Jaarrekening

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten(BBV), de financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet daarvoor geven.

 

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde. 

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.

De inkomsten vanuit de Algemene Uitkering zijn gebaseerd op de uitkomsten van de decembercirculaire 2021. Het definitieve accres voor 2022 wordt verwerkt in de meicirculaire 2023. Er is nog geen rekening gehouden met een eventuele aanpassing van het accres.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.

Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) is, indien van toepassing wel een verplichting opgenomen te worden.

 

Wet Normering Topfunctionarissen (WNT)

Per 1 januari 2013 is de Wet Normering Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Voor de uitvoering van de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen in de publieke sector heeft de gemeente zich gehouden aan de beleidsregels toepassing Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector (WNT).

 

 

Balans

 

Vaste activa

Immateriële vaste activa

Met ingang van 2016 is de BBV aangepast met het oog op "bijdrage in activa van derden".

Met ingang van 2016 wordt de bijdrage in activa van derden verantwoord onder de immateriële vaste activa. De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs, verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen van derden, de jaarlijkse afschrijvingslasten en eventuele afwaarderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. 

 

Materiële vaste activa met economisch nut

In erfpacht uitgegeven gronden

De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (i.c. de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Percelen waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht, zijn tegen een geringe registratiewaarde opgenomen.

 

Overige investeringen met economisch nut

Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en worden in 2016 afgeschreven volgens de annuïtaire methode. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. 

Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven met ingang van het navolgende boekjaar, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.

Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken.

Volledigheidshalve vermelden wij dat op investeringen die vóór 2008 gedaan zijn soms extra is afgeschreven zonder economische noodzaak (ter verlichting van toekomstige lasten). Ook zijn in voorkomende gevallen reserves op dergelijke investeringen afgeboekt.

 

De vastgestelde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:

Omschrijving

 

60 jaar

Gemeentehuis, woningen, brandweerkazerne, onderheid riool, andere kantoorgebouwen en scholen. Voor nieuwe projecten een termijn van maximaal 50 jaar, maar bij voorkeur 40 jaar of korter.

40 jaar

Gemeentewerf en andere bedrijfsgebouwen, bruggen, landhoofden en verbeteringen hieraan.

30 jaar

Riolering, speelplaatsen en sportvelden

20 jaar

Motorvoertuigen, houten bruggen, fietspaden, wegen en trottoirs

15 jaar

Technische installaties in bedrijfsgebouwen, plantsoenen nieuwe aanleg, openbare verlichting, verkeerslichten, beschoeiing en damwanden

10 jaar

Veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen, aanleg tijdelijke terreinwerken, nieuwbouw tijdelijke woonruimten en bedrijfsgebouwen, verbouwing woonruimten en bedrijfsgebouwen en verbetering sportvelden

 5 jaar

Zware transportmiddelen, aanhangwagens, schuiten, personenauto's, lichte motorvoertuigen, automatiseringsapparatuur en kantoorinventaris.

 

Activa met economisch nut en verkrijgingsprijs van minder dan € 15.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd.

 

Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut

Overeenkomstig de d.d. 26 november 2007 door de gemeenteraad vastgestelde financiële verordening worden infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken geactiveerd en afgeschreven met een door de gemeenteraad vastgesteld termijn op basis van de verwachte levensduur. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en dus ook afgeschreven). Voor zover in voorkomende gevallen een snellere budgettaire dekking mogelijk is, wordt op dergelijke activa overigens (resultaatafhankelijk) extra afgeschreven. De boekwaarden moeten dus nadrukkelijk als nog te dekken investeringsrestanten worden gezien.

 

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zonodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering gelukkig niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs.

De obligatieportefeuille is gewaardeerd tegen de verwachte aflossingswaarde. Het verschil met de destijds betaalde verkrijgingsprijs is als transitorische (rente)post in de balans opgenomen. Dit verschil wordt in het resultaat opgenomen in de (gemiddeld) resterende looptijd tot aflossing/uitloting.

Bijdragen aan activa van derden worden op basis van individuele raadsbesluiten geactiveerd. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.

Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.

 

Vlottende activa

Voorraden

De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, dan wel lagere marktwaarde. Er wordt geen rente bijgeschreven op de boekwaarde van deze voorraden.

De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.

 

Vorderingen en overlopende activa

De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

 

Liquide middelen en overlopende posten.

Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

 

Voorzieningen

Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schuld) van de gemeente. Om deze reden kunnen voorzieningen ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies.

 

Vaste schulden

Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

 

Vlottende passiva

De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

 

Borg- en Garantstellingen

Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.

 

 

Balans

Balans Activa

Terug naar navigatie - Balans Activa
Balans Balans 2022 Balans 2021
Activa
Vaste Activa
Immateriele vaste activa
Bijdragen aan activa in eigendom van derden 796.261 871.673
Totaal Immateriele vaste activa 796.261 871.673
Materiele vaste activa
Gronden in erfpacht uitgegeven 312.321 312.321
Investeringen met economisch nut waarvoor ter bestrijding vd kosten een heffing kan worden geheven 5.960.544 6.191.168
Investeringen met een economisch nut 18.917.242 19.283.261
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut 7.378.297 6.239.664
Totaal Materiele vaste activa 32.568.403 32.026.413
Financiele vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen 462.556 462.556
Overige langlopende leningen 445.736 447.891
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 748.460 765.703
Totaal Financiele vaste activa 1.656.752 1.676.150
Totaal Vaste Activa 35.021.415 34.574.236
Vlottende Activa
Voorraden
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie 0 64.782
Gereed product en handelsgoederen 0 0
Totaal Voorraden 0 64.782
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
Vorderingen op openbare lichamen 1.844.184 1.674.436
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 2.950.000 250.000
Overige vorderingen 1.566.336 3.866.229
Totaal Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 6.360.519 5.790.666
Liquide middelen
Kassaldi 3.118 3.124
Banksaldi 416.831 431.283
Totaal Liquide middelen 419.949 434.407
Overlopende activa
Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen die tlv volgende begrotingsjaren komen 1.898.353 359.659
Totaal Overlopende activa 1.898.353 359.659
Totaal Vlottende Activa 8.678.822 6.649.513
Totaal Activa 43.700.237 41.223.749

