Jaarrekening

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), de financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet daarvoor geven. Wij gaan bij de grondslagen uit van de tekst zoals deze is opgenomen in de begroting 2023.

 

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde. 

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.

Voor de baten van de Algemene Uitkering wordt uitgegaan van de decembercirculaire van het desbetreffende jaar.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.

Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) is indien van toepassing, wel een verplichting opgenomen te worden.

 

Rechtmatigheidsverantwoording
De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de financiële verordening en op basis van de kadernota rechtmatigheid. Dat betekent dat:
•    De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet;
•    De financiële rechtmatigheid het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik criterium omvat:
•    Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader, zoals op 14 december 2023 door de raad is vastgesteld;
•    Voor het begrotingscriterium geldt dat alle overschrijdingen van lasten en
investeringskredieten onrechtmatig, waarbij voor een aantal scenario’s in de financiële verordening is beschreven wanneer deze overschrijdingen acceptabel zijn. Voor over -en onderschrijdingen van baten, onderschrijdingen van lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig aan de raad zijn gemeld;
•    Ten aanzien van het M&O criterium is de nota M&O beleid van onze organisatie leidend bij het voorkomen en opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid zijn eventuele gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording.
•    De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de kadernota rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV alsmede onze eigen financiële verordening. Dit betekent dat:
•    Een verantwoordingsgrens van 3% van de werkelijke lasten (inclusief toevoegingen aan de reserves) is gehanteerd waarboven cumulatieve fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen;
•    Een rapporteringstolerantie van € 25.000 is gehanteerd waarboven fouten en onduidelijkheden in de paragraaf bedrijfsvoering worden opgenomen. 

 

Wet Normering Topfunctionarissen (WNT)

Per 1 januari 2013 is de Wet Normering Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Voor de uitvoering van de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen in de publieke sector heeft de gemeente zich gehouden aan de beleidsregels toepassing Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector (WNT).

 

Balans

Vaste activa

Immateriële vaste activa

Met ingang van 2016 is de BBV aangepast met het oog op "bijdrage in activa van derden".

Met ingang van 2016 wordt de bijdrage in activa van derden verantwoord onder de immateriële vaste activa. De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs, verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen van derden, de jaarlijkse afschrijvingslasten en eventuele afwaarderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. 

 

Materiële vaste activa met economisch nut

In erfpacht uitgegeven gronden

De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (i.c. de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Percelen waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht, zijn tegen een geringe registratiewaarde opgenomen.

 

Overige investeringen met economisch nut

Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en worden afgeschreven volgens de annuïtaire methode. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. 

Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven met ingang van het navolgende boekjaar, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.

Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken.

Volledigheidshalve vermelden wij dat op investeringen die vóór 2008 gedaan zijn soms extra is afgeschreven zonder economische noodzaak (ter verlichting van toekomstige lasten). Ook zijn in voorkomende gevallen reserves op dergelijke investeringen afgeboekt.

 

De vastgestelde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:

Omschrijving

 

60 jaar

Gemeentehuis, woningen, brandweerkazerne, onderhoud riool, andere kantoorgebouwen en scholen. Voor nieuwe projecten geldt een termijn van maximaal 50 jaar, maar bij voorkeur 40 jaar of korter

40 jaar

Gemeentewerf en andere bedrijfsgebouwen, bruggen, landhoofden en verbeteringen hieraan

30 jaar

Riolering, speelplaatsen en sportvelden

20 jaar

Motorvoertuigen, houten bruggen, fietspaden, wegen en trottoirs

15 jaar

Technische installaties in bedrijfsgebouwen, plantsoenen nieuwe aanleg, openbare verlichting, verkeerslichten, beschoeiing en damwanden

10 jaar

Veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen, aanleg tijdelijke terreinwerken, nieuwbouw tijdelijke woonruimten en bedrijfsgebouwen, verbouwing woonruimten en bedrijfsgebouwen en verbetering sportvelden

 5 jaar

Zware transportmiddelen, aanhangwagens, schuiten, personenauto's, lichte motorvoertuigen, automatiseringsapparatuur en kantoorinventaris

Activa met economisch nut en verkrijgingsprijs van minder dan € 15.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatstgenoemden worden altijd geactiveerd.

 

Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut

Overeenkomstig de d.d. 26 november 2007 door de gemeenteraad vastgestelde financiële verordening worden infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken geactiveerd en afgeschreven met een door de gemeenteraad vastgestelde termijn op basis van de verwachte levensduur. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en dus ook afgeschreven).

 

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zonodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering gelukkig niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs.

De obligatieportefeuille is gewaardeerd tegen de verwachte aflossingswaarde. Het verschil met de destijds betaalde verkrijgingsprijs is als transitorische (rente)post in de balans opgenomen. Dit verschil wordt in het resultaat opgenomen in de (gemiddeld) resterende looptijd tot aflossing/uitloting.

Bijdragen aan activa van derden worden op basis van individuele raadsbesluiten geactiveerd. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.

Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.

 

Vlottende activa

Voorraden

De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, dan wel lagere marktwaarde. Er wordt geen rente bijgeschreven op de boekwaarde van deze voorraden.

De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.

 

Vorderingen en overlopende activa

De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

 

Liquide middelen en overlopende posten.

Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

 

Voorzieningen

Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schuld) van de gemeente. Om deze reden kunnen voorzieningen ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies.

 

Vaste schulden

Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

 

Vlottende passiva

De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

 

Borg- en Garantstellingen

Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.

