Vanaf 1 januari 2026 is de Participatiewet in Balans van kracht. Dit brengt een gefaseerde aanpak met zich mee tot wijziging van de Participatiewet, IOAW en IOAZ. Deze wijzigingen zijn gericht op het verbeteren van de uitvoerbaarheid en het aantrekkelijker maken van (deeltijd)werk naast een uitkering.

Wij gaan ons voorbereiden op de invoering van de eerste maatregelen die naar verwachting per 1 januari 2026 van kracht worden. Wij zullen de effecten van de wetswijzigingen vertalen naar lokale uitvoering, communicatie en dienstverlening. Daarbij houden wij rekening met landelijke kaders en de beschikbare invoeringsruimte.
Drie sporen richting aanpassing:
•    Korte termijn (spoor 1): wij zullen in 2026 uitvoering geven aan onder meer verruiming van bijverdiengrenzen, soepeler beleid rond giften en de aanpassing van wachttijden voor jongeren. 
•    Toekomstvisie (spoor 2): wij nemen deel aan de verdere ontwikkeling van een vernieuwde Participatiewet waarin realisme, eenvoud en vertrouwen centraal staan.
•    Professionalisering (spoor 3): wij blijven investeren in de deskundigheid van onze uitvoerende professionals, zodat zij toegerust zijn op de nieuwe beleidsuitgangspunten.

We zullen ervoor zorgen dat ons gemeentelijk beleid met betrekking tot minimavoorzieningen in lijn is met de speerpunten van de nieuwe wetgeving. Denk hierbij aan het actualiseren van de individuele inkomenstoeslag, het beleid rondom giften/smartengeld, de computerregeling voor schoolgaande kinderen en de normen die we aanhouden met betrekking tot bijzondere bijstand en de collectieve zorgverzekering. 
Hier wordt door team beleid intensief samengewerkt met de afdeling uitvoering.