Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor we geen maatregelen hebben getroffen, maar die voor de financiële positie van onze gemeente wel van materiële betekenis kunnen zijn. Onder weerstandscapaciteit verstaan we de middelen en mogelijkheden waarover we beschikken om niet-begrote kosten te dekken. Denk hierbij aan de algemene reserve en de onbenutte belastingcapaciteit. We houden als ondergrens 10 % van het uitgavenniveau van de jaarbegroting aan als de norm voor het weerstandsvermogen. Dit bedrag dient in de algemene reserve aanwezig te zijn. In deze paragraaf vindt u een inventarisatie van de weerstandscapaciteit, de risico’s en het beleid dat wij op dit gebied voorstaan.

Inventarisatie van de weerstandscapaciteit
Gelet op het raadsbesluit van 23 maart 2009 wordt voor de bepaling van de weerstandscapaciteit uitsluitend gekeken naar de post onvoorzien en de algemene reserve.

Post onvoorzien
Voor de post onvoorzien is een bedrag van €30.000,- vastgesteld.
(amendement 38 bij de begrotingsbehandeling 3 november 2014)

Algemene reserve
De Algemene reserve is het vrij besteedbare eigen vermogen van de gemeente. Deze reserve heeft als belangrijkste functie het vormen van een buffer voor financiële tegenvallers. Tekorten op de jaarrekening komen ten laste van de Algemene Reserve, en overschotten komen ten gunste van de Algemene Reserve.

Algemene reserve per 01-01-2019
3.447.409
Bij: rekeningresultaat conform resultaatbepaling 2018 4.069
Bij: conform de begroting de inkomsten precario 262.221

Af: RV19/01 inzake de integrale toegang

- 100.000
Af: RV 18/32 incidentele bijdragen aan OVER-gemeenten - 215.460

Algemene reserve per 31-12-2019, exclusief rekeningresultaat 2019

3.398.239

(bedragen in Euro's)

 

Risico’s

In de begroting 2019 zijn de ons toen bekende risico's zo goed mogelijk gekwantificeerd. Dit heeft geleid tot de volgende tabel:

Risico kans percentage Risico
0 5% zeer laag
1 25% laag
2 50% ruim
3 75% hoog
4 100% zeer hoog

 

 

Programma

Risico

Financieel

belang

kans

Reken%

 Risico bedrag Incidenteel

Risico bedrag Structureel

Dienstverlening

Digitale Agenda 2020

50

2

50

25

 

Ruimtelijke ontwikkeling

Planologische procedures

50

2

50

 

25

Sociaal Domein

Inkomensvoorziening

100

2

50

 

50

 

Participatie

150

1

25

 

38

 

Jeugdhulp

600

3

75

 

450

 

Verstrekkingen sociaal domein

200

1

25

 

50

Maatschappelijke participatie

Beheer sportcomplexen en BTW

50

2

50

25

 

 

Leerlingenvervoer

50

2

50

 

25

Leefomgeving

Gladheidsbestrijding

80

2

50

 

40

 

Huurinkomsten Kunstgreep

50

1

25

 

13

 

Baggerdepot

50

3

75

38

 

 

Juridische procedures

100

2

50

50

 

Bestuur en Organisatie

Gemeentegaranties

100

1

25

 

25

 

Algemene uitkering

200

2

50

 

100

 

Bedrijfsvoering van de ambtelijke organisatie

 

 

 

 

 

Paragrafen

Verbonden partijen

150

1

25

 

38

 

Flexibilisering Jeugdgezondheidszorg

50

2

50

 

25

 Totaal

 

 

 

 

 138

879

( Bedragen x € 1.000,-)

 

Terugkijkend op het jaar 2019 naar welke zaken daadwerkelijk hebben geresulteerd in (negatieve) financiele effecten, komen wij tot het volgende overzicht:

 

 
Inkomensvoorziening Maatregelen zijn effectief waardoor risico zich niet heeft voorgedaan.
Participatie Maatregelen zijn effectief waardoor risico zich niet heeft voorgedaan.
WMO De beheersmaatregelen zijn achteraf gebleken niet voldoende geweest. Vanwege meerdere oorzaken is het budget overschreden. De  landelijke maatregel om het abonnementstarief voor huishoudelijke hulp te verlagen en detoename op het aangepast vervoer als gevolg van de landelijke trend, die samenhangt met de vergrijzing zijn de belangrijkste oorzaken waardoor de lasten op WMO over de begroting heen gegaan.
Jeugd

Het risico heeft zich voorgedaan. De groei in aantal cliënten van 2019 ten opzichte van 2018 heeft hier mede voor gezorgd. Daarnaast heeft er minder uitstroom plaats gevonden van een aantal dure cliënten naar de WLZ door de verlengde jeugdwet.  We zien dat de beheersmaatregel "Starten in het goedkopere B segment" goed is uitgevoerd. Echter heeft dit, door de groei van kinderen in de zorg, niet de totale kosten kunnen verlagen. Administratief hadden zowel gemeenten als aanbieders het beter op orde waardoor we in het voorjaars- en najaarsbericht konden bijstellen naar een realistischere begroting. Echter bleek dit eind 2019 nog niet voldoende.

Baggerdepot Het depot is gesaneerd in 2017en niet meer in gebruik. Het risico bestaat, dat het alsnog vrij van begroeiing moet worden opgeleverd.
Sporthal Oostzaan Het risico heeft zich niet voorgedaan. Door het opnemen van een garantiesubsidie in de begroting, is het de intentie om de sporthal geen negatief rekeningresultaat te laten behalen.
Juridische procedures Het budget voor juridische procedures is aangepast in het najaarsbericht 2019. Door het aantal lopende juridische procedures is het budget overschreden.
Algemene Uitkering Het definitieve accres, waarop de Algemene Uitkering 2019 is gebasseerd, wordt vastgesteld in 2020. Hiermee is bij het opstellen van de jaarrekening 2019 nog geen rekening gehouden.
   

 

 

 

Financiƫle Kengetallen

Terug naar navigatie - Financiƫle Kengetallen

Uitbreiding BBV (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten)

Met ingang van 2016 is het BBV uitgebreid. Een onderdeel daarvan is al vanaf de begroting 2016 van kracht, namelijk het opnemen van een aantal verplichte financiële kengetallen die meer zicht moeten geven over de financiële positie en de vergelijkbaarheid daarvan met andere gemeenten.

Netto schuldquote

De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.

Netto schuldquote (bedragen x €1.000,-)

31-12-2018

jaarrekening

31-12-2019

begroting

31-12-19

rekening

A Vaste schulden

28.996

27.600

27.792

B Netto vlottende schuld

1.292

5.057

978

C Overlopende passiva

763

1.259

0

D Financiele Activa (excl verstr. leningen

1.207

1.195

1.213

E Uitzettingen < 1 jaar

2.208

5.817

3.145

F Liquide middelen

148

147

176

G Overlopende activa

638

30

144

H Totale baten excl. Mutaties reserves

19.642

20.086

22.364

Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H*100%

136.70 %

133.06 %

107,73%

 

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven. Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast.

Netto schuldquote (bedragen x € 1.000,-)

31-12-2018

jaarrekening

31-12-2019

begroting

31-12-19

rekening

A Vaste schulden

28.996

27.600

27.792

B Netto vlottende schuld

1.292

5.057

978

C Overlopende passiva

763

1.259

0

D Financiele Activa (incl verstr. leningen

1.207

1.623

1.666

E Uitzettingen < 1 jaar

2.208

5.817

3.145

F Liquide middelen

148

147

176

G Overlopende activa

638

30

144

H Totale baten excl. Mutaties reserves

19.642

20.086

22.364

Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H*100%

136.70 %

130.93 %

105,70%

 

 

Solvabiliteitsratio

Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Deze ratio geeft aan het Eigen Vermogen als percentage van het Totale Vermogen.