Balans Passiva

Terug naar navigatie - Balans Passiva
Balans Balans 2022 Balans 2021
Passiva
Vaste passiva
Eigen Vermogen
Bestemmingsreserves 2.774.891 1.721.626
Algemene reserve 1.699.112 1.672.250
Het gerealiseerde resultaat volgend uit een overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 1.743.456 1.148.177
Totaal Eigen Vermogen 6.217.459 4.542.053
Voorzieningen
Voorzieningen 2.635.100 2.720.297
Totaal Voorzieningen 2.635.100 2.720.297
Vaste schulden, met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer
Onderhandse leningen van binnenlandse banken en financiële instellingen 30.704.400 25.384.000
Waarborgsommen 14.286 8.963
Totaal Vaste schulden, met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 30.718.686 25.392.963
Totaal Vaste passiva 39.571.246 32.655.313
Vlottende Passiva
Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
Kasgeldlen. aangegaan bij openb.lichamen als bedoeld in art.1, ond.a, van de Wet fin. decentr.overh. 0 4.900.000
Overige Schulden 2.150.655 2.433.929
Banksaldi 249 245
Totaal Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 2.150.904 7.334.174
Overlopende passiva
Overige vooruitontvangen bedragen die tbv de volgende begrotingsjaren komen 1.626.285 964.460
Ivm voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van het Rijk 69.116 37.821
Ivm voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van overige Nederlandse overheidslichamen 282.686 231.981
Verplichtingen die een volgend jaar tot betaling komen 0 0
Totaal Overlopende passiva 1.978.087 1.234.262
Totaal Vlottende Passiva 4.128.991 8.568.436
Totaal Passiva 43.700.237 41.223.749
Terug naar navigatie - .

Afgegeven borgstellingen of garantstellingen aan natuurlijke of rechtspersonen bedraagt
per 31-12-2022 € 19.452.783.
In 2022 zijn geen nieuwe garantstellingen afgegeven.

Toelichting op de balans

Activa

Terug naar navigatie - Activa

Vaste activa

Immateriële vaste activa

Met ingang van 2016 worden de bijdragen aan activa in eigendom van derden verantwoord onder de immateriële vaste activa. Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd indien aan de volgende eisen is voldaan: vlottende

- Er is sprake van een investering door een derde;

- De investering draagt bij aan de publieke taak;

- De derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen;

- De bijdrage kan door de gemeente worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.

  Boekwaarde per 31-12-2022 Boekwaarde per 31-12-2021
Bijdrage aan activa in eigendom van derden 796.261 871.673
Totaal      
796.261 871.673

De post immateriële vaste activa kan als volgt worden gespecificeerd:

  Oorspronkelijke bijdrage Boekwaarde per 31-12-2022
Kunstgrasvelden OFC 850.000 136.316
Kunstgrasveld OKV 191.756 137.513
Bijdrage renovatie sporthal SSO (2012) 300.000 204.567
Bijdrage renovatie sporthal SSO (2015) 350.000 317.567
Totaal
1.691.756 796.261

Toelichting 2022:

In 2022 is de bijdrage aan de sporthal verhoogd met een bedrag van € 26.296 inzake de vervanging van de ketels in de sporthal. Dit was het laatste element in het kader van de renovatie van de sporthal, zoals reeds vastgesteld in 2011. Het krediet wordt nu afgesloten.

De bijdrage inzake de renovatie van de Sporthal SSO is conform raadsbesluit RV 11/70.

 

 

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. Het BBV kent de volgende soorten vaste activa:

- investeringen met een economisch nut;

- investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven;

- investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

 

De materiële vaste activa bestaat uit de volgende onderdelen:

  Boekwaarde per 31-12-2022 Boekwaarde per 31-12-2021
In erfpacht uitgegeven gronden 312.321 312.321
Investeringen met een economisch nut waarvan ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven 6.226.546 6.191.169
Overige investeringen met een economisch nut 18.917.236 19.283.261
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut 7.112.301 6.239.664
Totaal
32.568.404 32.026.413

 

Specificatie van de hierboven genoemde posten:

Omschrijving investeringen Boekwaarde 31-12-2021 Investeringen 2022

Des-investeringen 2022

Afschrijving 2022 Bijdrage derden 2022  Boekwaarde 31-12-2022
In erfpacht uitgegeven gronden 312.321 0 0 0 0 312.321
Totaal 312.321 0 0 0 0
312.321

In erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. De boekwaarde van de erfpachtgronden is in het boekjaar niet gemuteerd.

Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer van de investeringen met economisch nut, waarvoor een heffing kan worden geheven:

Omschrijving investeringen Boekwaarde 31-12-2021 Investeringen 2022 Des-investeringen 2022 Afschrijving 2022 Bijdrage derden 2022  Boekwaarde 31-12-2022
Investeringen met een economisch nut waarvoor ten bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven 6.191.169 317.750 0 282.373 0 6.226.546
Totaal 6.191.169 317.750 0 282.373 0
6.226.546

 

Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer van de overige investeringen met economisch nut:

Omschrijving investeringen  Boekwaarde 31-12-2021 Investeringen 2022 Des-investeringen 2022 Afschrijving 2022 Bijdrage derden 2022  Boekwaarde 31-12-2022
Gronden en terreinen 1.000.356     14.590   985.766
Woonruimten 403.103     5.590   397.513
Bedrijfsgebouwen 17.577.105     300.925   17.276.180
Vervoermiddelen 103.825 16.204   38.823   80.904
Machines en apparaten 198.866 16.816   39.111   176.576
Totaal 19.282.953 33.020 0 399.039 0
18.917.242

Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer van de investeringen met maatschappelijk nut:

Omschrijving investeringen Boekwaarde 31-12-2021 Investeringen 2022 Des-investeringen 2022 Afschrijving 2022 Bijdrage derden 2022  Boekwaarde 31-12-2022
Grond-weg en waterbouwkundige werken met maatschappelijk nut 6.239.671 1.633.667   503.115 257.922 7.112.301
Totaal 6.239.671

1.633.667

0 503.115 257.922
7.112.301

 

Totaaloverzicht van de stand van zake met betrekking tot investeringen en investeringskredieten in 2022: 


 

Toelichting op de mutaties van de investeringen:

 

Bijdrage aan de Sporthal

In 2022 is conform het renovatieplan de verwarmingsketel vervangen. Hiermee is het renovatiebudget volledig ingezet, en is de renovatie van de sporthal voltooid.

Herinrichting Zuideinde

In herinrichting van het Zuideinde is gestart in 2019, en afgerond in 2022. Het investeringskrediet wordt afgesloten.

Herinrichting Kerkstraat

De herinrichting van de Kerkstraat is gestart in 2021 en loopt door in 2022. In 2022 is de Kerkstraat volledig gerenoveerd, inclusief openbare verlichting, openbaar groen en troittoirs.

Overname wegen buitengebied

De overname van het Otterbospad was in 2020. In 2022 is het Otterbospad opnieuw van asfalt voorzien.

Herinrichting Molenbuurt

De herinrichting is gestart in 2022. Liander is in 2022 gestart met het vervangen van de leidingen. In 2022 hebben diverse onderzoeken plaatsgevonden.

Riolering

Conform het MIP (MeerjarenInvesteringsPlan) en het GRP (Gemeentelijk Riolerings Plan) hebben diverse investeringen plaatsgevonden op het rioolstelsel ter plaatse van Kerkstraat, Pompen en voorbereiding op de herinrichting van de Molenbuurt.

Beschoeiing

In de begroting 2022 zijn een aantal investeringskredieten opgenomen. In 2022 is gestart met het aanleggen en vervangen van de beschoeiingen conform dit investeringskrediet. De beschoeiing op de Oostzanerrijweg en de Haal zijn in 2022 gestart.

 

Financiële vaste activa

De financiële vaste activa is gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs, de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en eventuele afwaarderingen. Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2022 wordt in onderstaand schema weergegeven:

Omschrijving investeringen  Boekwaarde 31-12-2021 Investeringen 2022 Des-investeringen 2022 Afschrijving 2022 Bijdrage derden 2022  Boekwaarde 31-12-2022
Kapitaalverstrekkingen            
- deelnemingen BNG 56.189         56.189
- deelnemingen EZW 907         907
- deelnemingen Alliander 401.475         401.475
- deelnemingen OD IJmond 3.985         3.985
Leningen aan:            
- overige langlopende leningen (Agora/SSO) 447.891   2.155     445.736
- overige uitzettingen langer dan één jaar (SVN) 765.702   17.243     748.459
Totaal 1.676.150 0 19.398     1.656.752

Toelichting mutaties:

  • Overige langlopende leningen, betreffende lening Agora en Stichting Sporthal Oostzaan.
  • Overige uitzettingen, langer dan één jaar
    Het betreft hier de uitgezette gelden bij de SVN (Stichting Volkshuisvesting Nederland). De investering betreft een stijging van de gelden door ontvangen rente op uitgezette leningen.

 

Vlottende activa

Voorraden

De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën:

  Boekwaarde per 31-12-2022 Boekwaarde per 31-12-2021
Grond- en hulpstoffen, gespecificeerd naar:    
- onderhanden werk 0 64.782
- bouwgronden in exploitatie 0 0
- gereed product en handelsgoederen 0 0
Totaal
0 64.782

Toelichting:

Conform de voorwaarden van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) betreffen de lopende projecten geen grondexploitatie. 

De lopende projecten worden met ingang van 2022 verantwoord onder de post overlopende activa.

 

Uitzettingen korter dan één jaar

De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Deze voorziening wordt jaarlijks opnieuw bepaald en wordt voor 2022 opgehoogd met € 9.950,-.

De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Uitzettingen korter dan één jaar Boekwaarde per 31-12-2022 Boekwaarde per 31-12-2021
Debiteuren 1.299.534 1.737.733
Schatkistbankieren 2.950.000 250.000
BTW compensatiefonds en Omzetbelasting 1.846.584 1.674.436
Overige vorderingen 264.401 2.128.496
Totaal
6.360.519 5.790.665

 

Specificatie van het hierboven genoemde saldo debiteuren:  

Uitzettingen Debiteuren eigen beheer Debiteuren belastingen Debiteuren sociale zaken Overige vorderingen Totaal Waarvan openbare lichamen
Debiteuren 2011 16.335       16.355  
Debiteuren 2020 36.378       37.378  
Debiteuren 2021 555       555  
Debiteuren 2022 721.013 143.091 575.151   1.439.255  
Voorzieningen 57.316   137.928   195.244  
Totaal      
774.281 143.091 437.233 0
1.297.279 0

Voor de invordering van (belasting)debiteuren over de periode 2012-2022 worden de volgende percentages gehanteerd met het oog op oninbaarheid.

