Jaarrekening

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten(BBV), de financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet daarvoor geven.

 

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde. 

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.

De inkomsten vanuit de Algemene Uitkering zijn gebaseerd op de uitkomsten van de decembercirculaire 2021. Het definitieve accres voor 2021 wordt verwerkt in de meicirculaire 2022. Er is nog geen rekening gehouden met een eventuele aanpassing van het accres.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.

Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) is, indien van toepassing wel een verplichting opgenomen te worden.

 

Wet Normering Topfunctionarissen (WNT)

Per 1 januari 2013 is de Wet Normering Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Voor de uitvoering van de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen in de publieke sector heeft de gemeente zich gehouden aan de beleidsregels toepassing Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector (WNT).

 

Corona

In 2020 is de Corona-pandemie begonnen met een grote impact in de gehele wereld en loop door in 2021. Op basis van de ontwikkelingen in 2020 en 2021 hebben wij de eventuele risico’s beoordeeld. Hieruit concluderen wij dat het totaal aan risico’s voor ons niet heel veel toeneemt, maar zijn we ons wel bewust van de nog grotere noodzaak tot het voortdurend monitoren van de risico’s. Het college schat op basis van de uitgevoerde analyse dat het doorvoeren van een duurzame waardevermindering op de activa van de gemeente niet van toepassing is. De in de jaarrekening gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op een continuïteitsveronderstelling. Hoewel de toekomstige financiële impact van de uitbraak van COVID-19 ten tijde van het opmaken van deze jaarrekening niet duidelijk is, is het college van mening dat op basis van de thans beschikbare informatie, de inmiddels genomen maatregelen en de huidige liquiditeitspositie de bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerde continuïteitsveronderstelling niet materieel wordt beïnvloed.”

Balans

 

Vaste activa

Immateriële vaste activa

Met ingang van 2016 is de BBV aangepast met het oog op "bijdrage in activa van derden".

Met ingang van 2016 wordt de bijdrage in activa van derden verantwoord onder de immateriële vaste activa.  De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs, verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen van derden, de jaarlijkse afschrijvingslasten en eventuele afwaarderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. 

 

Materiële vaste activa met economisch nut

In erfpacht uitgegeven gronden

De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (i.c. de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Percelen waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht, zijn tegen een geringe registratiewaarde opgenomen.

 

Overige investeringen met economisch nut

Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en worden in 2016 afgeschreven volgens de annuïtaire methode. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. 

Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven met ingang van het navolgende boekjaar, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.

Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken.

Volledigheidshalve vermelden wij dat op investeringen die vóór 2008 gedaan zijn soms extra is afgeschreven zonder economische noodzaak (ter verlichting van toekomstige lasten). Ook zijn in voorkomende gevallen reserves op dergelijke investeringen afgeboekt.

 

De vastgestelde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:

Omschrijving

 

60 jaar

Gemeentehuis, woningen, brandweerkazerne, onderheid riool, andere kantoorgebouwen en scholen. Voor nieuwe projecten een termijn van maximaal 50 jaar, maar bij voorkeur 40 jaar of korter.

40 jaar

Gemeentewerf en andere bedrijfsgebouwen, bruggen, landhoofden en verbeteringen hieraan.

30 jaar

Riolering, speelplaatsen en sportvelden

20 jaar

Motorvoertuigen, houten bruggen, fietspaden, wegen en trottoirs

15 jaar

Technische installaties in bedrijfsgebouwen, plantsoenen nieuwe aanleg, openbare verlichting, verkeerslichten, beschoeiing en damwanden

10 jaar

Veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen, aanleg tijdelijke terreinwerken, nieuwbouw tijdelijke woonruimten en bedrijfsgebouwen, verbouwing woonruimten en bedrijfsgebouwen en verbetering sportvelden

 5 jaar

Zware transportmiddelen, aanhangwagens, schuiten, personenauto's, lichte motorvoertuigen, automatiseringsapparatuur en kantoorinventaris.

 

Activa met economisch nut en verkrijgingsprijs van minder dan € 15.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd.

 

Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut

Overeenkomstig de d.d. 26 november 2007 door de gemeenteraad vastgestelde financiële verordening worden infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken geactiveerd en afgeschreven met een door de gemeenteraad vastgesteld termijn op basis van de verwachte levensduur. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en dus ook afgeschreven). Voor zover in voorkomende gevallen een snellere budgettaire dekking mogelijk is, wordt op dergelijke activa overigens (resultaatafhankelijk) extra afgeschreven. De boekwaarden moeten dus nadrukkelijk als nog te dekken investeringsrestanten worden gezien.

 

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zonodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering gelukkig niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs.

De obligatieportefeuille is gewaardeerd tegen de verwachte aflossingswaarde. Het verschil met de destijds betaalde verkrijgingsprijs is als transitorische (rente)post in de balans opgenomen. Dit verschil wordt in het resultaat opgenomen in de (gemiddeld) resterende looptijd tot aflossing/uitloting.

Bijdragen aan activa van derden worden op basis van individuele raadsbesluiten geactiveerd. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.

Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.

 

Vlottende activa

Voorraden

De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, dan wel lagere marktwaarde. Er wordt geen rente bijgeschreven op de boekwaarde van deze voorraden.

De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.

 

Vorderingen en overlopende activa

De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

 

Liquide middelen en overlopende posten.

Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

 

Voorzieningen

Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schuld) van de gemeente. Om deze reden kunnen voorzieningen ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies.

 

Vaste schulden

Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

 

Vlottende passiva

De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

 

Borg- en Garantstellingen

Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.

 

 