Balans

Balans Activa

Terug naar navigatie - Balans Activa
Balans Balans 2023 Balans 2022
Activa
Vaste Activa
Immateriele vaste activa
Bijdragen aan activa in eigendom van derden 1.680.953 796.261
Totaal Immateriele vaste activa 1.680.953 796.261
Materiele vaste activa
Gronden in erfpacht uitgegeven 312.321 312.321
Investeringen met economisch nut waarvoor ter bestrijding vd kosten een heffing kan worden geheven 5.679.261 5.960.544
Investeringen met een economisch nut 19.867.289 18.917.242
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut 7.302.823 7.378.297
Totaal Materiele vaste activa 33.161.694 32.568.403
Financiele vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen 462.556 462.556
Overige langlopende leningen 557.594 445.736
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 679.901 748.460
Totaal Financiele vaste activa 1.700.051 1.656.752
Totaal Vaste Activa 36.542.698 35.021.415
Vlottende Activa
Voorraden
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie 0 0
Totaal Voorraden 0 0
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
Vorderingen op openbare lichamen 2.365.426 1.844.184
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 10.000.000 2.950.000
Overige vorderingen 1.590.127 1.566.336
Totaal Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 13.955.553 6.360.519
Liquide middelen
Kassaldi 7.516 3.118
Banksaldi 485.973 416.831
Totaal Liquide middelen 493.489 419.949
Overlopende activa
Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen die tlv volgende begrotingsjaren komen 399.583 1.898.353
Ivm voorfinanciering uitk. met specifiek doel: nog te ontv.bedr. van overige Ned. overheidslichamen 22.718 0
Totaal Overlopende activa 422.302 1.898.353
Totaal Vlottende Activa 14.871.344 8.678.822
Totaal Activa 51.414.041 43.700.237

Balans Passiva

Terug naar navigatie - Balans Passiva
Balans Balans 2023 Balans 2022
Passiva
Vaste passiva
Eigen Vermogen
Bestemmingsreserves 7.876.012 2.774.891
Algemene reserve 2.840.817 1.699.112
Het gerealiseerde resultaat volgend uit een overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 1.372.068 1.743.456
Totaal Eigen Vermogen 12.088.898 6.217.459
Voorzieningen
Voorzieningen 3.115.442 2.635.100
Totaal Voorzieningen 3.115.442 2.635.100
Vaste schulden, met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer
Onderhandse leningen van binnenlandse banken en financiële instellingen 29.784.800 30.704.400
Waarborgsommen 14.286 14.286
Totaal Vaste schulden, met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 29.799.086 30.718.686
Totaal Vaste passiva 45.003.426 39.571.246
Vlottende Passiva
Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
Kasgeldlen. aangegaan bij openb.lichamen als bedoeld in art.1, ond.a, van de Wet fin. decentr.overh. 0 0
Overige Schulden 3.791.471 2.150.655
Banksaldi 183 249
Totaal Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 3.791.654 2.150.904
Overlopende passiva
Overige vooruitontvangen bedragen die tbv de volgende begrotingsjaren komen 1.386.130 1.626.285
Ivm voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van het Rijk 874.029 69.116
Ivm voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van overige Nederlandse overheidslichamen 358.802 282.686
Verplichtingen die een volgend jaar tot betaling komen 0 0
Totaal Overlopende passiva 2.618.961 1.978.087
Totaal Vlottende Passiva 6.410.615 4.128.991
Totaal Passiva 51.414.041 43.700.237
Terug naar navigatie - .

Afgegeven borgstellingen of garantstellingen aan natuurlijke of rechtspersonen bedraagt
per 31-12-2023 € 19.005.901.
In 2022 zijn geen nieuwe garantstellingen afgegeven.

Toelichting op de balans

Activa

Terug naar navigatie - Activa

Vaste activa

Immateriële vaste activa

Met ingang van 2016 worden de bijdragen aan activa in eigendom van derden verantwoord onder de immateriële vaste activa. Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd indien aan de volgende eisen is voldaan:
- Er is sprake van een investering door een derde;
- De investering draagt bij aan de publieke taak;
- De derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen;
- De bijdrage kan door de gemeente worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.

  Boekwaarde per 31-12-2023 Boekwaarde per 31-12-2022
Bijdrage aan activa in eigendom van derden 1.680.953 796.261
Totaal      
1.680.953 796.261

De post immateriële vaste activa kan als volgt worden gespecificeerd:

  Oorspronkelijke bijdrage Boekwaarde per 31-12-2023
Kunstgrasvelden OFC (2009) 850.000 68.933
Kunstgrasvelden OFC (2023) 990.000 990.000
Kunstgrasveld OKV 191.756 125.125
Bijdrage renovatie sporthal SSO (2012) 300.000 193.769
Bijdrage renovatie sporthal SSO (2015) 350.000 303.126
Totaal
2.681.756 1.680.953

Toelichting 2023:
In 2023 is er conform de begroting een extra krediet van €990.000 beschikbaar gesteld voor de vervanging van de kunstgrasvelden van OFC.

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. Het BBV kent de volgende soorten vaste activa:
- investeringen met een economisch nut;
- investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven;
- investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

De materiële vaste activa bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderverdeling Boekwaarde 31-12-2022 Investeringen 2023 Desinvesteringen 2023 Afschrijving 2023 Bijdrage derden 2023 Boekwaarde 31-12-2023
1. Gronden terreinen (met economische nut) 1.298.083 60.456 - 14.926 - 1.343.613
2. Woonruimten (met economische nut) 397.513 1.290.155 - 5.719 - 1.681.949
3. Bedrijfsgebouwen (met economische nut) 17.276.180 5.570   307.847 - 16.973.903
4a. Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (met economische nut) - - - - - -
4b. Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (met economische nut, waarvoor heffing kan worden geheven) 5.960.545 8.246 - 289.528 - 5.679.263
4c. Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (met maatschappelijk nut) 7.378.304 546.257 16.124 605.607 - 7.302.830
5. Vervoermiddelen (met economische nut) 81.207 -   42.811 - 38.395
6. Machines, apparatuur en installaties(met economische nut) 176.571 2.617 - 37.448 - 141.740
  32.568.403 1.913.301 16.124 1.303.886 - 33.161.694

Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer:

  Boekwaarde
per 31-12-2022
Investeringen 2023
Desinvesteringen
Afschrijving 2023
Bijdrage derden 2023
Boekwaarde per 31-12-2023
In erfpacht uitgegeven gronden 312.321 - - - - 312.321
Investeringen met een economisch nut waarvan ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven 5.960.544 8.246 - 289.529 - 5.679.261
Overige investeringen met een economisch nut 18.917.242 1.358.799   408.751 - 19.867.289
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut 7.378.297 546.257 16.124 605.607 - 7.302.823
Totaal
32.568.403 1.913.302
16.124
1.303.886

33.161.694

In erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. De boekwaarde van de erfpachtgronden is in het boekjaar niet gemuteerd.