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente.

Solvabiliteitsratio (bedragen x € 1.000,-)

31-12-2018

jaarrekening

31-12-2019

begroting

31-12-19

rekening

A Eigen vermogen

5.012

4.986

5.547

B Balanstotaal41.195

38.010

40.745

38.788

Solvabiliteit (A/B) x 100%

13.19 %

12.24 %

14,30 %

 

Kengetal grondexploitatie

De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant beoordeelt ieder jaar of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.

Zoals uit onderstaand staatje blijkt, is er in Oostzaan geen sprake van hoge boekwaarden van grondexploitatie ten opzichte van de exploitatie (in dit geval totale baten).

Grondexploitatie (bedragen x € 1.000,-)

31-12-2018

jaarrekening

31-12-2019

begroting

31-12-18

rekening

A Niet in expl. Genomen bouwgronden

0

0

0

B Bouwgronden in exploitatie

90

 0

0

C Totale baten (excl. Mutaties res)

19.195

0

0

Grondexploitatie (A+B)/C x 100%

0.47 %

 0,00 %

0,00 %

 

Structurele exploitatieruimte

Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

Structurele exploitatieruimte (bedragen x € 1.000,-)

31-12-2018

jaarrekening

31-12-2019

begroting

31-12-19

rekening

A Totale structurele lasten

19.642

20.044

21.761

B Totale structurele baten

19.195

20.086

22.364

C Totale str. Toevoegingen aan reserves

645

150

0

D Totale str. Onttrekkingen aan reserves

1.097

320

0

E Totale baten excl. Mut reserves

19.195

20.086

22.364

Str. Exploitatieruimte ((B-A)+(D-C))/E x 100%-1.95

0.03 %

1.06 %

2,70 %

 

Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden

De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 en uit te drukken in een percentage.

Belastingcapaciteit

Woonlasten meerpersoonshuishouden

31-12-2018

jaarrekening

31-12-2019

begroting

31-12-19

rekening

A OZB lasten bij gezin met gem. WOZ *

277

284

285

B Rioolheffing bij gezin met gem. WOZ

287

294

294

C Afvalstoffenheffing voor een gezin

292

299

299

D Evt. heffingskorting

0

0

0

E Totale woonlasten gemiddelde WOZ

856

877

878

F Woonlasten landelijk gemiddelde (T-1) **

723

730

721

Woonlasten tov. Landelijk gemiddelde ervoor (E/F) x 100 %

118.39%

120.14%

121,77%

*) Bij de OZB-lasten is uitgegaan van de gemiddelde WOZ-waarde (€ 271.000,-), tegen het eigenaartarief. Hierin is dus niet meegenomen dat een deel van de gezinnen geen eigen woning heeft. Niet bekend is hoe dit bij de landelijk gemiddelde woonlasten is verwerkt.

**) De woonlasten van het gemiddelde zijn gebaseerd op de woonlasten van het jaar voorafgaand aan onze jaarcijfers. De gemeentelijke lasten 2019 worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde over 2018. Recente cijfers 2019 zijn niet beschikbaar.

 

Paragraaf Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering

In de BBV (Besluit Beheer en Verantwoording Provincies en gemeenten 2014) is een paragraaf financiering voorgeschreven voor zowel de begroting als de jaarrekening. Deze dient voor transparantie van de treasuryfunctie (financiering) van decentrale overheden. In deze paragraaf worden zo duidelijk mogelijk de plannen, feiten en visie over financiering uiteengezet. De Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) schept een duidelijker kader voor de treasuryfunctie en levert een bijdrage aan de kredietwaardigheid van de openbare lichamen en bevordert de transparantie van de treasuryfunctie. Deze wet introduceert twee instrumenten op het gebied van de treasuryfunctie:
- het treasurystatuut
- de financieringsparagraaf

De doelstelling van het treasurystatuut is om bestaande verantwoordelijkheden en bevoegdheden te formaliseren en expliciet vast te stellen. De gemeenteraad kan dan beter invulling geven aan zijn verordenende en controlerende bevoegdheid. Het tweede instrument, de financieringsparagraaf, heeft als doel inzicht te geven in de algemene interne en externe ontwikkelingen die van belang zijn voor de treasury en de concrete plannen op het gebied van risicobeheer, financieringspositie en leningen en uitzettingenportefeuille.

Door de raad is op 23 augustus 2010 een geactualiseerd treasurystatuut vastgesteld. In dit statuut zijn de organisatie rondom het opstellen van het treasurybeleid, de planning & control cyclus, de organisatie rondom de uitvoering van treasury-activiteiten en de interne en externe controle geregeld.

Uitgangspunten treasurybeleid 2017-2020
In deze paragraaf kijken we terug op de treasury-activiteiten van het jaar 2019. Het uitgangspunt voor de treasury-activiteiten voor de jaren 2017 tot en met 2020 is dat we de bedragen en looptijden van aangetrokken langlopende leningen afstemmen op het renterisico dat de gemeente loopt. De zogenaamde renterisiconorm bedraagt 20%. In 2019 is de renterisiconorm niet overschreden. Op 4 februari 2019 heeft de gemeenteraad een nieuw treasurystatuut aangenomen. De inwerking tredding hiervan is 1 januari 2019.

Leningenportefeuille
Hier wordt de ontwikkeling van de portefeuille van de langlopende leningen voor 2019 weergegeven.


Risicobeheer
De Wet FIDO verplicht de kasgeldlimiet en de renterisiconorm in beeld te brengen. De provincie gebruikt deze bij het uitoefenen van haar toezichthoudende functie. De kasgeldlimiet betreft het renterisico van de vlottende schuld. De renterisiconorm betreft het renterisico van de langlopende schuld.

Kasgeldlimiet

Berekening Kasgeldlimiet voor 2019  
Omvang jaarrekening over 2019 2xxxxxxxx-
- in procenten van omslag 8,5%
(1) Toegestane kasgeldlimiet berekenen1,-
(2) Omvang vlottende korte schuld berekenen na jeugd1,-
(3) Vlottende middelen uit balans2,-
Contante gelden in kas 176.705,-
Tegoeden in rekening courant 0,-
Overige uitstaande gelden < 1 jaar 3.193.924,-
Toets kasgeldlimiet:  
(4) Totaal netto vlottende schuld (2-3) berekenen1,-
Toegestane kasgeldlimiet (1) berekenen21,-
Ruimte overschot kasgeldlimiet
berekenen02,-

Voor het jaar 2019 is de kasgeldlimiet niet overschreden.

 

Rentekosten
De interne rekenrente voor investeringen en dergelijke is voor het jaar 2019 vastgesteld op 3,4 %. Hiermee is het vastgestelde interne rentepercentage vanuit de begroting gevolgd. Hierdoor blijven de berekende kapitaallasten per product gelijk aan de begroting. Wanneer ieder(e paar) jaar de rekenrente zou wijzigen, zouden de lasten van de producten, en hiermee ook de tarieven, steeds veranderen. Daarnaast is het administratief erg veel werk om de kapitaallasten voor alle gedane investeringen te wijzigen op basis van een gewijzigde rekenrente. Financieel heeft het per saldo geen effect als de rekenrente wijzigt. Bij een lagere rekenrente worden de lasten van de individuele producten lager, maar het positieve rentesaldo op het product Financiering wordt eveneens lager. De werkelijke rentelasten 2019 bedragen € 912.117,-.