Balans

Balans Activa

Terug naar navigatie - Balans Activa
ACTIVA
Vaste Activa
Hier moest even veel tekst komen zodat het op 2 regels komt :) 31-12-2021 31-12-2020
Immateriele vaste activa Bijdragen aan activa in eigendom van derden 871.673 907.873
Totaal Immateriele vaste activa 871.673 907.873
1 - Totaal 871.673,08
Materiele vaste activa Gronden in erfpacht uitgegeven 312.321 312.321
Investeringen met een economisch nut 19.283.261 19.609.204
Investeringen met economisch nut waarvoor ter bestrijding vd kosten een heffing kan worden geheven 6.191.168 6.473.742
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut 6.239.664 5.519.351
Totaal Materiele vaste activa 32.026.413 31.914.618
2 - Totaal 32.026.413,48
Financiele vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen 462.556 462.556
Overige langlopende leningen 447.891 450.745
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 765.703 761.462
Totaal Financiele vaste activa 1.676.150 1.674.763
3 - Totaal 1.676.149,61
Vaste Activa-Totaal Vaste Activa-Totaal 34.574.236 34.497.254
Vlottende Activa
Hier moest even veel tekst komen zodat het op 2 regels komt :) 31-12-2021 31-12-2020
Voorraden Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie 64.782 27.496
Gereed product en handelsgoederen 0 718
Totaal Voorraden 64.782 28.214
4 - Totaal 64.781,68
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen 1.674.436 1.492.863
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 250.000 900.000
Overige vorderingen 3.866.229 2.198.465
Totaal Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 5.790.666 4.591.328
5 - Totaal 5.790.665,84
Liquide middelen Kassaldi 3.124 1.890
Banksaldi 431.283 183.544
Totaal Liquide middelen 434.407 185.434
6 - Totaal 434.406,53
Overlopende activa Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen die tlv volgende begrotingsjaren komen 359.659 68.692
Totaal Overlopende activa 359.659 68.692
7 - Totaal 359.659,00
Vlottende Activa-Totaal Vlottende Activa-Totaal 6.649.513 4.873.668
Totaal activa Totaal activa 41.223.749 39.370.922
Geheel - Totaal 41.223.749 39.370.922
8-jul-2022

Balans Passiva

Terug naar navigatie - Balans Passiva
PASSIVA
Vaste passiva
Hier moest even veel tekst komen zodat het op 2 regels komt :) 31-12-2021 31-12-2020
Eigen Vermogen Algemene reserve 1.672.250 2.107.925
Bestemmingsreserves 1.721.626 1.699.278
Het gerealiseerde resultaat volgend uit een overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 1.148.177 -14.255
Totaal Eigen Vermogen 4.542.053 3.792.948
1 - Totaal 4.542.052,89
Voorzieningen Voorzieningen 2.720.297 2.707.828
Totaal Voorzieningen 2.720.297 2.707.828
2 - Totaal 2.720.297,24
Vaste schulden, met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer Onderhandse leningen van binnenlandse banken en financiële instellingen 25.384.000 26.588.000
Waarborgsommen 8.963 8.963
Totaal Vaste schulden, met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 25.392.963 26.596.963
3 - Totaal 25.392.963,00
Vaste passiva-Totaal Vaste passiva-Totaal 32.655.313 33.097.739
Vlottende Passiva
Hier moest even veel tekst komen zodat het op 2 regels komt :) 31-12-2021 31-12-2020
Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar Kasgeldlen. aangegaan bij openb.lichamen als bedoeld in art.1, ond.a, van de Wet fin. decentr.overh. 4.900.000 2.200.000
Banksaldi 245 254
Overige Schulden 2.433.929 2.092.151
Totaal Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 7.334.174 4.292.405
4 - Totaal 7.334.173,62
Overlopende passiva Verplichtingen die een volgend jaar tot betaling komen 0 45.442
Ivm voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van het Rijk 37.821 738.650
Ivm voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van overige Nederlandse overheidslichamen 231.981 165.937
Overige vooruitontvangen bedragen die tbv de volgende begrotingsjaren komen 964.460 1.030.749
Totaal Overlopende passiva 1.234.262 1.980.778
5 - Totaal 1.234.262,47
Vlottende Passiva-Totaal Vlottende Passiva-Totaal 8.568.436 6.273.183
Totaal activa Totaal activa 41.223.749 39.370.922
Geheel - Totaal 41.223.749 39.370.922
11-okt-2022
Terug naar navigatie - .

Afgegeven borgstellingen of garantstellingen aan natuurlijke of rechtspersonen per 31-12-2021                € 20.107.312

Toelichting op de balans

Activa

Terug naar navigatie - Activa

Vaste activa

Immateriële vaste activa

Met ingang van 2016 worden de bijdragen aan activa in eigendom van derden verantwoord onder de immateriële vaste activa. Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd indien aan de volgende eisen is voldaan: vlottende

- Er is sprake van een investering door een derde;

- De investering draagt bij aan de publieke taak;

- De derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen;

- De bijdrage kan door de gemeente worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.

  Boekwaarde per 31-12-2021 Boekwaarde per 31-12-2020
Bijdrage aan activa in eigendom van derden 871.673 907.873
Totaal      
871.673 907.873

De post immateriële vaste activa kan als volgt worden gespecificeerd:

  Oorspronkelijke bijdrage Boekwaarde per 31-12-2021
Kunstgrasvelden OFC 850.000 202.185
Kunstgrasveld OKV 191.756 149.621
Bijdrage renovatie sporthal SSO (2012) 300.000 215.648
Bijdrage renovatie sporthal SSO (2015) 350.000 304.219
Totaal      
1.691.756 871.673

Toelichting 2021:

In 2021 is de bijdrage aan de sporthal verhoogd met een bedrag van € 57.500,- inzake de scheidingswand in de sporthal.

De bijdrage inzake de  renovatie van de Sporthal SSO is conform raadsbesluit RV 11/70.

 

 

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. Het BBV kent de volgende soorten vaste activa:

- investeringen met een economisch nut;

- investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven;

- investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

 

De materiële vaste activa bestaat uit de volgende onderdelen:

  Boekwaarde per 31-12-2021 Boekwaarde per 31-12-2020
In erfpacht uitgegeven gronden 312.321 312.321
Investeringen met een economisch nut waarvan ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven 6.191.169 6.473.743
Overige investeringen met een economisch nut 19.282.953 19.609.198
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut 6.239.671 5.519.358
Totaal      
32.026.114 31.914.620

 

Specificatie van de hierboven genoemde posten:  

Omschrijving investeringen Boekwaarde 31-12-2020 Investeringen 2021

Des-investeringen 2021

Afschrijving 2021 Bijdrage derden 2021  Boekwaarde 31-12-2021
In erfpacht uitgegeven gronden 312.321 0 0 0 0 312.321
Totaal 312.321 0 0 0 0
312.321

In erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. De boekwaarde van de erfpachtgronden is in het boekjaar niet gemuteerd.

Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer van de investeringen met economisch nut, waarvoor een heffing kan worden geheven:

Omschrijving investeringen Boekwaarde 31-12-2020 Investeringen 2021 Des-investeringen 2021 Afschrijving 2021 Bijdrage derden 2021  Boekwaarde 31-12-2021
Investeringen met een economisch nut waarvoor ten bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven 6.473.743 4.652 0 287.226 0 6.191.169
Totaal 6.473.743 4.652 0 287.226 0
6.191.169

 

Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer van de overige  investeringen met economisch nut:

Omschrijving investeringen Boekwaarde 31-12-2020 Investeringen 2021 Des-investeringen 2021 Afschrijving 2021 Bijdrage derden 2021  Boekwaarde 31-12-2021
Gronden en terreinen 1.013.606 2.413.560 0 13.250 2.413.560 1.000.356
Woonruimten 407.231  0 0 4.128 0 403.103
Bedrijfsgebouwen 17.811.401 0 0 234.296 0 17.577.105
Vervoermiddelen 141.042 0 0 37.519 0 103.523
Machines en apparaten 235.918 0 0 37.052 0 198.866
Totaal 19.609.198 2.413.560 0 326.245 2.413.560
19.282.953

 

Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer van de investeringen met maatschappelijk nut:

Omschrijving investeringen Boekwaarde 31-12-2020 Investeringen 2021 Des-investeringen 2021 Afschrijving 2021 Bijdrage derden 2021  Boekwaarde 31-12-2021
Grond-weg en waterbouwkundige werken met maatschappelijk nut 5.519.358 1.418.709 0 440.473 257.923 6.239.671
Totaal 5.519.358

1.418.709

0 440.473 257.923
6.239.671

 

Totaaloverzicht van de stand van zake met betrekking tot investeringen en investeringskredieten in 2021: 

 

Toelichting op de mutaties van de investeringen:

Uitkoopregeling woningen onder hoogspanningsmasten

In 2021 zijn diverse woningen aan het  Zuideinde en Kerkstraat aangekocht. Voor de aankoop van deze woning is een subsidie ontvangen van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. 

Bijdrage aan de Sporthal

In 2021 is conform het renovatieplan de scheidingswand van de sportzaal vervangen.

Herinrichting Zuideinde

In herinrichting van het Zuideinde is gestart in 2019, en afgerond in 2021. Het restantkrediet wordt ingezet voor het laatste stukje Zuideinde en het kruispunt Kerkstraat/Kerkbuurt.

Herinrichting Kerkstraat

De herinrichting van de Kerkstraat is gestart in 2021 en loopt door in 2022.

Overname wegen buitengebied

Per 31 december 2020 zijn de wegen en fietspaden buiten de bebouwde kom overgenomen van het HHNK (Hoogheemraadschap Hollands Noorder Kwartier) voor een bedrag van € 600.000,-. Het resterende krediet wordt ingezet voor het inlopen van achterstallig onderhoud aan de fietspaden.

Beschoeiing biksteenmolen

Overeenkomstig raadsbesluit is de beschoeiing bij de biksteenmolen vervangen. De vervanging van de beschoeiing aan de volkstuinen volgt in 2022.

 

Financiële vaste activa

De financiële vaste activa is gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs, de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en eventuele afwaarderingen. Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2018 wordt in onderstaand schema weergegeven:

Omschrijving investeringen Boekwaarde 31-12-2020 Investeringen 2021 Des-investeringen 2021 Afschrijving 2021 Bijdrage derden 2021  Boekwaarde 31-12-2021
Kapitaalverstrekkingen            
- deelnemingen BNG 56.189         56.189
- deelnemingen EZW 907         907
- deelnemingen Alliander 401.475         401.475
- deelnemingen OD            IJmond 3.985         3.985
Leningen aan:            
- overige langlopende leningen (Agora/SSO) 450.745   2.854     447.891
- overige uitzettingen langer dan één jaar (SVN) 761.462 4.240       765.702
Totaal 1.674.763 4.240 2.854 0 0
1.676.150

Toelichting mutaties:  

  • Overige langlopende leningen, betreffende lening Agora en Stichting Sporthal Oostzaan.
  • Overige uitzettingen, langer dan één jaar
    Het betreft hier de uitgezette gelden bij de SVN (Stichting Volkshuisvesting Nederland). De investering betreft een stijging van de gelden door ontvangen rente op uitgezette leningen.

 

Vlottende activa

Voorraden

De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën:

  Boekwaarde per 31-12-2021 Boekwaarde per 31-12-2020
Grond- en hulpstoffen, gespecificeerd naar:    
- onderhanden werk 64.782 27.496
- bouwgronden in exploitatie 0 0
- gereed product en handelsgoederen 0 718
Totaal      
64.782 28.214

 

Specificatie onderhanden werk:

 

Complex

Boekwaarde 31-12-2020

Investering   2021

Desinvestering 2021

Winst name 2021

 Boekwaarde 31-12-2021
Ambacht 48-50 0 6.726 32.550   -25.824
Dr. Boomstraat 11.991 56.219     68.210
Radio 9 terrein 15.505       15.505
Project Lishof 0 6.891     6.891
Totaal 27.496 69.836
32.550 0 64.782

Toelichting op bouwgronden in exploitatie:

Het betreft hier geen expliciete grondexploitatie, maar een aantal gemeentegronden of grote projecten, die zullen worden ontwikkeld, waarvoor in de periode 2017 - 2020 kosten zijn gemaakt, welke bij de grondverkoop of door middel van anterieure overeenkomsten met projectontwikkelaars zullen worden verrekend.

  • De Ambacht
  • Dr. Boomstraat (voormalige voetbalkooi)
  • Radio 9 terrein
  • De Lishof

Uitzettingen korter dan één jaar

De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Deze voorziening wordt jaarlijks opnieuw bepaald.

De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Uitzettingen korter dan één jaar Boekwaarde per 31-12-2021 Boekwaarde per 31-12-2020
Debiteuren 1.737.733 768.980
Schatkistbankieren 250.000 900.000
BTW compensatiefonds en Omzetbelasting 1.674.436 1.447.418
Overige vorderingen 2.128.496 1.363.751
Totaal      
5.790.665 4.480.149

 

Specificatie van het hierboven genoemde saldo debiteuren:  

Uitzettingen Debiteuren eigen beheer Debiteuren belastingen Debiteuren sociale zaken Overige vorderingen Totaal Waarvan openbare lichamen
Debiteuren 2011 16.835       16.835  
Debiteuren 2020 30.589       30.589  
Debiteuren 2021 626.003 683.241 566.359   1.875.603 444.817
Overige vorderingen            
Subtotaal            
Voorzieningen 47.363 0 137.928   185.291  
Totaal      
626.061 683.241 428.431 0
1.737.733 444.817

Voor de invordering van belastingdebiteuren over der periode 2012-2020 worden de volgende percentages gehanteerd met het oog op oninbaarheid.