2022: 0%

2021 en verder : 100%

 

 

 Vorderingen op Nederlandse overheidslichamen Boekwaarde per 31-12-2022 Boekwaarde per 31-12-2021
Debiteuren en overige vorderingen 1.477.780 3.866.229
Ministerie J&V inzake  Units Oekraine 88.556 0
Schatkistbankieren 2.950.000 250.000
BTW compensatiefonds 1.844.184 1.674.436
Totaal      
6.360.519 5.790.666

 

Op 15 december 2013 is de wet Verplicht Schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat decentrale overheden hun overtollige middelen (gelden op rekening-courant bij de bank boven een bepaald drempelbedrag) aan moeten houden bij het Ministerie van Financiën (de schatkist). Het doel hiervan is het verlagen van de EMU-schuld van de collectieve sector. Doordat de decentrale overheden hun tijdelijk overtollige gelden aanhouden in de schatkist, wordt de externe financieringsbehoefte van het Rijk verminderd. De gemeenten hebben een rekening-courant bij de schatkist waar gelden op aangehouden kunnen worden. Voor Oostzaan is het zogenaamde drempelbedrag € 1.000.000,-.

Per kwartaal mag het totaal van alle liquide middelen op de diverse bankrekeningen en in kas niet boven dit bedrag uitkomen.

Uit onderstaande berekeningen per kwartaal blijkt dat de gemeente Oostzaan het maximum drempelbedrag niet heeft overschreden.

 

Liquide middelen

Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:

 Liquide middelen Boekwaarde per 31-12-2022 Boekwaarde per 31-12-2021
Kassaldi 3.118 3.124
Banksaldi 416.831 431.283
Totaal      
419.949 434.407

 

Overlopende activa

De post overlopende activa kan als volgt worden onderscheiden:

 

Overlopende activa Boekwaarde per 31-12-2022 Boekwaarde per 31-12-2021
Nog te ontvangen bedragen en transitorische posten 1.757.745 332.660
Vooruitbetaalde kosten over 2023 108.844 0
Overige activa 5.570  
Lopende grondgebonden transacties 26.191 0
Totaal      
1.898.350 332.660

Toelichting:

Het bedrag is opgebouwd uit vooruitbetaalde kosten en nog te ontvangen posten per balansdatum 31 december 2021.

Specificatie onderhanden werk:

Complex
 Boekwaarde 31-12-2021

Opbrengsten 2022

Uitgaven 2022

Winst name 2022

 Boekwaarde 31-12-2022
Project Lishof 6.891   2.415   9.306
Radio 9 terrein 15.505       15.505
Project Derlagehof 0   1.380   1.380
Totaal 22.396 0
3.795 0 26.191

De toelichting op de grondgebonden transacties zijn opgenomen in de paragraaf grondbeleid.

PASSIVA

Terug naar navigatie - PASSIVA

Eigen vermogen

Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten:

 

Eigen vermogen Boekwaarde per 31-12-2022 Boekwaarde per 31-12-2021
Algemene reserve 1.699.112 1.672.250
Bestemmingsreserves 2.774.892 1.721.626
Totaal reserves 4.474.004 3.393.876
Resultaat voor bestemming   1.148.177
Totaal
  4.542.053

 

niet gebruiken

Terug naar navigatie - niet gebruiken
RESERVES Saldo 1 januari 2022 Toevoegingen 2022 Resultaatbestemming 2021 Rentetoerekening 2022 Onttrekkingen 2022 Verminderingen i.v.m. afschrijvingen op activa Saldo 31 december 2022
Algemene reserve 1.672.250 38.510 506.352 0 -518.000 0 1.699.112
Totaal Algemene reserve 1.672.250 38.510 506.352 0 -518.000 0 1.699.112
Bestemmingsreserve Corona 0 0 311.825 0 -210.000 0 101.825
Bestemmingsreserve Hospice 0 0 10.000 0 0 0 10.000
Bestemmingsreserve Sociaal Domein 0 0 320.000 0 0 0 320.000
Egalisatiereserve baggeren 18.530 70.400 0 0 0 0 88.930
Reserve aanbesteding datacenter 25.877 0 0 0 0 0 25.877
Reserve afkoop onderhoud begraafplaats 38.637 70.119 0 0 0 0 108.756
Reserve asfalteren Zuideinde 10 0 0 0 -10 0 0
Reserve duurzaamheid 174.048 138.886 0 0 0 0 312.934
Reserve EGEM-i 1 0 0 0 0 0 1
Reserve infrastructuur 25.000 0 0 0 0 0 25.000
Reserve initiatieven voor en door jongeren 20.000 0 0 0 -20.000 0 0
Reserve inrichting theaterzaal 18.500 18.500 0 0 0 0 37.000
Reserve jongerenbeleid 10.500 0 0 0 -10.500 0 0
Reserve kwaliteitszorg 8.000 0 0 0 0 0 8.000
Reserve nieuwe website 100.000 0 0 0 -8.359 0 91.641
Reserve noodfonds inflatiearmoede 0 150.000 0 0 0 0 150.000
Reserve omgevingswet 175.300 182.472 0 0 0 0 357.772
Reserve onderhoud bruggen 144.708 24.363 0 0 0 0 169.071
Reserve Onderhoud Gebouwen 501.481 0 0 0 0 0 501.481
Reserve projecten en openbaar groen 412.310 0 0 0 0 0 412.310
Reserve sporttoestellen de greep 4.000 4.000 0 0 0 0 8.000
Reserve verkiezingen 3.138 1.569 0 0 0 0 4.707
Reserve wachtgeld huidige wethouders 41.587 0 0 0 0 0 41.587
Totaal Bestemmmingsreserves 1.721.627 660.309 641.825 0 -248.869 0 2.774.892
Totaal reserves 3.393.877 698.819 1.148.177 0 -766.869 0 4.474.004

Toelichting op mutaties in reserves 2022

Terug naar navigatie - Toelichting op mutaties in reserves 2022

Onder "bestemming resultaat vorig boekjaar" staat de verdeling van het rekeningresultaat 2021, zoals deze is vastgesteld bij de jaarstukken 2022 conform raadsvoorstel RV 21/62.