 

Investeringskredieten

Totaaloverzicht van de stand van zake met betrekking tot investeringen en investeringskredieten in 2023: 

Financiële vaste activa

De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs, de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en eventuele afwaarderingen. Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2023 wordt in onderstaand schema weergegeven:

Omschrijving investeringen  Boekwaarde 31-12-2022 Investeringen 2023 Desinvesteringen 2023 Afschrijving/ aflossingen 2023 Bijdrage derden 2023  Boekwaarde 31-12-2023
Kapitaalverstrekkingen            
- deelnemingen BNG 56.189         56.189
- deelnemingen EZW 907         907
- deelnemingen Alliander 401.475         401.475
- deelnemingen OD IJmond 3.985         3.985
Totaal kapitaalverstrekkingen 462.556         462.556
             
Leningen aan:            
- overige langlopende leningen  1.194.195   -111.858 68.559   1.237.496
Totaal leningen 1.194.195   -111.858 68.559   1.237.496
Totaal 1.656.752   -111.858 68.559   1.700.051

Toelichting mutaties:

  • Overige langlopende leningen, betreffende lening Agora en Stichting Sporthal Oostzaan en  de uitgezette gelden bij de SVN (Stichting Volkshuisvesting Nederland). De investering betreft een stijging van de gelden door ontvangen rente op uitgezette leningen.

 

Vlottende activa

Uitzettingen korter dan één jaar

De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden gewaardeerd tegen nominale waarde. 
De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Uitzettingen korter dan één jaar Boekwaarde per 31-12-2023 Boekwaarde per 31-12-2022
Vorderingen openbare lichamen 2.365.426 1.844.184
Schatkistbankieren 10.000.000 2.950.000
Overige vorderingen (debiteuren) 1.590.127 1.566.336
Totaal
13.955.553 6.360.519

Specificatie van het hierboven genoemde saldo overige vorderingen (debiteuren): 

Uitzettingen Debiteuren eigen beheer Debiteuren belastingen Debiteuren sociale zaken Overige vorderingen Totaal
Debiteuren 2011 15.835       15.835
Debiteuren 2020 8.450       8.450
Debiteuren 2023 440.792 810.308 509.986   1.761.086
Totaal debiteuren 465.077 810.308 509.986   1.785.371
Voorzieningen onbinaarheid -57.316   -137.928   -195.244
Totaal      
407.761 810.308 372.058
1.590.127

Voor de invordering van (belasting)debiteuren over de periode 2011-2023 worden de volgende percentages gehanteerd met het oog op oninbaarheid.
2023: 7,5%
2022 en ouder: 100%

 Vorderingen op Nederlandse overheidslichamen Boekwaarde per 31-12-2023 Boekwaarde per 31-12-2022
Schatkistbankieren 10.000.000 2.950.000
BTW compensatiefonds 2.129.840 1.846.584
Uitkoop hoogspanningsmasten  235.586 -
BTW   -2.400
Totaal      
12.365.426 4.794.184

Op 15 december 2013 is de wet Verplicht Schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat decentrale overheden hun overtollige middelen (gelden op rekening-courant bij de bank boven een bepaald drempelbedrag) aan moeten houden bij het Ministerie van Financiën (de schatkist). Het doel hiervan is het verlagen van de EMU-schuld van de collectieve sector. Doordat de decentrale overheden hun tijdelijk overtollige gelden aanhouden in de schatkist, wordt de externe financieringsbehoefte van het Rijk verminderd. De gemeenten hebben een rekening-courant bij de schatkist waar gelden op aangehouden kunnen worden. Voor Oostzaan is het zogenaamde drempelbedrag €1.000.000.

Per kwartaal mag het totaal van alle liquide middelen op de diverse bankrekeningen en in kas niet boven dit bedrag uitkomen.

Uit onderstaande berekeningen per kwartaal blijkt dat de gemeente Oostzaan het maximum drempelbedrag niet heeft overschreden.

Liquide middelen

Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:

 Liquide middelen Boekwaarde per 31-12-2023 Boekwaarde per 31-12-2022
Kassaldi 7.591 3.118
Banksaldi 485.569 416.831
Totaal      
493.489 419.949

Overlopende activa

De post overlopende activa kan als volgt worden onderscheiden:

Overlopende activa Boekwaarde per 31-12-2023 Boekwaarde per 31-12-2022
Nog te ontvangen bedragen en transitorische posten 372.728 1.757.745
Vooruitbetaalde kosten over 2024 0 108.844
Overige activa 7.913 5.570
Lopende grondgebonden transacties 41.661 26.191
Totaal      
422.302 1.898.350

Toelichting:
Het bedrag is opgebouwd uit vooruitbetaalde kosten en nog te ontvangen posten per balansdatum 31 december 2023.