Solvabiliteit
Met solvabiliteit wordt aangegeven in hoeverre een onderneming de financiële verplichtingen (betalingen) aan verschaffers van vreemd vermogen (leningen) kan nakomen met behulp van alle activa. Aangezien de liquidatiewaarde (verkoopwaarde) van de vaste activa niet bekend is, moet er bij de bepaling van de liquiditeit worden uitgegaan van de boekwaarden van de activa, zoals deze zijn opgenomen in de jaarrekeningen. De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen x 100%. In onderstaand schema is de berekening van de solvabiliteit berekend op basis van de vastgestelde jaarrekeningen.

Jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Balanstotaal Solvabiliteit
2004 2.365.684,- 18.894.527,- 21.260.211,- 11,13 %
2005 2.452.838,- 24.902.556,- 27.355.394,- 8,97 %
2006 2.535.566,- 32.809.266,- 35.344.832,- 7,17 %
2007 3.771.550,- 36.689.980,- 40.461.530,- 9,32 %
2008 3.548.965,- 38.503.339,- 42.052.304,- 8,44 %
2009 5.038.579,- 41.731.622,- 46.770.201,- 10,77 %
2010 6.073.045,- 39.413.643,- 45.486.688,- 13,35 %
2011 6.144.262,- 38.188.414,- 44.332.676,- 13,85 %
2012 8.940.588,- 34.185.844,- 43.126.432,- 20,73 %
2013 9.216.197,- 33.258.436,- 42.474.633,- 21,70 %
2014 5.740.763,- 36.511.914,- 42.252.677,- 13,58 %
2015 5.383.915,- 35.782.128,- 41.166.043,- 13,07 %
2016 5.856.829,- 33.782.053,- 39.638.882,- 14,78 %
2017 5.680.056,- 35.516.209,- 41.196.265,- 13,79 %
2018 5.011.930,- 37.998.333,- 38.010.263,- 13,19 %
2019 5.547.780,- 33.240.716,- 38.788.496,- 14,30 %
         

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente. Afhankelijk van de directe opbrengstwaarde van de activa ligt de minimumnorm voor het bedrijfsleven op een waarde tussen de 25% en 40%. Voor overheden is geen norm opgesteld.

Schatkistbankieren
Op 15 december 2013 is de Wet Verplicht Schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat decentrale overheden hun overtollige middelen (gelden op rekening-courant bij de bank boven een bepaald drempelbedrag) aan moeten houden bij het Ministerie van Financiën (de schatkist). Het doel hiervan is het verlagen van de EMU-schuld van de collectieve sector. Doordat de decentrale overheden hun tijdelijk overtollige gelden aanhouden in de schatkist, wordt de externe financieringsbehoefte van het Rijk verminderd. De gemeenten hebben een rekeningcourant bij de schatkist waar de gelden op aangehouden kunnen worden. Het zogenaamde drempelbedrag is afhankelijk van de omvang van de begroting. Voor Oostzaan bedraagt deze € 250.000,-. Het totaal van alle liquide middelen op de diverse bankrekeningen, en in kas, mag gemiddeld per kwartaal niet boven dit bedrag uitkomen.

Dagelijks wordt de hoogte van de diverse bankrekeningen in de gaten gehouden en wanneer nodig wordt geld afgeroomd naar onze rekening-courant bij de schatkist. Wanneer dit geld weer nodig is voor het kunnen doen van betalingen, wordt het weer teruggehaald. Hoewel deze taak behoorlijk arbeidsintensief is, zijn in 2019 de liquide middelen ieder kwartaal onder de grens van het drempelbedrag gebleven. In de "toelichting op de balans" zijn de diverse bedragen genoemd.

 

 

Paragraaf Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf bedrijfsvoering

De activiteiten op het gebied van bedrijfsvoering worden uitgevoerd door OVER-gemeenten. Dit is de gezamenlijke werkorganisatie van de gemeente Wormerland en de gemeente Oostzaan. In deze paragraaf leest u een beknopte samenvatting van de Jaarrekening 2019 van OVER-gemeenten. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de Jaarrekening van OVER-gemeenten.

INLEIDING
Terugkijkend op het afgelopen jaar, is deze het beste te kenmerken als turbulent, met name veroorzaakt door het verschil van inzicht in de directievoering.
Ondanks dit is het gelukt om de ingezette koers inzake het ontwikkelen van de organisatie, een vervolg te geven. Dit is bijvoorbeeld tot uiting gekomen in de uitkomsten van het onderzoek Waar-staat-je-gemeente, die een stijging van de waardering van de inwoners voor dienstverlening voor beide gemeentes laat zien.
Een ander voorbeeld is het ziekteverzuim dat vrijwel constant onder het landelijk gemiddelde heeft gelegen. En tot slot laten de uitkomsten van het Medewerkers tevredenheid onderzoek (MTO) zien dat de medewerkers met plezier bij OVER-gemeenten werken.

STABILISEREN EN ONTWIKKELEN
Na de focus voor ‘de basis op orde’ van de bedrijfsvoering in 2017 en 2018, stond 2019 gepland als het jaar om te stabiliseren en (ontwikkel)stappen te nemen op het gebied van harmonisatie, efficiency en het organisatieprogramma ‘OVER-nieuw’ binnen de aandachtsgebieden cultuur, uitstraling OVER-gemeenten, ontwikkeling personeel, projectmatige aanpak en ICT. Eén van de zaken die aan diverse speerpunten heeft bijgedragen is, in navolging op 2018, de interne opleiding Ambtenaar 3.0. In 2019 hebben weer vijf groepen deelgenomen.

INFORMATIEBEVEILIGING EN PRIVACY
Informatiebeveiliging
Informatiebeveiliging omhelst een proces van continue verbetering en heeft daarmee geen eindpunt. Vanaf 2020 zijn alle overheidsinstellingen verplicht om te voldoen aan de BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid). Om een vergelijking te maken tussen de werkelijke situatie binnen OVER-gemeenten en de gewenste situatie vanuit de BIO, is er een GAP-analyse uitgevoerd. Deze GAP-analyse is uitgevoerd op opzet, bestaan en werking van de beheersmaatregelen uit de BIO, in samenwerking met proceseigenaren van HRM en ICT. Hieruit zijn actiepunten gekomen, onder andere het nemen van noodzakelijke maatregelen om te voldoen aan de BIO, waar in de loop van 2020 vervolg aan zal worden gegeven.
Er hebben zich een aantal informatiebeveiligingsincidenten voorgedaan, waarvan de grootste de beveiligingskwesties omtrent Citrix is geweest. Omdat de IT infrastructuur is uitbesteed, is er geacteerd in overleg met de leverancier.
OVER-gemeenten blijft als regievoerder onverwijld verantwoordelijk voor de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van de data. Ook bij zorgvuldige invoering van de werking van alle passende maatregelen is een 100% veilige informatiehuishouding nooit te garanderen. College en management blijven verantwoordelijk voor de risico’s en maatregelen.


