van de afvalstoffenheffing wordt rekening gehouden met het feit dat op begrotingsbasis de baten niet hoger mogen zijn dan de lasten. Er wordt gestreefd naar een kostendekkendheid van 100%. 

Afvalstoffenheffing

Rekening 2023

Begroting 2024 
(incl. wijzigingen)

Rekening 2024

A Baten totaal 1.522.259 1.699.155  1.639.332
B Lasten totaal 1.777.877 1.761.291 2.007.997
C Toevoeging voorziening 23.326 65.000 65.000
D Saldo (A-B-C) -206.738 -62.136 -368.665
Kostendekkendheid (A/B)x100 (%) 88% 96% 82%

 

Begraafrechten

Begraafrechten

Rekening 2023

Begroting 2024 
(incl. wijzigingen)

Rekening 2024

A Baten totaal 156.490

140.000 

102.830
B Lasten totaal 297.744 400.937 380.639
C Toevoeging voorziening 0 0 0
D Saldo (A-B-C) -141.254 -260.937 -277.809
Kostendekkendheid (A/B)x100 (%) 88% 35% 27%

 

 

Kwijtscheldingsbeleid
De normen voor het kwijtscheldingsbeleid, als onderdeel van het gemeentelijk minimabeleid zijn in de gemeente Oostzaan gesteld op 100% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Dit betekent dat een vrij grote groep belastingschuldigen in aanmerking komt voor kwijtschelding, waardoor hun besteedbare ruimte groter wordt. In de begroting 2024 is een bedrag aan kwijtschelding opgenomen van €36.000. Van de begrote €36.000 is €31.616 verstrekt aan kwijtscheldingen. 

Kwijtscheldingen Rekening 2023 Begroting 2024 
(incl. wijzigingen)
Rekening 2024
Bezwaren WOZ 401 150 254
Bezwaren overige heffingen 39 75 40
Bezwaren Bestuurlijke boete 2.116 0 2.558
Beroep WOZ 2 0 4
Beroep overige heffingen 3 0 40
Lasten kwijtschelding 36.812 36.000 31.616

 

De tarieven voor 2024 zijn primair aangepast aan de hand van het inflatiepercentage van 3,2 %, tenzij nader beperkt door wettelijke tariefstellingen.

De leges zijn onderverdeeld in drie hoofdstukken;

Hoofdstuk1: algemene dienstverlening (verstrekkingen uit de basisregistratie personen, burgerlijke stand, rijbewijzen, reisdocumenten, bestuursdocumenten, verkeer en vervoer),
Hoofdstuk 2: dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning,
Hoofdstuk 3: dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn (horeca, prostitutiebedrijven, evenementenvergoeding en overige vergunningen. Een groot deel hier bestaat uit evenementenvergunningen. Vanwege de maatschappelijke betekenis is dit vaak niet kostendekkend).

Maximaal is 100% kostendekkend toegestaan.

 

Totaaloverzicht opbrengst belastingen en retributies
In onderstaande tabel wordt aangegeven welke opbrengsten en retributies er zijn en hoeveel de inkomsten daarvan bedragen. 

Gemeentelijke belastingen
Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Uitgangspunt bij het vaststellen van de belastingtarieven is dat deze trendmatig worden verhoogd met de verwachte inflatie. Voor het jaar 2024 hierbij een totaaloverzicht met de gerealiseerde gemeentelijke belastingen en retributies.

Belastingen / retributies Rekening 2023 Begroting 2024 Rekening 2024
Belastingen      
OZB-woningen 1.881.064

1.990.432

1.990.716
OZB niet-woningen gebruikers en eigenaren 748.451 808.323 815.234
Roerende woon- en bedrijfsruimten

5.344

7.000

5.669

Precariobelasting 0 0 0
Hondenbelasting 36.162 35.115 36.339
Toeristenbelasting 310.114 356.763 371.256
Totaal belastingen 2.981.135 3.197.633 3.219.214
       
Retributies
     
Rioolrecht 1.562.188 1.549.298 1.542.155
Afvalstoffenheffing 1.522.259 1.699.155 1.639.332
Begrafenisrechten 156.490 140.000 102.830
Leges omgevingsvergunningen 343.479 220.000 259.325
Leges vergunningen (APV) 16.348 34.200 841.057
Leges burgerzaken 177.927 154.278 16.197
Totaal retributies
3.778.690 3.637.546 4.400.896
       
Kwijtscheldingen
36.812 36.000 31.616
Totaal netto-opbrengsten 6.710.987 6.637.170 7.651.726
       

Paragraaf Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf Bedrijfsvoering - Waar gaat deze paragraaf over?