Specificatie onderhanden werk:

Complex
 Boekwaarde 31-12-2022 Opbrengsten 2023 Uitgaven 2023 Winst name 2023  Boekwaarde 31-12-2023
Project Lishof 9.306       9.306
Radio 9 terrein 15.505 3.020     18.525
Project Derlagehof 1.380 6.908     8.288
Project Noordeinde 75-77 - 5.542     5.542
Totaal 26.191 15.470
- - 41.661

 

PASSIVA

Terug naar navigatie - PASSIVA

Eigen vermogen

Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten:

Eigen vermogen Boekwaarde per 31-12-2023 Boekwaarde per 31-12-2022
Algemene reserve 2.840.817 1.699.112
Bestemmingsreserves 7.876.012 2.774.892
Totaal reserves 10.716.830 4.474.004
Resultaat 1.372.068 1.743.456
Totaal
12.088.898 6.217.459

 

Stand van de reserves

Terug naar navigatie - Stand van de reserves
RESERVES Saldo 1 januari 2023 Toevoegingen 2023 Resultaatbestemming 2022 Rentetoerekening 2023 Onttrekkingen 2023 Verminderingen i.v.m. afschrijvingen op activa Saldo 31 december 2023
Algemene reserve 1.699.112 0 1.141.705 0 0 0 2.840.817
Totaal Algemene reserve 1.699.112 0 1.141.705 0 0 0 2.840.817
Bestemmingsreserve Corona 101.825 0 0 0 -101.825 0 0
Bestemmingsreserve Hospice 10.000 0 0 0 -10.000 0 0
Bestemmingsreserve Sociaal Domein 320.000 301.845 0 0 0 0 621.845
Egalisatiereserve baggeren 88.930 0 0 0 0 0 88.930
Reserve aanbesteding datacenter 25.877 0 0 0 0 0 25.877
Reserve afkoop onderhoud begraafplaats 108.756 47.612 0 0 0 0 156.368
Reserve asiel en begeleiding statushouders 0 0 30.018 0 -30.018 0 0
Reserve bestuurlijke toekomst 0 0 50.000 0 0 0 50.000
Reserve BOA 0 0 30.145 0 0 0 30.145
Reserve duurzaamheid 312.934 0 62.500 0 -31.106 0 344.328
Reserve Inburgering 0 0 20.070 0 -20.070 0 0
Reserve infrastructuur 25.000 23.278 0 0 0 0 48.278
Reserve inrichting theaterzaal 37.000 18.500 0 0 0 0 55.500
Reserve kwaliteitszorg 8.000 0 0 0 0 0 8.000
Reserve nieuwe website 91.641 0 0 0 -91.641 0 0
Reserve noodfonds inflatiearmoede 150.000 144.666 318.323 0 -161.127 0 451.862
Reserve Oekraïne 0 6.604.453 40.361 0 -2.111.897 0 4.532.917
Reserve omgevingswet 357.772 414.396 0 0 0 0 772.168
Reserve onderhoud bruggen 169.071 0 0 0 -35.666 0 133.405
Reserve Onderhoud Gebouwen 501.481 0 0 0 -501.481 0 0
Reserve projecten en openbaar groen 412.310 0 0 0 -46.867 0 365.443
Reserve Robuust rechtsbeschermingssysteem 0 24.259 19.274 0 0 0 43.533
Reserve spitscamera inrijverbod 0 50.000 0 0 0 0 50.000
Reserve sporttoestellen de greep 8.000 4.000 0 0 0 0 12.000
Reserve Vaaroverlast 0 0 10.000 0 -10.000 0 0
Reserve Veilig wonen (politieke ambtsdragers) 0 7.062 0 0 0 0 7.062
Reserve verkiezingen 4.707 10.999 0 0 0 0 15.706
Reserve wachtgeld huidige wethouders 41.587 0 0 0 0 0 41.587
Reserve Wet Kwaliteitsborging bouw 0 0 21.060 0 0 0 21.060
Totaal Bestemmmingsreserves 2.774.891 7.651.068 601.751 0 -3.151.698 0 7.876.012
Totaal reserves 4.474.003 7.651.068 1.743.456 0 -3.151.698 0 10.716.830

Toelichting op mutaties in reserves 2023

Terug naar navigatie - Toelichting op mutaties in reserves 2023

Onder "bestemming resultaat vorig boekjaar" staat de verdeling van het rekeningresultaat 2022, zoals deze is vastgesteld bij de jaarstukken 2022.

De mutaties op de hierboven genoemde reserves zijn toegelicht in de programma's.

Het verloop van de Algemene reserve is in 2023 als volgt:

Algemene reserve per 01-01-2023
1.699.112
Bij: rekeningresultaat conform resultaatbepaling 2022 1.141.705

Algemene reserve per 31-12-2023, exclusief het rekeningresultaat 2023

2.840.817

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen

Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schulden) van de gemeente. Voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde c.q. het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De vorming van een voorziening, dan wel een dotatie aan een reeds bestaande voorziening als de last wordt in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen aan voorzieningen zijn rechtstreeks ten late van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord. Aan voorzieningen ter egalisatie van (onderhouds)lasten van kapitaalgoederen over meerdere begrotingsjaren ligt een actueel (beheer)plan ten grondslag. Uitgevoerd achterstallig onderhoud is daarbij ten laste gebracht van de exploitatie.  