ENSIA2019
In 2019 heeft er wederom een verplichte zelfevaluatie op het gebied van informatiebeveiliging plaatst gevonden middels de ENSIA (Eenduidige Normatiek Single Information Audit) over de domeinen BRP en Reisdocumenten, Suwinet, BAG, BGT, BRO en DigiD. Alle domeindeskundigen zijn betrokken geweest bij het proces en goed op de hoogte van de eigen verantwoordelijkheden. De input die uiteindelijk heeft geleid tot verantwoordingsrapportages en collegeverklaringen, is afkomstig van de domeindeskundigen zelf. Deze is doorgenomen met de portefeuillehouders van Oostzaan en Wormerland. Het volledige proces loopt daarmee gelijk aan het vastgestelde schema vanuit de ENSIA.
Uit de zelfevaluaties zijn actiepunten ter verbetering met betrekking tot informatiebeveiliging binnen de domeinen naar voren gekomen, zoals het actualiseren en documenteren van de bestaande processen. Deze zijn belegd bij de domeindeskundigen om voor aankomend periode op te pakken.
Privacy
Wettelijk gezien moet er worden voldaan de Europese Privacy wetgeving, de AVG. Binnen OVER-gemeenten is er een Privacy Ambassadeur Programma. Incidenten – Privacy verzoeken / Datalekken / Privacy vraagstukken.
Van BIG naar BIO
Informatiebeveiliging omhelst een proces van continue verbetering. Vanaf 2020 zijn alle overheidsinstellingen verplicht om te voldoen aan de BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid) voorheen o.a. BIG. Om inzichtelijk te maken welke stappen hiervoor nog noodzakelijk en welke (zeer) wenselijk zijn, is in 2019 een GAP-analyse uitgevoerd van BIG naar BIO. Hieruit zijn actiepunten voortgekomen waar in 2020 vervolg aan moet worden gegeven.

FINANCIEEL
De baten en lasten van OVER-gemeenten worden voor 38% toegerekend aan de gemeente Oostzaan en voor 62% aan de gemeente Wormerland, uitgezonderd de afgenomen specifieke dienstverlening. De jaarrekening OVER-gemeenten sluit met een positief saldo van € 12.706.

Incidentele extra bijdrage
Naar aanleiding van de ICT-audit heeft OVER-gemeenten voor 2019 een incidentele extra bijdrage ontvangen van € 567.000, waarvan € 215.460 van Oostzaan (38%). Deze incidentele bijdrage is gedekt uit de Algemene Reserve van de gemeente Oostzaan,  besloten in de raad van 4 juni 2018.

Ziekteverzuim
Het ziekteverzuim was over 2019 gemiddeld 5,1%. In 2018 was dat nog 5,7%. Daarbij dient te worden opgemerkt dat in het vorige jaar sprake was van grote schommelingen per maand, hetgeen in 2019 niet meer het geval was. Daaraan heeft de nieuwe arbodienst, Zorg van de Zaak, een belangrijke bijdrage geleverd.

Paragraaf Verbonden partijen

Paragraaf Verbonden Partijen

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden Partijen

Algemeen

In deze paragraaf geven wij u het totaal overzicht van onze samenwerkingsverbanden. Deze staan ook uitgesplitst over de programma’s. De gemeenschappelijke regelingen voeren het beleid en het beheer op de betreffende terreinen uit voor de gemeente. In het algemeen geldt dat voor een gemeenschappelijke regeling wordt gekozen, indien de gemeente dit beleid niet alleen, dan wel niet doeltreffend en doelmatig kan uitvoeren. Via deze 'verbonden partijen' (samenwerkingsverbanden) werken wij met andere partijen samen om onze lokale ambities en doelen te bereiken.


Waarom samenwerking?
De gemeente Oostzaan werkt al jaren intensief samen met gemeente Wormerland. Net als onze eigen organisatie draagt dit samenwerkingsverband bij aan het realiseren van onze lokale doelen en ambities. Samenwerkingsverbanden dienen dus een publiek belang.
De organisaties waarin wij deelnemen, dus onze verbonden partijen, maken voor ons beleid of voeren voor ons beleid uit. In principe zouden wij dat ook zelf kunnen doen. Er zijn vier redenen waarom wij een aantal van onze taken toch door een verbonden partij laten oppakken:

1. via samenwerkingsverbanden kan worden samengewerkt aan beleidsuitdagingen die gemeentegrensoverschrijdend zijn of die voor meerdere gemeenten van groot belang zijn;
2. sommige taken vragen specialistische kennis die onze eigen organisatie niet kan bieden;
3. het beleggen van taken bij een samenwerkingsverband kan efficiënter/goedkoper zijn dan de taken in de eigen organisatie te beleggen, waardoor voor minder geld minstens dezelfde (maar vaak een hogere) kwaliteit geleverd kan worden;
4. voor sommige beleidsterreinen is het wettelijk verplicht om een samenwerkingsverband op te richten.

De ambtelijke organisatie zorgt ervoor dat de afstemming tussen gemeente en regionale samenwerkingsverbanden goed verloopt.

 

Wat is een verbonden partij precies?
Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een financieel én bestuurlijk belang heeft:
• de gemeente financiert (samen met de andere deelnemers) de verbonden partij. Mocht de verbonden partij onverhoopt failliet gaan of zijn financiële verplichtingen niet na kunnen komen, dan is de gemeente aansprakelijk;
• de gemeente heeft zeggenschap door vertegenwoordiging (via bijvoorbeeld de burgemeester, een collegelid of een raadslid), dan wel via hoofde van stemrecht, in het bestuur van de verbonden partij.

Een belangrijk onderscheid is het verschil tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke verbonden partijen. Daarnaast bestaat er nog een mengvorm, de zogenaamde publiek-private samenwerkingsverbanden (PPS-constructies).

Overige samenwerkingsverbanden

Terug naar navigatie - Overige samenwerkingsverbanden

 

Overige verbonden partijen

- Opspoor

- Regeling zonder meer.

 

Privaatrechtelijke verbintenissen
Wij zijn ook privaatrechtelijke samenwerkingsvormen aangaan. Hieronder is een overzicht met de volgende private partijen weergegeven:

- Regeling Zonder Meer, inkoop WMO Jeugd.
- Overeenkomst tot uitvoering op HRM-gebied met Driessen voor wat betreft de salarisadministratie.
- Overeenkomst tot samenwerking in regio-verband bij milieutaken (omgevingsdienst IJmond).
- Stichting Rijk
- Gemeente Archief Zaanstad

Aandelen
Vanuit onze aandeelhouderschap hebben wij ook een verbintenis met de volgende bedrijven:
- Bank voor Nederlandse Gemeenten
- E.Z.W. N.V. (opgeheven in 2018)

Bijzondere samenwerkingsverbanden
Naast de bovenstaande verbonden partijen werken wij ook samen met de volgende partijen:

- Stichting Opspoor, onderwijs
- Regionale politie Zaanstreek-Waterland
- Stichting Grootschalige basiskaart Noord Holland
- Regionaal platform recreatie en toerisme
- Stichting Marketing Zaanstreek
- Provincie (risicokaart)
- CROS

Overige samenwerking
De gemeente Oostzaan staat in beginsel positief tegenover het aangaan van samenwerkingsverbanden met derden, teneinde het publieke belang zoveel mogelijk te dienen. In dat kader is dan ook aandacht voor nieuwe kansen of ontwikkelingen, om –indien dat noodzakelijk is- de bestaande samenwerkingsverbanden verder uit te werken of nieuwe samenwerkingspartners te zoeken. De aard van de beoogde samenwerking en de publieke belangen die daarbij betrokken zijn, is leidend voor de vorm van samenwerking en de partij waarmee samenwerking worden gezocht. Dat kan zowel een bestuursorgaan, een gemeente of een private partij zijn.

 

 

Paragraaf Kapitaalgoederen

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Waar gaat deze paragraaf over?