2021: 0%

2020 en verder : 100%

 

 

 Vorderingen op Nederlandse overheidslichamen Boekwaarde per 31-12-2021 Boekwaarde per 31-12-2020
Debiteuren en overige vorderingen 444.817 52.463
Schatkistbankieren 250.000 900.000
BTW compensatiefonds 1.674.436 1.447.418
Totaal      
2.369.253 2.399.881

 

Op 15 december 2013 is de wet Verplicht Schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat decentrale overheden hun overtollige middelen (gelden op rekening-courant bij de bank boven een bepaald drempelbedrag) aan moeten houden bij het Ministerie van Financiën (de schatkist). Het doel hiervan is het verlagen van de EMU-schuld van de collectieve sector. Doordat de decentrale overheden hun tijdelijk overtollige gelden aanhouden in de schatkist, wordt de externe financieringsbehoefte van het Rijk verminderd. De gemeenten hebben een rekening-courant bij de schatkist waar gelden op aangehouden kunnen worden. Voor Oostzaan is het zogenaamde drempelbedrag € 250.000,-.

Per kwartaal mag het totaal van alle liquide middelen op de diverse bankrekeningen en in kas niet boven dit bedrag uitkomen.

 

Uit onderstaande berekeningen per kwartaal blijkt dat de gemeente Oostzaan het maximum drempelbedrag niet heeft overschreden.


 

Liquide middelen

Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:

 Liquide middelen Boekwaarde per 31-12-2021 Boekwaarde per 31-12-2020
Kassaldi 3.124 1.889
Banksaldi 431.283 183.544
Totaal      
434.407 185.433

 

Overlopende activa

De post overlopende activa kan als volgt worden onderscheiden:

 

Overlopende activa Boekwaarde per 31-12-2021 Boekwaarde per 31-12-2020
Nog te ontvangen bedragen en transitorische posten 332.660 68.692
Totaal      
332.660 68.692

Toelichting:

Het bedrag is opgebouwd uit vooruitbetaalde kosten en nog te ontvangen posten per balansdatum 31 december 2021.

 

PASSIVA

Terug naar navigatie - PASSIVA

Eigen vermogen

Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten:

 

Eigen vermogen Boekwaarde per 31-12-2020 Boekwaarde per 31-12-2020
Algemene reserve 1.672.250 2.107.925
Bestemmingsreserves 1.721.626 1.699.278
Totaal reserves 3.393.876 3.807.203
Resultaat voor bestemming 0 -14.255
Totaal

3.393.876

3.792.948

 

niet gebruiken

Terug naar navigatie - niet gebruiken
RESERVES Saldo 1 januari 2021 Toevoegingen 2021 Resultaatbestemming 2020 Rentetoerekening 2021 Onttrekkingen 2021 Verminderingen i.v.m. afschrijvingen op activa Saldo 31 december 2021
Algemene reserve 2.107.925 486.663 0 0 922.338 0 1.672.250
Totaal Algemene reserve 2.107.925 486.663 0 0 922.338 0 1.672.250
Reserve sporttoestellen de greep 0 4.000 0 0 0 0 4.000
Reserve infrastructuur 25.000 0 0 0 0 0 25.000
Reserve zelfevaluatie 20.000 0 0 0 20.000 0 0
Reserve kwaliteitszorg 0 8.000 0 0 0 0 8.000
Reserve Onderhoud Gebouwen 450.981 50.500 0 0 0 0 501.481
Egalisatiereserve baggeren 0 18.530 0 0 0 0 18.530
Reserve afkoop onderhoud begraafplaats 0 38.637 0 0 0 0 38.637
Reserve asfalteren Zuideinde 10 0 0 0 0 0 10
Reserve projecten en openbaar groen 412.310 0 0 0 0 0 412.310
Reserve duurzaamheid 186.698 0 0 0 12.650 0 174.048
Reserve inrichting theaterzaal 0 18.500 0 0 0 0 18.500
Reserve MRA (Metropool Regio Amsterdam) 38.520 0 0 0 38.520 0 0
Reserve nieuwe website 0 100.000 0 0 0 0 100.000
Reserve onderhoud bruggen 118.835 25.873 0 0 0 0 144.708
Reserve wachtgeld huidige wethouders 41.587 0 0 0 0 0 41.587
Reserve integrale aanpak sociaal domein 57.012 0 0 0 57.012 0 0
Reserve Ruimtelijke Ordening 35.000 0 0 0 35.000 0 0
Reserve implementatie BGT 53.536 0 0 0 53.536 0 0
Reserve sportvelden 25.996 0 0 0 25.996 0 0
Reserve verkiezingen 1.569 1.569 0 0 0 0 3.138
Bestemmingsreserve Corona 0 0 0 0 0 0 0
Reserve EGEM-i 65.225 0 0 0 65.224 0 1
Bestemmingsreserve Sociaal Domein 28.779 30.756 0 0 59.535 0 0
Bestemmingsreserve Verkoop oude vrachtwagen tbv nieuwe 785152 39.721 0 0 0 39.721 0 -1
Reserve initiatieven voor en door jongeren 20.000 0 0 0 0 0 20.000
Reserve jongerenbeleid 10.500 0 0 0 0 0 10.500
Reserve omgevingswet 50.000 125.300 0 0 0 0 175.300
Bestemmingsreserve handhaving 18.000 0 0 0 18.000 0 0
Reserve aanbesteding datacenter 0 114.205 0 0 88.328 0 25.877
Totaal Bestemmmingsreserves 1.699.278 535.870 0 0 513.522 0 1.721.626
Totaal reserves 3.807.203 1.022.533 0 0 1.435.860 0 3.393.876

Toelichting op mutaties in reserves 2021

Terug naar navigatie - Toelichting op mutaties in reserves 2021

Onder "bestemming resultaat vorig boekjaar" staat de verdeling van het rekeningresultaat 2020, zoals deze is vastgesteld bij de jaarstukken 2020 conform raadsvoorstel RV 21/45.

De mutaties op de hierboven genoemde reserves zijn toegelicht in de programma's.

Het verloop van de Algemene reserve is in 2020 als volgt:

Algemene reserve per 01-01-2020
2.107.925
Af: rekeningresultaat conform resultaatbepaling 2020 -159.216
Bij: conform de begroting de inkomsten precario 486.663
Af: RV 21/22 saldo voorjaarsbericht 2021 -153.382
Af: RV 21/64 saldo najaarsbericht 2021 -559.740
Af: RV  21/32 onttrekking onderzoek bestuurlijke toekomst -50.000

Algemene reserve per 31-12-2021, exclusief rekeningresultaat 2021

1.672.250

 

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen

Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schulden) van de gemeente. Voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde c.q. het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De vorming van een voorziening, dan wel een dotatie aan een reeds bestaande voorziening, is een last in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen aan voorzieningen zijn rechtstreeks ten late van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord. Aan voorzieningen ter egalisatie van (onderhouds)lasten van kapitaalgoederen over meerdere begrotingsjaren ligt een actueel (beheer)plan ten grondslag. Uitgevoerd achterstallig onderhoud is daarbij ten laste gebracht van de exploitatie.  