Voorzieningen voor verplichtingen Boekwaarde per 31-12-2023 Boekwaarde per 31-12-2022
Pensioenvoorziening 1.521.136 1.591.724
Voorziening afval 38.325 15.000
Voorziening egalisatie riolering 1.046.735 902.376
Voorziening gebouwen 4.737 125.000
Voorziening meerjarenonderhoudsplannen 501.081 -
Voorziening verlofsparen 3.427 1.000
Totaal      
3.115.442 2.635.100

 

Het verloop van de voorzieningen in 2023 wordt in onderstaand schema weergegeven:

Programma omschrijving
Boekwaarde 01-01-2023 Onttrekking
2023
Toevoeging
2023
 Boekwaarde 31-12-2023
Leefomgeving        
Voorziening egalisatie riolering 902.376   144.359 1.046.735
Voorziening afval 15.000   23.326 38.326
Voorziening gebouwen 125.000 120.263   4.737
Meerjarenonderhoudsplannen     565.636 565.636
Programma Leefomgeving 1.026.926     1.655.434
         
Bestuur en organisatie        
Voorziening pensioenen 1.591.724 70.588   1.521.136
Voorziening verlofsparen 1.000   2.427 3.427
Programma Bestuur 1.592.724     1.524.563
Totaal 2.635.100 190.851 735.748 3.115.442

Toelichting:

  • Voorziening egalisatie riolering:
    Conform de voorschriften van de BBV wordt jaarlijks het voordeel op het product riolering toegevoegd aan deze voorziening.
  • Voorziening Afval:
    In 2017 is deze voorziening gevormd. Deze voorziening is bestemd voor onderzoeken in het kader van afvalreductie en VANG doelstelling. In 2023 is er een bedrag van €23.326 toegevoegd aan de reserve, dit is het restant budget in 2023.
  • Voorziening gebouwen: In 2021 is duidelijkheid ontstaan omtrent de bouwkundige aanpassingen van het pand De Korenaar. De herstelkosten in 2023 zijn onttrokken uit de voorziening.
  • Meerjarenonderhoudsplannen: in 2023 zijn we meerjarenonderhoudsplannen opgesteld, deze zullen conform deze plannen worden uitgevoerd. 
  • Voorziening pensioenen: Jaarlijks wordt de hoogte van deze voorziening opnieuw bepaald, om uiteindelijk het doel-vermogen te bereiken, om aan de pensioenverplichting van onze oud-bestuurders te kunnen voldoen. Door een stijging van het rentepercentage wordt de bijdrage vanuit de gemeente lager en kan €70.588 vrijvallen ten gunste van het rekeningresultaat.
  • Voorziening verlofsparen: met ingang van 2023 wordt een voorziening gevormd voor de opbouw van verlof, conform de CAO.

Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar

Terug naar navigatie - Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar

De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt:

Schulden langer dan één jaar Boekwaarde per 31-12-2023 Boekwaarde per 31-12-2022
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen 29.784.800 30.704.400
Waarborgsommen 14.286 14.286
Totaal      
29.799.086 30.718.686

 

Waarborgsommen

Dit bedrag is opgebouwd uit ontvangen waarborgsommen conform de diverse huurcontracten. De nog terug te betalen waarborgsommen van €14.286 is ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar. 

Vlottende passiva

Terug naar navigatie - Vlottende passiva

Onder de netto vlottende schulden korter dan één jaar zijn opgenomen:

Vlottende passiva Boekwaarde per 31-12-2023 Boekwaarde per 31-12-2022
Schulden < 1 jaar 3.553.693 1.939.520
Banksaldi 183 249
ZorgNed 237.778 211.135
Totaal      
3.791.654 2.150.904

Toelichting

De post "schulden < 1 jaar" bestaat voornamelijk uit het crediteurensaldo per 31-12-2023.

 

Overlopende passiva

De in de balans opgenomen korte schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Overlopende passiva Boekwaarde per 31-12-2023 Boekwaarde per 31-12-2022
Grondgebonden mutaties 225.961 221.199
Overige vooruit ontvangen bedragen die tbv de volgende begrotingsjaren komen  1.160.169 1.405.086
Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen 874.029 69.116
Voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van overige Nederlandse overheidslichamen 358.802 282.686
Totaal      
2.618.961 1.978.087

 

Specificatie grondgebonden mutaties:

Complex
 Boekwaarde 31-12-2022 Opbrengsten   2023 Uitgaven 2023
Winst name 2023  Boekwaarde 31-12-2023
Dr. Boomstraat 168.940       168.940
Ambacht 40 25.019       25.019
Noordeinde 65 27.240   2.413   24.827
Noordeinde 44     7.175   7.175
Totaal 221.199 -
9.588 - 225.961

 

De in de balans opgenomen post "Overige vooruit ontvangen bedragen die tbv de volgende begrotingsjaren komen " kan als volgt worden gespecificeerd:

Overige vooruit ontvangen bedragen die tbv de volgende begrotingsjaren komen  Boekwaarde per 31-12-2023 Boekwaarde per 31-12-2022
Nog te betalen kosten 446.530 763.394
Nog te betalen rente 2022 211.406 215.408
Nog te betalen transitorische posten 496.151 412.204
Nog te betalen sociale premies - 1.713
BTW aangiften 6.082 12.367
Totaal 1.160.169

1.405.086

 

De in de balans opgenomen post " voorfinanciering uitkeringen met specifiek doel: ontvangen van het Rijk" kan als volgt worden gespecificeerd: 

Voorfinanciering uitkeringen met specifiek doel: ontvangen van het Rijk* Boekwaarde per 31-12-2023 Boekwaarde per 31-12-2022
SPUK Onderwijsroute 8.704 -
SPUK NPO Gelden 69.871 -
SPUK Aanpak Energiearmoede 161.495 -
SPUK ISV gelden 32.387 -
SPUK TOZO gelden (Corona) 47.834 -
SPUK Inburgeringsvoorzieningen 124.196 69.116
SPUK GALA Brede SPUK 77.204 -
SPUK Lokale aanpak Isolatie 138.497 -
SPUK CDOKE Klimaat en Energiebeleid 213.838 -
Totaal 874.026 69.116

* in 2023 zijn de specifieke uitkeringen gerubriceerd onder 'Voorfinanciering uitkeringen met specifiek doel: ontvangen van het Rijk'. In 2022 staan deze in het totaal van de Nog te betalen kosten onder 'Overige vooruit ontvangen bedragen die tbv de volgende begrotingsjaren komen' gerubriceerd.