OVER-gemeenten werkt voor de gemeenten Wormerland en Oostzaan. Dit betekent dat zij samen ambtenaren en diensten delen. In deze paragraaf laten wij zien hoe OVER-gemeenten het geld heeft gebruikt (Jaarrekening 2024) en wat zij daarvoor hebben gedaan (Jaarverslag 2024). 

 

Jaarrekening 2024 - Financieel

Belangrijkste financiële resultaten
* Geld: OVER-gemeenten hield in 2024 €651.106 over, onder andere dankzij inspanningen om de inhuur zoveel mogelijk te beperken.
* Minder ingehuurd personeel: er zijn meer vaste medewerkers aangenomen. Hierdoor was er minder inhuur nodig en werden kosten bespaard.
* Meer kosten voor Informatie- en Communicatietechnologie (ICT), wat gaat over het gebruik van computers, software en internet om informatie te verwerken en te delen. Door meer medewerkers, strengere regels en duurdere leveranciers waren de ICT-uitgaven hoger.

Uitdagingen en aandachtspunten
* Geld in balans houden: OVER-gemeenten werkt samen met de gemeenten aan een plan om voorbereid te zijn op de verwachte bezuinigingen van de landelijke overheid.
* Gezondheid op het werk: er zijn nog steeds veel zieke medewerkers, wat extra kosten en werkdruk geeft. Er zijn en worden diverse maatregelen getroffen.
* Digitale systemen: er zijn stappen gezet om de veiligheid van de digitale systemen te verbeteren, maar dit blijft nodig.
* Striktere controle op geldzaken: sommige uitgaven waren hoger dan gepland en zullen beter worden beheerst.

 

Jaarverslag 2024   -Wat hebben we met het geld gedaan

In 2024 werkten wij aan een sterkere organisatie, oplossingen voor financiële uitdagingen en het voorbereiden op de toekomst. Er zijn goede stappen gezet, maar er blijven uitdagingen. 

Belangrijkste punten
* Toekomst van de gemeenten: Oostzaan kijkt of ze moet fuseren met een andere gemeente en ook Wormerland zoekt naar samenwerkingen. Dit kan grote gevolgen hebben.
* Betere hulp voor inwoners: de gemeente heeft gewerkt aan zorg (Wmo) en de opvang van vluchtelingen.
* Duurzaamheid en digitalisering: er wordt steeds meer digitaal gewerkt en er zijn plannen om gebouwen energiezuiniger te maken.


Uitdagingen en aandachtspunten
* Geld in balans houden: OVER-gemeenten werkt samen met de gemeenten aan een plan om voorbereid te zijn op de verwachte bezuinigingen van de landelijke overheid.
* Gezondheid op het werk: er zijn nog steeds veel zieke medewerkers, wat extra kosten en werkdruk geeft.
* Digitale systemen: er zijn stappen gezet om de veiligheid van de digitale systemen te verbeteren, maar dit blijft nodig.
* Striktere controle op geldzaken: sommige uitgaven waren hoger dan gepland en zullen beter worden beheerst.

Rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Paragraaf Bedrijfsvoering - Rechtmatigheid

Rechtmatigheid
In 2024 is verder gewerkt aan de ontwikkeling van de rechtmatigheidsverantwoording, waarbij het groeiproces voortgang boekt. Binnen de organisatie worden er steeds meer stappen gezet in bewustwording en het verbeteren van processen. Het procesmanagement speelt daarin ook een belangrijke rol. De organisatie heeft in 2024 stapsgewijs kennis kunnen maken met het nieuwe werkveld procesmanagement. 