Voorzieningen voor verplichtingen Boekwaarde per 31-12-2021 Boekwaarde per 31-12-2020
Pensioenvoorziening 1.708.785 1.758.788
Voorziening afval 15.000 15.000
Voorziening egalisatie riolering 871.512 670.225
Voorziening Riool 0 263.815
Voorziening gebouwen 125.000 0
Totaal      
2.720.297 2.707.828

 

Het verloop van de voorzieningen in 2021 wordt in onderstaand schema weergegeven:

 

Toelichting:

  • Voorziening egalisatie riolering:
    Conform de voorschriften van de BBV wordt jaarlijks het efficiency-voordeel op het product riolering toegevoegd aan deze voorziening.
  • Voorziening riolering:
    In 2021 is het bezwaarschrift inzake de rioleringsheffing over de periode 2013-2014 afgerond met de WOV. Door de rechtbank is de gemeente Oostzaan in het ongelijk gesteld, en zijn de rioleringsheffingen aan de WOV terugbetaald, ten laste van deze voorziening.
  • Voorziening Afval:
    In 2017 is deze voorziening gevormd. Deze voorziening is bestemd voor onderzoeken in het kader van afvalreductie en VANG doelstelling.
  • Voorziening gebouwen: In 2021 is duidelijkheid ontstaan omtrent de bouwkundige aanpassingen van het pand De Korenaar. Voor het herstellen van de dakconstructie wordt een voorziening gevormd van € 125.000,-.
  • Voorziening pensioenen: Jaarlijks wordt de hoogte van deze voorziening opnieuw bepaald, om uiteindelijk het doel-vermogen te bereiken, om aan de pensioenverplichting van onze oud-bestuurders te kunnen voldoen. Door een stijging van het rentepercentage wordt de bijdrage vanuit de gemeente lager, en kan € 50.003,- vrijvallen ten gunste van het rekeningresultaat.

Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar

Terug naar navigatie - Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar

De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt:

Schulden langer dan één jaar Boekwaarde per 31-12-2021 Boekwaarde per 31-12-2020
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen 25.384.000 26.588.000
Waarborgsommen 8.963 8.963
Totaal      
25.392.963 26.596.963

 

In onderstaand schema wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar 2021:

De totale rentelast voor het jaar 2021 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt € 560.692,- (2020 - € 873.559,-).

 

Waarborgsommen

Dit bedrag is opgebouwd uit ontvangen waarborgsommen conform de diverse huurcontracten.

Vlottende passiva

Terug naar navigatie - Vlottende passiva

Onder de netto vlottende schulden korter dan één jaar zijn opgenomen:

Vlottende passiva Boekwaarde per 31-12-2021 Boekwaarde per 31-12-2020
Schulden < 1 jaar 2.136.300 1.739.649
Banksaldi 244 254
Zorgnet 267.629 241.322
BNG kasgeldlening 4.900.000 2.200.000
Totaal      
7.334.174 4.181.225

elichting

De post "schulden < 1 jaar" bestaat voornamelijk uit het crediteurensaldo per 31-12-2021.

 

Overlopende passiva

De in de balans opgenomen korte schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Overlopende passiva Boekwaarde per 31-12-2021 Boekwaarde per 31-12-2020
Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen, zie specificatie 360.247 188.675
Nog te betalen bedragen (zie specificatie hieronder) 1.139.848 927.425
Overige vooruitontvangen bedragen 0 0
Vooruitontvangen TOZO gelden 246.585 712.090
Totaal      
1.746.680 1.829.747

 

De in de balans opgenomen post "Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotten op specifieke uitkeringen" kunnen als volgt worden gespecificeerd:

 

De in de balans opgenomen post "nog te betalen bedragen" kan als volgt worden gespecificeerd:

Specificatie van nog te betalen bedragen Boekwaarde per 31-12-2021 Boekwaarde per 31-12-2020
Nog te betalen kosten 909.481 590.315
Nog te betalen rente 2019 158.476 287.422
Tussenrekening subsidie zwerfvuil 3.821 3.821
Nog te betalen sociale premies 682 425
BTW aangiften 67.388 45.442
Totaal 1.139.848
927.425

Waarborgen en afgegeven garanties

Terug naar navigatie - Waarborgen en afgegeven garanties

Buiten de balanstelling wordt het totaal aan afgegeven gewaarborgde geldleningen opgevoerd. Het betreft een overzicht van verstrekte waarborgen en garanties aan natuurlijke- en rechtspersonen, welke door de gemeente Oostzaan gewaarborgd zijn. Dit overzicht kan als volgt worden opgesteld:

Waarborgen en garanties Oorspronkelijk bedrag Stand per 31-12-2021 Percentage Boekwaarde 31-12-2021 Boekwaarde 31-12-2020
Gewaarborgde geldleningen overig 2.930.803 1.820.601 100% 1.820.601 2.206.584
Gewaarborgde geldleningen WSW 46.232.058 35.000.373 50% 17.500.187 15.791.980
Garantstellingen 992.579 786.524 100% 786.524 786.524
Totaal      
50.155.440 37.607.498   20.107.312 18.785.088

NB. Van de garantstellingen zijn niet van alle banken de oorspronkelijke hoofdsaldi beschikbaar, en ook niet alle overzichten van afgegeven gemeentegaranties met betrekking tot de restschuld worden door alle financiele instellingen verstrekt. Hierbij zijn wij uitgegaan van het oorspronkelijk verstrekte leningen.

Ten opzichte van 2020 is een stijging te zien voor wat betreft de waarborgen. Dit komt voort uit een nieuwe lening van de WOV (Woningbouw Oostzaanze Volkshuisvesting) bij de stichting Waarborgfonds sociale woningbouw van 2 miljoen euro.

In 2021 is voor een bedrag van € 0,- uitbetaald wegens de verleende borg- en garantstellingen.