 

De in de balans opgenomen post " voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van overige Nederlandse overheidslichamen" kan als volgt worden gespecificeerd: 

Voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van overige Nederlandse overheidslichamen Boekwaarde per 31-12-2023 Boekwaarde per 31-12-2022
Vooruitontvangen gelden Onderwijsachterstandenbeleid  358.802 247.228
Diversen - 35.459
Totaal 358.802 282.686

 

Waarborgen en afgegeven garanties

Terug naar navigatie - Waarborgen en afgegeven garanties

Buiten de balanstelling wordt het totaal aan afgegeven gewaarborgde geldleningen opgevoerd. Het betreft een overzicht van verstrekte waarborgen en garanties aan natuurlijke- en rechtspersonen, welke door de gemeente Oostzaan gewaarborgd zijn. Dit overzicht kan als volgt worden opgesteld:

Waarborgen en garanties Oorspronkelijk bedrag Stand per 31-12-2022 Percentage Boekwaarde 31-12-2023
Gewaarborgde geldleningen overig 2.930.803 1.599.280 100% 1.462.367
Gewaarborgde geldleningen WSW 46.232.058 17.066.979 50% 16.757.010
Garantstellingen 992.579 786.524 100% 786.524
Totaal      
50.155.440 19.452.783   19.005.901

NB. Van de garantstellingen zijn niet van alle banken de oorspronkelijke hoofdsaldi beschikbaar, en ook niet alle overzichten van afgegeven gemeentegaranties met betrekking tot de restschuld worden door alle financiële instellingen verstrekt. Hierbij zijn wij uitgegaan van het oorspronkelijk verstrekte leningen.

In 2023 is voor een bedrag van € 0,- uitbetaald wegens de verleende borg- en garantstellingen.

Programmarekening 2023

Terug naar navigatie - Programmarekening 2019

Onderstaand treft u een overzicht aan van de baten en lasten, samengevat per programma. De verschillen tussen realisatie en begroting zijn verklaard bij de programmaverantwoording in het eerste deel van de jaarrekening.

Overzicht van baten en lasten

Terug naar navigatie - Overzicht van baten en lasten
Exploitatie Rekening 2022 Primaire begroting 2023 Begroting 2023 incl. wijz. Rekening 2023 Afwijking budget 2023
01 Dienstverlening
Lasten 1.593.695 1.503.894 1.541.644 1.505.748 -35.896
Baten 834.547 408.478 515.248 538.609 23.361
Totaal 01 Dienstverlening -759.148 -1.095.416 -1.026.396 -967.140 59.256
02 Ruimtelijke ordening
Lasten 524.998 518.466 964.592 499.855 -464.737
Baten 220.950 90.000 90.000 138.662 48.662
Totaal 02 Ruimtelijke ordening -304.047 -428.466 -874.592 -361.194 513.398
03 Sociaal domein
Lasten 9.238.302 8.571.170 14.183.892 9.613.410 -4.570.482
Baten 2.895.138 1.776.233 7.725.858 8.488.265 762.407
Totaal 03 Sociaal domein -6.343.164 -6.794.937 -6.458.034 -1.125.145 5.332.889
04 Maatschappelijke participatie
Lasten 1.429.678 1.631.991 1.827.639 1.761.957 -65.682
Baten 238.971 191.042 177.405 204.314 26.909
Totaal 04 Maatschappelijke participatie -1.190.707 -1.440.949 -1.650.234 -1.557.643 92.591
05 Leefomgeving
Lasten 7.868.196 9.250.312 9.610.879 12.247.257 2.636.378
Baten 4.063.166 4.347.461 4.407.340 6.888.288 2.480.948
Totaal 05 Leefomgeving -3.805.030 -4.902.851 -5.203.539 -5.358.969 -155.430
06 Bestuur en organisatie
Lasten 4.123.812 4.491.985 5.170.149 5.234.276 64.127
Baten 18.201.314 18.865.868 18.933.607 20.475.805 1.542.198
Totaal 06 Bestuur en organisatie 14.077.502 14.373.883 13.763.458 15.241.530 1.478.072
Gerealiseerd saldo baten minus lasten 1.675.406 -288.736 -1.449.337 5.871.439 7.320.776
40 Mutaties in reserves
Onttrekkingen 1.915.047 456.481 3.279.068 4.895.155 1.616.087
Stortingen 1.846.997 24.069 1.827.799 9.394.525 7.566.726
Totaal 40 Mutaties in reserves 68.050 432.412 1.451.269 -4.499.371 -5.950.640
Gerealiseerd saldo mutatie in reserve 68.050 432.412 1.451.269 -4.499.371 -5.950.640

Begrotingsafwijkingen en rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid

In onderstaande tabel zijn de begrotingsoverschrijdingen per programma uiteengezet en toegelicht. De begrotingsoverschrijdingen betreft het verschil tussen de werkelijke lasten en de (gewijzigde)begroting. De bedragen van deze begroting zijn inclusief de wijzigingen van het Voorjaarsbericht, Najaarsbericht en eventuele andere begrotingswijzigingen. Door middel van het vaststellen van de jaarrekening worden de overschrijdingen door uw raad geaccepteerd. 

 

Rechtmatigheidsverantwoording

Terug naar navigatie - Rechtmatigheidsverantwoording

Verantwoordelijkheid college

De baten en lasten alsmede de balansmutaties moeten getrouw in de jaarrekening worden opgenomen. Uit het getrouw opnemen van de baten en lasten alsmede de balansmutaties, blijken een drietal rechtmatigheidscriteria niet expliciet. Dit betreffen het begrotings-, voorwaarden-, misbruik- en oneigenlijk gebruikscriterium. In deze rechtmatigheidsverantwoording licht het college toe in hoeverre bij de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd.