Begrotingsrechtmatigheid
Het college stelt vast dat de omvang van de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties die niet rechtmatig tot stand zijn gekomen bedrag €5.464.595 bedraagt. Dit is hoger dan de daarvoor gestelde grens van €1.149.399. Van de niet rechtmatig tot stand gekomen verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties is volgens het college overigens een bedrag van €5.393.554 acceptabel op basis van door de gemeenteraad vastgestelde afspraken. Niet acceptabele begrotingsonrechtmatigheden hebben betrekking op overschrijding van investeringskredieten. Verbetermaatregel is het realistischer begroten van investeringskredieten.

Aanbestedingen
De focus op rechtmatigheid bij aanbestedingen is in 2024 verder versterkt. De inzet van Stichting Rijk draagt bij aan een verbeterde naleving van de aanbestedingsregels. De periodieke spendanalyse speelt hierin ook een centrale rol. Per kwartaal wordt in samenwerking met Stichting Rijk proactief gekeken naar contracten die mogelijk richting de aanbestedingsgrens gaan. Tevens wordt ingezet op het versterken van contractmanagement. Het doel is om dreigende onrechtmatigheden vroegtijdig te signaleren en tijdig passende acties te ondernemen. Over 2024 zijn dan ook geen onrechtmatigheden geconstateerd met betrekking tot aanbestedingen.

Prestatieleveringen inkoopfacturen
In de gemeentewereld krijgt het administreren van prestatieleveringen op inkoopfacturen steeds meer aandacht vanwege een combinatie van financiële en juridische redenen. Voor al onze uitgaven geldt dat deze getoetst worden aan een leveringscriterium, met andere woorden: “is de prestatie daadwerkelijk geleverd?”. Het administreren van de prestatielevering dient ter onderbouwing: 
•    dat de vastgelegde of toegelichte transacties en gebeurtenissen inderdaad hebben plaatsgevonden; en
•    dat ze bedrijfsmatig van aard zijn; en
•    en betrekking hebben op onze gemeenten.

Binnen gemeente Oostzaan gaan we het administreren van prestatieleveringen inkoopfacturen, niet zijnde prestatieleveringen van zorgaanbieders, doen in Key2Financien. Het administreren wordt in 2025 een processtap in de autorisatie van de inkoopfacturen.

Verbonden partijen
Voor de verantwoording van de rechtmatigheid van onze verbonden partijen verwijzen wij naar de Paragraaf Verbonden Partijen. Hierin hebben wij de rechtmatigheidsverantwoording opgenomen indien deze is opgenomen in de jaarrekening van die verbonden partij. 

Verordeningen en regelingen
De controleverordening inclusief controleprotocol en de financiële verordening zijn inmiddels geactualiseerd. Het actualiseren van de gemeenschappelijke regeling OVER-gemeenten, mandaat- en budgethoudersregeling zal naar verwachting in 2025 afgerond worden. Pas daarna kunnen de andere onderliggende regelingen worden geactualiseerd. Het niet up-to-date zijn bemoeilijkt de goede werking van de interne beheersing en de controle op de rechtmatigheid. Aandacht verdient ook het tijdig publiceren en intrekken van regelingen en verordeningen.

Misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) 
Er zijn geen onrechtmatigheden geconstateerd in het kader van Misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O).

Terugblik en vooruitzicht
Uit 2023 en 2024 blijkt dat rechtmatigheid een doorlopend proces van groei en verbetering is. Hoewel er nog uitdagingen zijn, zijn in 2024 duidelijke stappen gezet. Met deze voortgang zijn we op de goede weg om de interne beheersing en rechtmatigheidsverantwoording verder te professionaliseren. Wij blijven dan ook in 2025 inzetten op het groeiproces.

Paragraaf Taakstellingen en Stelposten

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Paragraaf Taakstellingen en Stelposten - Waar gaat deze paragraaf over?