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Terug naar navigatie - Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Langlopende financiële verplichtingen

De gemeente is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste van deze verplichtingen:

  • Ophalen huisvuil
    Voor het ophalen van huisvuil heeft in 2019  de aanbesteding voor het ophalen van huisvuil plaatsgevonden voor de jaren 2020 en 2021.  Het jaarlijkse termijn bedraagt € 303.000,-.
  • Netwerk en levering elektriciteit
    Voor energie is een contract afgesloten met Greenchoice. Het jaarlijkse termijn bedraagt € 175.000,-.
  • Projectbegeleiding
    Voor schoonmaak is een contract afgesloten voor de periode 01 januari 2019 t/m 31 december 2023 + 4 keer de optie tot verlening van 12 maanden. .Het jaarlijkse termijnbedrag bedraagt ongeveer € 75.000,-.
  • Met ingang van 2021 is een leasecontract afgesloten voor een auto in het kader van de WMO verstrekkingen. De jaarlijkse verplichting bedraagt € 8.000,-.
  • Eigen bijdrage op grond van de WMO
    Een aanvrager van een voorziening, hulp in de huishouding of een financiële tegemoetkoming (persoonsgebonden budget) is op grond van de WMO een bijdrage verschuldigd. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het CAK. De informatie van het CAK (om privacyredenen beperkt) is ontoereikend om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald dat de verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen op grond van de WMO geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dit betekent dat door de gemeenten geen zekerheid omtrent omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen. 

 

Programmarekening 2021

Terug naar navigatie - Programmarekening 2019

Onderstaand treft u een overzicht aan van de baten en lasten, samengevat per programma. De verschillen tussen realisatie en begroting zijn verklaard bij de programmaverantwoording in Deel 1.

Overzicht van baten en lasten 2020 en primaire begroting 2021

Terug naar navigatie - Overzicht van baten en lasten 2020 en primaire begroting 2021
Programma Bedrag werkelijk uitgaven 2020 Bedrag werkelijk inkomsten 2020 Bedrag werkelijk saldo 2020 Bedrag primair begroot uitgaven 2021 Bedrag primair begroot inkomsten 2021 Bedrag primair begroot saldo 2021
01 Dienstverlening 1.256.262 234.003 -1.022.259 1.353.562 403.478 -950.084
02 Ruimtelijke ordening 585.651 304.724 -280.927 554.123 90.000 -464.123
03 Sociaal domein 10.219.205 3.997.815 -6.221.390 7.015.604 1.557.076 -5.458.528
04 Maatschappelijke participatie 1.531.897 154.840 -1.377.057 1.541.211 158.793 -1.382.418
05 Leefomgeving 8.156.579 3.822.853 -4.333.727 7.708.586 4.122.291 -3.586.295
06 Bestuur en organisatie 3.830.458 15.433.515 11.603.057 3.754.803 15.979.582 12.224.779
Gerealiseerd totaal van saldo van baten en lasten 25.580.052 23.947.749 -1.632.303 21.927.889 22.311.220 383.331
40 Mutaties in reserves 755.691 2.373.739 1.618.048 488.232 106.224 -382.008
50 Kostenplaatsen 0 0 0 0 0 0
Gerealiseerd totaal van saldo van baten en lasten 755.691 2.373.739 1.618.048 488.232 106.224 -382.008
Gerealiseerd resultaat 26.335.743 26.321.488 -14.255 22.416.121 22.417.444 1.323
8-jul-2022 Verversingsdatum: 30-jun-2022

Overzicht van baten en lasten begroting 2021 inclusief begrotingswijzigingen en jaarrekeningcijfers 2021

Terug naar navigatie - Overzicht van baten en lasten begroting 2021 inclusief begrotingswijzigingen en jaarrekeningcijfers 2021
Programma Begroot incl. wijz. uitgaven 2021 Begroot incl. wijz. inkomsten 2021 Begroot incl. wijz. saldo 2021 Bedrag werkelijk uitgaven 2021 Bedrag werkelijk inkomsten 2021 Bedrag werkelijk saldo 2021 Verschil begr/werk 2021 Voordelig/ nadelig
01 Dienstverlening 1.341.067 403.478 -937.589 1.355.410 322.127 -1.033.282 -95.693 nadelig
02 Ruimtelijke ordening 453.823 90.000 -363.823 540.325 194.584 -345.741 18.082 voordelig
03 Sociaal domein 8.552.307 1.613.409 -6.938.898 8.305.948 2.304.108 -6.001.840 937.058 voordelig
04 Maatschappelijke participatie 1.746.236 224.456 -1.521.780 1.572.322 282.557 -1.289.765 232.015 voordelig
05 Leefomgeving 7.853.560 4.605.791 -3.247.769 7.654.611 4.446.746 -3.207.866 39.903 voordelig
06 Bestuur en organisatie 4.461.250 16.862.148 12.400.898 4.515.312 17.142.911 12.627.599 226.701 voordelig
Gerealiseerd totaal van saldo van baten en lasten 24.408.243 23.799.282 -608.961 23.943.928 24.693.033 749.105 1.358.066 voordelig
40 Mutaties in reserves 904.571 801.733 -102.838 1.036.788 1.435.860 399.072 501.910 voordelig
50 Kostenplaatsen 0 0 0 0 0 0 0
Gerealiseerd totaal van saldo van baten en lasten 904.571 801.733 -102.838 1.036.788 1.435.860 399.072 501.910 voordelig
Gerealiseerd resultaat 25.312.814 24.601.015 -711.799 24.980.716 26.128.893 1.148.177 1.859.976 voordelig
8-jul-2022 Verversingsdatum: 30-jun-2022

Begrotingsafwijkingen en rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid

Bij de rechtmatigheidscontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingscriterium. In de toelichting op het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) wordt begrotingsrechtmatigheid omschreven als:

"Financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautomatiseerde begroting en hiermee samenhangende programma's (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door de raad zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag, evenals het begrotingsjaar van belang zijn."

Op grond van bovenstaande definitie zijn diverse begrotingsoverschrijdingen te onderscheiden:

  • kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten;
  • kostenoverschrijdingen bij open-einde regelingen;
  • kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door niet direct gerelateerde opbrengsten;
  • kostenoverschrijdingen die niet binnen bestaand beleid passen, en ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd;
  • kostenoverschrijdingen die niet binnen bestaand beleid passen, en bewust niet zijn gemeld;
  • kostenoverschrijdingen die achteraf als onrechtmatig zijn vastgesteld, (bijvoorbeeld subsidies of belastingdienst);
  • kostenoverschrijdingen geconstateerd na afloop van het begrotingsjaar;
  • kostenoverschrijdingen onrechtmatig geactiveerd;

In onderstaand schema is de begrotingsrechtmatigheid over 2021 opgesteld. In de toelichting zal op de onrechtmatigheid worden ingegaan. Door middel van het vaststellen van de jaarstukken 2021 worden de overschrijdingen door uw raad geaccepteerd.