Deze paragraaf gaat over de beheerskosten van Gebouwen en de Openbare Ruimte. Deze kapitaalgoederen beslaan een aanzienlijk deel van de begroting en zijn dus van grote invloed op de financiële positie van de gemeente.

Gebouwen in bezit van de gemeente

Terug naar navigatie - Gebouwen in bezit van de gemeente

De gemeente Oostzaan heeft de volgende gebouwen in bezit:

Gebouw Staat van onderhoud
Centrumcomplex de Kunstgreep Uitstekend
Brandweerkazerne Kerkstraat Uitstekend
Ambtswoning Glazenmakerstraat Uitstekend
Schoolgebouw de Kweekvijver Uitstekend
Schoolgebouw De Korenaar Uitstekend
Schoolgebouw Noorderschool Uitstekend
Gemeentewerf Skoon Uitstekend
Loods op de begraafplaats Uitstekend
De Kolk Goed
Leliestraat, pand oudheidskamer Goed
Sporthal de Greep (deel E) Goed
Pand De Vitaminebron Twiskeweg Goed
Voormalig pand De Wereld Goed
Schoolgebouw de Rietkraag Goed
Kerktoren Goed
Diverse loodsen Zuideinde 204/206** Slecht

** De loodsen aan het Zuideinde 204/206 maken deel uit van ruimtelijke herontwikkelingen. Onderhoud aan deze panden vindt dan ook niet plaats.

Ontwikkelingen in 2019

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen in 2019

Noorderschool
De nieuwbouw van de Noorderschool is gereed. Het pand is in augustus 2015 in gebruik genomen. In 2016 bleek de  school sneller te groeien dan voorzien waardoor de school behoefte heeft aan een extra lokaal . De gemeente hoeft volgens de regelgeving daarvoor geen bekostiging te geven maar is toch bereid tot een bijdrage. In de begroting is vanaf 2016 daarom een  investeringskrediet opgenomen van € 305.000,-, waarvan een deel is bedoeld als bijdrage aan Stichting Spoor voor uitbreiding van de Noorderschool. In 2017 is een noodlokaal geplaatst op het perceel Gans. In 2018 is de tijdelijke vergunning van het noodlokaal verlengd. Deze collegeperiode wordt nader onderzocht of er een meer permanentere invulling kan worden gegeven aan perceel Gans is in combinatie met de wensen voor de ontwikkelingen van de Noorderschool onder andere ook op het gebied van parkeren.

Rietkraag

 

Uitkoopregeling Hoogspanningsmasten
De uitkoopregeling van woningen onder hoogspanningsmasten is in werking getreden per 1 januari 2017. Deze uitkoopregeling loopt tot 31 december 2021. Door deze regeling is de gemeente eigenaar geworden van de volgende woningen:

Adres Jaar van aankoop
Staat van onderhoud
Kerkstraat 96 2017 Redelijk
Kerkstraat 98 2017 Redelijk
Kerkstraat 100-102 2017 Redelijk
Kerkstraat 101 2017 Redelijk
Kerkstraat 104 2017 Redelijk
Kerkstraat 105 2018/2019 Redelijk
Zuideinde 180 2019 Redelijk
Zuideinde 184 2017 Redelijk

Deze woningen dienen op termijn te worden herbestemd of gesloopt. Ook voor de kosten van de sloop vallen binnen de vergoedingen van de uitkoopregeling. Op deze woningen wordt om deze reden minimale onderhoud gepleegd.

Beheerplannen

Terug naar navigatie - Beheerplannen

 

Categorie Beleidskader Periode Vastgesteld
 Wegen Wegenbeheerplan 2013-2018  2019 (herziening)
Openbare verlichting Beheerplan Openbare verlichting 2013-2018 2015 (herziening)
Riolering GRP 2018-2024 2018-2024 2017
Waterbeheerplan Beleid in samenwerking met HHNK 2007-2016 2007
Openbaar groen Bestekvorm 2012-2017 2019
Gebouwen (inclusief onderwijs) Onderhoudsplanning Planon 2007-2015 2007
Bruggen en kunstwerken Beheerplan civieltechnische kunstwerken 2017-2020 2017-2020 2016
Sportvelden De voetbalvelden zijn geprivatiseerd per 2009 en het korfbalveld in 2017   2009/2017
  • Wegen
    Vanuit het Wegenbeheerplan 2013-2018 is de herinrichting Zuideinde in 2019 voltooid . Het gedeelte van Zuideinde 7 t/m de Kerkstraat wordt meegenomen in het werk Kerkstraat in 2020/2021;
  • Vanuit het meerjareninvesteringplan 2021-2025  is een vlekkenkaart van de gemeente opgesteld, waarin duidelijk wordt welk project wordt gestart voor herinrichting en groot onderhoud.  De realisatie van deze projecten zal zijn in de jaren 2021 t/m  2025.
  • Openbare verlichting 
    In 2019 is het Zuideinde voorzien van LED verlichting.
  • Riolering
    In 2017 is een nieuw Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2018-2023 opgesteld. In het plan staan de noodzakelijke acties om het riool in goede staat te brengen en te houden. Het bijbehorende kostendekkingsplan geeft aan wat het kost en wat het betekent voor de tarieven, waarbij wordt uitgegaan van 100% kostendekkendheid.
  • Groen
    Het onderhoud van het openbaar groen is vastgelegd in bestekken en ondergebracht bij Werkom sinds januari 2018. Het beheerplan Openbaar Groen vormt de basis hiervoor. 
  • Gemeentelijke gebouwen
    Het groot onderhoud van de gebouwen wordt uitgevoerd volgens het meerjaren-onderhoudsprogramma Planon. Dit onderhoudsprogramma is opgesteld in 2007 en wordt regelmatig geactualiseerd. Jaarlijks worden budgetten per onderdeel geraamd. Daarin zit ook budget voor klein en onvoorzien onderhoud.
  • Bruggen en kunstwerken
    In 2019 is een aantal bruggen in onderhoud genomen conform het beheerplan civieltechnische kunstwerken 2017-2020.
  • Sportvelden
    De sportvelden van de voetbalvereniging Oostzaanse Footbal Club (OFC) en de Oostzaanse Korfbal Vereniging (OKV) zijn voorzien van kunstgras en in exploitatie genomen door de Stichting Sportcomplexen Twiskeweg (SST).

Onderhoud Kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Onderhoud Kapitaalgoederen

 

Categorie Financiële consequentie Begrote bedragen 2019 Realisatie 2019 Achterstallig onderhoud Voldoende voorzieningen?
 