Onze toezichthouder, de Provincie heeft om deze paragraaf gevraagd in verband met de verslechterde financiële positie bij gemeenten. De oorzaak van deze verslechterde financiële positie ligt in het overdragen van taken vanuit het Rijk zonder toereikende financiële middelen om deze taken uit te kunnen voeren. De financiële positie van gemeenten is hierdoor steeds meer onder druk komen te staan. Gevolg hiervan bij gemeenten zijn dat er steeds vaker bezuinigingsmaatregelen, ombuigingen en/of taakstellingen nodig zijn om de meerjarenbegroting sluitend te maken. In deze paragraaf wordt een totaalbeeld geschetst welke van deze zaken in de begroting van Oostzaan aan de orde zijn.

 

Stelposten, opgenomen in de primaire begroting 2024 2024 2025 2026 2027
1) Stelpost algemene uitkering prognose onder het BCF-plafond 137.970 137.970 137.970 137.970
2) Stelpost algemene uitkering jeugdzorg 0 0 114.278 89.904
Totaal 137.970 137.970 252.248 222.874

Toelichting:

Jaarrekening 2024
Bij de jaarrekening kijken we terug op de begrote stelposten. 
1) In de septembercirculaire 2024 ontvingen we een voorschot op de verwachte ruimte onder het BCF-plafond. Deze inkomst was hoger dan de stelpost.
2) Voor het jaar 2024 hadden we al geen stelpost jeugdzorg.

Taakstellingen:
Van taakstellingen om te komen tot een structurele begroting is geen sprake in deze begroting 2024-2027.

Paragraaf Wet open openheid (Woo)

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Paragraaf Wet open openheid (Woo) - Waar gaat deze paragraaf over?

In artikel 3.5 (Openbaarheidsparagraaf) van de Wet open overheid (Woo) is voorgeschreven dat in de begroting aandacht besteed moet worden aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van deze wet. In de jaarstukken dienen we verslag te doen van de uitvoering ervan, mede in relatie tot de in de begroting genoemde beleidsvoornemens. Deze verplichte paragraaf in de komende begrotingen en jaarstukken vloeit voort uit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Deze voorgeschreven rapportering over de uitvoering van deze wet is bedoeld om een impuls te geven aan de actieve openbaarheid. 

Wet open overheid (Woo)

Terug naar navigatie - Paragraaf Wet open openheid (Woo) - Wet open overheid (Woo)

De Woo bestaat uit actieve en passieve openbaarmaking.
 
Passieve openbaarmaking
De passieve openbaarmaking is belegd bij juridische zaken. Er zijn achterstanden met het behandelen van Woo-verzoeken. De wettelijke termijnen worden meestal niet gehaald.  
 
Actieve openbaarmaking
Op 1 november 2024 is de eerste tranche in werking getreden. De eerste tranche bevat een aantal categorieën met welke documenten in elk geval actief openbaar moeten worden gemaakt. Er wordt gewerkt aan de implementatie hiervan. Daarmee wordt nu nog niet voldaan aan de eerste tranche. In 2025 wordt verwacht dat in ieder geval de tweede tranche met nieuwe categorieën van documenten die openbaar moeten worden gemaakt, in werking treedt. Het is nog niet bekend wanneer dit zal gaan gebeuren. 

Paragraaf Oekraïne crisis

Waar gaat het over?

Terug naar navigatie - Paragraaf Oekraïne crisis - Waar gaat het over?

Oekraïnecrisis
Sinds maart 2022 is het oorlog in Oekraïne. Wij hebben als gemeente de taak om Oekraïense vluchtelingen op te vangen. Inmiddels worden circa 220 vluchtelingen opgevangen in Wormerland en Oostzaan. Dit vraagt een flinke inzet van de gehele OVER-organisatie. Alle afdelingen hebben een aandeel in deze forse opgave. De inzet richt zich op het adequaat huisvesten, begeleiden en voorzien van financiële middelen voor deze vluchtelingen. Vooralsnog is er geen zicht op vrede in Oekraïne. Dit betekent een voortzetting van de huidige opvang en dito intensieve extra werkzaamheden voor de OVER-organisatie.