Omschrijving   Begrote lasten incl. begr. wijzigingen Werkelijke lasten
Overschrijding Onrechtmatig?
1. Dienstverlening   1.341.067 1.355.410 14.343 Nee
2. Ruimtelijke ontwikkeling   453.823 540.325 86.502 Nee
3. Sociaal Domein   8.552.307 8.845.366 293.059 Nee
4. Maatschappelijke participatie   1.746.236 1.561.061    
5. Leefomgeving   7.853.560 7.654.611    
6. Bestuur en organisatie   4.461.250 4.515.312 54.062 Nee
    24.408.243 24.472.085    

 

Toelichting op de overschrijdingen

Programma 1

De overschrijding komt voort uit de wijze van presenteren van de cijfers vanuit de exploitatie.

Alle kosten van de verkiezingen zijn op het product verkiezingen geboekt, en uiteindelijk doorbelast naar het product van de corona. Hier staan inkomsten tegenover, om deze reden niet onrechtmatig.

Programma2 Ruimtelijke ontwikkeling

De uitgaven en de opbrengsten inzake lopende grondexploitaties worden niet opgenomen in de begroting. In 2021 zijn kosten gemaakt voor de voetbalkooir op de Dr Boomstraat, Ambacht, Radio 9 en Lishof, welke in de komende jaren worden verrekend met inkomsten uit grondverkoop of anterieure overeenkomsten. Het betreft hier een overboeking naar de balanspost vlottende activa, en daarom een rechtmatige overschrijding.

Programma 3 Sociaal Domein

De kosten voor het Sociaal Domein zijn hoger dan begroot.

Dit heeft de volgende oorzaken:

Inkomensvoorziening: De extra uitgaven hebben betrekking op de uitgaven binnen de TOZO regeling. Dit zijn niet begrote uitgaven, waarvoor vanuit het Rijk een vergoeding wordt ontvangen, en om deze reden rechtmatig.

Gezondheid: binnen het product gezondheid worden de kosten van de corona crisis verantwoord. Hiervoor heeft de raad een besluit genomen voor dekking vanuit de Algemene Reserve, aangevuld met de extra inkomsten vanuit het Rijk middels de Algemene Uitkering. Zie voor meer informatie de met ingang van 2020 toegevoegde paragraaf Covid-19. Deze uitgaven waren niet opgenomen in de begroting, vandaar de overschrijding ten opzichte van de begroting, maar om deze reden rechtmatig.

WMO: In de tussentijdse rapportages voorjaarsbericht en najaarsbericht is hierover regelmatig gerapporteerd. Deze kosten zijn afhankelijk van de vraag. De overschrijding van deze open-einde regelingen is rechtmatig, alle uitgaven hebben binnen het bestaande beleid plaatsgevonden.

Jeugd: de kosten van de jeugdzorg zijn hoger dan begroot. Deze kosten zijn afhankelijk van de vraag. Alle uitgaven hebben binnen het bestaande beleid plaatsgevonden, en derhalve rechtmatig.

Programma 6 Bestuur en organisatie

Het betreft hier een administratief verschil in het product Algemene baten en lasten. In dit product wordt de compensabele BTW voor het product afval en riool geboekt. Met name de kosten van het riool zijn lager dan begroot, en hierdoor is minder BTW betaald aan de leveranciers, en dus ook minder BTW gedeclareerd bij het BTW compensatiefonds.

 

Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen

Het overzicht van de Algemene dekkingsmiddelen bestaat uit de volgende componenten: 

- lokale heffingen

- algemene uitkering

- dividend

- saldo van de financieringsfunctie

- overige algemene dekkingsmiddelen

- inzet post onvoorzien

 

Lokale heffingen

Hieronder het overzicht van de lokale heffingen:

Belastingsoorten Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar
Onroerende zaakbelasting 2.504.155 2.547.422
Roerende zaakbelasting

7.000

6.270
Precariobelasting 487.000 560.682
Toeristenbelasting 291.800 292.000
Hondenbelasting 27.000 34.386
Totaal      
3.316.955 3.440.760

 

 

 

 

 

 

 

 

Werkelijke baten en lasten uit hoofde van lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is wijken ten opzichte van de begroting af met een bedrag van per saldo € 123.805,-. Dit betreft voornamelijk een aanpassing op het aantal strekkende meters electraleiding voor de heffing van precario en de areaaluitbreiding op de OZB.

De aanslag toeristenbelasting wordt opgelegd in 2022 na de ontvangst van de vastgestelde nachtregisters.

 

Algemene uitkering

Van alle gemeenten wordt verwacht dat in de jaarrekening over het verslagjaar 2021 de uitkering van het gemeentefonds wordt opgenomen conform de laatst gepubliceerde accresmededeling, zijnde de decembercirculaire 2021. 

Algemene uitkering Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar
Algemene uitkering 2021 13.383.193 13.445.569
Afwikkeling 2020 en 2019 0 19.053
     
13.383.193 13.464.622

De algemene uitkering uit het gemeentefonds is gekoppeld aan de uitgaven van het Rijk. Door bezuinigingen van het Rijk neemt de algemene uitkering af, terwijl hogere uitgaven door het Rijk de algemene uitkering laat stijgen. De hierboven genoemde cijfers zijn afgestemd op de decembercirculaire 2021.   Het accres, waarop de gepresenteerde cijfers zijn berekend, kan wijzigen in de meicirculaire 2022. Bij het opstellen van de jaarrekeningcijfers 2021 is hiermee nog geen rekening gehouden.

 

Dividend

Dividenden zijn verantwoord in het jaar waarin het besluit tot toekenning van het dividend door de Algemene vergadering van de vennootschap is genomen. Deze baten laten zich als volgt specificeren:

Dividend Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar
Bank Nederlandse gemeenten 60.000 44.825
EZW 47.000 45.072
Totaal      
107.000 89.897

 

 

Saldo financieringsfunctie

Het saldo van de financieringsfunctie bestaat uit de ontvangen rentebaten over de uitzettingen, alsmede de betaalde rentelasten over de aangegane leningen en over de aangetrokken middelen in rekeningcourant. Voornoemde baten en lasten laten zich als volgt specificeren:

Saldo financieringsfunctie Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar
Rentelasten 858.838 748.520
  858.838 748.520

Het verschil ontstaat door een tweetal oorzaken. Allereerst het saldo van de financieringsfunctie. Dit is de tegenrekening van de doorbelaste rente op investeringen. Door enkele vertragingen en uitstellen van investeringen wordt minder rente op de desbetreffende producten doorbelast. Dit geeft een fictief rentevoordeel van € 39.000-. Daarnaast is een werkelijk voordeel op de rentelasten te zien van € 110.318,-. Dit komt voort uit de herstructurering van de leningenpositie in 2021. Gedurende het jaar 2021 zijn verder uitstluitend korte geldleningen afgesloten, met tot een maximum van het kasgeldlimiet.