 

 

 

   
Wegen (wegenbeheerplan 2013-2018)

Kerkstraat

€ 2.300.000,-

Zuideinde

€ 1.350000,-

Kerkstraat

€ 2.300.000,-

Zuideinde

€ 1.350.000,-

€ 0,0

 

€ 886,429

Nee In 2019 zijn de budgetten in de voorjaarsnota  opgehoogd voor het Zuideinde en Kerkstraat met resp. 5 ton en 7 ton.
Wegen (regulier onderhoud) € 131.000,- € 131.000,-  € 117.887,-  Nee  
Openbare verlichting

€ 35.000

€ 34.577,-  € 34.785,-  Nee In de contourennota 2017 is een vervangingsinvestering opgenomen van € 375.000,- voor het plaatsen van LED armaturen.
Riolering (groot onderhoud/investeringen) € 0,- investeringskredieten GRP € 0,-  Nee In 2017 is een nieuw GRP (Gemeentelijk Rioleringsplan) opgesteld voor de periode 2018-2022. In 2018 is het rioolstelsel aan de Kerkstraat vervangen voor een bedrag van € 1.324.961,- Bij de uitvoering van het weggedeelte volgen nog enkele huisaansluitingen.
Riolering (klein onderhoud) € 205.400,- € 205.400,- € 178.745,-  Nee In 2019 is minder uitgegeven aan klein onderhoud van de riolering. In 2019 is het voordeel toegevoegd aan de voorziening riolering, en bestemd voor toekomstige uitgaven binnen het Gemeentelijk Riolerings Plan.
Waterbeheer (onderhoud) € 30.000,-  € 30.000,- € 25.932,-  Nee  
Openbaar groen (incl. bomen) € 324.845,- € 324.845,- € 411.000,-  Nee  
Gebouwenbeheer € 115.000,- € 115.000,-  € 60.661,-  Nee Conform het onderhoudsplan wordt jaarlijks met een gelijk budget gewerkt. Fluctuaties worden opgevangen door de egalisatiereserve gebouwenbeheer. Het saldo van deze reserve bedraagt per 31 december 2019 € 850.981,-.
Bruggen en kunstwerken   € 110.000,-  € 110.000,-  € 74.480,-  Nee Met ingang van 2017 is het budget afgestemd op de gemiddelde onderhoudskosten vanuit het beheerplan. De fluctuaties van het onderhoudsbudget worden opgevangen door de reserve kunstwerken. Het saldo van deze reserve bedraagt per 31 december 2019 € 118.835,-.

 

Investeringen
Onderstaande investeringen zijn reeds verwerkt in de voorliggende begroting met bijbehorende meerjarenraming 2015-2018. Conform artikel 20 van de BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden) is een onderscheid gemaakt tussen investeringen met een economisch nut en investeringen met een maatschappelijk nut. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn volgens de vastgestelde financiële verordening 2014 en artikel 212 BW

Totaaloverzicht investeringen 2019:

 

 

Paragraaf Grondbeleid

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Waar gaat deze paragraaf over?

Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de programma’s Leefomgeving en Ruimtelijke Ordening. Een goed functionerend grondbeleid is essentieel voor het realiseren van doelstellingen op het gebied van ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, verkeer en vervoer en cultuurhistorie.

Visie grondbeleid

Terug naar navigatie - Visie grondbeleid

De visie voor het in deze gemeente te voeren grondbeleid is door de gemeenteraad verwoord in de vastgestelde Nota Grondbeleid Oostzaan in 2005. Op 8 april 2013 zijn door de gemeenteraad de beleidskaders van het grondbeleid opnieuw vastgesteld. In de nota is uitgesproken, dat het grondbeleid moet worden beschouwd als een instrument om andere gemeentelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. Bevestigd is, dat de gemeente geen actieve grondpolitiek voert en dat voortgegaan wordt met het huidige facilitaire beleid, waarbij gebruik gemaakt wordt van alle ten dienste staande instrumenten en mogelijkheden.
Uitgangspunt blijft, dat de gemeente allereerst tracht te komen tot kostenverhaal door middel van het sluiten van een anterieure exploitatieovereenkomst. Afdwingbaar kostenverhaal zal worden toegepast indien geen of onvoldoende resultaat kan worden bereikt. Het vaststellen van een exploitatieplan op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) is daarvoor het geëigende instrument. Bij de uitgifte van gronden en panden wordt een marktconforme prijs gehanteerd. Uitsluitend indien sprake is van uitgifte van grond ten behoeve van een maatschappelijke, niet commerciële functie kan een lagere prijs worden gehanteerd in bijzondere door het college te bepalen gevallen.

Lopende zaken

Terug naar navigatie - Lopende zaken

Per 31 december 2019 heeft de gemeente Oostzaan geen lopende grondexploitaties. Per 31 december zijn twee overeenkomsten gesloten met partijen voor de overname van twee percelen grond, te weten een deel van het parkeerterrein op de Ambacht en de locatie van de voormalige voetbalkooi op de Dr. Boomstraat. Voor het overdragen van de percelen zijn kosten gemaakt, welke zijn opgenomen in de post "Onderhanden werk" op de balans. Deze kosten zullen bij verkoop worden verrekend met de verkoopopbrengst.

Woonvisie Oostzaan/prestatieafspraken/grondbeleid
In de nieuwe structuurvisie is tevens de woonvisie geactualiseerd. In de prestatieafspraken zullen afspraken worden vastgelegd die jaarlijks terug zullen komen. De gemeente zal de corporaties inzicht geven in voortgang nieuwbouw, nieuwe plannen, activiteiten in de openbare ruimte, activiteiten m.b.t. wonen en zorg en duurzaam bouwen. De corporaties op hun beurt geven inzicht in de resultaten van de woonruimteverdeling, nieuwbouw activiteiten en renovaties. Daarnaast is er een projectenlijst samengesteld waarbij partijen samen optrekken. Bij deze projecten speelt het grondbeleid een grote rol.

Financieel beeld

Terug naar navigatie - Financieel beeld

In Oostzaan is geen reserve opgebouwd voor de uitvoering van grondbeleid. Er zijn geen lopende grondexploitaties in 2019. Wel zijn met partijen een drietal partijen contracten gesloten voor de overname van een kavel. In 2019 zijn kosten gemaakt, welke zijn opgenomen op de balans, en bij verkoop van de gronden zullen worden verrekend met de opbrengst.

Overzicht financiën grondexploitaties

Specificatie onderhanden werk en bouwgronden in exploitatie:

Complex

Boekwaarde

31-12-'18

Verlies-

voorz.

Winst name

'12-'19

Balans

31-12-'18

Investering

2019

Desinvestering 2019

Winst name

2019

 Boekwaarde 31-12-'19
Ambacht 75.998 0 0 75.998 103.732 0 0 179.730
Dr. Boomstraat 13.831 0 0 13.831 0 1.840 0 11.991
Radio 9 terrein 0 0 0 0 12.660 0 0 12.660
Totaal 89.829 0 0 89.829 116.392
1.840 0 204.381

Toelichting op bouwgronden in exploitatie:

Het betreft hier geen explicite grondexploitatie, maar een drietal gemeentegronden, die in 2020 zullen worden verkocht, waarvoor in 2019, 2018 en 2017 kosten zijn gemaakt. Deze kosten zullen uiteindelijk worden verrekend met de grondverkoop.

Het betreft de volgende locaties:

  • De Ambacht
    De grondexploitatie Ambacht is destijds opgeknipt in drie delen, te weten
    - aanpassen kruising Ambacht - Kolkweg;
    - bouwrijp maken van de groenstrook;
    - parkeerterrein en revitalisering van de Ambacht.
  • Dr. Boomstraat (voormalige voetbalkooi)
  • Radio 9 terrein

 

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing worden de risico's samengevat en benoemd. Alle percelen op de bedrijventerreinen Skoon en Bombraak zijn verkocht in 2017. Het risico op de op basis van verkopen is nu nihil. Wel kan voor Skoon en Bombraak een tweetal nieuwe risico's worden gemeld, naar aanleiding van de afsluiting van de terreinen. Voor wat betreft de Bombraak loopt een nieuwe procedure omtrent de grond van de reclamemast, welke is verkocht aan VanderValk. Op dit perceel rust een oud, slapend, huurcontract, waarvoor door de huurder een juridische procedure is opgestart in 2017. De afloop is nog niet bekend. In 2019 is hierover verder geen actie of correspondentie geweest.