Van korte termijn opvang naar langdurige huisvesting
Per 1 januari 2025 staan er zo’n 122.000 Oekraïense oorlogsvluchtelingen bij gemeenten in Nederland geregistreerd. Nog steeds is er wekelijks nieuwe instroom van zo’n 250 tot 550. De uitstroom van deze vluchtelingen is minimaal. De bezettingsgraad van de opvangplekken bedraagt 99,6%. Dit betekent dat er bijna geen opvangplekken meer beschikbaar zijn. Het Rijk stimuleert gemeenten om nieuwe opvangplekken te realiseren. Vooralsnog wordt dit vanuit het Rijk kostendekkend gefinancierd. Met het voortduren van de oorlog en daarmee de rijksopgave van opvang, ligt de focus op locaties waar voor langere tijd duurzame opvang geboden kan worden.

Ook in Oostzaan hebben we direct mensen een dak boven het hoofd geboden. In eerste instantie is gebruik gemaakt van hotel van der Valk, B&B’s en een recreatiewoning. Aangezien opvang in hotels en B&B’s niet geschikt is voor langere opvang, is gezocht naar leegstaande (kantoor)panden die gehuurd konden worden en verbouwd tot opvanglocatie. Tot op heden is dat in Oostzaan nog niet gelukt. Er zijn geen leegstaande panden beschikbaar of geschikt te maken. Daarom vangt gemeente Oostzaan nog steeds Oekraïners op in hotel van der Valk. De samenwerking met het hotel verloopt soepel en voorspoedig. Gezien de grote noodzaak voor extra opvangplekken, is per 1 juli 2024 het aantal plekken uitgebreid van 80 naar 103. Daarnaast wordt bij B&B Buys een kamer gehuurd en vangen vijf gastgezinnen een aantal Oekraïense vluchtelingen op. De intentie is om de vluchtelingen uit het hotel te verplaatsen naar een eigen woonplek voor langere tijd. Hiervoor heeft gemeente Oostzaan 32 woonunits aangeschaft om deze te plaatsen langs de Twiskeweg. Hiervoor is in mei 2023 een ontheffingsverzoek ingediend bij de provincie Noord-Holland. Tot op heden is er nog geen formeel besluit genomen door de provincie. Wel heeft Provinciale Staten inmiddels een positief advies gegeven.  We verwachten het ontheffingsbesluit van de provincie binnenkort. 

De Oekraïense vluchtelingen zijn als volgt over de gemeente verdeeld per 31 december 2024:

Gemeentelijke opvang in Oostzaan
 

Aantal beschikbare plekken
per 31 dec 2024

Aantal personen in opvang
per 31 dec 2024

Hotel van der Valk 20 kamers (1 januari-30 juni 2024) 80 75
29 kamers (1 juli 2024-31 maart 2025)
103 96
B&B Buys 1 kamer  2 2
Woonunits  Er zijn 32 woonunits aangeschaft. Deze zijn nog niet beschikbaar. Dit worden 62 plekken welke maximaal 10 jaar beschikbaar zijn.  62 0
Totaal   105 98

 

Gastgezinnen Aantal gezinnen
per 31 dec 2024
Aantal personen in opvang
per 31 dec 2024
Particuliere gastgezinnen Er zijn 3 particuliere gastgezinnen die vluchtelingen opvangen.  7 9


Overige zaken
Naast de huisvesting zijn op verschillende onderdelen stappen gezet om de opvang zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Zo is de begeleiding geïntensiveerd en zijn er afspraken gemaakt met burgerzaken voor het inschrijven van de nieuwe vluchtelingen, scholen, werk, taalles en vervoer. 

Leerlingenvervoer Oekraïne
Gemeenten hebben de regie en verantwoordelijkheid voor het leerlingenvervoer aan Oekraïense leerlingen. Voor deze taak ontvangen we gelden via de algemene uitkering. 