Dit houdt in dat de verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties in overeenstemming zijn met door de raad vastgestelde kaders zoals de begroting en verordeningen en met bepalingen in de relevante wet- en regelgeving. Bij de waarderingsgrondslagen in de jaarrekening is het door de raad op 14 december 2023 vastgestelde normenkader van de relevante wet- en regelgeving verder toegelicht.

Deze verantwoording hanteert een grensbedrag omdat alleen de van belang zijnde aspecten in de verantwoording hoeven te worden betrokken. Deze grens is vastgesteld door de raad en bedraagt 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves (3% van €40.257.028) en is daarmee vastgesteld op €1.207.711.

Bevindingen
Het college is van mening dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties niet rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor gestelde grens. De geconstateerde afwijkingen betreffen:

Begrotingscriterium      
1A Overschrijding lasten programma’s €2.700.505
1B. Overschrijding investeringsbudgetten  € - 
2. Ongeautoriseerde reservemutaties  €9.182.813
3. Overschrijding van baten en/of onderschrijding van lasten en baten die niet tijdig tot een begrotingswijziging hebben geleid of te laat aan het algemeen bestuur zijn gemeld.   €10.021.282
Totaal begrotingsonrechtmatigheden €21.904.600
4. Totaal van de begrotingsonrechtmatigheden dat past binnen het vooraf vastgestelde beleid en daarmee vooraf als acceptabel is geduid vermelden en verwijzen naar dit vooraf vastgestelde beleid. €21.904.600 
 5. Resterend saldo aan begrotingsonrechtmatigheden (inhoudelijk hier toelichten en in de paragraaf bedrijfsvoering)  € - 
Voorwaardencriterium      
Onduidelijkheid €172.944 
M&O criterium    
Geen bevindingen € - 

In de kadernota rechtmatigheid geeft de commissie BBV aan dat het oordeel moet zijn gebaseerd op de bruto begrotingsonrechtmatigheden. Vanuit dat standpunt is sprake van onrechtmatigheden in de verantwoorde baten en lasten alsook de balansmutaties boven de grens. Het college heeft van €21.904.600 (zie onder 1 t/m 3) aan begrotingsonrechtmatigheden een bedrag van €21.904.600 (zie onder 4) aangemerkt als zijnde wat past binnen het vooraf gestelde beleid. Het resterend saldo aan begrotingsonrechtmatigheden van €0 (zie onder punt 5) behoeft geen verder toelichting in de paragraaf bedrijfsvoering. 

Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen

Het overzicht van de Algemene dekkingsmiddelen bestaat uit de volgende componenten: 

  • lokale heffingen
  • algemene uitkering
  • dividend
  • saldo van de financieringsfunctie
  • overige algemene dekkingsmiddelen
  • inzet post onvoorzien

Lokale heffingen
Hieronder het overzicht van de lokale heffingen:

Belastingsoorten Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar
Onroerende zaakbelasting 2.597.632 2.629.515
Roerende zaakbelasting 7.000 5.344
Precariobelasting 0 0
Toeristenbelasting 298.200 310.114
Hondenbelasting 32.000 35.713
Totaal      
2.934.832

2.980.686

 

 

 

 

 

 

 

 

Werkelijke baten en lasten uit hoofde van lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is wijken ten opzichte van de begroting af met een bedrag van per saldo €45.854.
Dit betreft voornamelijk een aanpassing op areaaluitbreiding op de OZB alsmede een stijging in het aantal overnachtingen voor de toeristenbelasting. 
De aanslag toeristenbelasting wordt opgelegd in 2023 na de ontvangst van de vastgestelde nachtregisters.

Algemene uitkering
Van alle gemeenten wordt verwacht dat in de jaarrekening over het verslagjaar 2023  de uitkering van het gemeentefonds wordt opgenomen conform de laatst gepubliceerde accresmededeling, zijnde de decembercirculaire 2023. 

Algemene uitkering Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar
Algemene uitkering 2023 15.098.551 15.747.937
Afwikkeling 2022 0 -5.654
     
15.098.551 15.742.282

De hierboven genoemde cijfers zijn afgestemd op de decembercirculaire 2023. Het accres, waarop de gepresenteerde cijfers zijn berekend, kan wijzigen in de meicirculaire 2024. Bij het opstellen van de jaarrekeningcijfers 2023 is hiermee nog geen rekening gehouden.

Dividend
Dividenden zijn verantwoord in het jaar waarin het besluit tot toekenning van het dividend door de Algemene vergadering van de vennootschap is genomen. Deze baten laten zich als volgt specificeren:

Dividend Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar
Bank Nederlandse gemeenten 60.000 48.074
EZW 50.000 61.913
Totaal      
110.000 109.987

Saldo financieringsfunctie
Het saldo van de financieringsfunctie bestaat uit de ontvangen rentebaten over de uitzettingen, alsmede de betaalde rentelasten over de aangegane leningen en over de aangetrokken middelen in rekeningcourant. Voornoemde baten en lasten laten zich als volgt specificeren:

Saldo financieringsfunctie Raming begrotingsjaar
Realisatie begrotingsjaar
Rentelasten 605.189 612.469
  605.189 612.469

Post Onvoorzien
Op de post "onvoorzien" staat het algemene budget voor onvoorziene uitgaven. Het saldo van de post onvoorzien bedraagt €30.000. Dit bedrag is vastgesteld in de begroting 2023, en is niet besteed in 2023.

Overzicht van incidentele baten en lasten

Terug naar navigatie - Overzicht van incidentele baten en lasten

Incidentele baten en lasten zijn baten en lasten die zich maximaal drie jaar achtereen voordoen.

