Inleiding en Leeswijzer

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding en Leeswijzer - Inleiding

Geachte leden van de gemeenteraad,

Voor u ligt de begroting 2026-2029 voor de gemeente Oostzaan. 

De primaire begroting laat voor de jaren 2026-2028 tekorten zien, maar in 2029 kan een structureel sluitende begroting worden getoond. De tekorten van de eerste jaren zijn met name het gevolg van het zogenoemde ravijnjaar, waarbij de Algemene Uitkering vanuit het Rijk wordt verminderd. Deze herstelt zich enigszins in de hierop volgende jaren. Maar de mismatch tussen de taken die bij gemeenten zijn belegd, en de uitkering van het Rijk doet zich voelen. Het gevolg van de tekorten is uiteraard dat in de eerste jaren van de meerjarenbegroting weinig tot geen ruimte is voor nieuw beleid. Dat is te betreuren omdat bepaalde dienstverlening momenteel toch ondermaats voelt.

De gemeente Oostzaan staat voor de enorme opgave om deze tekorten het hoofd te bieden en niet op te laten lopen, te beginnen voor 2026. De tekorten gaan immers onvermijdelijk ten laste van het algemene weerstandsvermogen van de gemeente. 

Het reeds ingezette traject ‘Duurzaam begrotingsevenwicht’ is gestart in 2025 en loopt de komende periode door. Zoals bekend meent het college dat het presenteren van tekorten alleen te verdedigen is met het oog op het traject van de bestuurlijke toekomst. Het geeft naar onze mening geen pas om stevige bezuinigingen voor te stellen, daarmee broodnodige voorzieningen af te breken, om dat – na een fusie – vervolgens tegen hoge kosten te gaan herstellen. Als dan van herstel al sprake zou zijn. Bovendien zouden dergelijke ingrepen de onderhandelingen met eventuele fusiepartners geen goed doen. Evenmin ziet het college heil in het verhogen van de lasten; die zijn in Oostzaan immers al relatief hoog.

Enkele aandachtspunten behoeven in deze inleiding extra aandacht. Ze volgen hierna.

Bestemming rekeningresultaat 2024
In verband met de vertraagde besluitvorming van de Jaarstukken 2024 (raad 23 september 2025) was de verzending van de begroting 2026 aan de raad nog geen raadsbesluit over de bestemming van het rekeningresultaat 2024. Om de volgbaarheid te vergemakkelijken is het voorgestelde besluit tot de bestemming wel verwerkt in deze begroting. Eventuele amenderingen op dat besluit zijn niet verwerkt.

Actualisatie van de budgetten Jeugdzorg en Wmo
Tijdens het opstellen van de begroting 2026-2029 is er geconstateerd dat er tussen de verwachte uitgaven en de begroting grote overschrijdingen zijn te verwachten. Deze overschrijding heeft betrekking op zowel de Jeugdzorg als de Wmo. De structurele doorwerking van de verwachte tekorten zijn verwerkt in de Begroting 2026-2029. Voor het jaar 2025 zal het verwachte tekort worden verwerkt in het Najaarsbericht 2025. We zullen de toekomstige financiële- én maatschappelijke ontwikkelingen nauwlettend in de gaten houden. De kosten voor zowel de jeugdzorg als de Wmo zijn lastig te voorspellen. Het betreft voor beiden een openeinderegeling, waar wij als gemeenten minimale invloed kunnen uitoefenen. Binnen de jeugdzorg en de Wmo bestaat wel de verwachting dat de kosten de komende periode verder zullen stijgen. Voorts is de verwachting dat er vanuit het rijk in de komende jaren maar beperkt aanvullende middelen toegekend zullen worden.
Onze toezichthouder, de Provincie Noord-Holland, heeft gevraagd een aparte paragraaf Taakstellingen en stelposten op te stellen. In deze paragraaf is in deze begroting een aantal nieuwe stelposten opgevoerd voor jeugdzorg en Wmo. Hoewel stelposten altijd een mate van onzekerheid in zich hebben voeren we voeren deze stelposten niet zomaar op; de stelposten zijn reëel. In de paragraaf wordt uitgelegd waarom we deze opvoeren.

Conclusie
Gemeente Oostzaan zit financieel in zwaar weer, zoveel is duidelijk. Met kunst- en vliegwerk meent het college de tekorten beperkt – en betaalbaar – te houden. Tegelijk is het zaak continu oog te houden voor het niveau van dienstverlening. Daar hebben de inwoners, ondernemers en instellingen in het dorp recht op. Wij voelen dat als onze belangrijkste taak.

Namens het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Oostzaan,

 

Martin Wörsdörfer
Wethouder Financiën

Financieel beeld 2026-2029

Terug naar navigatie - Inleiding en Leeswijzer - Financieel beeld 2026-2029

Het financieel resultaat van de begroting 2026-2029 vertoont respectievelijk de volgende saldi:

Begrotingsjaar Saldo begroting
2026 -  €764.738
2027  -  €516.154
2028 -  €562.226
2029   €96.199
   

 
Het uitgangspunt voor de financiële positie van de programmabegroting 2026-2029 is de vastgestelde kadernota 2026-2029. Daarnaast zijn diverse bijstellingen van budgetten doorgevoerd op basis van nieuwe inzichten of aangepaste wetgeving en het opnieuw beoordelen van de begrotingsposten in het kader van realistisch begroten. 