Eigen bijdragen en leefgeld 
Vanaf 1 juli 2024 is het verplicht voor gemeenten het leefgeld in te trekken én een eigen bijdrage te innen. Het gaat om volwassen Oekraïners (18 jaar en ouder) met een baan, een WW-uitkering, een toeslag of arbeidsongeschiktheidsuitkering. Zij betalen €105 per persoon voor gas, water en elektriciteit. Het maximum ligt op €210 per gezin. Als er wordt gekookt in de gemeentelijke opvang krijgen deze ontheemden ook een rekening, zelfs als ze niet altijd mee-eten. De kosten: iets meer dan €240 per persoon. Voor gezinnen geldt maximaal €484,96. Daarbij wordt er nadrukkelijk gestreefd dat betaald werk meer moet opleveren voor de vluchtelingen dan het leefgeld, werken moet namelijk blijven lonen. Gemeente Oostzaan laat bij de beoordeling van de eigen bijdrage 15% boven de geldende leefgeldnorm vrij. De implementatie voor het innen van de eigen bijdrage moet voor 1 januari 2025 gereed zijn. De OVER-organisatie zal dit voor Oostzaan gaan uitvoeren. De invoering van deze eigen bijdrage en het inningsproces heeft vele uitdagingen. Het is bijvoorbeeld lastig om erachter te komen hoeveel Oekraïners precies verdienen, informatie die nodig is om te bepalen of ze de bijdrage moeten betalen. De invoering van de eigen bijdrage vraagt daarom om extra ambtelijke capaciteit. Per 1 januari 2025 is gestart met de inning van de eigen bijdrage. 

Bekostiging vanuit het Rijk
De gemeente ontvangt een vergoeding van het Rijk op basis van werkelijke kosten voor transitie, verbouwing en realisatie van gebouwen voor opvang van deze vluchtelingen. De exploitatiekosten worden door het Rijk vergoed op basis van het normbedrag. Deze was bij aanvang van de oorlog gesteld op €100 per beschikbaar gesteld bed (plek) per dag. Vanaf 16 oktober 2022 is het normbedrag aangepast naar €83 per plek per dag en vanaf 1 januari 2024 verder verlaagd naar €61 per plek per dag. Vanaf 1 januari 2025 is het normbedrag op €44 per plek per dag vastgesteld. Gemeenten die niet uitkomen met deze vergoeding, kunnen een aanvulling aanvragen bij het Rijk. Uitgangspunt was en blijft dat gemeenten de opvang kostenneutraal kunnen uitvoeren. 

Het verstrekken van ‘leefgeld’ voor personen in de gemeentelijke opvang Oekraïne valt vanaf 2024 niet meer binnen het normbedrag voor de gemeentelijke opvang maar wordt apart afgerekend op basis van werkelijke kosten. Leefgeld is een vergoeding die de gemeente aan de ontheemde kan geven ten behoeve van voedsel en eerste levensbehoeften.

Financiën 
De financiën zijn een doorlopend proces. De gemaakte kosten van de opvang in Oostzaan zijn 100% declarabel. De uitvoeringskosten dienen te worden gefinancierd uit het vaste normbedrag per gerealiseerde opvangplek per dag. Net als in 2022 en 2023 zijn in 2024 de kosten van de opvang in Oostzaan hoger dan de ontvangen vergoeding. De meerkosten zijn dan ook bij het Rijk ingediend en ontvangen. Gedurende de periode dat opvang bij hotel van der Valk noodzakelijk is, zullen we de meerkosten bij het Rijk indienen. Per saldo zal het kostenneutraal zijn. 

Voor de realisatie van de woonunits is een transitievergoeding van het Rijk toegekend. Het streven is dat de plaatsing en ingebruikname van de woonunits zo snel als mogelijk na toestemming van de Provincie wordt gerealiseerd. De kosten van dergelijke opvang zijn beduidend lager dan de kosten bij hotel van der Valk. 

Doorkijk naar 2026
Voor 2026 gaan we ervan uit de woonunits langs de Twiskeweg gerealiseerd en in gebruik genomen zijn. De woonunits hebben 62 opvangplekken. Dit betekent dat niet voor alle vluchtelingen die bij hotel van der Valk worden opgevangen, een plek krijgen. Voortzetting van de opvang bij het hotel is dan ook gewenst. Oostzaan blijft zich oriënteren of er locaties zijn waar nieuwe duurzame opvangplekken gerealiseerd kunnen worden.