In de jaarstukken 2023 zijn de volgende incidentele bedragen verwerkt:

Programma Omschrijving Lasten 2023 Baten 2023
2. Ruimtelijke ontwikkeling
     
Ruimtelijke ordening
Onderzoek Tiny houses 7.050  
Omgevingswet Implementatiekosten 82.653  
5. Leefomgeving      
Openbare ruimte Subsidie en aankoop Esso Station  2.350.000 2.350.000
6. Bestuur en organisatie      
Financiën Naheffingsaanslag belastingdienst 2020 41.249  
Griffie/college Uitgaven bestuurlijke toekomst 43.276  
    2.524.228 2.350.000
40. Mutaties in reserves   9.394.525 4.895.155 
    9.394.525 4.895.155

Bedrag voor de heffing van de vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Bedrag voor de heffing van de vennootschapsbelasting

Per 1 januari 2016 is de wet "Modernisering VPB-plicht overheidsinstellingen" in werking getreden. Als gevolg hiervan is de gemeente Oostzaan belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting, voor zover zij een onderneming in fiscale zin drijft.
Om de ondernemerstaken van de gemeente Oostzaan te kunnen bepalen, zijn alle producten, zoals opgenomen in de programmabegroting 2023 opnieuw ingedeeld in clusters.
Per cluster wordt bepaald of sprake is van een ondernemerstaak, en of de gemeente winst behaald uit deze cluster.
 * In onderstaand schema is aansluiting met de commerciële verlies en winst cijfers 2023 gezocht. Hierdoor is de volledigheid van de clustering zichtbaar en transparant.

Uit onderstaand schema blijkt dat de gemeente Oostzaan een VPB verplichting heeft voor 2023 voor het cluster Grondbedrijf. Echter is er geen winst gemaakt op deze cluster, waardoor de aangifte voor de VPB 2023 nihil zal zijn.

Voor het jaar 2023 is de volgende clusterindeling gemaakt:

Cluster Omschrijving cluster Lasten Baten Saldo 2023 Ondernemer VPB verplichting
01 Aandelen 0,00 48.073,52 48.073,52
02 Afval 1.728.996,94 1.522.258,94 -206.738,00
03 Algemene uitkering 37.818,49 15.742.282,12 15.704.463,63
04 Bedrijfsvoering 4.000.613,14 1.545.533,74 -2.455.079,40
05 Begraven 297.744,41 156.490,16 -141.254,25
06 Belastingen 160.694,00 3.024.174,52 2.863.480,52
07 Bestuur 1.190.496,29 116.596,34 -1.073.899,95
08 Burgerzaken 604.307,82 157.338,20 -446.969,62
09 Economische activiteiten 73.054,68 12.123,40 -60.931,28
10 Grondbedrijf 84.714,38 38.910,66 -45.803,72
11 Kinderopvang 55.688,26 0,00 -55.688,26
12 Milieu 474.708,42 12.604,75 -462.103,67
13 Openbare ruimte 5.234.972,85 2.544.480,38 -2.690.492,47
14 Recreatie 53.678,37 0,00 -53.678,37
15 Riolering 1.493.455,88 1.562.187,57 68.731,69
16 Ruimtelijke ordening 221.361,33 0,00 -221.361,33
17 Samenwerkingen 53.676,94 0,00 -53.676,94
18 Sociaal domein 6.867.863,73 6.780.703,32 -87.160,41
19 Sociale cohesie 2.727.915,08 1.686.567,43 -1.041.347,65
20 Subsidieverstrekking 1.063.460,13 215.667,53 -847.792,60
21 Veiligheid 1.329.208,34 16.332,38 -1.312.875,96
22 Verhuur en beheer vastgoed 2.628.027,60 1.207.889,42 -1.420.138,18
23 Volkshuisvesting 480.046,68 343.728,04 -136.318,64
24 Reserves 9.394.525,30 3.151.698,67 -6.242.826,63
25 Resultaat 1.372.068,15 1.743.456,12 371.387,97
Totaal * 41.629.097,21 41.629.097,21 0,00
16-jul-2024

Wet Normering Topinkomens (WNT)

Terug naar navigatie - Wet Normering Topinkomens (WNT)

Per 1 januari 2013 is de Wet Normering Topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op de gemeente Oostzaan van toepassing zijnde regelgeving. Het bezoldigingsmaximum in 2023 voor de gemeente Oostzaan is € 223.000. Dit geldt naar rato van de duur en/of omvang van het dienstverband.


1a. Leidinggeven topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13de maand van de functievervulling

Naast de vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met dienstbetrekking die in 2023 een bezoldiging boven het individuele WNT-maximum hebben ontvangen. Er zijn in 2023 geen ontslaguitkeringen betaald aan overige functionarissen die op grond van de WNT dienen te worden vermeld, of die in eerdere jaren op grand van de WNT vermeld zijn of hadden moeten worden.

1b. Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking in de periode kalendermaand 1 t/m 12

1c. Toezichthoudende topfunctionarissen
N.v.t.

1d. Topfunctionarissen met een totale bezoldiging van € 1.900 of minder 
N.v.t.

1e. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van meer dan € 1.900
N.v.t.

1f. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van meer dan € 1.900 waarop de anticumulatiebepaling van toepassing is
N.v.t.

1g. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van € 1.900 of minder waarop de anticumulatiebepaling van toepassing is
N.v.t.

2. Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen met of zonder dienstbetrekking inclusief degenen die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar als topfunctionaris worden aangemerkt 
N.v.t.

3. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT
Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met een dienstbetrekking die in 2023 een bezoldiging boven het individueel toepasselijke drempelbedrag hebben ontvangen
N.v.t.

Gebeurtenissen na balansdatum

Terug naar navigatie - Corona-virus

De jaarstukken zijn opgesteld over het jaar 2023. In 2024 hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan, welke van invloed zijn op de jaarcijfers of verantwoording over 2023.