 

 

Paragraaf Grote projecten

Terug naar navigatie - Paragraaf Grote projecten

Hierbij voortgang over de projecten die in 2019 liepen:

 

Locatie Ambacht

De werkzaamheden op de Ambacht zijn bij de start opgeknipt in drie delen, te weten:

- aanpassing kruising Ambacht-Kolkweg;

- bouwrijp maken en verkoop van de groenstrook;

- parkeerterrein en revitalisering van de Ambacht.

Inmiddels zijn de eerste twee punten afgerond. In 2017 en in 2018 zijn kosten gemaakt voor het aanpassen van het parkeerterrein. Een deel van het parkeerterrein wordt verkocht. Hiervoor is in 2018 een anterieure overeenkomst afgesloten, waarvan in 2020 de verkoop en grondoverdracht plaatsvindt.

 

Locatie Voetbalkooi op de Dr. Boomstraat

Voor het terrein is een voorlopige overeenkomst gesloten met de WOV. Zij willen het terrein herontwikkelen. Daarvoor zal de WOV een wijziging planologisch gebruik aanvragen. De verwachting is dat daarvoor in 2019 een aanvraag wordt ingediend.

 

Radio 9 terrein Zuideinde

In 2019 is het bestemmingsplan opnieuw vastgesteld voor de locatie aan het Zuideinde. Hierbij is met name rekening gehouden met geluidsnormen, flora en fauna en milieuaspecten.

 

Uitkoopregeling Hoogspanning

Met ingang van 1 januari 2017 is de uitkoopregeling in werking getreden. De eigenaren van 17 woningen die geheel of gedeeltelijk onder hoogspanningslijnen liggen kunnen gebruik maken van de regeling tot 31 december 2021.  In 2016 is gestart een interdisciplinair overleg tussen de gemeente, het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Tennet en Rijskwaterstaat om de eventuele verplaatsing van de hoogspanningsmasten in samenhang met MIRT-verkenning Corridorstudie Amsterdam-Hoorn te verkennen. Indien uit de Corridorstudie naar voren zou komen dat de A8 zou moeten worden verbreed zijn er mogelijkheden de problematiek rond de hoogspanningsmasten op de Kerkstraat en de verbreding van de weg in samenhang op te pakken waardoor het ruimtebeslag beperkt wordt. In 2019 is deze overleggenstructuur voortgezet.  Inmiddels zijn door de gemeente Oostzaan 8 woningen aangekocht onder de hoogspanningsmasten Kerkstraat en Zuideinde.

 

 

Paragraaf Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen

Algemeen

De gemeentelijke heffingen zijn, naast de doeluitkeringen van het Rijk en de algemene uitkering uit het gemeentefonds, een belangrijke bron van inkomsten. Er zijn twee gemeentelijke heffingen: retributies en belastingen. Bij de retributies is er sprake van een tegenprestatie van de gemeente en mogen de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor de uitoefening van de taak, dit betekent dat de kostendekkendheid niet meer mag zijn dan 100%. Bij belastingen is er geen directe relatie met een prestatie van de gemeente. Belastingen worden gezien als een algemeen dekkingsmiddel.

De gemeente Oostzaan  heeft de uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en het opleggen van de aanslagen en de invordering van onroerende zaakbelasting (OZB) , roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting, forensenbelasting, grafrechten en leges omgevingsvergunningen ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling, zijnde Cocensus. Ook de afhandeling van de kwijtscheldingsverzoeken en bezwaar- en beroepschriften vinden plaats door Cocensus.

Voor de uitvoering van belastingregelingen in 11 gemeenten met een inwonersaantal circa 650.000 inwoners brengt Consensus de gemeenten een bijdrage in rekening. Voor de uitvoering van de belastingregelingen is over het jaar 2019 een bijdrage naan Cocensus betaald van € 211.900,- op basis van de Dienstverleningsovereenkomst, en een bedrag van € 13.774,- voor extra diensten, zoals controle hondenbelasting en juridische ondersteuning bij complexe bezwaarschriften.

 

Actuele ontwikkelingen
Precariobelasting
Per 1 juli 2017 is de wet  in werking getreden tot afschaffing van de precariobelasting op nutsnetwerken. De Eerste Kamer deed het wetsvoorstel op 21 maart als hamerstuk af. Het besluit tot inwerkingtreding van de wet is op 22 mei 2017 in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2017, 196).

Gemeenten die op 10 februari 2016 in hun belastingverordening een tarief hadden voor nutsnetwerken, mogen uiterlijk tot 1 januari 2022 nog precariobelasting op nutsnetwerken blijven heffen. Onder de overgangsregeling kan een gemeente maximaal het tarief in rekening brengen dat op 10 februari 2016 gold. Gemeenten die onder de overgangsregeling vallen, maar na 10 februari 2016 het tarief hebben verhoogd, moeten vanaf 1 juli 2017 hun tarief verlagen naar maximaal het tarief dat gold op 10 februari 2016. In  de begroting hebben we financieel gezien geanticipeerd op de afschaffing van de precariobelasting.

 

Gemeentelijke belastingen
Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Uitgangspunt bij het vaststellen van de belastingtarieven is dat deze trendmatig worden verhoogd met de verwachte inflatie. In overeenstemming met de Kadernota 2019 is in de Programmabegroting 2019 voor de belastingen rekening gehouden met een inflatiepercentage van 2,4 %. De opbrengsten van gemeentelijke belastingen en retributies bedragen circa 26% van de totale baten van de gemeente Oostzaan voor het jaar 2019.

Onroerende Zaakbelasting(OZB)
De grondslag voor de OZB wordt gevormd door de waarde van het onroerend goed, die jaarlijks wordt vastgesteld (de zogenaamde herwaardering). Oostzaan  hanteert het uitgangspunt dat de gemiddelde waardestijging (of daling), die voortvloeit uit de herwaardering, wordt gecompenseerd door een evenredige tariefsverlaging (of evenredige tariefsverhoging).  Daarmee bereikt de gemeente dat waardemutatie niet leidt tot een wijziging in de totale opbrengst, maar slechts tot individuele verschillen in aanslagen. Dat is het geval als de waarde van een woning meer of juist minder is gestegen dan het Oostzaanse gemiddelde. Dan levert de herwaardering een voordeel of juist een nadeel op voor de eigenaar. Deze systematiek is ook in 2019 weer toegepast.

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting (RWWB)
Eigenaren en gebruikers van onroerend goed betalen gemeentelijke belastingen in de vorm van de onroerende zaakbelasting (OZB). Het is wettelijk mogelijk om ook voor eigenaren en gebruikers van roerende woon- en bedrijfsruimten (zoals woonboten en woonwagens) een gelijke belasting in te voeren, te weten de Roerende Woon- en bedrijfsruimte belasting (RWWB). Om eigenaren en gebruikers van roerend en onroerend goed gelijk te behandelen is het tarief van die belasting gelijk aan het tarief van de OZB.

Hondenbelasting
Onder de naam “hondenbelasting” heft de gemeente een belasting op het houden van honden binnen de gemeente. Belastingplichtige is de houder van de hond. Het aantal honden is bepalend voor de opbrengst van de belasting.