De mutaties op de hierboven genoemde reserves zijn toegelicht in de programma's.

Het verloop van de Algemene reserve is in 2022 als volgt:

Algemene reserve per 01-01-2022
1.6725.250
Bij: rekeningresultaat conform resultaatbepaling 2021 506.352
Bij: conform najaarsbericht 2022 opheffen div. reserves 38.510
Af: Conform begroting Incidentele bijdrage OVER-gemeenten -418.000
Af: Conform begroting bestuurlijke toekomst -100.000

Algemene reserve per 31-12-2022, exclusief het rekeningresultaat 2022

1.699.112

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen

Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schulden) van de gemeente. Voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde c.q. het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De vorming van een voorziening, dan wel een dotatie aan een reeds bestaande voorziening, is een last in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen aan voorzieningen zijn rechtstreeks ten late van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord. Aan voorzieningen ter egalisatie van (onderhouds)lasten van kapitaalgoederen over meerdere begrotingsjaren ligt een actueel (beheer)plan ten grondslag. Uitgevoerd achterstallig onderhoud is daarbij ten laste gebracht van de exploitatie.  

Voorzieningen voor verplichtingen Boekwaarde per 31-12-2022 Boekwaarde per 31-12-2021
Pensioenvoorziening 1.591.724 1.708.785
Voorziening afval 15.000 15.000
Voorziening egalisatie riolering 902.376 871.512
Voorziening Riool 0 0
Voorziening gebouwen 125.000 125.000
Voorziening verlofsparen 1.000 0
Totaal      
2.635.100 2.720.297

 

Het verloop van de voorzieningen in 2022 wordt in onderstaand schema weergegeven:

Programma omschrijving
Boekwaarde 01-01-2022 Onttrekking
2022
Toevoeging
2022
 Boekwaarde 31-12-2022
Leefomgeving        
Voorziening egalisatie riolering 871.512   30.864 902.376
Voorziening afval 15.000     15.000
Voorziening gebouwen 125.000     125.000
Programma Leefomgeving 1.011.512     1.026.926
         
Bestuur en organisatie        
Voorziening pensioenen 1.708.785 117.061   1.591.724
Voorziening verlofsparen 0   1.000 0
Programma Bestuur 1.708.785     1.592.724
Totaal 2.720.297 117.061 31.864 2.635.100

Toelichting:

  • Voorziening egalisatie riolering:
    Conform de voorschriften van de BBV wordt jaarlijks het efficiency-voordeel op het product riolering toegevoegd aan deze voorziening.
  • Voorziening Afval:
    In 2017 is deze voorziening gevormd. Deze voorziening is bestemd voor onderzoeken in het kader van afvalreductie en VANG doelstelling.
  • Voorziening gebouwen: In 2021 is duidelijkheid ontstaan omtrent de bouwkundige aanpassingen van het pand De Korenaar. Voor het herstellen van de dakconstructie wordt een voorziening gevormd van € 125.000,-.
  • Voorziening pensioenen: Jaarlijks wordt de hoogte van deze voorziening opnieuw bepaald, om uiteindelijk het doel-vermogen te bereiken, om aan de pensioenverplichting van onze oud-bestuurders te kunnen voldoen. Door een stijging van het rentepercentage wordt de bijdrage vanuit de gemeente lager, en kan € 117.061,- vrijvallen ten gunste van het rekeningresultaat.
  • Voorziening verlofsparen: met ingang van 2023 wordt een voorziening gevormd voor de opbouw van verlof, conform de CAO.

Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar

Terug naar navigatie - Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar

De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt:

Schulden langer dan één jaar Boekwaarde per 31-12-2022 Boekwaarde per 31-12-2021
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen 30.704.400 25.384.000
Waarborgsommen 14.286 8.963
Totaal      
30.718.686 25.392.963

 

In onderstaand schema wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar 2022:

De totale rentelast voor het jaar 2021 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt € 620.211,- (2021 - € 560.692,-).

Waarborgsommen

Dit bedrag is opgebouwd uit ontvangen waarborgsommen conform de diverse huurcontracten.

Vlottende passiva

Terug naar navigatie - Vlottende passiva

Onder de netto vlottende schulden korter dan één jaar zijn opgenomen:

Vlottende passiva Boekwaarde per 31-12-2022 Boekwaarde per 31-12-2021
Schulden < 1 jaar 1.939.520 2.136.300
Banksaldi 249 244
Zorgnet 211.135 267.629
BNG kasgeldlening 0 4.900.000
Totaal      
2.150.904 7.334.174

Toelichting

De post "schulden < 1 jaar" bestaat voornamelijk uit het crediteurensaldo per 31-12-2022.

 

Overlopende passiva

De in de balans opgenomen korte schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Overlopende passiva Boekwaarde per 31-12-2022 Boekwaarde per 31-12-2021
Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen, zie specificatie 551.688 360.247
Grondgebonden mutaties 221.199 0
Nog te betalen bedragen (zie specificatie hieronder) 1.205.197 1.139.848
Overige vooruit ontvangen bedragen 0 0
Vooruit ontvangen TOZO gelden 0 246.585
Totaal      
1.978.084 1.746.680

 

Specificatie grondgebonden mutaties:

Complex
 Boekwaarde 31-12-2021

Opbrengsten   2022

Uitgaven 2022

Winst name 2022

 Boekwaarde 31-12-2022
Dr. Boomstraat -68.210 331.818 94.669   168.940
Ambacht 40 25.824   805   25.019
Noordeinde 65 0 30.000 2.760   27.240
Totaal -42.386 361.818
98.234 0 221.199

De in de balans opgenomen post "nog te betalen bedragen" kan als volgt worden gespecificeerd:

Specificatie van nog te betalen bedragen Boekwaarde per 31-12-2022 Boekwaarde per 31-12-2021
Nog te betalen kosten 840.480 909.481
Nog te betalen rente 2022 215.408 158.476
Tussenrekening subsidie zwerfvuil 3.821 3.821
Nog te betalen sociale premies 1.717 682
BTW aangiften 12.367 67.388
Totaal 1.073.093

1.139.848

 

Waarborgen en afgegeven garanties

Terug naar navigatie - Waarborgen en afgegeven garanties

Buiten de balanstelling wordt het totaal aan afgegeven gewaarborgde geldleningen opgevoerd. Het betreft een overzicht van verstrekte waarborgen en garanties aan natuurlijke- en rechtspersonen, welke door de gemeente Oostzaan gewaarborgd zijn. Dit overzicht kan als volgt worden opgesteld:

Waarborgen en garanties Oorspronkelijk bedrag Stand per 31-12-2022 Percentage Boekwaarde 31-12-2021 Boekwaarde 31-12-2021
Gewaarborgde geldleningen overig 2.930.803 1.599.280 100% 1.599.280 1.820.601
Gewaarborgde geldleningen WSW 46.232.058 34.133.959 50% 17.066.979 17.500.187
Garantstellingen 992.579 786.524 100% 786.524 786.524
Totaal      
50.155.440 36.519.763   19.452.783 20.107.312

NB. Van de garantstellingen zijn niet van alle banken de oorspronkelijke hoofdsaldi beschikbaar, en ook niet alle overzichten van afgegeven gemeentegaranties met betrekking tot de restschuld worden door alle financiële instellingen verstrekt. Hierbij zijn wij uitgegaan van het oorspronkelijk verstrekte leningen.

In 2022 is voor een bedrag van € 0,- uitbetaald wegens de verleende borg- en garantstellingen.

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Terug naar navigatie - Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Langlopende financiële verplichtingen

De gemeente is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste van deze verplichtingen:

  • Ophalen huisvuil
    Voor het ophalen van huisvuil heeft in 2019 de aanbesteding voor het ophalen van huisvuil plaatsgevonden voor de jaren 2020 en 2021 met een verlenging voor 2022. Het jaarlijkse termijn bedraagt € 303.000,-.
  • Netwerk en levering elektriciteit
    Voor energie is een contract afgesloten met DVEP. Het jaarlijkse termijn bedraagt € 175.000,-.
  • Projectbegeleiding
    Voor schoonmaak is een contract afgesloten voor de periode 01 januari 2019 t/m 31 december 2023 + 4 keer de optie tot verlening van 12 maanden. .Het jaarlijkse termijnbedrag bedraagt ongeveer € 75.000,-.
  • Met ingang van 2021 is een leasecontract afgesloten voor een auto in het kader van de WMO verstrekkingen. De jaarlijkse verplichting bedraagt € 8.000,-.
  • Eigen bijdrage op grond van de WMO
    Een aanvrager van een voorziening, hulp in de huishouding of een financiële tegemoetkoming (persoonsgebonden budget) is op grond van de WMO een bijdrage verschuldigd. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het CAK. De informatie van het CAK (om privacyredenen beperkt) is ontoereikend om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald dat de verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen op grond van de WMO geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dit betekent dat door de gemeenten geen zekerheid omtrent omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen. 

 

Programmarekening 2022

Terug naar navigatie - Programmarekening 2019

Onderstaand treft u een overzicht aan van de baten en lasten, samengevat per programma. De verschillen tussen realisatie en begroting zijn verklaard bij de programmaverantwoording in Deel 1.

Overzicht van baten en lasten

Terug naar navigatie - Overzicht van baten en lasten
Exploitatie Realisatie 2021 Primaire begroting 2022 Begroting 2022 incl. wijz. Realisatie 2022 Afwijking budget 2022
01 Dienstverlening
Lasten 1.355.410 1.612.530 1.668.280 1.593.695 -74.585
Baten 322.127 618.773 450.773 834.547 383.774
Totaal 01 Dienstverlening -1.033.282 -993.757 -1.217.507 -759.148 458.359
02 Ruimtelijke ordening
Lasten 540.325 479.774 618.184 524.998 -93.186
Baten 194.584 90.000 90.000 220.950 130.950
Totaal 02 Ruimtelijke ordening -345.741 -389.774 -528.184 -304.047 224.137
03 Sociaal domein
Lasten 8.305.948 7.915.707 8.675.807 9.238.302 562.495
Baten 2.304.108 1.533.993 1.583.083 2.895.138 1.312.055
Totaal 03 Sociaal domein -6.001.840 -6.381.714 -7.092.724 -6.343.164 749.560
04 Maatschappelijke participatie
Lasten 1.572.322 1.401.137 1.507.662 1.429.678 -77.984
Baten 282.557 158.993 236.518 238.971 2.453
Totaal 04 Maatschappelijke participatie -1.289.765 -1.242.144 -1.271.144 -1.190.707 80.437
05 Leefomgeving
Lasten 7.654.611 8.071.680 8.310.303 7.868.196 -442.107
Baten 4.446.746 4.055.680 4.066.680 4.063.166 -3.514
Totaal 05 Leefomgeving -3.207.866 -4.016.000 -4.243.623 -3.805.030 438.593
06 Bestuur en organisatie
Lasten 4.515.312 4.033.722 4.850.848 4.123.812 -727.036
Baten 17.142.911 16.597.404 18.333.965 18.201.314 -132.651
Totaal 06 Bestuur en organisatie 12.627.599 12.563.682 13.483.117 14.077.502 594.385
Gerealiseerd saldo baten minus lasten 749.105 -459.707 -870.065 1.675.406 2.545.471
40 Mutaties in reserves
Onttrekkingen 1.435.860 758.000 2.449.245 1.915.047 -534.198
Stortingen 1.036.788 24.069 1.499.642 1.846.997 347.355
Totaal 40 Mutaties in reserves 399.072 733.931 949.603 68.050 -881.553
Gerealiseerd saldo mutatie in reserves 399.072 733.931 949.603 68.050 -881.553

Begrotingsafwijkingen en rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid

Bij de rechtmatigheidscontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingscriterium. In de toelichting op het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) wordt begrotingsrechtmatigheid omschreven als:

"Financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautomatiseerde begroting en hiermee samenhangende programma's (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door de raad zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag, evenals het begrotingsjaar van belang zijn."