 

Post Onvoorzien

Op de post "onvoorzien" staat het algemene budget voor onvoorziene uitgaven. Het saldo van de post onvoorzien bedraagt € 30.000,-. Dit bedrag is vastgesteld in de begroting 2021, en is niet besteed in 2021.

Overzicht van incidentele baten en lasten

Terug naar navigatie - Overzicht van incidentele baten en lasten

Incidentele baten en lasten zijn baten en lasten die zich maximaal drie jaar achtereen voordoen.

In de jaarstukken 2021 zijn de volgende incidentele bedragen verwerkt:

 

Programma Omschrijving Lasten 2021 Baten 2021
Dienstverlening
     
       
Maatschappelijke participatie      
Onderwijs Herstel dakconstructie de Korenaar 125.000  
Gezondheid Kosten tbv corona 256.537 571.362
TOZO regeling Vergoeding   271.853
Specialistische Jeugdzorg Vrijval 2019 en 2020 320.000  
Leefomgeving      
Gebouwenbeheer Kunstgreep Verbouwing tbv Sociaal Plein    
Gebouwenbeheer Verkoop grond onder hoogspanning   311.000
Bestuur en organisatie      
Kosten college wachtgeldverplichting burgemeester 99.601  
Kosten college werkbegeleidingstraject 149.000  
Griffie Onderzoek bestuurlijke toekomst 48.401  
Mutaties in reserves en voorzieningen      
       
   

998.539

1.154.215

 

 

Bedrag voor de heffing van de vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Bedrag voor de heffing van de vennootschapsbelasting

Per 1 januari 2016 is de wet "Modernisering VPB-plicht overheidsinstellingen" in werking getreden. Als gevolg hiervan is de gemeente Oostzaan belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting, voor zover zij een onderneming in fiscale zin drijft.

Om de ondernemerstaken van de gemeente Oostzaan te kunnen bepalen, zijn alle producten, zoals opgenomen in de programmabegroting 2020 opnieuw ingedeeld in clusters.

Per cluster wordt bepaald of sprake is van een ondernemerstaak, en of de gemeente winst behaald uit deze cluster.

Voor het jaar 2021 is de volgende clusterindeling gemaakt:

 * In onderstaand schema is aansluiting met de commerciële verlies en winst cijfers 2021 gezocht. Hierdoor is de volledigheid van de clustering zichtbaar en transparant.

Uit onderstaand schema blijkt dat de gemeente Oostzaan een VPB verplichting heeft voor 2021voor het cluster Grondbedrijf. Echter is er geen winst gemaakt op deze cluster, waardoor de aangifte voor de VPB 2021 nihil zal zijn.

Voor het jaar 2021 is de volgende clusterindeling gemaakt:

Cluster Omschrijving cluster Lasten Baten Saldo 2021 Ondernemer VPB verplichting
01 Aandelen 0,00 45.072,38 45.072,38
02 Afval 1.404.715,32 1.458.965,37 54.250,05
03 Algemene uitkering 24.819,76 13.464.621,98 13.439.802,22
04 Bedrijfsvoering 3.421.904,59 50.106,08 -3.371.798,51
05 Begraven 164.048,19 163.636,67 -411,52
06 Belastingen 177.520,27 3.533.686,38 3.356.166,11
07 Bestuur 1.121.021,57 111.404,40 -1.009.617,17
08 Burgerzaken 498.042,91 137.741,44 -360.301,47
09 Economische activiteiten 57.883,72 12.690,70 -45.193,02
10 Grondbedrijf 105.734,15 102.385,50 -3.348,65
11 Kinderopvang 47.910,10 0,00 -47.910,10
12 Milieu 388.116,38 20.660,00 -367.456,38
13 Openbare ruimte 2.031.366,71 94.451,29 -1.936.915,42
14 Recreatie 26.713,71 0,00 -26.713,71
15 Riolering 1.404.513,78 1.444.103,45 39.589,67
16 Ruimtelijke ordening 292.119,03 0,00 -292.119,03
17 Samenwerkingen 49.360,03 0,00 -49.360,03
18 Sociaal domein 4.816.453,19 96.103,96 -4.992.202,23
19 Sociale cohesie 3.259.389,26 2.336.607,04 -662.190,22
20 Subsidieverstrekking 1.118.825,05 134.982,61 -972.581,44
21 Veiligheid 1.107.459,31 5.482,56 -1.101.976,75
22 Verhuur en beheer vastgoed 2.005.987,76 1.368.190,62 -637.797,14
23 Volkshuisvesting 408.762,27 100.879,97 -307.882,30
24 Reserves 1.022.533,00 1.435.859,78 413.326,78
25 Resultaat 14.254,78 0,00 -14.254,78
Totaal * 24.969.454,84 26.117.632,18 1.148.177,34
11-okt-2022

Wet Normering Topinkomens (WNT)

Terug naar navigatie - Wet Normering Topinkomens (WNT)

Per 1 januari 2013 is de Wet Normering Topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op de gemeente Oostzaan van toepassing zijnde regelgeving. Het algemene bezoldigingsmaximum in 2021 voor de gemeente Oostzaan is € 209.000,-. Dit geldt naar rato van de duur en/of omvang van het dienstverband.

1b. Leidinggeven topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13de maand van de functievervulling

 

Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met dienstbetrekking die in 2021 een bezoldiging boven het individuele WNT-maximum hebben ontvangen. Er zijn in 2021 geen ontslaguitkeringen betaald aan overige functionarissen die op grond van de WNT dienen te worden vermeld, of die in eerdere jaren op grand van de WNT vermeld zijn of hadden moeten worden.

1b Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking in de periode kalendermaand 1 t/m 12

 

 

1c Toezichthoudende topfunctionarissen
N.v.t.

1d. Topfunctionarissen met een totale bezoldiging van € 1.700 of minder
N.v.t.

1e. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van meer dan € 1.700
N.v.t.

1f. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van meer dan € 1.700 waarop de anticumulatiebepaling van toepassing is
N.v.t.

1g. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van € 1.700 of minder waarop de anticumulatiebepaling van toepassing is
N.v.t.

2. Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen met of zonder dienstbetrekking inclusief degenen die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar als topfunctionaris worden aangemerkt
N.v.t.

3. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT
Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met een dienstbetrekking die in 2021 een bezoldiging boven het individueel toepasselijke drempelbedrag hebben ontvangen.
N.v.t.

Gebeurtenissen na balansdatum

Terug naar navigatie - Corona-virus

De jaarstukken zijn opgesteld over het jaar 2021. In 2022 hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan, welke van invloed zijn op de jaarcijfers of verantwoording over 2021.