Uitgangspunt voor de gemeente Oostzaan en de Provincie Noord-Holland blijft een reëel en structureel sluitende begroting voor het jaar 2026. Dat wil zeggen dat structurele kosten ook met structurele inkomsten gedekt dienen te worden. 

 

 

Verloop begrotingssaldo 2026

De kadernota 2026-2029 liet structurele tekorten zien voor de periode 2026-2029.

Onderstaand schema laat zien hoe het saldo van de kadernota 2026-2029 wordt omgezet naar het saldo van de concept-programmabegroting 2026-2029. 

Negatief = voordeel
Positief   = nadeel

Leeswijzer

Terug naar navigatie - Inleiding en Leeswijzer - Leeswijzer

Samenvatting
Nieuw in deze begroting is de samenvattingsparagraaf. Hierin wordt een snelle, visuele doorkijk in de (financiële) begroting weergegeven.

Programma's
In deze begroting vindt u de inmiddels vertrouwde 6 programma's en de (verplichte) paragrafen. Daarnaast is in het hoofdstuk Financiële positie een aantal financiële overzichten opgenomen, zoals het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dit verplicht stelt. In de bijlagen staan de begrotingsrichtlijnen zoals vastgesteld bij de Kadernota 2026.

Per programma leest u waar het bestuur voor staat en waar in deze bestuursperiode naar toe gewerkt wordt. De doelen per programma zijn in een “doelenboom” uitgezet: Elk programma bestaat uit een of meerdere kerndoelen. Dit zijn doelen voor 4 jaar, de gehele bestuursperiode, en deze omschrijven wat het bestuur wil bereiken. Per kerndoel zijn 1 of meerdere operationele doelen benoemd met activiteiten die we gaan uitvoeren om deze doelen te halen. Deze ‘doelenboom’ is bij ieder programma eerst schematisch weergegeven en vervolgens tekstueel beschreven. 

Kengetallen
De kengetallen opgenomen in deze begroting zijn conform de voorgeschreven kengetallen vanuit de BBV. Helaas zijn niet alle bronbestanden up to date. In dit geval worden de kengetallen ingeschat. 

Verschillenanalyses
Per programma vindt u een financieel overzicht van het totaal van de producten binnen dat programma. Daaronder een verklaring van de verschillen ten opzichte van de begroting 2025 na wijzigingen. Dit betreft verschillen per product van bedragen groter dan €25.000 of een relevante afwijking groter dan 50%. Hier worden zowel de lasten als de baten van de begroting 2026 vergeleken met de geactualiseerde begroting 2025. Dit betreft de begroting na wijzigingen vanuit het Voorjaarsbericht 2025. 

Financiële positie
In het hoofdstuk Financiële positie zijn een aantal financiële overzichten opgenomen, zoals het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dit verplicht stelt.

Bijlagen
In de bijlagen staan de begrotingsrichtlijnen zoals vastgesteld bij de Kadernota 2026.

Verklaring Directe uren, toegerekende kosten en overhead.

In de verschillenanalyse van de financiële cijfers per programma wordt verwezen naar deze leeswijzer voor de verschillenverklaring in het aantal uren en toegerekende kosten. Dit om te voorkomen dat in elke verschillenanalyse dezelfde verklaring wordt opgenomen. De systematiek van verdeling van de toegerekende kosten aan de producten wordt hierbij nogmaals uiteengezet. 

De totale bijdrage die we betalen aan OVER-gemeenten wordt naar de diverse producten doorberekend. Dit gebeurt aan de hand van de voorgecalculeerde uren die aan de diverse producten worden besteed. Het totaal van deze urendoorbelasting is dus uiteindelijk gelijk aan de bijdrage aan OVER-gemeenten.De bijdrage aan OVER-gemeenten wordt op deze wijze reëel verdeeld over de producten, op basis van de formatie binnen OVER-gemeenten. 

Sinds 2017 wordt conform de BBV onderscheid gemaakt tussen de primaire uren en de overheaduren. Primaire uren zijn uren die rechtstreeks zijn toe te kennen aan een product, bijvoorbeeld Sociaal Domein of openbare ruimte. Overhead uren zijn niet rechtstreeks toe te kennen aan een product, denk hierbij bijvoorbeeld aan ICT of financiën. 

Ook kan het zijn dat er soms een verschuiving heeft plaatsgevonden van primaire uren van het ene product naar een ander product. Per saldo zijn de kosten van directe uren en overhead dus niet hoger dan de totale bijdrage aan OVER-gemeenten. Conform de begroting van OVER-gemeenten betreft de bijdrage voor 2026 €8.904.958, gebaseerd op het begrotingstotaal van de primaire begroting 2026 €23.809.958. Het betreft hier dus puur de systematiek van verdeling van deze bijdrage over de gemeentelijke producten.

Daarnaast zijn voor de berekening van de kostendekkendheid de overhead uren toegerekend aan enkele producten. Het restant van de overhead is verantwoord in programma 6 (product salaris en vergoedingenadministratie).

Om niet bij ieder programma en meerdere producten hiervan, eenzelfde verklaring te geven, is ervoor gekozen om de verklaring op deze plek op te nemen. Bij de betreffende producten wordt naar deze verklaring verwezen, mede naar aanleiding van de raadsvragen over uren en overhead.