Op grond van bovenstaande definitie zijn diverse begrotingsoverschrijdingen te onderscheiden:

  • kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten;
  • kostenoverschrijdingen bij open-einde regelingen;
  • kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door niet direct gerelateerde opbrengsten;
  • kostenoverschrijdingen die niet binnen bestaand beleid passen, en ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd;
  • kostenoverschrijdingen die niet binnen bestaand beleid passen, en bewust niet zijn gemeld;
  • kostenoverschrijdingen die achteraf als onrechtmatig zijn vastgesteld, (bijvoorbeeld subsidies of belastingdienst);
  • kostenoverschrijdingen geconstateerd na afloop van het begrotingsjaar;
  • kostenoverschrijdingen onrechtmatig geactiveerd;

In onderstaand schema is de begrotingsrechtmatigheid over 2022 opgesteld. In de toelichting zal op de onrechtmatigheid worden ingegaan. Door middel van het vaststellen van de jaarstukken 2022 worden de overschrijdingen door uw raad geaccepteerd.

Omschrijving   Begrote lasten incl. begr. wijzigingen Werkelijke lasten
Overschrijding Onrechtmatig?
1. Dienstverlening   1.668.280 1.593.695    
2. Ruimtelijke ontwikkeling   618.184 524.998    
3. Sociaal Domein   8.675.807 9.238.302 562.495 Nee
4. Maatschappelijke participatie   1.507.662 1.452.298    
5. Leefomgeving   8.310.303 7.908.364    
6. Bestuur en organisatie   4.850.848 4.304.312    
    25.631.084 24.880.720    

 

Toelichting op de overschrijdingen

 

Programma 3 Sociaal Domein

De kosten voor het programma Sociaal Domein zijn hoger dan begroot.

Dit komt door de uitgaven binnen het product Oekraine. Deze kosten zijn niet begroot, maar zijn declareerbaar bij het Rijk. De overschrijding is om deze reden rechtmatig. 

Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen

Het overzicht van de Algemene dekkingsmiddelen bestaat uit de volgende componenten: 

- lokale heffingen

- algemene uitkering

- dividend

- saldo van de financieringsfunctie

- overige algemene dekkingsmiddelen

- inzet post onvoorzien

 

Lokale heffingen

Hieronder het overzicht van de lokale heffingen:

Belastingsoorten Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar
Onroerende zaakbelasting 2.541.715 2.592.151
Roerende zaakbelasting 7.000 6.045
Precariobelasting 0 0
Toeristenbelasting 291.800 292.000
Hondenbelasting 32.000 34.770
Totaal      
2.872.515 2.924.966

 

 

 

 

 

 

 

 

Werkelijke baten en lasten uit hoofde van lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is wijken ten opzichte van de begroting af met een bedrag van per saldo € 52.451,-. Dit betreft voornamelijk een aanpassing op areaaluitbreiding op de OZB.

De aanslag toeristenbelasting wordt opgelegd in 2022 na de ontvangst van de vastgestelde nachtregisters.

 

Algemene uitkering

Van alle gemeenten wordt verwacht dat in de jaarrekening over het verslagjaar 2021 de uitkering van het gemeentefonds wordt opgenomen conform de laatst gepubliceerde accresmededeling, zijnde de decembercirculaire 2022. 

Algemene uitkering Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar
Algemene uitkering 2022 14.955.950 15.184.579
Afwikkeling 2021 en 2020 0 5.297
     
14.955.950 15.189.875

De algemene uitkering uit het gemeentefonds is gekoppeld aan de uitgaven van het Rijk. Door bezuinigingen van het Rijk neemt de algemene uitkering af, terwijl hogere uitgaven door het Rijk de algemene uitkering laat stijgen. De hierboven genoemde cijfers zijn afgestemd op de decembercirculaire 2022. Het accres, waarop de gepresenteerde cijfers zijn berekend, kan wijzigen in de meicirculaire 2023. Bij het opstellen van de jaarrekeningcijfers 2022 is hiermee nog geen rekening gehouden.

 

Dividend

Dividenden zijn verantwoord in het jaar waarin het besluit tot toekenning van het dividend door de Algemene vergadering van de vennootschap is genomen. Deze baten laten zich als volgt specificeren:

Dividend Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar
Bank Nederlandse gemeenten 60.000 56.464
EZW 50.000 59.343
Totaal      
110.000 117.131

 

 

Saldo financieringsfunctie

Het saldo van de financieringsfunctie bestaat uit de ontvangen rentebaten over de uitzettingen, alsmede de betaalde rentelasten over de aangegane leningen en over de aangetrokken middelen in rekeningcourant. Voornoemde baten en lasten laten zich als volgt specificeren:

Saldo financieringsfunctie Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar
Rentelasten 619.189 620.304
  619.189 620.304

 

 

Post Onvoorzien

Op de post "onvoorzien" staat het algemene budget voor onvoorziene uitgaven. Het saldo van de post onvoorzien bedraagt € 30.000,-. Dit bedrag is vastgesteld in de begroting 2022, en is niet besteed in 2022.

Overzicht van incidentele baten en lasten

Terug naar navigatie - Overzicht van incidentele baten en lasten

Incidentele baten en lasten zijn baten en lasten die zich maximaal drie jaar achtereen voordoen.