Gemeentelijke belastingen (bedragen x € 1.000,-)

Rekening 2018

Begroting 2019 (gewijzigd)

Rekening 2019

OZB woningen 1.345 1.451 1.451
OZB niet-woningen gebruikers en eigenaren 611 545 618
Roerende woon- en bedrijfsruimten 6 7 6
Precariobelasting 506 487 527
Hondenbelasting 29 27 31
Toeristenbelasting 187 169 221
Totaal belastingen 2.684 2.686 2.854

 

Gemeentelijke retributies
Onder de naam retributies heft de gemeente tarieven voor diverse typen van dienstverlening. Bij retributies is sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taakuitoefening. De geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor die taakuitoefening. Belastingplichtige is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de dienst is verleend. Geregeld is er landelijk publiciteit over de gemeentelijke tarieven en de verschillen daartussen. Die verschillen ontstaan in de regel als gevolg van de gemaakte beleidskeuzes. Om die beleidskeuzes zo transparant mogelijk vast te leggen heeft de VNG het initiatief genomen om modellen voor de kostenonderbouwing te ontwikkelen. Voor de afvalstoffen- en rioolheffing, de leges en de lijkbezorgingsrechten zijn deze door de VNG ontwikkeld.

Rioolheffing
De kosten die de gemeente maakt als uitvloeisel van de watertaken worden op burgers en bedrijven verhaald via de zogenaamde rioolheffing. De kosten die uit die watertaken voortvloeien (op het gebied van afvalwaterinzameling, afvalwatertransport en afvoer van overtollig regen- en grondwater) zijn berekend in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2018-2024. 

Rioolheffing (bedragen x € 1.000,-)

Rekening 2018

Begroting 2019 (gewijzigd)

Rekening 2019

Lasten 1.345 992 977
Overhead 611 155 155
BTW 61 135 62
Mutaties voorziening 506 0 81
Lasten totaal 1.279 1.282 1.275
Baten totaal 1.270 1.315 1.308
Saldo 9 -33 -33
Kostendekkendheid (%) 99 % 102 % 102 %

 

In de rioolrechten mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-BTW als de investerings-BTW. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun rioolheffing.

 

Afvalstoffenheffing
Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een recht geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente op grond van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval heeft. Bij het bepalen van de hoogte van de afvalstoffenheffing wordt rekening gehouden met het feit dat op begrotingsbasis de baten niet hoger mogen zijn dan de lasten. Er wordt gestreefd naar een kostendekkendheid van 100%. 144

Afvalstoffenheffing (bedragen x € 1.000,-)

Rekening 2018

Begroting 2019 (gewijzigd)

Rekening 2019

Lasten 486 729 898
Overhead 493 479 479
BTW 179 179 137
Mutaties voorziening 0 0 0
Lasten totaal 1.158 1.387 1.514
Baten totaal 1.182 1.243 1.237
Saldo -24 144 277
Kostendekkendheid (%) 102 % 89 % 81 %

 

In de afvalstoffenheffing mag als last meegenomen worden de BTW die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-BTW als de investerings-BTW. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de BTW die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun afvalstoffenheffing.

Begraafrechten
Deze rechten worden niet  verhoogd daar de kostendekkendheid van 100% is bereikt.

Begraafrechten (bedragen x € 1.000,-)

Rekening 2018

Begroting 2019 (gewijzigd)

Rekening 2019

Lasten 66 57 54
Overhead 66 116 116
Mutaties voorziening 0 0 0
Lasten totaal 132 173 170
Baten totaal 103 125 135
Saldo  30 48 34
Kostendekkendheid (%) 78 % 72 % 79 %

 

 

Kwijtscheldingsbeleid
De normen voor het kwijtscheldingsbeleid, als onderdeel van het gemeentelijk minimabeleid zijn in de gemeente Oostzaan gesteld op 100% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Dit betekent dat een vrij grote groep belastingschuldigen in aanmerking komt voor kwijtschelding, waardoor hun besteedbare ruimte groter wordt. In de begroting 2017 is een bedrag aan kwijtschelding een bedrag wordt verwerkt van € 25.000,-. Het werkelijke bedrag aan kwijtschelding 2018 bedraagt € 28.814,-.  De volgende heffingen komen in Oostzaan in aanmerking voor kwijtschelding: afvalstoffenheffing, hondenbelasting en een gedeelte van de onderhoudsrechten graven.

Kwijtscheldingen

Rekening 2018

Begroting 2019 (gewijzigd)

Rekening 2019

Bezwaren WOZ ?    
Bezwaren overige heffingen ?    
Beroep WOZ ?    
Beroep overige heffingen ?    
Lasten kwijtschelding € 28.814 € 25.000 € 28.227

 

Leges
Algemeen
De tarieven voor 2017 zìjn primair aangepast aan de hand van het inflatiepercentage van 1 %, tenzij nader beperkt door wettelijke tariefstellingen. Bij de toerekening van kosten is uitgegaan van de aanwezige jurisprudentie. Hierdoor is een 100% kostendekkende legesverordening risicovol. Wanneer nieuwe jurisprudentie tot een wijziging in de toe te rekenen kosten leidt, kan de kostendekkendheid overschreden worden, Door iets onder de 100% te blijven wordt dit risico opgevangen.

Titel 1

Leges burgerzaken (bedragen x € 1.000,-)

Rekening 2018

Begroting 2019 (gewijzigd)

Rekening 2019

Lasten 101 58 64
Overhead 182 285 285
Lasten totaal 283 343 349
Baten totaal 221 155 204
Saldo 62 188 145
Kostendekkendheid (%) 78 % 45 % 58 %

 

 

Titel 2

Leges omgevingsvergunningen (bedragen x € 1.000,-)

Rekening 2018

Begroting 2019 (gewijzigd)

Rekening 2019

Lasten 87 94 115
Overhead 144 280 280
Lasten totaal 231 374 395
Baten totaal 146 180 204
Saldo 85 194 191
Kostendekkendheid (%) 63 % 48 % 51 %

 

 

Titel 3

Evenementen en APV vergunningen (bedragen x € 1.000,-)

Rekening 2018

Begroting 2019 (gewijzigd)

Rekening 2019

Lasten 5 8 13
Overhead 111 209 209
Lasten totaal 116 217 222
Baten totaal 14 18 16
Saldo 102 199 205
Kostendekkendheid (%) 12 % 8 % 7 %

 

Totaaloverzicht opbrengst belastingen en retributies
In onderstaande tabel wordt aangegeven welke opbrengsten en retributies er zijn en hoeveel de inkomsten daarvan bedragen. Tevens wordt aangegeven het uiteindelijke totale netto resultaat van de heffingen en het uiteindelijke aandeel.

Gemeentelijke belastingen
Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Uitgangspunt bij het vaststellen van de belastingtarieven is dat deze trendmatig worden verhoogd met de verwachte inflatie. In overeenstemming met de Kadernota 2018 is in de Programmabegroting 2018-2021 voor de belastingen rekening gehouden met een inflatiepercentage van 1%.

Belastingen / retributies (bedragen x € 1.000,-)

Rekening 2018

Begroting 2019 (gewijzigd)

Rekening 2019

Belastingen      
OZB woningen 1.345 1.451 1.451
OZB niet-woningen gebruikers en eigenaren 611 545 618
Roerende woon- en bedrijfsruimten 6 7 6
       
Precariobelasting 506 487 527
Hondenbelasting 29 27 31
Toeristenbelasting 187 169 221
       
Totaal belastingen 2.684 2.686 2.854
       
Retributies
     
Rioolrecht 1.271 1.315 1.308
Afvalstoffenheffing 1.182 1.243 1.237
Begrafenisrechten 103 125 135
Leges omgevingsvergunningen 146 180 204
Leges vergunningen 14 18 16
Leges burgerzaken 222 155 204
Totaal retributies
2.938 3.036 3.104
       
Kwijtscheldingen
29 25 28
PMTotaal netto opbrengsten 2.909 3.011 3.076