In de jaarstukken 2022 zijn de volgende incidentele bedragen verwerkt:

 

Programma Omschrijving Lasten 2022 Baten 2022
Ruimtelijke ontwikkeling
     
 Economische zaken
KVO kwaliteitskeurmerk voor Ondernemers 7.946  
       
Sociaal Domein
     
Gezondheid
corona kosten 114.689 37.023
       
Leefomgeving      
Milieu Klimaatneutraliteit 7.488  
       
Bestuur en organisatie      
Griffie Onderzoek bestuurlijke toekomst 53.293  
       
   

183.416

37.023

 

 

Bedrag voor de heffing van de vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Bedrag voor de heffing van de vennootschapsbelasting

Per 1 januari 2016 is de wet "Modernisering VPB-plicht overheidsinstellingen" in werking getreden. Als gevolg hiervan is de gemeente Oostzaan belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting, voor zover zij een onderneming in fiscale zin drijft.

Om de ondernemerstaken van de gemeente Oostzaan te kunnen bepalen, zijn alle producten, zoals opgenomen in de programmabegroting 2022 opnieuw ingedeeld in clusters.

Per cluster wordt bepaald of sprake is van een ondernemerstaak, en of de gemeente winst behaald uit deze cluster.

 * In onderstaand schema is aansluiting met de commerciële verlies en winst cijfers 2022 gezocht. Hierdoor is de volledigheid van de clustering zichtbaar en transparant.

Uit onderstaand schema blijkt dat de gemeente Oostzaan een VPB verplichting heeft voor 2022voor het cluster Grondbedrijf. Echter is er geen winst gemaakt op deze cluster, waardoor de aangifte voor de VPB 2022 nihil zal zijn.

Voor het jaar 2022 is de volgende clusterindeling gemaakt:

Cluster Omschrijving cluster Lasten Baten Saldo 2022 Ondernemer VPB verplichting
01 Aandelen 0,00 59.343,32 59.343,32
02 Afval 1.483.739,63 1.334.719,48 -149.020,15
03 Algemene uitkering 35.678,72 15.189.875,26 15.154.196,54
04 Bedrijfsvoering 3.084.775,10 61.176,09 -3.023.599,01
05 Begraven 155.284,02 156.099,24 815,22
06 Belastingen 160.172,69 2.880.263,18 2.720.090,49
07 Bestuur 1.083.153,95 43.793,05 -1.039.360,90
08 Burgerzaken 583.878,46 143.541,09 -440.337,37
09 Economische activiteiten 62.397,80 12.167,10 -50.230,70
10 Grondbedrijf 211.186,85 127.888,83 -83.298,02
11 Kinderopvang 43.810,15 0,00 -43.810,15
12 Milieu 381.090,92 2.656,00 -378.434,92
13 Openbare ruimte 2.140.045,96 91.183,71 -2.048.862,25
14 Recreatie 29.867,40 0,00 -29.867,40
15 Riolering 1.418.971,69 1.481.106,31 62.134,62
16 Ruimtelijke ordening 186.007,36 0,00 -186.007,36
17 Samenwerkingen 37.507,01 0,00 -37.507,01
18 Sociaal domein 6.187.533,85 1.215.965,89 -4.971.567,96
19 Sociale cohesie 2.864.058,31 1.812.482,63 -1.051.575,68
20 Subsidieverstrekking 1.101.423,95 97.949,56 -1.003.474,39
21 Veiligheid 1.156.728,14 24.787,95 -1.131.940,19
22 Verhuur en beheer vastgoed 1.862.417,30 1.094.484,82 -767.932,48
23 Volkshuisvesting 507.571,13 623.223,24 115.652,11
24 Reserves 1.846.996,34 766.869,29 -1.080.127,05
25 Resultaat 1.743.456,65 1.148.177,34 -595.279,31
Totaal * 28.367.753,38 28.367.753,38 0,00
15-jun-2023

Wet Normering Topinkomens (WNT)

Terug naar navigatie - Wet Normering Topinkomens (WNT)

Per 1 januari 2013 is de Wet Normering Topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op de gemeente Oostzaan van toepassing zijnde regelgeving. Het bezoldigingsmaximum in 2022 voor de gemeente Oostzaan is € 216.000. Dit geldt naar rato van de duur en/of omvang van het dienstverband.

1b. Leidinggeven topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13de maand van de functievervulling

 

Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met dienstbetrekking die in 2022 een bezoldiging boven het individuele WNT-maximum hebben ontvangen. Er zijn in 2022 geen ontslaguitkeringen betaald aan overige functionarissen die op grond van de WNT dienen te worden vermeld, of die in eerdere jaren op grand van de WNT vermeld zijn of hadden moeten worden.

1b Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking in de periode kalendermaand 1 t/m 12

1c Toezichthoudende topfunctionarissen
N.v.t.

1d. Topfunctionarissen met een totale bezoldiging van € 1.800 of minder 
N.v.t.

1e. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van meer dan € 1.800
N.v.t.

1f. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van meer dan € 1.800 waarop de anticumulatiebepaling van toepassing is
N.v.t.

1g. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van € 1.800 of minder waarop de anticumulatiebepaling van toepassing is
N.v.t.

 

2. Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen met of zonder dienstbetrekking inclusief degenen die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar als topfunctionaris worden aangemerkt N.v.t.

 

3. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT
Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met een dienstbetrekking die in 2022 een bezoldiging boven het individueel toepasselijke drempelbedrag hebben ontvangen. 
N.v.t.

Gebeurtenissen na balansdatum

Terug naar navigatie - Corona-virus

De jaarstukken zijn opgesteld over het jaar 2022. In 2023 hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan, welke van invloed zijn op de jaarcijfers of verantwoording over 2022.